Uitden Leidschen Raad
oofdpjjnen
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Dinsdag 15 Mei 1934
Aspirin^
SB1#
LAND- EN TUINBOUW.
Burgerlijke Stand v. Leiden
Een geheime zitting van ruim 2'/2 uur.
De kwestie Bekooy eindelijk van de baan.
De onderwijs-bezuinigingen aanvaard.
Na ruim 2l/t uur In geheime zitting te
zijn geweest wordt de zitting heropend.
7o. Voorstel tot het instellen van een
rechtsvordering tegen L. J. A. Sommers te
Haps, strekkende tot vergoeding van
schade, toegebracht aan den richtingaan
wijzer op den vluchtheuvel aan het Kort
Rapenburg. (90)
Conform besloten.
80. Voorstel tot het verleenen van goed
keuring aan een plan voor het bouwen van
een auto- en wagenbergplaats met twee
bovenwoningen op het terrein aan de Ha
verzaklaan door de N.V. Leidsche Duin
water Maatschappij. (91)
Conform besloten.
9o. Vaststelling van het verslag betref
fende de verstrekking van schoolkinder-
kleeding en -voeding gedurende het Jaar
1933. (92)
Conform besloten.
GEEN SUBSIDIE AUTOBUS
ZOETERWOUDE.
lOo. Praeadvies op het verzoek van P. Z.
Dubbelaar, om hem een subsidie te ver
leenen ten behoeve van den door hem
onderhouden autobusdienst Zoeterwoude
Leiden. (93)
De heer BERGERS pleit voor het ver
leenen van een subsidie, daar Leiden z. i.
belang heeft bij behouden van dezen auto
busdienst.
Wethouder GOSLINGA wijst er op. hoe
in 1923 eenzelfde verzoek is afgewezen,
daar de dorpen in den omtrek meer be
lang bij zoo'n dienst hebben dan Leiden.
Bovendien, geeft men één onderneming
subsidie, dan is het hek van den dam. Men
late deze diensten over aan het particulier
initiatief. Nu de toestand bovendien zooveel
slechter is, kan er z.1 niets van komen.
De heer WILMER steunt den heer Ber
gers. Ook z.i. is het voor Leiden als centraal
punt van groot belang, dat de dorpsbewo
ners hier gemakkelijk kunnen komen, op
dat Leiden een aantrekkelijk centrum
blijve. Kan met een kleine subsidie deze
dienst gehandhaafd worden, dan ziet spr.
daarin voor Leiden ook groot direct en
Indirect voordeel.
De heer BERGERS stelt voor een sub
sidie te verleenen van f. 150.
De heer WILBRINK kan niet beoordeelen
wat deze dienst beteekent. Is daarom geen
praeadvies mogelijk op het voorstel-Ber-
gers?
De heer v. d. REYDEN dringt ook aan op
nadere gegevens.
Wethouder GOSLINGA zegt, dat uit de
exDloitatie-rekening van het vorig jaar
blijkt, dat de man ongeveer uitkomt vol
gens eigen opgaaf plus f. 1400 als chauf
feur. Dus een bescheiden bestaan. Hoe het
dit jaar zal gaan. weet spr. ook niet. doch
hier subsidie te verleenen, blijft spreker
ontraden.
Spr. ziet wel degelijk voor de dorpen
groot belang is zoo'n busdienst, meer dan
voor de centrum-gemeente, die zich bij
subsidieering op gevaarlijk terrein begeeft.
En dat, terwijl de kas hier toch al slecht
voorzien is.
De heer WILBRINK zal tegenstemmen,
nu er een inkomen van f. 1400 blijkt te zijn.
De heer WILMER wijst er op, dat dit niet
in de stukken stond.
De WETHOUDER zegt. dat de commissie
van financiën er mee bekend was.
De heer BERGERS trekt zijn voorstel in.
Conform wordt dan besloten,
llo. Voorstel tot beschikbaarstelling van
gelden voor den bouw van een nieuwe Vol-
molenbrug. (94)
Conform besloten.
12o. Voorstel tot verbouwing van het
gebouw aan de Pieterskerkstraat, waarin
de Jongensschool voor U. L. O. is gevestigd
en tot beschikbaarstelling van de voor die
verbouwing benoodigde gelden. (95)
Conform besloten.
