Humor uit het Buitenland. lEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Zaterdag 5 Mei 1934 FINANCIEEL OVERZICHT. SCHEEPSTIJDINGEN. „Lieve, ik weet dat Je er altijd op staat, dat ik hèt Juiste costuum voor de gelegenheid draag. Je stond er ook op, dat ik met Je mee zou gaan naar het concert en op concerten val ik altijd in slaap." (Humorist),. .Ja, het ls verbazend Jammer, dat mijn vrouw de boot gemist heeft voor deze plezierreis, maar ik veronderstel, dat ik er nu maar het beste van zal moeten zien te maken." (London Opinion) Mevrouw„Heb Je den tutnïnan geholpen, zooals ik Je gezegd had?" Chauffeur „Ja zeker, mevrouw. Ik heb een wagen- lading onkruid weg gereden em hem zoo pas een wagen lading mest gebracht." (Humorist), „U zei ommers dat uwe niet zoo'n duur verwend schoothondje wou hcbbe, dame. Nou, dan heb ik hier wat voor Uwes. Dit beessie is zuinig in de kost, hij leeft om zoo te zegge alleen van inbrekers." (Humorist) Messenwerper, bij artistenverhuurbureau: „Ik wou een meisje hebben van dat formaat." (Humorist). .Als we trouwen, zul JU Je baantje moeten opgeven." „Maar lieve man. Je schijnt niet te weten dat we in de twintigste eeuw leven „Jawel, maar ik ken ook den man bij wie Je werkt." (London Opinion). De Duitsche transferbesprekingen: tegen strijdige belangen van de crediteuren Naar een clearing tusschen Duitschland en Nederland? Twijfel aan de gegevens over de deviezenpositie Regeling van den rubberprijs door productiebeperking en uitvoerheffing Sterke koersstijging van rubberaandeelen. Men heeft in de afgeloopen week ter beurze voor weinig meer belangstelling ge had dan voor twee onderwerpen, die beide in een acuut stadium zijn gekomen, maar wel een zeer verschillend gebied bestrijken: de quastie der Duitsche schulden en de rubberrestrictie. De wijze, waarop voor het eerstgenoemde vraagstuk een oplossing zal worden gevonden, als het hiertoe ten minste bij de thans loopende besprekingen komt. zal van grooten, zoo niet over wegenden invloed kunnen worden op de economische en financiëele ontwikkeling in de geheele wereld. Het tweede, hierboven genoemde punt, is niet van zulk een vér strekkende beteekenis, al zal een bevredi gende werking van het door de regèerin- gen der rubberproduceerende landen aan vaarde plan tot regeling van de productie van dit belangrijke artikel ook buiten den betrekkelijk beperkten kring van direct be langhebbenden haar invloed doen gevoelen. Het vraagstuk der Duitsche schulden ontleent zijn beteekenis niet alleen aan de geweldige bedragen die hiermede gemoeid zijn maar vooral ook aan het feit dat de schuiden zijn aangegaan in zoovele ver schillende landen welker belangen met be trekking tot de wijze waarop een oplossing voor het bestaande moeilijkheden kan wor den gevonden geenszins parallel loopen. Het voornaamste argument, dat van Duit sche zijde voor het niet overmaken der verschuldigde bedragen naar voren ge bracht wordt, wordt ontleend aan de on gunstige positie van de Duitsche handels balans tegenover het buitenland in zijn geheel. Aan „het buitenland" wordt ver weten. dat dit Duitschland niet in staat stelt, zijn export zoodanig op te voeren, dat een voldoende groot overschot aan buitenlandsche betaalmiddelen kan worden gekweekt, om hieruit zijn schulden aan het buitenland te betalen. Inderdaad zijn er landen, die zelf aan zienlijke hoeveelheden grondstoffen e.d. in Duitschland afzetten, maar dit land. door prohibitieve invoerrechten, contingentee- ringen enz. den weg voor zijn export zoo goed als geheel afsluiten. Dit gaat echter lang niet voor alle landen op, en zeker niet voor ons land dat b.v. in de eerste drie maanden van dit jaar voor een waarde van f. 87 millioen aan Duitsche goederen be trok, waartegenover Duitschland in deze periode slechts