PINKSTEREN
if
werd aan het woord te komen. „Nou, we
zullen die dagen best doorkomen, noorl
Enne.... ik ga dan den tweeden Pinkster
dag maar niet naar huis.
„Malligheid, Bet!" zei Ankie dadelijk.
„Wij redden ons wel! Als je niet gauw
belooft, dat je gaan zult, bel lk Tante
Hans op. Wij kunnen best eens een dag
zonder warm eten."
„En ik doe het toch niet!" hield Betje vol
„Dan telefoneer ik", zei Ankie streng,
ging naar het toestel, draaide de schijf en
was weldra In druk gesprek met Tante
Hans. Dansend kwam ze even later de
keuken weer in.
„En je gaat lekker toch!" riep ze uit.
„Tante Hans zegt, dat het moet en wij
mogen den heelen dag bij haar komen.
We eten van den kok. Eenig!"
„Tegen zoo'n samenzwering kan lk niet
op!" zei Betje. „Ik zal dus maar doen,
wat juffrouw Hans zegt, maar als mevrouw
het later niet goedvindt
„Is het onze schuld!" riepen Tom en
Ankie tegelijk uit.
Op den eersten Pinksterdag stond Ankie
bijtijds op om voor het ontbijt te zorgen,
planten en bloemen water te geven en zoo
veel mogelijk alle kleine werkjes te doen,
die Moeder gewoonlijk verrichtte.
Moeder las op zulke dagen altijd wat voor
aan het ontbijt. Zou zij dat nu ook doen?
Ja waarom eigenlijk niet? Ze nam het
dikke boek van Moeder, sloeg het open bij
het hoofdstuk, waar „Voor Pinksteren"
boven stond en las met duidelijke stem de
eeuwenoude Pinkstergeschiedenis voor
hoe de leerlingen van Jezus vijftig dagen
na Zijn dood vol geestdrift aan de me
nigte vertelden van hetgeen Hij hun ge
leerd had. Eenvoudige visschers waren het,
die in hun leven zeker wel eens bang ge
weest waren, maar zich op dezen Pink
sterdag ware helden betoonden en den
moed hadden uit te roepen: „De Jezus
Dien gij gedood hebt, is toch de Christus!"
En Ankie las verder over helden, men-
schen en kinderen, die den moed hadden
voor hun overtuiging uit te komen ook als
ze wisten, dat ze daardoor in moeilijkheden
zouden komen
Na het ontbijt werd er belangstellend
naar Tante Hans getelefoneerd, die geluk
kig geen pijn had en wier stem even vroo-
lijk als altijd klonk.
Daarna gingen allen naar buiten om
groote bossen Pinksterbloemen te plukken
waarmee zij niet alleen de huiskamer en
Betje's keuken versierden, maar waarvan
ze ook een reuzenbos apart hielden om
's middags in optocht natuurlijk!
Tante Hans te verrassen.
Na tafel hielpen ze eerst Betje afwas-
schen en opruimen en toen kwam Betje in
haar Zondagsche japon in de kamer om
allerlei spelletjes mee te doen, eerst met
de kleintjes erbij en later, toen die onder
de wol lagen, met de grooten alleen.
Maar eindelijk was t' ook hun bedtijd en
nu duurde 't niet lang, of allen, op één
na, sliepen als rozen, want Elly kon den
slaap maar niet vatten. Onrustig lag zij
heen en weer te woelen. Bij het afwas-
schen had zij een oortje van een mooi
kopje gebroken. Niemand had het gezien
en het kopje had ze zóó weggezet, dat het
niet dadelijk in het oog viel, maarze
had er nu zoo'n vreeselijke spijt van, dat
ze 't niet dadelijk aan Betje gezegd had
en eigenlijk van plan was, het ook niet aan
Moeder te vertellen. O, wat was ze vreese-
laf geweest en dat op Pinksteren, juist nu
Ankie 's morgens zoo mooi voorgelezen had
van helden. Een held kon zij natuurlijk
nooit worden, wel een heldin, maar
die zou onmiddellijk voor de waarheid uit
gekomen zijn! En toen Elly eindelijk in
slaap viel. werd zij door allerlei verwarde
droomen gekweld: stapels borden, die zij
vallen liet, kopjes zonder oor, die met
dreigende gezichten op haar afkwamen
enBetje, die huilend aan Moeder ver
zekerde, dat zij het kopje niet gebroken had
Toen Elly den volgenden morgen wak
ker werd, stond haar besluit vast: ze zou
't onmiddellijk aan Betje vertellen en aan
Moeder, zoodra die thuis kwam. Ze zou
natuurlijk wel een standje krijgen, maar
alles was beter dan laf te zwijgen en een
ander te laten verdenken van iets. dat zij
gedaan had.
Betje keek den tweeden Pinkstermorgen
niet eens verbaasd, toen Elly al vroeg in
de keuken kwam, maar begreep dadelijk,
dat ze iets op te biechten had. ,,'k Had 't
al gezien, El" zei ze, „al wist ik niet. wie
't gedaan had Ik dacht: de schuldige zal
wel zoo flink zijn om het eerlijk te beken
nen. En zie je nou wel, dat ik gelijk heb?"'
Elly lachte al weer. 't Viel geducht mee
en wat was ze blij, dat ze voor de waar
heid uitgekomen was! Eigenlijk had zij
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
Kabouters hebben in den nacht
Ons weer het Pinksterfeest gebracht.