13o. Voorstel inzake den aankoop van
het perceel grond aan den Rijnzichtweg,
te Oegstgeest, kadastraal bekend Sectie B,
No. 1935. van de N.V. Gemeenschappelijk
Eigendom, te 's-Gravenhage en tot vast
stelling van de desbetreffende begroo-
tingsregelingen. (96)
De heer DE REEDE oordeelt den pr. s
buitengewoon hoog, plm. f. 30.000 per H A.
Bovendien zal de eigenaar de grond moei
lijk in behoorlijke exploitatie kunnen
brengen, waardoor deze prijs ook niet ge
rechtvaardigd wordt.
Wethouder ROMLJN zegt, dat B. en W.
niet enthousiast met dit voorstel komen,
doch voor de gestichten is er een groot
belang bij dit terrein. Het uitbreidings
plan van Oegstgeest zou nadeeligen in
vloed hebben op de gestichts-exploitatie
door een niet passende bebouwing. Bouw
grond is deze grond door dit plan gewor
den en daardoor duurder. Van hooger-
hand is de aankoop ook aangeraden, in
het belang der gestichten.
Om de financieele aangelegenheden
zooveel mogelijk te ondervangen is ge
dacht aan randbebouwing in niet schade
lijken geest door Leiden.
De heer DE REEDE betwist, dat aan
koop in het belang der gestichten is. Er
is reeds veel dichter bij gebouwd. Hij blijft
den prijs te hoog oordeelen.
De WETHOUDER zegt, dat juist de
aanbouw dichtbij reden te meer is om
deze hier tegen te gaan om de gestich
ten zooveel mogelijk te beveiligen.
Het voorstel van B. en W. wordt aange
nomen met 286 stemmen.
Tegen de heeren Coster, De Reede, Lom-
bert. Goslinga, v. d. Reyden, Wilbrink.
Voorstel tot aankoop van verschillende
perceelen en perceels'gedeelten, begrepen
in het onteigeningsplan Lange Bouwe-
louwensteeg-Lange Paradijssteeg. (105)
Conform besloten.
DE KWESTIE-BEKOOY.
14o. Praeadvies op de voorstellen van de
heeren Schuier en Beekenkamp in ver
band met de adressen van VI. K. Bekooij
inzake overdracht aan de gemeente van
een gedeelte voortuin aan den Zijlsingel.
(9.7).
De heer BEEKENKAMP meent, hoewel
met tegenzin, dat hier een administra
tieve fout is gemaakt, hetgeen men niet
wil erkennen om consequenties te voor
komen. Den rechterlijken weg te volgen
zou lang en duur zijn. Z.i. is hier een on
recht begaan en spr. tracht dit nog eens
aan te toonen, al is formeel het recht aan
B. en W. Bij het behartigen der gemeen
tebelangen mag het individu niet worden
uitgeschakeld. Een zekere schadeloosstel
ling is z.i. hier alleszins billijk en spr.
zoekt deze in restitutie van overdrachts
kosten gelijk ook in een ander geval ge
schiedde. Zijn voorstel houdt hij derhalve
overeind.
De heer MANDERS zegt zich steeds te
gen de houding van B. en W. in zulke ge
vallen als deze te hebben gesteld, doch
de raad volgde B. en W. Daarbij heeft hij
zich steeds moeten neerleggen en conse
quent zal hij dat nu ook moeten doen. Nu
een uitzondering te maken gaat z.i. niet
aan.
De heer SCHÜLLER is tegen tusschen-
wegen als de heer Beekenkamp verdedigt.
Er is onrecht of niet. Spr. meent dat de
heer B. èr is ingevlogen door zijn aanne
mer, doch de verordening bestaat nu een
maal en daarom zal hij meegaan met B.
en W., al vraagt hij antwoord op het
jongste adres van B.
