foto's van het kampleven van Prinses Juliana Unieke VEILIGE HAVENS FEUILLETON. LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad 75»fe Jaargang door BASIL KING. (Uit het Engelsch). „Ik heb volstrekt niets tegen hen. Zij I.20ckt naar een woord, dat goed de I jtysterieuze aantrekkingskracht, die zij op oem uitoefenden, zou weergeven ,,er zelfs voor mij een zekere bekoring 'an hen uit. En toch wensch ik geen üd an de familie te worden." „Ook niet als bewezen werd ..Neen. In de eerste plaats, omdat het {"et zou kunnen worden bewezen, en in de 'weede plaats omdat het daarvoor nu te laat is." eigenaardige toon waarop hij dit zei, ?eed haar opkijken. „Te laat? Waarom zeg je dat?" i zoo is. Eenigen tijd geleden oeo je me 2ei{ <jat 00k zij er zoo over dachten. Zelfs al zou het bewezen "witten worden, zou het nu te laat zijn. „ik begrijp je niet." „ik weet ook niet of ik me zelf eigenlijk wei goed begrijp. Alleen weet ik, dat het .„„fr. dat ik achter den rug heb, een leven?' vormt om hun Ieven te „Wat een nonsens! Hun leven is net als net onze." ottar ik ben er ook lang niet zeker n' dat ik me bij jullie thuis zou voelen. Wat uiterlijkheden betreft, zou dat wel gaan; ik zou me jullie manier van praten en van eten kunnen aanwennen maar niet jullie manier van denken." „Bedoel je daarmee mijn manier van denken." „Neen die van den heelen stand, waartoe jullie behoort. Maar let wel: ik ben er niet tegen. En toch voel ik op de een of andere wijze, en wel wat sommige dingen betreft, die ik niet nader kan uit leggen, en waarin ik ook geen verandering zou kunnen brengen, dat die verkeerd is." „Maar, Tom „Het schijnt nu eenmaal niet anders te kunnen dan dat een heele boel menschen door het leven gaan, zonder iets te bezit ten, teneinde een klein aantal in de gele genheid te stellen van alles te genieten. Verder ga ik niet. Ik trek er geen conclu sies uit, en zeer zeker zal ik er geen radi cale theorieën over ontwerpen. Maar rechtvaardig vind ik het niet. Het is mijn plan om bankier te worden, maar zelfs al zal ik het eenmaal zoover gebracht heb ben „Ik begTijp wat je bedoelt," viel ze hem peinzend in de rede. „Zelf voel ik dat dik wijls ook. Maar Tom wat kunnen we daar tegen doen ik bedoel: iets doen, dat niet dwaas zou zijn." Een droevige glimlach plooide zich om zijn mond. „Dat weet ik ook niet. Maar als men lang genoeg leeft en hard ge noeg werkt eerlijk genoeg denkt, en zorgt zijn verstand goed bij elkaar te hou den, wel, dan geloof ik, dat er een dag zal aanbreken, dat men een weg zal vinden, die uitkomst brengt." „Toegegeven. Maar zou je dat niet kun nen doen, en tegelijkertijd Harry Whitelaw zijn omdat je Harry Whitelaw bent?" „Als we eens wachtten tot die vraag werkelijk te berde wordt gebracht? Zoover ik weet, heeft niemand, die tot Harry Whi telaw behoorde, of tot wien Harry White law heeft behoord, daartoe nog een stap gedaan." Enkele weken later echter, scheen die stap te worden gedaan. Het was tegen het einde van Maart. Op een ochtend op zijn kamer komend, schrok hij toen hij op de tafel een telegram zag liggen. Telegrammen waren iets zoo zeld zaams in zijn leven, dat reeds het zien lig gen van het ding hem een schok gaf, deels van verbaasdheid, deels van angst. Toen hij het openmaakte, was hij nog meer ver rast, omdat het mijnheer Ansley was, die had getelegrapheerd. Tom moest zorgen dien middag om vier uur wegens een ge wichtige reden te zijnen huize op het Louisburg Plein te zijn. Had hij zich op de een of andere ma nier verraden? Was Hildred daarbij be trokken? Maar er was niets te veraden geweest. Behalve de enkele haastig door Hildred op dien bewusten Zondagavond gesproken woorden, hadden zij slechts bhkken gewisseld, maar ook die waren voorzichtig en bescheiden geweest. Hun gesprekken waren altijd van dien aard ge weest, dat iedereen die gerust had mogen aanhooren. Zonder nadere uitlegging be grepen beiden, dat het nog jaren zou du ren, voordat een hunner zou mogen spre ken of een stap wagen. Hun eenige zonde was het vertrouwen, dat zij in elkaar stelden en dat was iets, waarvan ande ren niets zouden kunnen bemerken. Niettemin