Wr S. M. autobus te water gereden - Bezoek Szöke Szakall VEILIGE HAVENS FEUILLETON. Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad door BASIL KING. .(Uit bet FIngelsch). B3) Evenals vroeger gaf hij Tom een stevige terwijl zijn linkerhand op diens ftouders rustte, en evenals toen, keek hij »«n onderzoekend aan, en gaf hem daar- weer zoo'n duwtje, alsof hij moe was Ta® t kijken. »0a zitten." Tom nam plaats in den leuningstoel, we het dichtst bij hem stond; de bankier ~™o* den zijnen zoo dicht mogelijk bij «en van Tom. Jk moet u wel mijn excuses maken, «ijnheer Whitelaw, dat ik verzocht heb u 14 «ogen spreken gemaal niet noodig, mijn beste jon- zou het onaangenaam hebben ge- ,®den als je het niet had gedaan. Ik heb las ÏT^Cht vanaf het oogenblik, dat ik IJL Ie aan wal was gestapt. Waarom i«Ki eerst naai Boston gegaan, voordat k hier kwam? 1-rh l?8 een bekentenis in Tom's glim- n moest daar iemand spreken. .Betrof het Hildred Ansley?" v? -e» een kleur en antwoordde niet. O een, je hoeft me niets te vertellen; toaV^.ntet mijn bedoeling je verlegen te De Ansley's zijn heel goede vrien- *an me; ken ze al tong. Zonder hen zouden jij en ik elkaar misschien nooit hebben ontmoet. En nu moet je me eens het een en ander van je zelf vertellen. Het zal bijna twee maanden geleden zijn geweest, dat ik het laatst iets van je hoorde." Tom deelde hem het een en ander mee, dat hem wel zou interesseeren, dingen, die hij in zijn brieven niet had vermeld. Hij moest zich eenig geweld aandoen om te informeeren naar mevrouw Whitelaw en „de overige leden van het gezin," door welke uitdrukking hij het gebruik van namen vermeed. De bankier sprak meer vrij-uit dan in zijn brieven. Het was alsof hij met iemand sprak, aan wien hij zijn hart kon bloot leggen, en niet als met een „outsider." Mevrouw Whitelaw voelde zich sterker, en was kalmer, ging niet meer zoo gebukt onder de vreeselijke angsten, die haar zoo lang hadden gedrukt- Tad deed wat hij kon, maar dat was voor iemand met zijn genoegens, en die zijn rechter arm miste, toch niet veel. Hij kon wat paardrijden met de teugels in zijn linkerhand, maar autorijden, jagen, polo-spelen en schrij ven, dat ging niet. Hij kon zich nauwelijks zelf aankleeden, en het eten op zijn bord moest eerst door iemand anders worden gesneden en klein gemaakt. Mettertijd zou hij zich zelf misschien beter weten te red den, maar voor het oogenblik kon hij nog niet veel doen. Lily had den boel heele- maal in de war gestuurd. Het was nog erger dan hij Tom in zijn brieven had medegedeeld. Zij was er met een niets- waardigen man vandoor gegaan, een vent, dien haar vader haar verboden had mee om te gaan, en wien het alleen om haar geld te doen was. Het was een treurige ge- 1 schiedenls, die haar heelemaal van de wijs had gebraoht. Liever sprak hij er niet over; Tom zou het later zelf wel merken. Toen kwam hij terug op Tom's eigen be langen. „Je hebt me geschreven voor een betrekking." „Ja, mijnheer Whitelaw. Maar ik ben bang dat ik u daardoor moeite geef." „Volstrekt niet. Ik heb een betrekking voor je." Tom trachtte iets te zeggen, maar de andere vervolgde onmiddellijk: „Ik hoop, dat je die zult aannemen, want ik heb ze voor je opengehouden, sinds ik je den laatsten keer sprak." Tom zette groote oogen op. „Dus al drie jaren lang?" „O, er was geen haast bij, dus makkelijk genoeg ze open te houden. Ik zou graag hebben, dat je een van de assistenten werd van mijn particulier-secretaris. Dan werk Je onder mijn onmiddellijk toezicht, wat ik gaarne wou, dat je minstens een jaar deed. Daar leer je hoe bij tal van zaken de vork in den steel zit; wat je niet begrijpt- kan ik je uitleggen. Later, wan neer je van het bankwezen een meer wetenschappelijke studie wenscht te ma ken, kan ik je de noodige leiding geven." Tom was sprakeloos. Daar lag zijn toe komst voor hem! Hildred! geluk! eer! een ruim bestaan! de verovering van de wereld! Dat kon hij allemaal heb ben door nu maar stil te blijven zitten, geen woord te zeggen, door als vanzelf sprekend de trouw aan zijn verleden op te zeggen, door passief te blijven onder deze goedwilligheid. Hij zou wel gek zijn, zei hij tot zich zelf, als hij niet toegaf. Iedereen, die zijn verstand bij elkaar had, zou daar zoo overoordeelen. De vader van den Baby van Whitelaw geloofde