Wethouder SPLINTER zegt de kwestie
in de C. v. F. te hebben gebracht, waar
ook de heer Beekenkamp bevredigd
scheen. Hij protesteert er tegen, dat de
heer B. onrecht zou zijn aangedaan, zoo
als hij nog eens kortelings uiteenzet. Er is
altijd gehandeld zooals hier en voor een
uitzondering is geen enkele reden, in te
genstelling met het geval, dat de heer
Beekenkamp aanhaalde.
Het jongste adres van den heer B. is
allereerst een jammerklacht en bevat
verder geen enkel nieuw zakelijk argu
ment. Bovendien, vrijwillig heeft hij ge-
teekend. Spr. ontraadt nogmaals hier te
vergoeden, daar Leiden anders zou komen
voor vèr-gaande consequenties.
Conform wordt dan besloten en de zit
ting om even voor zes geschorst.
AVONDZITTING.
De voorzitter heropent te 7 uur 50 de
vergadering.
Aan de orde is:
EEN BEZUINIGINGSINSPECTEUR.
15o. Voorstel tot beschikbaarstelling van
gelden ten behoeve van het inwinnen van
deskundige voorlichting met betrekking
tot den bezuinigings- en reconstructie-
arbeid. (981
De heer VAN ECK zegt, dat zijn fractie
met dit voorstel niet kan meegaan. Z. i.
wordt hier op een verkeerde manier bezui
niging toegepast. Ook op de schoolkinder
voeding- en kleeding was aanvankelijk
bezuinigd, doch de raad is daarop gedeel
telijk teruggekomen. Sprekers fractie is
niet tegen "bezuiniging in het algemeen,
maar wel, wanneer daardoor het algemeen
belang wordt geschaad. De hoofden van
diensten en in laatste instantie de wet
houders zijn veel beter in staat om te
beoordeelen waarop bezuinigd kan worden
dan een outsider.
De heer VAN WELZEN mist elke toe
lichting op het voorstel van B. en W. Spr.
vraagt zich af waarop het college denkt te
bezuinigen. Uit dien hoofde wil spr. niet
zonder meer meegaan.
De VOORZITTER concludeert, dat de
heer van Eek principieel tegen bezuiniging
is. Een buitenstaander-deskundige kan
veel beter beoordeelen waarop bezuinigd
kan worden dan de directeuren der dien
sten, de wethouders of het college van
B. en W. Het gaat erom om met dezelfde
middelen meer effect te bereiken. De vrees
van den heer Van Eek, dat de inspecteur
alleen zal bezuinigen, omdat hij er zelf
geld aan verdient, deelt spr. niet. Op
welke posten en diensten bezuinigd zal
worden, kan spr. den heer Van Weizen
moeilijk zeggen. Anders zou er geen inspec
teur noodig zijn. In andere genieenten zijn
met een bezuinigingsinspecteur goede
resultaten bereikt.
Wethouder GOSLINGA zegt, dat het
voorstel geboren is uit bittere noodzake
lijkheid. Het is waarlijk geen lust tot be
zuinigen van B .tn W. Weliswaar staat
onze gemeente er in vergelijking tot an
dere steden vrij goed voor. maar per saldo
zijn de middelen ook hier zeer beperkt.
Vele belangen roepen om verzorging en
daarom acht spr. deskundige voorlichting
alleszins gewenscht, vooral waar de daar
aan verbonden kosten niet hoog zijn. De
partij van den heer van Eek kan gemak
kelijk tegenstemmen; zij draagt immers
geen verantwoordelijkheid.
De heer VAN ECK handhaaft zijn stand
punt, dat voorstellen tot bezuiniging die
nen uit te gaan van B. en W. Het is de
schuld van de regeering, dat de gemeente-
financiën telkenmale in de war worden
gestuurd en moet dan ook hier weer aan
het verlangen der regeering worden tege
moet gekorven. Spr. heeft meer vertrouwen
in het inzicht van de directeuren.
Het voorstel van B. en W. wordt aange
nomen met 17 tegen 12 stemmen (tegen
de S. D. A. P. en de heeren Vos en Van
Weizen)
SANEERINGSPLANNEN.
