Belangrijke verbreeding
van den Rijnzichtweg te Oegstgeest
75,te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 23 April 1934
Derde Blad
No. 22726
BINNENLAND.
DE KERSEN BLOEIEN...!
Mooie verbinding naar Rijnsburg.
KUNST EN LETTEREN.
RAPPORT COMMISSIE
TREIN 8.28.
DE CONCLUSIE.
In verband met de bekende kwestie
Trein 8.28" heeft de gemeenteraad van
Amsterdam 7 Maart j.l. een raadscom
missie van onderzoek ingesteld, onder
voorzitterschap van mr. C. P. M. Romme.
De commissie heeft thans haar rapport
uitgebracht.
Aan de conclusies ontleenen wij: dat de
commissie vooropstelt dat naar haar over
tuiging. gebaseerd op een zoo nauwkeurig
mogelijk kennisnemen van den omvang en
niet minder van de beteekenis, zoowel
van het werk van den heer Abrahams als
medisch inspecteur als vooral van 't werk
van mevr. AbrahamsVan der Reyden,
ais secretaresse en als zoodanig voerende
de dagelijksche leiding der vereeniging,
dat werk aan „Trein 8.28" en aan de be
langen der door de vereeniging verzorgde
kinderen in sterke mate ten goede is ge
komen;
voorts dat de commissie geen reden heeft
om aan te nemen dat de salarissen, uit
gegeven voor het werk der medische in
spectie en voor de dagelijksche leiding,
wanneer men dit werk beschouwt als zui
ver ambtelijke bemoeiingen niet in rede
lijk verband zouden staan met de bewe
zen diensten.
De commissie wil niet nalaten hierbij te
wijzen op het feit, dat de verpleegprijs ge
let op dien van alle bij den Amsterdam-
schen raad voor kinderuitzending aange
sloten vereenigingen aan den lagen kant
mag worden geacht.
De commissie is van meening dat een
li van het college van B. en W. moet voor
tanen dit het persoonlijk belang een rol
tan spelen in aangelegenheden waarbij 't
jimeenteUjk belang is betrokken. Uit de
en zelfden eisch van objectieve onafhan
kelijkheid vloeit echter niet alleen voort,
dat ongewenscht is het toucheeren van sa
laris eener door de gemeente gesubsidieer
de vereeniging door een wethouder der ge
meente gelijk in casu gedurende eenige
jaren is geschied, maar tevens dat even-
teer ongewenscht is, dat de echtgenoote
van een wethouder der gemeente bij een
door de gemeente gesubsidieerde vereeni
ging 'n gesalarieerde functie bekleedt zoo
als zich in het onderwerpelijke geval heeft
voorgedaan.
De vraag of tusschen den salarisafstand
van den heer Abrahams en de salarisver-
hooging van zijn echtgenoote verband
heeft bestaan, is, naar uit het onderzoek
is gebleken, voor de commissie geen vraag
meer. De salarisverhooging van mevr. A.
moge op zich zelf als contraprestatie voor
het werk gerechtvaardigd geacht kunnen
worden en door de bestuurders van Trein
8.28 gerechtvaardigd geacht zijn, het ver
band dier verhooging met de salaris
afstand van den heer A. is te duidelijk
aanwezig dan dat nog twijfel mogelijk zou
zijn.
Op de vraag of aan den heer A. eenige
oneerlijke of onbehoorlijke daad kan
worden ten laste gelegd antwoordt de
commissie
Van eenige schuld van den heer A. aan
een oneerlijke daad is de commissie niets
gebleken. Wel is zijn optreden onbehoorlijk
geweest.
Tenslotte is de commissie van oordeel,
dat met het oog op de belangen der kin
deruitzending de subsidieering aan de
Tereen. Trein 8.28 behoort te worden
voortgezet, doch dat mede terwille van
dezelfde belangen wijziging van de be
stuurssamenstelling van Trein 8.28 voor
zooveel noodig door B. en W. behoort te
worden bevorderd, zulks teneinde uit den
kring van het bestuur te weren de scha
delijke mentaliteit, welke daar blijkens de
handelingen rondom den salarisafstand
van den heer A. heeft kunnen heerschen.