zijn kind te heb ben teruggevonden. Waarom hem niet in dat geloof laten? Hoe wist hij, Tom Whi telaw, dat hij niet zijn kind was? De vrouw, die hem had gezegd, dat hij dat nooit moest denken, was dood en lag in haar graf. Goed beschouwd, was hij haar eigenlijk niets anders verschuldigd dan slechts dingen te hebben leeren doen. Hij zou van haar afstand doen. Hij zou aan nemen, in stilte althans en niet met even veel woorden, dat zij hem had gestolen. Hij zou den bankier dankbaar zijn en profiteeren van zijn vergissing. Toen begon hij te spreken. „Ik weet bijna niet, mijnheer Whitelaw, hoe ik u moet dank zeggen voor zooveel welwil lendheid. Ik hoop alleen maar Hij trachtte woorden te vinden om zijn vaste voornemen uit te drukken, om zich het in hem betoonde vertrouwen waardig te too- nen, maar merkte, dat hij heel wat anders zei ,.Ik hoop alleen maar, dat u dit alles niet voor me doet, omdat u denkt dat ik dat lk uw zoon ben." Zich naar hem toe buigend, legde de bankier zijn hand op Tom's knie. „Als we dat voor het oogenblik eens lieten rusten en als we eens voortgingen. Natuurlijk en dat is me al genoeg. Je redenen begrijp ik ook: het maakt de zaak voor je ouders gemakkelijker, en het is ln het belang van onze toekoaist. In zooverre is de zaak dus in orde. Voorts wensch ik me te schikken naar hetgeen zij, die eenige belangstelling voor me toonen, van me verwachten. Ik wil niet den schijn op me laden een dwaas te zijn. en dat zou ik doen als ik zoo'n aanbod af wees. Niemand anders dan ik zelf zou mijn gevoelsredenen begrijpen, en wat deze be treft, is er zoowel een pro als een contra aan de heele kwestie verbonden. Indien het bepaald noodzakelijk voor me is een vader te hebben, is er niemand, die ik zoo gemakkelijk als zoodanig zou kunnen aanvaarden als mijnheer White law. 't Is me al net of hij mijn vader is, en of hij me als mijn zoon beschouwt. Meer nog: het ziet er uit alsof hij mijn va der is, en ik schijn tot het soort te behoo- ren, waaruit hij zich van nature een zoon zou wenschen. Ik ben er zeker van dat hij van me houdt; ik houd ook van hem. Als ik een vader moest uitkiezen, zou hij de man zijn, die ik onder alle gegadigden er uit zou pikken. Ook je zult wel verwonderd zijn het me te hooren zeggen zou ik het met Tad als broer best kunnen vinden. Dat hij; het met mij nooit heeft kunnen vinden, heeft hiermee niets te maken. Er gaat iets van den jongen uit, dat me vanaf het eerste oogenblik ,dat ik hem zag, heeft bekoord. Niet dat ik bepaald van hem heb gehouden, ik heb alleen maar een soort verantwoordelijkheidsgevoel voor hem ge had. Ik heb geprobeerd net te doen of dat gevoel niet bestond, er om te lachen en het weg te redeneeren. maar het was iets, dat bleef bestaan. Indien er zoo iets be staat als een instinctmatige aantrekkings kracht tusschen hen, die van één vleesch en bloed zijn. dan zou ik zeggen, dat het althans mijnerzijds dit geweest is. Ik twijfel er niet aan, dat wanneer we in de zelfde menagerie terecht zouden komen, er een zelfde soort vriendschap tusschen ons zou ontstaan als tusschen een leeuw en een tijger maar toch een soort vriend schap. .(Wordt vervolgd). r'. - B BEKENDE HONGA.AE.SCHE FILMKOMIEK SZöKE SZAKALL bij aankomst h fcaai het Oentraal Statïop ps Amsterdam. Hechts ZÏJn echtgenoot©. DE ,vZWAARiSTE DAMES" 'die zullen optreden op Het Voor jaarsfeest in 'den Haag-i schen Dierentuin, vragen aan ©en Haagschen agent den weg naar den Dierentuin. De grootste 'dezer beide 'dames is 2,34 meter lang. DOLLFUS'S op een feest der .WeenscKe studentenvereeniging ^Danubia*0, met 'de studenten-i pet en, oen „eere-band". EEN AANTAL CADETTEN VAN DE JAPANSCHE MARINE legde, na hun aankomst te Parijs, een krans neer bij het graf van 'den Onbekenden Soldaat. Autobus te water gereden. Een autobus van de Westlandsche Stoomtram Maatschappij js op den Nieuwen Weg te Poeldijk in de naast den weg gelegen vaart gereden. De 25 inzittenden werden gered. Enkel© waren licht gewond. HLT 71e CONGRES VAN DE SCHIPPERSVEREENIGING „SCHUTTEVAER". De deelnemers GENERALE REPETITIE VAN maakten een puntertooht door Giethoorn. Een boot met koeien passeert de booten met deelnemers. ,N. V. DE LITERATUUR" door het Leidsche Studenten Tooneel in den Schouwburg alhier.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 5