16o. Voorstel inzake de slooping van per
ceelen. begrepen in het saneeringsplan
Bouwelouwensteeg—Paradijssteeg en van
perceelen, begrepen in het Stadshuis
plan. (99)
De heer WILBRINK heeft tegen het
voorstel zelf geen bezwaar, mits reke
ning wordt gehouden met de belangen van
de bewoners van Bouwelouwen- en Para
dijssteeg. Mede namens den heer Bergers
stelt hij voor de perceelen, begrepen in
het Stadhuisplan in dit voorstel niet te
betrekken. De win'-: worden h.i. daar
door sterk br -ie-ld.
De VOORZITTER zegt toe, dat met den
eerst geuiten wensch van den heer Wil
brink rekening zal worden gehouden.
T. a. v. de perceelen rondom de Stad
huis-ruïne zegt spr., dat alleen tot sloo
ping zal worden overgegaan, wanneer de
omstandigheden zulks wenschelijk maken.
Voor ontsiering is spr. niet bevreesd; als
alles tegelijk wordt afgebroken is de
chaos nog veel grooter. Ergo ontraadt hij
het voorstel van de heeren Wilbrink en
Bergers.
De heer SCHÜLLER deelt het standpunt
van de heeren Wilbrink en Bergers.
Het voorstel Wilbrink-Bergers wordt
aangenomen met 24 tegen 5 stemmen.
Tegen de heeren van Eecke, Tepe, Gos
linga, Romijn en Vallentgoed.
Punt 16 wordt z.h.st. aangenomen.
BEZUINIGING ONDERWIJS.
17o. Voorstel:
a. inzake het verleenen van een toelage
aan kweekellngen bij het openbaar
lager onderwijs, die zelfstandig met
het onderwijs aan een klasse zijn be
last en tot beschikbaarstelling van de
daarvoor benoodigde gelden;
b. tot wijziging van de verordening,
regelende het openbaar gewoon
lager- en uitgebreid lager onderwijs
in de gemeente Leiden;
c. tot wijziging van de verordening,
regelende het openbaar vervolgonder
wijs te Leiden;
d. tot wijziging van de toelage van den
Secretaris van de Plaatselijke School
commissie;
e. tot wijziging van de verordening,
regelende het onderwijs aan spraak-
gebrekkige kinderen te Leiden (100)
De heer VOS spreekt zijn waardeering
uit jegens de besturen der bijz. bewaar
scholen, die genoegen namen met f. 11.000
minder subsidie dan waarop zij recht heb
ben. Minder sympathiek staat spr. tegen
over eenige der b.g.n. voorstellen van B.
en W. Spr. behandelt de diverse voorstel
len naar gelang van hun finantieel belang
voor de gemeente. Allereerst de toelage
van den secretaris der Plaatselijke School
commissie; z.i. staan tegenover de geringe
bezoldiging zoovele voordeelen, dat op deze
post gevoegelijk bezuinigd kan worden;
alleen maakt het op het budget weinig
uit. Ook aan het voorstel inzake het
onderwijs aan spraakgebrekkige kinderen
kan spr. zijn stem geven.
Met de bezuiniging op de ambtenaren
bedoeld sub c. is spr. het evenwel niet
eens, daar zij z.i. niet gerechtvaardigd is.
Van afschaffing van het vakonderwijs
wil spr. niet weten, daar het in hooge
mate nuttig is. Gewone onderwijzeressen
hebben niet alleen dezelfde bevoegdheden
als de vakonderwijzeressen, al is de eerste
categorie niet talrijk meer. Spr. juicht het
toe, dat het vakonderwijs in de lichame
lijke opvoeding gehandhaafd blijft, maar
waarom dan wel het vakonderwijs in de
nuttige handwerken afschaffen? Dat is
niet rechtvaardig en ondermijnt daarom
het gezag van de overheid. De voorstellen
aen b. zijn het meest ingrijpend, maar
er zijn dan ook groote bezwaren aan ver
bonden. Men kan ze beschouwen als nood
maatregelen, welke ontsproten zijn pit de
slechte tijdsomstandigheden. Spr. vreest
alleen, dat ze van bljivenden aard zullen
zijn, waardoor een te laag bezoldigd on
derwijzerskorps wordt gekweekt.
Ook de rechtspositie dezer ambtenaren
is niet geregeld, wat toch alleszins wen
schelijk is.