was het met een gevoel van onbehaaglijkheid, dat hij aan het huis aanbelde, en Pilcher vroeg of mijnheer Ansley thuis was. Pilcher deed een beetje geheimzinnig. Neen, mijnheer Ansley was niet thuis, maar Tom werd verwacht. Hij ging met hem mee naar boven, waar in de studeerkamer de thee was klaar gezet. Het was somber weer, zoodat het in de kamer schemerdonker was. Het eenige wat Tom aanvankelijk zag, was een groote man, die voor het open vuur, dat bijna uit was, op het haardkleed stond. Hij had een pas naar voren gedaan en zijn hand uitge stoken, voordat Tom den hem toen onbe kenden deftigen heer herkende, die hem, nu bijna drie jaren geleden, in het meer bij New Hampshire had toegeroepen. „Herinner je me nog?" „Zeker, mijnheer." Zij gaven elkaar een hand en keken elkaar aan. Tom wilde zijn hand terug trekken en een pas achteruit gaan, maar de andere hield zijn hand te stevig vast. Zijn oogen, die even diep lagen als die van Tom zelf, en waarboven zich dezelfde borstelige, uitstaande wenkbrauwen welf den, bestudeerden Tom's gelaatstrekken aandachtig, en eerst toen hij daarmee klaar was, wendde hij zich tot iemand anders in de kamer. „Dit is de jongen, Onora. Kijk hem eens goed aan." Zij zat in een hoek ,waar het donkerder was. De man draaide Tom een beetje in haar richting, zóó, dat het licht op hem viel. Dat de vrouw niet erg begeerig was naar hem te zien, bleek daaruit, dat zij haar gezicht ten deele verborg achter een grooten waaier van zwarte struisveeren, want een andere reden om dit te doen be stond er niet. Zij zei geen woord. Maar zelfs in het halfduister kon Tom een paar koortsig gloeiende oogen zien. Het was de man, die begon te spreken. „Wil je niet gaan zitten?" Hij verschoof een stoel zóó, dat de vrouw dengene, die er in zat, duidelijk kon zien, zonder zich echter in het gesprek te be hoeven te mengen. Hij nam zelf ook een stoel, waarin hij in een gemakkelijke hou ding plaats nam, dicht bij Tom. Hij maak te een aangenamen indruk op Tom, die vond, dat hij een prettig gezicht, een pret tige stem en een aangename manier van doen had: er ging iets vriendelijks en sympathieks van hem uit, dat hij zich van vroegere ontmoetingen herinnerde. Of dit zijn vader was of niet, hij voelde, dat het hem geen moeite zou kosten ten allen tijde vertrouwelijk met hem om te gaan. „Mijn vrouw en ik wenschen je gaarne te ontmoeten," begon hij heel gewoon, „om je te bedanken voor hetgeen je voor Tad hebt gedaan." Eenigszins verlegen antwoordde Tom: „O, maai- dat had niets te beteekenen. Ik heb alleen maar „De rector-magnificus heeft me alles verteld, en zei me, dat Tad hem sindsdien geen last meer had veroorzaakt; vóór dien tijd daarentegen een heelen boel. Ik wou, dat ik je kon zeggen hoe dankbaar we je zijn, juist onder de huidige omstan digheden, nu een oorlog ons boven het hoofd hangt." (Wordt vervolgd), LU CHTF.SKV DER-GENE RAAL VALLE die be- no.emd is tot chef van de Italiaansohe luchtvaart. DE FRANSCHE MINISTER VAN BUITENLANDSOHE ZAKEN BARTHOU IN WARSCHAU ter bespreking van de FranschPoolsche betrekkingen. V.l.n.r. maarschalk Pilsoedski, Barthou en de Poolsche minister van Buitenlandsohe Zaken Beek. De mijnramp in Serajewo Meer 'dan 100 'doo'den zijn bij deze ramp te betreuren. Ween end e mijnwerkers-vrouwen voor de mijn'. Het kamp 1930. Gereed voor een fietstochtje De Prinses geheel links. In verband met den aanstaanden 2Sslen verjaardag van H. K. H. Prinses Juliana publiceeren wij een viertal, tot dusver nog niet openbaar gemaakte foto's van het kampleven van de Prinses. Verschillende jaren achtereen betrok de Prinses met har vriendinnen een meisjeskamp op de terreinen van het „Aardhuus" bij ipetdoorn. Bovenstaande foto is van het kamp 1926, de Prinses heeft een foto toestel in de hand. Het kamp 1932. De Prinses (rechts) en haar vriendinnen wuiven deelneemsters, die vertrekken ten afscheid na. JAPAN a LA MARLENE DIETRICH. Moderne Japansche meisjes tg Tokio gekleed in pantalon en jumper. Mim11 '-I '-,r Het kamp 1929. Op den achtergrond, in het midden (x) de Prinses.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 5