De Elfjes zeiden als elk jaar:
Natuurlijk doen we 't met elkaar!
Wij strooien bloemen in het rond,
Een bloemenkleed ligt op den grond.
't Is bloemenweelde, waar j'ook ziet,
Want gierig zijn wij, Elfjes, niet.
Kabouters waren in de weer:
Een streekje op, een streekje
Zij schilderden op boom en paal:
't Is Pinksterfeest! Zingt allem
Maar wat hun liev'lingsversje was,
Zoodat je 't vele malen las?
Naar buiten toch! Daar schijnt
Dat ieder nu genieten kon!
(Nadruk verboden).
En nauw'lijks was het volkje klaar,
Of allen zongen met elkaar,
Kaboutertjes en Elfjes fijn:
Een heerlijk Pinksterfeest zal 't zijn!
den vorigen avond niets geen plezier meer
gehad na het gebeurde, maar nu was zij
weer heelemaal opgelucht en vast besloten
het Moeder otk dadelijk bij har thuis
komst te vertellen
Het heele troepje bracht Betje naar den
trein en nam vóór het station afscheid van
haar. ,,'t Lijkt wel, of ik minstens naar
Indië ga", zei ze lachend, toch in haar
nopjes, omdat „de kinders zoo hartelijk
waren."
Och, Betje wist het wel: ze mochten dan
al eens vuile voeten in haar schoone gang
of keuken zetten, met water knoeien of
wat breken, maar als het er op aankwam,
waren het toch beste kinders!
Een half uurtje later zat het vijftal om
de rustbank van Tante Hans geschaard,
die lachend zei:
„Nu moeten jullie vandaag voor alles
zorgen, want ik mag de rustbank niet af."
„We zullen u eens goed vertroetelen!"
riep Ankie uit.
„Als u 't werk maar eerlijk verdeelt en
de jongens ook wat te doen geeft", zei Tom
„Natuurlijk zal ik daarvoor zorgen", be
loofde Tante Hans.
„Ik zal maar dadelijk beginnen: Tom,
ga jij eens met Bob naar den banketbak
ker en haal een pond lekkere zand
koekjes!"
De jongens waren al weg. Ankie zette
koffie en toen Tom en Bob weer terug
waren, hielp Elly haar de kopjes rond-
geven, terwijl Janneman het mooie ver
telselboek uit de kast haalde, waaruit
Tante zou voorlezen.
„Zóó echt zijn we nog nooit bij u op
visite geweest!" riep Bob uit. die een kopje
koffie met een koekje een veelbelovend be
gin vond.
Er werden verschillende spelletjes ge
daan. De tafel werd met vereende krach
ten vóór de rustbank geschoven en de kin
deren gingen er gezellig om heen zitten.
De verzorging der koffietafel onderbrak
het spelen en na de koffie stuurde Tante
het heele troepje uit Ze mochten niet
vóór half vier terug komen.
Eigenlijk vond Ankie, dat er toch één
van hen bij Tante Hans moest blijven,
maar toen deze lachend zei een dutje te
willen doen, omdat ze 's nachts slecht ge
slapen had, ging het vijftal op we
het bosch.
Precies half vier stonden ze weer
stoep en even later zorgde Ankie voèi c
die wat lekker smaakte na de wan
en mocht Janneman koekjes
teeren-
Maar het leukst vonden zij: t<
tegen half zes gebeld werd en een m
reuzenbus met eten bezorgde. En
dingen, als daaruit kwamen!
Aan de feestelijk met bloemen ve
tafel, die nog altijd vóór de rustbai ,t
Tante Hans stond, vonden allen we§-
plaatsje.
„Wat hebben we toch een leuken
zei Ankie.
„Alles is anders dan anders?" vor*,,
die dit evenals zijn zusjes en bi
het prettigst ervan vond.
„En vanavond komt Betje ons
lekker laat!" juichte Janneman.
De kinderen lieten zich alles bes
ken en toen zij na afloop van den ni
gezamenlijk de tafel afgeruimd h
werden er weer spelletjes gedaan,
bel opnieuw ging, Bob naar de vo
holde en Betje het gezelschap kwam
Allen bedankten Tante Hans hl 1
voor den prettigen dag en Tante H
lachend
„Jullie hebt mij vandaag maar h
gezelschap gehouden!"
Vader en Moeder kwamen dien
laat thuis, toen allen reeds vast sliep n s
toen zij den volgenden morgen ho
hoe de jeugd de Pinksterdagen had
gebracht, vond Moeder het uitsteker 1
Betje toch naar huis was gegaan en
Elly geen brommen voor het gel die
kopje. Moeder zei zelfs:
„Je bent een flinke meid, El!"
Elly begreep maar al te goed, wat ifiets
daarmee bedoelde
Met vreugde vernamen de kindere
Oma weer vooruitging en Tom vei
aller gedachten, toen hij uitriep:
,,'t Waren heel andere Pinkster!
dan andere jaren, maar toch heerli
,,'t Waren goede Pinksterdagen -
Moeder ernstig, terwijl ze Elly nog
toeknikte. (Nadruk verbod ;ust
OVf
jui
iftr
■t
ijk
aoe
iek<
he
sch
iet»
:n
ar