De heer MEYNEN acht afschaffing van
het handwerkonderwijs wel degelijk ge
wettigd, al laad spr. de voorkeur gegeven
aan afschaffing van het gymnastiekonder
wijs. Natuurlijk betreurt spr. dezen maat
regel, maar er moet nu eenmaal bezuinigd
worden. Spr. wil zijn stem t.a.v. het vak
onderwijs laten afhangen van de verde
diging van den wethouder. Met genoegen
heeft spr. kennis genomen van verschil
lende geruststellende verklaringen in het
prae-advies van B. en W. Is sprekers con
clusie juist, dat afschaffing van het vak
onderwijs op de openbare scholen niet
afschaffing van dat onderwijs op de bij
zondere scholen tengevolge heeft? Spr.
vraagt voorts versobering door inkrimping
van het gymnastiekonderwijs én tenslotte
of B. en W. compensatie bieden aan de
onderwijzeressen welke ontslagen worden.
De heer WILMER zegt, dat de bijzon
dere scholen vrij zijn in de keuze van het
vakonderwijs. Dat is niet meer dan billijk,
want de LO.-wet schrijft alleen finan
cieele gelijkstelling voor en geen gelijk
vormigheid van onderwijs. De bezuiniging
op de boventallige onderwijzers is op zich
zelf niet gewenscht, doch het is noodza
kelijk. In de gegeven omstandigheden is
de vorm, welke B. en W gekozen hebben
zJ. de beste, al mag zij niet van blijvenden
aard zijn.
De heer VAN WELZEN vreest, dat dit
laatste wel het geval zal zijn. temeer waar
B. en W. zelf nog drastischer maatregelen
aankondigen om in volgende jaren de be
grooting sluitend te maken. Spr. ziet in
dit voorstel een aanloopje om het aan
vangssalaris van onderwijzers op f. 600.
te stellen en dat zou niet in het belang
van het onderwijs zijn.
De heer MANDERS noemt dit voorstel
fataal. Inplaats van verruiming der ar
beidsgelegenheid wordt hier gestreefd naar
inkrimping. Dat vakonderwijzeressen in de
nuttige handwerken minder paedagogische
en didactische bekwaamheden zouden be
zitten dan gewone onderwijzeressen ont
kent spr. Bezuiniging op de onderwijs
krachten voor spraakgebrekkige kinderen
acht spr- eveneens onjuist en onbillijk.
De heer GR OENEVELD sluit zich in
hoofdzaak aan bij den heer Vos. Inkrim
ping van het instituut der boventallige
leerkrachten door ontslag aan personen
boven 60 jaar heeft zijn instemming, doch
niet de aanstelling van kweekelingen op
zoo volkomen uitzichtlooze perspectieven.
Spr. stelt voor de vergoeding te bepalen
op f. 800.'s jaars en f. 100.— toelage
voor bezit van de hoofdakte
Het voorstel om het handwerkonderwijs
door vakonderwijzeressen af te schaffen,
heeft zijn bewondering niet. doch gelet
op de daarmede bereikte belangrijke be
zuiniging wil hij zich daartegen niet ver
zetten.
Vermindering der salarissen voor de
leerkrachten bij het vervolgonderwijs acht
spr. niet gemotiveerd. Met de overige voor
stellen gaat spr. accoord.
De heer ELKERBOUT is eveneens van
oordeel, dat een vergoeding van f. 600
te laag is en vraagt regeling der rechts
positie voor deze jongelui.
Wethouder TEPE zal de opmerkingen
kort beantwoorden, omdat zij de voorstel
len van B. en W. niet ernstig In gevaar
brengen. De raad heeft zelf het college op
gedragen op onderwijsgebied f. 30.000.— te
bezuinigen. Het is onjuist om te veronder
stellen, dat de kweekelingen een volledige
onderwijstaak moeten vervullen.
Wanneer de finantleele toestand niet
langer toestaat boventallige leerkrachten
te handhaven kan men ze ontslaan door
den klassedeeler te verhoogen, doch dat
is niet het belang van het onderwijs. De
positie van de kweekelingen wordt door
dit voorstel juist verbeterd; anders is de
vergoeding veel lager en bovendien kan
hun plaats als volwaardige leerkracht van
groot belang zijn voor hun verdere ont
wikkeling. De voorstellen van B. en W. zijn
noodig om de verelschte f 30.000.te be
zuinigen en het onderwijs wordt er niet
door verslechterd.