f.41 millioen van ons land afnam. Onze buitenlandsche handel met Duitschland liet dus in het eerste kwartaal van dit jaar reeds een overschot ten gunste van Duitschland van niet minder dan f.46 millioen en het ls duidelijk dat een der gelijk saldo, zelfs rekening houdend met eventueele saldo's ten gunste van ons land uit hoofde van andere posten der betalings balans Duitschland wel degelijk in staat zou stellen, zijn verplichtingen ten opzichte van de Nederlandsche schuld- eischers na te komen Voor ons land. en Zwitserland ver keert in dezelfde positie. zou er dan ook alle reden zijn om het te laten aankomen op een „clearing" het verrekenen van schulden en vorderingen tusschen Neder land en Duitschland onderling, welke dan een gedwongen karakter zou moeten heb ben. Intusschen zal onze regeering vermoe delijk slechts in het uiterste geval willen overgaan tot een dergelijken maatregel, die het vrije ruilverkeer nog sterker aan ban den zou leggen in een tijd waarin de op heffing der handelsbelemmeringen waar van onze Minister-President zoo'n warm voorstander is. noodzakelijker is dan colt te voren. Tegenover het ,non poegwts«f «O Dr Schacht is het dreigement met een gedwongen clearing echter wellicht het eenige afdoende antwoord. Of Duitschland inderdaad „niet kan", daarover zal vermoedelijk het rapport eenige opheldering geven, dat zal worden uitgebracht door op de Berlijnsche trans fer-conferentie benoemde sub-commissies. Een van deze commissies had tot taak een onderzoek in te stellen naar de deviezen- positie van de Duitsche Rijksbank en de gegevens, welke ten aanzien van de de viezenpositie zijn verstrekt, te contro leeren. De tweede commissie houdt zich bezig met een onderzoek, of er een deug delijke controle bestaat op het uitgaan van wissels uit Duitschland. Reeds wist de Berlijnsche correspondent van dé .Agence Economique Fin." te melden, dat men „op zoek" is naar clandestiene Duitsche deviezenvoorraden. De Rijksbank zou, buiten de deviezen, die tot de wettelijke dekking der bankbiljetten behooren, nog circa Mk. 200 millioen deviezen met een looptijd van maximum drie maanden be zitten, die opgenomen zijn onder de dis conto-portefeuille. Verder zou men er aan twijfelen, of de Golddiskontbank niet eveneens deviezen tot een zeer belangrijk bedrag bezit. Tenslotte houdt men reke ning ermede, dat ook de Duitsche banken in het bezit zijn van aanzienlijke bedra gen aan buitenlandsche wissels, in tegen stelling met hetgeen dr. Schacht hierom trent had verklaard. Volgens hetzelfde blad zou de beruchte Duitsche „zusatzliche" export, buiten die, welke gebaseerd is op de overeenkomsten met vreemde regeeringen, bovendien niet begrepen zijn in de officieele Duitsche uitvoerstatistiek. Wanneer dit laatste waar is, zou de reeds eerder gehoorde bewering, dat de Duitsche officieele sta tistiek een veel donkerder beeld geeft van de ontwikkeling van den buitenlandschen handel dan deze in werkelijkheid ver toont. wel eens juist kunnen blijken te zijn. Naar al deze en dergelijke quaesties zal thans wel een onderzoek worden in gesteld. al is het de vraag, of de commis sies, in den betrekkelijk korten tijd, die hun hiervoor ten dienste staat er aan de hand van de gegevens, welke hun door de Duitsche autoriteiten zelf word#i ver strekt, wel een voldoende studie van het onderwerp zullen kunnen maken. Een tipje van de sluier zal hierdoor echter misschien wel worden opgelicht. De vraag of de Dawes- en de Young- leeningen "onder het moratorium zullen vallen, of dat zij hiervan, als tot dusverre, vrijgesteld zullen blijven, schijnt nog niet definitief te zijn beslist, al is er aanlei ding, om aan te nemen, dat de op dit punt van Amerikaansche en Engelsche zijde geoefende pressie succes zal hebben. Een verlaging van den rentevoet