Poppententoonstelling - Bezoek van Belgische schoolmeisjes
VEILIGE HAVENS
75"' Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad
FEUILLETON.
door BASIL KING.
(Uit het Engelsch).
96)
Hij volgde den butler door de vestibule
°aar een deur ter rechter zijde. Maar heel
joorzichtig opende zich aan den linker
at een deur. waaruit een kleine gestalte
te voorschijn trad.
»Dus, u bent toch gekomen! Dat dacht
js wel. ik wist wel dat ik niet zou worden
«graven, alvorens u terug te zien in het
™is, waaruit u drie-en-twintig jaren ge
wen in uw kinderwagen naar buiten werd
leoragen. Ik heb het Dadd altijd wel ge-
zeSd, ontelbare malen, net waar Dadd?"
„Dat hebt u zeer zeker gedaan, juffrouw
"ash," bevestigde Dadd, „en niemand van
fh heeft u geloofd."
„Dadd was toen tweede huisknecht,"
«8de juffrouw Nash nader uit. „Hij was
f™ van de twee, die u dien morgen naar
«Men droeg. Nu is hij butler, maar ge-
«Md heeft hij me nooit."
'oen verdween zij weer. Dadd opende
deur, die toegang gaf tot een ruime,
JJJP'Se kamer, waar vóór het rond uit-
Phngende venster een massa bloemen
stonden.
Et was hier niemand, wat in zoover een
opluchting was, omdat hij zichzelf nu kon
"«ster worden. Behalve in musea, of in
sea of ander kasteel, dat hij in Frankrijk
had bezocht, was hij nog nooit in zoo'n
deftige kamer geweest, waar zooveel kost
bare. prachtige dingen stonden. Trots zijn
gebrek aan ondervinding, voelde hij bij
intuïtie dat al die mooie voorwerpen ook
kostbaar waren.
Tegen den muur tegenover het venster
was een blauw-grijze wandbespanning
aangebracht, waarin, dicht opeen, lang
gerekte gestalten met droevige oogen wa
ren geweven, alles omgeven door een inge-
wikkelden rand van bloemen, bladeren en
vruchten. Op een wit marmeren schoor
steenmantel, versierd met drie groepen
dansende, guirlandes dragende Cupido's
in bas-relief, stond een pendule en een
paar kandelabers van biscuit de Sèvres
met verguld brons. Hierboven hing het ten
voeten uit geschilderde portret van een
dame uit de achttiende eeuw van Rey-
-iiolds, Romney of Gainsborough hij
raadde er maar naar die vol gratie
neerzag naar de kast met verschillende
soorten Europeesch porselein, een kastje
met miniaturen, en een ander met antieke
waaiers. Hier en daar zag men een bron
zen beeld en twee of drie geëmailleerde
borden van Limoge-porselein van een in
tense kleur. Aangezien er voor alles ruim
schoots plaats was, hinderde het niet dat
er zooveel stond, te minder omdat al die
dingen smaakvol waren neergezet. Een
werkmandje met naaigerei en breiwerk
stond op een tafel, waarop tal van de
nieuwste geschriften en boeken lagen.
Hij werd zenuwachtig van het lange
wachten, maar toen trad Lily binnen, op
een wijze, alsof het bij toeval gebeurde.
Slenterend kwam zij naar hem toe en stak
hem met een langzame, slangachtige be
weging van haar arm, onverschillig haar
hand toe.
„Hoe maak je het? Moeder is laat. Ik
weet niet eens of ze al of niet thuis is.
Misschien vergeet ze het. Doet ze dik
wijls." Ze nam een zilveren sigarettendoos
van een tafeltje. „Een opsteken?"
Toen Tom bedankte, stak ze er zelf een
op en liet zich in een ruimen stoel met
rechte leuning vallen, waarna zij haar
beenen over elkaar sloeg.
Hoewel zij hem niet verzocht had te
gaan zitten, nam hij toch maar een stoel,
en wachtte tot zij weer wat zou zeggen.
Toen dit, na eenige kringetjes van rook te
hebben uitgeblazen, eindelijk gebeurde,
deed ze 't met een loome, eentonige stem,
die echter een ondertoon had van drift en
eigenzinnigheid.
„Je bent in den oorlog geweest, niet
waar?"
Hij antwoordde bevestigend.
„Beviel het je?"
„Ik heb nooit den tijd gehad daarover
na te denken. Ik moest volhouden."
„Heb je Tad daarginds ooit ontmoet?"
„Neen, nooit."
Daar zij op lakonieken toon sprak, deed
hij het ook. Zij keek hem niet aan en
toonde geen belangstelling voor zijn per
soon. Indien ze in hem den broeder zag,
die na een langdurige verdwijning weer
in het ouderlijk huis was teruggekeerd,
dan verraadde zij door niets, dat die mo
gelijkheid bestond. Hij had net zoo goed
de een of andere vreemde kunnen zijn,
dien zij nooit meer zou weerzien. Dat er
groote hiaten in hun gesprek ontstonden,
kon haar niets schelen. Zij zat maar, en
rookte maar.