Het ligt niet in de bedoeling om de po
sitie der kweekelingen te regelen in het
Ambtenarenreglement, omdat zij in den
eigenlijken zin geen ambtenaar zijn. Spr.
geeft echter de verzekering, dat hun po
sitie zooveel mogelijk zal worden geregeld
in analogie met de L.O.-wet. T.a.v. de af
schaffing van het vakonderwijs in de nut
tige handwerken betoogt spr. zulks in
antwoord op de vraag van den heer Mey-
nen dat de bijzondere scholen wel de
gelijk recht kunnen doen gelden op ver
goeding voor vakonderwijs en vrij zijn in
de keuze van dat onderwijs. Den heer Vos
antwoordt spr., dat onder de 59 onderwijs
krachten met akte handwerken zeker wel
3, 4 of 5 gevonden zullen worden om aan
de openbare scholen de taak van de vak
onderwijzeressen over te nemen.
Van inkrimping van het gymnastiek
onderwijs kan moeilijk iets komen, omdat
hiervoor slechts een beperkt aantal leer
krachten beschikbaar is. Het college zal
overwegen op welke wijze compensatie voor
vakonderwijzeressen kan worden gevonden.
Vervolgonderwijs is niet verplicht, doch
B. en W. hebben geen termen aanwezig
geacht om tot algeheele afschaffing over
te gaan. Een bezuiniging is echter in deze
omstandigheden alleszins gemotiveerd
evenals t.a.v. het onderwijs aan spraak
gebrekkige kinderen. Voor deze leerkrach
ten wordt trouwens ook de werkkring
beperkt.
Wethouder GOSLINGA merkt op, dat de
bijzondere bewaarscholen vrijwillig afstand
hebben gedaan van een subsidie van
f. 11.000. Het gaat nu z.i. niet aan om de
aldus verkregen bezuiniging weer te annu-
leeren door aanneming van het voorstel-
Groeneveld. Dat zou voor de besturen der
bijz. scholen een reden zijn om hun aan
bod in te trekken.
Voorts vraagt spr. of de gunstige rege
ling voor de ontslagen vakonderwijzeressen
bij het openbaar onderwijs ook geldt voor
het bijzonder onderwijs.
Wethouder TEPE antwoordt bevestigend.
De heer VOS repliceert kortelijks en
ondersteunt het voorstel van den heer
Groeneveld.
De heer DE REEDE ziet geen bevoor
deeling van het bijzonder boven het open
baar onderwijs door de vrijheid van de
keuze in het vakonderwijs. Spr. consta
teert, dat B. en W. met zachte hand be
zuinigen en hoewel de meerderheid in
het college rechts is, met voorstellen
komen, welke meer in het belang zijn van
de openbare dan van de bijzondere scho
len. Als het college de Rijkswet wilde toe
passen, zou het openbaar onderwijs in
veel ernstiger mate worden gedupeerd.
De heer GROENEVELD vindt de argu
mentatie van den heer Goslinga wat
vreemd. Deze introduceert den voorzitter
der bijzondere scholen als 36ste raadslid.
Zijn voorstel kost voor 1934 trouwens geen
f.11 000, maar slechts f.3000. Iedere kwee-
kellng van f. 800 levert bovendien een be
zuiniging op, voordat daardoor een boven
tallige leerkracht kan worden ontslagen.
Na eenige opmerkingen van wethouder
TEPE wordt tot stemming overgegaan.
Het amendement van den heer Groene
veld wordt verworpen met 20 tegen 14
stemmen (voor de S.D.A.P.-en de heeren
Vos. van Weizen en Manders)
De voorstellen van B. en W. worden aan
genomen.
Art. I der verordening sub c met 19
tegen 15 stemmen (tegen de S.D.A.P. en de
heeren Vos. van Weizen Wilmer en Man
ders de overige voorstellen z.h.st. De
heer VOS verzocht aanteekening, dat hij
tegen afschaffing van het vakonderwijs
door vakonderwijzeressen had gestemd.
