met publiek voor het eerst in den Dieseltrein - Nieuwe Oceaanvlucht
VEILIGE HAVENS
75»te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
RACE-AUTO OP PI'BLIEK INGEREDEN. Bij 'de autorennen
te Fontainebleau reed een race-auto op het publiek in. Acht
personen werden gedood. De vernielde auto.
GESLAAGDE OCEAANVLUCHT. De
Arnerikaansche vlieger Pond (rechts) en
de Italiaan Sabelti, die van New York
naar Rome wilden vliegen, doch in Ier
land een noodlanding moesten maken.
internationale wielerwedstrijden te chaam. -
De start van de profs en de onafhankelijken.
insull's aankomst in amerika.
Samuel Insull wordt bij aankomst in
New York naar de gevangenis
overgebracht.
HET PUBLIEK VOOR HET EERST IN DEN DIESELTREIN. Gis
teren hebben de Dieseltreinen voor het eerst gewone reizigers vervoerd.
Het instappen der reizigers aan het Centraal Station te Amsterdam.
ANNA MAY WONG filmt
in het Engelsche plaatsje
Denham De filmster in ge
sprek met een oude vrouw.
BOUW VAN EEN BRUG in den weg Schouw, Monnikendam, Edam, Oosthuizen naar Hoorn. Deze
weg vormt een rechtstreekse he verbinding met den afsluitdijk. Op 'den achtergrond de bekende hout
zaagmolen van Monnikendam.
door BASIL KING.
(Uit het Engelsch).
I'»l>
Met de aktentasch, die hij van Tom
ingenomen had, bij zich, ging hij hem
l'oor Schuin de vestibule overstekend,
iberkte Tom op. dat het gegons van stem-
|®en geëindigd was. Zonder zelf te weten
iwarom, vermande hij zich, alsof hij aan
1" onderzoek werd onderworpen.
IJfct onderzoek begon onmiddellijk,
iwmtelaw legde in de zitkamer, die zij nu
traden, de aktentasch op een tafel
I :n tegon dadelijk den inhoud te doorzoe-
IMisschien deed hij dit met de bedoe-
om Tom te doen gevoelen, dat hij
IJ?1 ^wtang maar zelf moest zien te red-
l:;11 Trouwens, dat gevoel had hij al van
Ioogenblik, dat hij op den drempel
l»f Uit de uitdrukking van pijnen
IJ™est op het gezicht van mevrouw
Imu v W' mankte hij op, dat men hem
Ier, ru verwacht. Vaag zag hij dat Tad
i o uiy in cje kamer waren, en nog
die hij nog niet den tijd had
Kr te onderkennen. Al zijn krachten
«oen m beslag genomen voor de ont-
l#i« met' de vrounw, die zijn moeder
I was, en die hem hier liever niet zag.
ast Bedachten gingen vlug. Hij zou
S?. den veiligen kant blijven. Als kan-
{™™ediende was hij gekomen, en als
I het diende, die in de zitkamer van
I Bezin was binnengelaten, zou hij zich
gedragen. Hij boog voor mevrouw White-
lak, die hem haar hand toestak; maar
het was alsof die hand ook al leed door
zijn aanraking. Hij boog voor Lily en
knikte met een soort eerbied tegen Tad.
Hij wendde zich in de richting van de
zesde persoon in de kamer, om ook die
te groeten, maar merkte toen dat zij
naar hem toe kwam. En voordat hij nog
haar gezicht had gezien, herkende hij
haar aan haar ongedwongen manier van
loopen.
„O, Tom!"
„Wel. Hildred!"
Haar wijze van doen was weer even be
schermend als hij die in vroeger jaren
bij haar had opgemerkt, op oogenblik-
ken, dat zij meende, dat men hem had
gekwetst, of zag, dat hij met een of ander
onbeteekenend gebruik niet bekend was.
Zij was fijngevoelig, tactvol en bij de
pinken, alles tegelijk.
„Kom hier naast me zitten." Zij trok
hem mee naar een sofa, waar zij hem een
plaats naast zich aanwees. „U vindt het
zeker wel goed. nietwaar mevrouw? U
weet, dat Tom en ik dikke vrienden zijn
al jaren lang."
Door de vreugde en verrassing haar te
ontmoeten, vergat hij iedereen om zich
heen. „Wanneer ben je gekomen? Waar
om heb je het me niet even laten weten
dat je kwam?"
„Omdat ik het zelf eerst gisteren
avond wist, is het niet. mevrouw? Me
vrouw Whitelaw heeft me pas getelegra-
pheerd, nadat mijnheer Whitelaw uit
Boston terug was. Natuurlijk wilde ik me
zoo'n kans niet laten ontgaan. New York
zie ik nooit meer dan éénmaal in de twee
jaren of zoo. Bovendien had ik de kans
jou te ontmoeten. In een uur was ik
klaar. Ik nam den ochtendtrein van
vanmorgen, en ben zooeven aangekomen.