zal men echter vermoedelijk ook wel voor deze leeningen verlangen, evenals voor de an dere leeningen, welke Duitschland in het buitenland heeft geplaatst, en met welker opbrengst vaak industrieele ondernemin gen hun bedrijf op een winstgevende basis hebben kunnen brengen. Slechts de houders der leeningen van het Duitsche Kali-syndicaat zullen hun rechten ten volle kunnen doen gelden, dank zij het speciale onderpand, dat zij op de inkom sten van het Kali-syndicaat in het bui tenland hebben, waarop de Trustee's eventueel beslag zouden kunnen leggen. Er zijr. ook andere leeningen, die een speciaal onderpand bezitten; dit bevindt zich dan echter in Duitschland zelf. Het door de Duitsche regeering uitgevaar digde moratorium belet zelfs, die debiteu ren, die hun verplichtingen kunnen en willen nakomen, de voor rente en aflos sing bestemde gelden naar het buitenland over te maken. Dit ls wel het meest erger lijke in het optreden der Duitsche regee ring, dat zij de goede en de slechte debi teuren over één kam scheert en betaling der gestorte gelden aan het buitenland verhindert, maar dat zij nog wel steeds geld beschikbaar stelt voor het opkoopen van obligatiën tot de lage koersen, waarop deze als gevolg van de betalingsbelem- meringen zijn gevallen. De Amsterdamsche beurs, die in de eerste dagen der afgeloopen week nog sterk onder den indruk verkeerde van de pessimistische verwachtingen omtrent het resultaat der Duitsche transferbesprekin gen heeft in het midden der week een algeheele wijziging in de stemming te zien gegeven. Ofschoon rubber-aandeelen die het uitgangspunt der stijging vorm den, het meeest op den voorgrond traden, heeft de koersstijging zich over de ge heele linie uitgestrekt. Zij zou ongetwij feld nog verder om zich heen hebben gegrepen, wanneer zij niet zou zijn tegen gehouden door de flauwe stemming op de New-Yorksche beurs, die weder sterk onder den invloed verkeerde van de on zekerheid over de regeeringsmaatregelen en van een verdere prijsdaling op de goe derenmarkten. De zwakke houding der Amerikaansche goederenmarkten heeft ook tot gevolg, dat Amerikaansche belan gen zich tot dusverre hebben onthouden van het doen van aankoopen op de rub- bermarkt op groote schaal. Hieraan is het voornamelijk te danken, dat speculatieve excessen op de rubbermarkt na het be kend worden der restrictieplannen tot dusverre zijn uitgebleven. Wel is een be langrijke prijsstijging ingetreden. Voor zoover uit de tot nu toe bekend geworden bijzonderheden is af te leiden, is het geenszins de bedoeling van de regee ringen, welke zich met de uitvoering der restrictie-planneii zullen belasten, een sterke stijging van den rubberprijs uit te lokken. Trouwens, ook in de kringen der rubberproducenten zelfs is men er wel van overtuigd, dat een hooge prijs niet in het belang is van de cultuur, omdat de zoozeer gewenschte uitbreiding van het verbruik hierdoor zou worden tegenge houden. Het groote voordeel van het nieuwe plan, waardoor dit zich gunstig onderscheidt van zoovele andere projecten tot regeling der voortbrenging van een bepaald product, is dan ook wel gelegen ln zijn groote soepelheid. Een basisprijs is niet vastgesteld; men denkt den prijs te kunnen regelen naar gelang van de aanwezige voorraden en de vraag naar het artikel. Wat de onderne mingsrubber betreft, zal door een verbod van nieuwe aanplantingen en voorschrif ten inzake den omvang van de voorraden de productie onder controle worden ge bracht. Voor de zoo moeilijk te contro leeren inlandsche rubberproductie moest een andere weg worden bewandeld. Men zal op deze rubber een bijzonder uitvoer recht heffen van 5 cent per half kilogram droge rubber, dat vermoedelijk bij een eventueele prijsstijging zal worden ver hoogd; dit teneinde te voorkomen, dat een