Toen besloot hij zelf maar eens iets te
vragen.
„Je bent, sinds ik je de laatste maal
zag, getrouwd, nietwaar?"
„Ja." Zij nam hem blijkbaar niet kwa
lijk, dat hij dit vroeg, en na een paar mi
nuten, die lang duurden, voegde zij er
aan toe: „en gescheiden."
Weer een tijd van zwijgen, voordat zij
met haar toonlooze stem vervolgde: „Ik
heb ook een kina."
„Houd je er van?"
Een zweem van een glimlach kwam
over haar knappe, minachtende gezicht
met de zware wenkbrauwen, ,,'t Is een
leelijk monstertje tot dusver." Zij had
een manier haar zinnen op een lang-
gerekten toon uit te spreken, alsof het
achternakomende gedachten waren. „Ge
zond is hij wel."
Toen volgde er zoo'n lange en diepe
stilte, dat men het tikken van de pen
dule kon hooren. Hij had zich voorgeno
men even onverschillig te doen als zij.
Zij scheen niet te denken, bewoog zich
nauwelijks. Haar bewegingloosheid ver
oorzaakte hetzelfde broeierige gevoel, dat
men heeft tijdens de stilte, die vooraf
gaat aan een vulkanische uitbarsting of
een aardbeving. Zonder haar hoofd te
verdraaien of haar loome stem te ver
anderen, zei ze terloops: „Je bent onze
verloren broer, nietwaar?"
Hij stikte bijna van aandoening, die
haar volkomen vreemd was, en het kostte
hem moeite de woorden uit te brengen:
„Zou het je wat kunnen schelen, als dat
zoo was?"
„Wat doet het er toe, of het mij sche
len kan of niet, als vader maar tevre
den is."
„Toch zou ik zoo denken, dat het Je op
de een of andere manier heelemaal on
verschillig laat."
Ze ging op deze uitdaging niet in. Niet
dat ze toonde vijandig te zijn; daarvan
was hij zeker. Zij maakte meer den in
druk op hem van iemand, die uitgeput
is door vreeselijke hartstochtelijke scènes,
eigenzinnigheid en desillusie. Na wat rust
zou ze weer klaar staan voor nieuwe
dergelijke scènes, met hem misschien als
de persoon, die de gevolgen zou moeten
dragen.
Mevrouw Whitelaw kwam met dien
zelfden vluggen stap en diezelfde adem-
looze, gesyncopeerde manier van spreken,
die hij zich nog herinnerde, binnen.
„Spijt me vreeselijk dat ik zoo laat ben.
Ik heb een grooten tocht gemaakt. Had
er geen flauw idee van hoe laat het was.
Je zult wel eetlust hebben gekregen."
Zü gaf hem een hand, zonder hem aan
te kijken. De zinnen, die zij had gespro
ken, waren blijkbaar bedoeld als middel
om over de moeilijkheid van de ontmoe
ting heen te komen.
„Dus dit is mijn moeder!" was zijn
eenige gedachte.
Door zijn poging dit te realiseeren,
week zijn onrust en zijn verlegenheid. Hij
kon zich slechts afvragen of hij ooit in
staat zou zijn te gelooven aan hetgeen hij
niet geloofde. Hij herhaalde bij zich zelf
wat hij al aan Hildred had geschreven:
dat hij wel kon gelooven dat de man zijn
vader was, maar dat hij als een onmo
gelijkheid verwierp, dat deze vrouw zijn
m,oed£r zou s&n, (Wordt vervolgd).
BEZOEK VAN BELGISCHE SCHOOLMEISJES AAN ONS LAND. 600 Belgische meisjes
brachten gisteren een bezoek aan de residentie en aan Scheveningen. Tientallen fototoestellen
werden te Scheveningen op de Pier gericht.
Dp milnrnmtï fp Rnoomopn DE AVONTURIER TREBITSCH LINCOLN - die
mijnramp te LJÜgg g met een aantal leerlingen van Canada op weg was
Zes en tachtig mijnwerkers zijn te Buggingen in een brandende kali-mijn omge- naar Zwitserland, waar hij een Boeddhistenklooster
komen. Buiten wachten familieleden der mijnwerkers op nieuws. wil stichten, is te Liverpool gearresteerd.
DE „ENDEAVOUR" het jacht, waarmee Engeland zal trachten^ de
America Cup van Amerika te winnen.
De opening der poppententoonstelling in de residentie.
Links: Prinses Juliana woonde den openingsavond bij. Rechts: aan minister Deckers worden door een jongedame in middeleeuwsch
costuum ververschingen aangeboden.