De overige punten der agenda worden
aangehouden.
De heer KOOISTRA vraagt bij de
rondvraag om personen, die belast zijn met
het toezicht op de plantsoenen, te machti
gen bij vernieling e.d. proces-verbaal op
te maken.
De VOORZITTER zegt overweging toe.
De heer COSTER maakt aanmerking op
de plaats van de openbare telefooncel op
de Hoogewoerdsbrug. welke hinderlijk is
voor het verkeer.
Hierna te halfelf volgt sluiting der ver
gadering.
RECLAME.
1126
verdwijnen
snel en zeker
door
TAB L El
Uitsluitend verkrijgbaar in de oronje-bondbuitjei y0»
20 tabl. 70 ets. en oranjezakje» van 2 tabl. 6 10 et
DE TELLING VAN HET PLUIMVEE.
Tot de landbouw-lnventarlsatle. welke In
het tijdvak van 14 Mel tot 1 Juni door tel
ling wordt vastgesteld, behoort ook het
Pluimvee. Was deze telling tot dusver al
leen van statistisch belang, thans is dit
anders geworden, daar de broedtermiln
reeds dit jaar en ongetwijfeld ook ln den
naaste toekomst, eenerzijds wordt be
paald door de broedmachine-capaciteit en
anderzijds door de grootte van onzen
pluimveestapel, waarvan namelijk jaarlijks
een deel door jonge dieren vervangen moei
worden. Het ls derhalve zaak de grootte
van onzen pluimveestapel zoo nauwkeurig
mogelijk te kennen.
Aangezien dit niet bereikt zal kunnen
worden, wanneer de telling in het hier
voren genoemde tijdvak plaats vindt, heelt
de „Vereeniging van Broederijen en
Pluimveefokbedrljven ln Nederland" (VB,!
N zich ln deze met een schrijven tot den
Minister van Economische Zaken gewend
waarin wordt uiteengezet, dat men v
de vaststelling van dat gedeelte van de
pluimveestapel, hetwelk in 1935 door jorr
dieren vervangen moet worden, in h
voorjaar dan opnieuw heeft te gissen:
het aantal hennen, dat uit de voorj-
1934 getelde kuikens ls opgegroeid; b.
aantal hennen, dat opgroeide uit de
het tellingstijdvak onder de kloeken g
broed zijnde kuikens, welk aantal e
enormen omvang schijnt aan te nemen;
het aantal na de telling opgeruimde o
hennen, welke jaarlijksche opruimingu
den loop van den zomer en herfst nog m
plaats vinden.
Aangezien elk dezer drie punten op zit
zelf reeds aanleiding tot zeer groote ra
gissingen kunnen geven terwijl daa
dan de voor zeer breede kringen zoo
langrijke sluitingsdatum van het broedsel
zoen 1935 gebaseerd zal moeten worde
verzocht genoemde vereeniging den Min'
ter van Economische Zaken, de telling
het Pluimvee niet in het tijdvak van II
tot 1 Juni te doen plaats vinden en«
zoover dit niet meer verschoven zou
nen worden, deze telling te doen hsr!
in den loop van den aanstaanden lei
en wel op een tijdstip, dat de dit jtzi?
te ruimen hennen als reeds van de V
drijven verwijderd beschouwd kur
worden, opdat het onzekere element r
een niet voldoend nauwkeurig bekt"
grootte van onze pluimveestapel uit de
cijferingen omtrent het aantal in 1
broedseizoen 1935 in te leggen broedeit
zal zijn verdwenen.
o
DE TUINBOUW ONDERLINGE
JUBILEERT.
GEBOREN
Geert, z. van A. Henzen en A. J. Seijdell
Helena, d. van J. Mulder en E. Middel
ham Nelly, d. van A. Visser en A. Chr.
v d. Boon Arie, z. van D. de Jong en
M. Hoek Abelina, d. van P. Hamelink
en A. Bergshoeff Cornelia Alida Elisa
beth, d. van J. J. Lammers en A. J. Aart
man Pieter, z. van W. Huigen en J.
v d. Stelt Catharina Maria, d. van P.