hooger prijs tot een sterke uitbreiding der inlandsche voortbrenging zal lelden, zoo als dit tot dusverre het geval is geweest. Het voordeel van den hoogeren prijs zou dan dus niet aan de inlandsche rubber producenten ten goede komen, maar aan de regeering. Men mag aannemen, dat deze de aldus verkregen gelden echter op de een of andere wijze ten bate van de inlandsche bevolking zal aanwenden. Het plan, dat naar men hoopt op 1 Juni a.s. in werking zal kunnen treden, zal van kracht zijn tot het einde van 1938, dus gedurende 4'/- jaar. In dien tijd zal de basis-productie geleidelijk mogen worden opgevoerd, wat Ned. Indië betreft zelfs van 352.000 ton in 1934 tot 485.000 ton ln 1938, d. i. dus met bijna 37'/i pet. Hierbij is reke ning gehouden met de omstandigheid, dat In Ned. Indië een groot aantal jonge rub- berboomen bestaat, die geleidelijk meer gaan produceeren. Op deze basis-produc tie zal dan een restrictie worden toegepast, welker percentage zal afhangen van de marktpositie. Het restrictie-percentage, waarmede zal worden begonnen, ls nog niet bekend; verwacht wordt, dat het 30 a 35 pet, zal bedragen. Evenals alle andere schema's tot pro ductie-regeling zal ook het succes van het rubberplan in groote mate afhankelijk zijn van de ontwikkeling van het verbruik. In zooverre hoopt men ook hierop invloed te kunnen oefenen, dat de opbrengst van een door alle Tubberlanden in te stellen uit- vociiiefftng op rubber zal worden aange wend voor onderzoekingen, om voor rub ber nieuwe gebruiksmogelijkheden te vin den. Welke prijs men zich voorstelt te be reiken, is nog niet bekend; vermoedelijk zal deze zich om en nabij de 9 pence per lb. bewegen, gelijk staande met ca. 35 cent per half Kg., terwijl de tegenwoordige prijs, na de reeds Ingetreden stijging, ca. 7 pence bedraagt. De winstverhoudingen der Ned Indische rubberondernemingen zou den door deze prijsstijging natuurlijk een belangrijke verbetering ondergaan, te meer omdat de periode van lage prijzen geleid heeft tot een sterke verlaging der kostprijzen. Deze betere vooruitzichten worden thans in de koersstijging voor rubber-aandeelen ter beurze verdiscon teerd. Ongetwijfeld loopt men hierbij wel wat erg hard van stapel, vooral wat de aandeelen der rubberondernemingen be treft. welker financiëele positie door den langdurigen ongunstigen toestand der rubbermarkt in sterke mate heeft geleden. Mocht voor deze al sprake zijn van het behalen van winst, dan zal deze ln de eerste plaats moeten worden aangewend voor versterking der financiëele positie, het kweeken van reserves enz., en zal eerst daarna aan een hervatting van de divl- dendultkeerlng kunnen worden gedacht. Door de koersstijging van rubberaandee len werden ook andere Indische cultuur waarden medegesleept, vooral de aandee len van ondernemingen, die meer of min der groote belangen bij de rubber hebben. Hier toe behooren, behalve de Handelsver. „Amsterdam", ook de Sumatra-tabaks- maatschappljen, die dan ook eveneens in koers zijn gestegen. Van industriëele waarden waren Philips' en Unilever in herstel. Wat laatstgenoemd fonds betreft, hebben de mededeelingen in de laarvergadering een goeden indruk gemaakt, vooral die, welke betrekking hadden op de llquiditeitspositie van het concern. Dit beschikt nog altijd over een bedrag van f. 60 millioen aan kasmidde len. hoewel ln het afgeloopen jaar ca. f. 40 millioen is besteed voor diverse produc tieve uitgaven. Ook is het van beteekenis, dat in het laatste Jaar geen verliezen van belang uit valuta-fluctuaties zijn geleden. In laatstgenoemd opzicht onderscheidt de Unilever zich gunstig van zoovele andere wereldconcerns, vooral die, welke groote Amerikaansche belangen hebben en die daardoor niet aan de gevolgen van de dol lardaling konden ontkomen. In zulk een positie