Toen deze inlichtingen waren gegeven
en ontvangen, voelde Tom zijn verwar
ring terugkomen. Hij was in een kamer,
waar drie van de vijf andere menschen
door zijn aanwezigheid zich niet op hun
gemak voelden. Hij was hier niet uit
vrijen wil gekomen, en als kantoorbedien
de mocht hij niet weggaan voordat het
hem was gezegd. Hij zou niet geweten
hebben wat te doen, als Hildred niet een
kleine conversatie gaande had gehouden,
waarin zij nu eens de een, dan weer een
ander betrok, zoodat weldra iedereen
praatte over het weer of een dergelijk
onbelangrijk onderwerp. Trots haar emo
tie deed mevrouw Whitelaw haar best
haar rol van gastvrouw te blijven spelen,
terwijl Tad en Lily alleen maar spraken,
als iemand het woord tot hen richtte.
Plotseling stond Tad op en slenterde naar
de deur, maar zijn vader zei: „Niet heen
gaan, Tad. Dadelijk krijg je thee." En
bijna smeekend: „Toe, blijf vandaag
bij ons."
Tad stak een sigaret op en ging weer
zitten, en deed alles even landerig. Mijn
heer Whitelaw ging voort met uit de
aktentasch documenten voor den dag te
halen, die hij op de tafel vóór zich neer
legde.
Toen Dadd met het theeblad verscheen,
stond Tom op om weg te gaan. „Hebt u
nog iets voor mij te doen, mijnheer
Whitelaw?"
Whitelaw keek slechts even naar hem
op. „Wacht nog een oogenblik, en ga
weer zitten."
Tom nam weer naast Hildred plaats,
en. keek naar mevrouw Whitelaw, die
bezig was met thee schenken. Het was de
eerste maal, dat hij haar in huiskleeding
zag, een en al kant, en gehuld in een
wolk van zachten lavendelgeur. Op haar
borst droeg zij een groot juweel, en even
als onlangs, haar paarlsnoer. Het was ook
de eerste maal, dat hij haar haar zag, dat
blond en golvend was, evenals het zijne.
Behalve dat zij een beetje te dik was, zag
zij er te jong uit als moeder van Tad en
Lily, en veel te jong als zijn eigen moe
der. Dat die vrouw, die nooit iets anders
gekend had dan alles wat liefde en geld
haar hadden kunnen schenken, werkelijk
zijn moeder zou zijn, was te ongerijmd
om aangenomen te kunnen worden.
En terwijl hij dit zeker wel voor de
honderdste maal tot zich zelf zei, begon
Whitelaw te spreken. Hij deed het zonder
van zijn papieren op te kijken, behalve
als hij een slokje thee nam uit zijn kopje,
dat naast hem stond. Hij praatte, alsof
hij iets van weinig beteekenis terloops
ter sprake bracht.
„Nu we hier allen bijeen zijn, meen ik
dat het een goed oogenblik is, de kwestie
te bespreken, waarover we al afzonderlijk
gepraat hebben en tot een besluit te
komen."
Er was niemand in de kamer, die niet
wist wat hij bedoelde. Tad rookte ver
veeld; Lily zette haar kopje neer en stak
een sigaret op; mevrouw Whitelaw's vin
gers vol juweelen speelden met het een
of andere ding, dat op de theetafel lag,
alsof ze iets noodig had, dat haar han
den bezig hield, om te voorkomen, dat zij
het van zenuwachtigheid zou uitschreeu
wen. Tom's hart scheen versteend te zijn,
zoodat hij niet ontvankelijk voor emo
tie was.
Hildred was de eenige, die wat zei: „Zou
het niet beter zijn, mijnheer Whitelaw,
als ik heenging? Ik ben nog niet eens op
mijn kamer geweest."
„Neen, Hildred, liever had ik dat je
bleef, als je er geen bezwaar tegen hebt.
Juist daarom hebben we je verzocht over
te komen."
Hij keek niemand aan. Zijn gezicht was
wat bleek, maar hij beheerschte zich.
„Het is vandaag de tiende Mei. de dag,
waarop wij drie en twintig jaren gelêden
ons jongetje verloren. Ik zou de leden
van mijn gezin, nu we allen bijeen zijn,
graag eens vragen, hoe zij denken over de
mogelijkheid hem nu te hebben terug
gevonden."
Hoewel Tom wist dat die dag een ge
denkdag m het gezin was, drong nu eerst
de datum tot hem door. In zoover die zijn
geboortedag was, waren verjaardagen al
tijd zonder beteekenis voor hem geweest,
behalve dat hij ze zich herinnerde als
dagen, die gekomen en weer voorbij
gegaan waren, en hem telkens een jaar
ouder hadden gemaakt.
„Wat mij persoonlijk betreft," vervolg
de Whitelaw, „heb ik de zaak tot het
uiterste onderzocht, zoodat ik niets meer
doen kan. Dezen zomer wordt het vijf
jaren, dat ik hem het eerst heb ontmoet,
in Dublin in New Hampshire, en toen ge
troffen werd door zijn uiterlijk en zijn
naam. zoomede door het weinige, dat ik
omtrent zijn levensgeschiedenis vernam."
.(Wordt vervolgd).