G. Loos en F. Kattenberg Dirk Jan, z.
van C. de Regt en L. Vogelaar Geer-
truida Jacoba, d. van J. Hoogervorst en
S. Duivenvoorden Willem, z. van D. G.
Sanders en B. Roelofsen Annigje Aaltje
Sjouke, d. van J. R. Posthumus en A.
Prins Joanna Cornelia Petronella Maria,
d. van B. J. M. Spronk en C. P. C, Verheul
Johannes Egbertus Maria, z. van J. E.
la Rivière en M. E, Haan Hilda Martha,
d. van W. Freen en M. Gerritsen.
Vele hartelijke gelukwenschen.
Gisteren heeft de Tuinbouw Onder
aangesloten bij de Coop. Ver. Cen
Beheer, te Amsterdam, een buitengew
vergadering gehouden ter gelegenheid r
haar 25-jarig bestaan. De vergade
werd geopend door jhr. J. O. de Jong
Beek en Donk, die in de eerste plaats
talrijke aanwezigen welkom heette en vt
i volgens verklaarde dat het met het
I op de tijden, niet juist zou zijn het 25-j"
bestaan op zeer grootsche wijze te viere,
doch de algemeene vergadering met
herdenking op sobere wijze te com
neeren.
Besloten werd een telegram van hulde
zenden aan de Koningin.
Bij acclamatie werden de heeren
Blaauw en B. Ruys als bestuursleden en
heeren C. H. B. Alsche en W. Bolhuis
plaatsvervangende bestuursleden hert
zen, terwijl in verschillende commls
eveneens de vroegere leden werden n
benoemd.
Na de rondvraag nam dr. F. Postnu
directeur-president, het woord en spr
de herdenkingsrede uit.
De Tuinbouw Onderlinge ls. aldus
in verlerlei opzicht een pionier ge*
voor de vrijwillige verzekering. Spr. b
dank aan hen. "die in den loop der ja-
hun energie hebben gegeven, om de r»
bouw Onderlinge te maken tot wat ze
Al hebben tijdelijke economische moeiii)
heden den bloei van de vereeniging
staan gebracht, het werk zal in de
mende 25 jaren met dezelfde energie
den voortgezet.
De heer De Jong v. Beek en Donk dan
dr. Posthuma en overhandigde den n
B. Ruys, die sinds 1909 een bestuurslum
vervulde, een oorkonde en een go"
medaille.
Vervolgens overhandigde de nem
Jong van Beek en Donk 34 bestuurden
plaatselijke ongevallencommissies deze"
oorkonde en een zilveren medaille.
slotte werden den heer dr. Posthuma
schilderijen uit de school van Bruegnei
een aparte oorkonde als blijvende o
innering aan dezen dag aangeboden.
GEHUWD.
H. J. Dingjan, jm., en C. E. M. G. A. v. d.
Meel, jd.
o
OVERLEDEN.
B. H. Jansen, z., 10 jaar A. Hollen,
ongeh. vrouw, 54 jaar L. G. v. d. Meer,
z„ 3 jaar M. RiebeekBroomans., wede,
74 jaar J. v. Schouwenburg-Jorlssen,
yrouw, 55 jaar.
TEELTBEPERKING VAN TUINBOUW'
GEWASSEN EN TEELT VAN
TUINBOUVVZADEN.
Nadere bepalingen.
Naar wij vernemen is voor het telen
tuinbouwzaden het volgende bepaal'a_ n
telen van groenten voor zaad kan op
beperken oppervlakte van een tuinoo
bedrijf en op land, waarop het telen
groenten verboden ls, niet worden u*.
staan, maar valt onder de tuinbouw1"
beperking, daar de uiteindelijke bes
ming nooit kan worden vastgesteld.
Het vrij telen van groenten voor1
bouwzaden zou een zeer ongewer
bron van knoeierijen zijn. a
De teelt van tuinbouwgewassen voor t
kan alleen worden toegestaan. iA®®!
worden overgelegd een contract
bonafide zaadhandelaar, waaruit
eindelljke bestemming ais zaadtce»
staat.