bevindt zich ongetwijfeld de Ko ninklijke Petroleum Mij. welker jaarverslag thans binnen niet te langen tijd tegemoet kan worden gezien. Ofschoon de verwach tingen te dien aanzien niet hoog gespan nen zijn, was de stemming voor Ko ninklijke in de afgeloopen week toch gun stiger, wat mede te danken was aan de publicatie van de resultaten der Shell Oil Corp., de Amerikaansche dochteronder neming, ln het eerste kwartaal van dit Jaar. Terwijl ln het eerste kwartaal van 1933 nog een verlies was geleden van 9.24 millioen, werd in dezelfde periode van dit jaar nog slechts 41.000 verloren. Hoewel opnieuw obligatiën werden inge kocht, zijn de kasmiddelen nog gestegen van 28.48 millioen op 1 Januari tot 30.16 millioen op 31 Maart, tegen $23.80 millioen op 31 Maart 1933. Ongerekend ln guldens ls het bedrag der kasmiddelen echter natuurlijk aanzienlijk kleiner dan Vorig Jaar. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop; Amsterdam Rubber 108. 115 3/4. Deli Batavia Rubber 50'/2, 66, 64 1/4. Indische Rubber 39'/=, 68, 65, 68. Hessa Rubber 41, 54'/:. Serbadtadi 36'/:, 49, 55. Rotterdam Tapanoeli 24 3/4, 47, 34. Vlco 59Vi, 73. Handelsver. „Amsterdam" 167, 176'/i. Dell Batavia Mij. 129, 128, 133'/!. Dell MIJ. 126'/!, 124, 131, 129. Senembah 140'/;, 136, 146. Kon. Petroleum 148 1/4, 146, 158, 157 3/4. Philips' 233, 229, 233'/!, 232. Unilever 781/8, 79'/i. Koloniale Bank 48 3/8, 56. KON. NED. STOOMB. MIJ. AMAZONE, 4 Mei van Middl Zee te R'iti BERENICE, 3 Mei van Tarragona us Valencia. GANYMEDE6, 3 Mei van Gibraltar nu Algiers. HEBE, 4 Mei van A'dam te R'dam. HERCULES, 3 Mei van Patras n. Malta. MARS. 3 Mei van Cadix naar Ceuta. MEROPE, 3 Mei van Susak naar Bad NEREUS, 3 Mei van Danzig te Stettin. ORESTES, 3 Mei van Odounlouk naai Reshadye. ORION, 4 Mei van A'dam te R'dam. ORPHEUS. 4 Mel van Kopenhagen Aarhuus ULYSSES. 3 Mei van Izmir te Istanboi COLOMBIA, 3 Mei 's nachts 12 uur tan A'dam te Hamburg. TITUS, 3 Mei van Spanje te A'dam. CRYNSSEN, 4 Mei van A'dam naar V Indië. TIBERIUS, A'dam naar Valencia, pass.! Mei Dungeness. BENNEKOM, uitreis, pass. 3 Mei Dunge ness. BODEGRAVEN, uitreis, 2 Mei van Bueu Ventura. SIMON BOLIVAR, 2 Mei van Barbados I Porto Limon. BAARN, 2 Mei van Talcahuano n. Corral MIJ OCEAAN. POLYDORUS, Hull n. Hamburg, pass. Mei Spurn Head. HOLLAND—AMERIKA LIJN. DAMSTERDIJK, 4 Mei van Pacific Kust te R'dam. ROTTERDAM—Z. AMERIKA LIJN ALPHACCA, 3 Mei van Hamburg te Rot terdam. JAVA-CHINA-JAPAN LIJN. TJINEGARA, 2 Mei van Batavia te Hong kong. KON PAFETV. MIJ. LE MAIRE, 2 Mei van Batavia te Lorenzo- Marques. BARENTSZ, 2 Mei van Batavia naar Reunion. HOLLAND-AFRIKA LIJN. SPRINGFONTEIN, 4 Mei van O. Afrika H Rotterdam. HOLLAND—O. AZIE LIJN. ZUIDERKERK, thuisr. 3 Mei van Daken. HOLLAND—BRITSCH INDIË LIJN HOOGKERK, ultr., 3 Mei te Madras. HOLLAND—AUSTRALIË LIJN AAGTEKERK. thuisr., pass, 3 Mei Pen» ROTT LLOYD. KOTA NOPAN, thuisr., 4 Mei v. Port Sa» SLAMAT, thuisr., 4 Mei v. Port Said. KOTA BAROE, ultr., 3 Mei v. Belawan. SILVER—JAVA—PACIFIC LIJN. TOSARI, 1 Mel v. Seattle te Vancouver. HOLLAND—WEST-AFRIKA LIJN. MAASKERK, ultr., pass, 3 Mei Ouessa» HALCYON LIJN. FLENSBURG, 3 Mei van Narvik Vlaardingen. DIVERSE STOOMVAART» ('RICHTEN MERULA, naar Lands End v.o., was 3 2 u. 15 vcm. 1000 mijlen W. van Lam» End- -i Md WOENSDRECHT, naar Londen, was 1»; 10 u 15 v.m. 90 mijlen Z.O. v. Lands w» JONGE JOHANNA, 30 April van R'dam» San Louis du Rhone. EBRO, sleepboot, 3 Mel van Madeira n« Setubal. PETRONELLA, 3 Mei van Pladjoe te MO® b8S5£L BERKEL, 29 April van Libreville n. R«w' fort. GRUTTO, 3 Mei van R'dam te Londen, HENNIE, pass. 3 Mei Bevezier. SLIEDRECHT, 2 Mei v. Batoum te Pres" MAASSTROOM, 2 Mei van Newpo" Swansea. RIJNSTROOM, 3 Mei van Amst. te Lfiit

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 10