Tenslotte heeft de commissie voldaan
aan het verzoek van den heer Ketelaar,
om zijn positie te onderzoeken als pen- j
ningmeester van het Centraal Genootschap
voor Kinderherstellings- en Vacantiekolo-
nies.
De commissie is tot de overtuiging ge
komen dat de toestand is conform den in
houd van de door den heer Ketelaar in de
vergadering van 7 Maart in den gemeente
raad afgelegde verklaring.
Het lijkt der commissie dat het niet
allereerst op haar weg ligt om de kwestie
van de salarieering van bestuursleden van
weldadigheidsvereenigingen in nadere
studie te nemen en aldus tot een verant
woord oordeel te komen.
Zelfs wil het der commissie toeschijnen,
dat deze aigemeene vraag niet op de eerste
plaats ter beantwoording ligt voor het ge
meentebestuur.
(Reeds geplaatst in een deel
onzer vorige oplage).
De commissie stelt er prijs op om bij
haar beoordeeling der onderwerpelijke
aangelegenheid allereerst uitdrukking te
geven aan haar overtuiging, dat door den
heer Ketelaar zeer belangrijke arbeid, be
langrijk ook in omvang, ten bate van het
Centraal Genootschap in den loop der ja
ren is gepraesteerd. Toch zou de commis
sie het juister hebben geoordeeld, indien
de heer Ketelaar tijdens zijn wethouder
schap van de Gemeente de toelage van
het Centraal Genootschap niet was blij
ven toucheeren, ook al bestond er formeel
tusschen de Gemeente en het Centraal
Genootschap destijds evenmin een band
als thans, en al heeft de commissie een
open oog voor het feit, dat het belang,
dat het Centraal Genootschap als lande
lijke vereeniging bij het Amsterdamsche
subsidie heeft, van veel geringeren om
vang is dan de omvang der belangen van
uitsluitend of nagenoeg uitsluitend voor
Amsterdamsche kinderen werkende veree-
higingen.
De heer Ketelaar heeft in zijn in den
raad van Amsterdam afgelegde verkla
ring gezegd, dat de „vraag waarom het
gaat", deze is: „Mag een bestuurder van
een omvangrijke vereeniging als de onze
een zekere tegemoetkoming ontvangen?"
®t het voorafgaande waarin de com
missie heeft gesproken over de vereenig-
baarheid van het wethouderschap der ge
meente met een gesalarieerde functie bij
een vereeniging, waaraan gemeentelijke
subsidie ten goede komt kan reeds
worden afgeleid, dat de commissie de
vraagstelling van den heer Ketelaar niet
tut de hare kan maken.
DE BETUWE IN BLOESEM-PRACHT.
De jonge lente heeft haar bruidstool
gelegd over de vruchtbare streek, die Be
tuwe heet. Zachte, zoele, haast zomersche
zonnewarmte deed wonderen in korten
tijd, en nóg prijkt het bollenland In al
haar grootsche pracht of ook de bloeien
de boomgaarden leggen beslag op onze
interesse
Die gelijktijdigheid is jammer voor den
zakenman (zoowel hier als daar) en maar
al te gaarne had men de snelle ontwik
keling der boomgaarden nog een week
tegengehouden. De belangstelling is nu
helaas verdeeld. Reeds zeer velen hadden
gisteren den tocht naar de Betuwe onder
nomen, doch de drukte was niet overstel
pend, zooals in vorige jaren. De ponten
over de rivieren brachten geen langdurig
oponthoud en zelfs in Tiel, het centrum
van dezen lente-tuin, was de toeloop niet
overweldigend.
Niettemin loonde een tocht per auto of
motor de moeite. De wegen in de Betuwe
zijn slecht: grintwegen, smal en rul en
bochtig, met ontzaggelijke massa's stof,
die gansche auto's volmaakt onherken
baar omhuldenDoch de natuur heeft
dat alles ruimschoots vergoed! Want in
de uitgestrekte bongerds bloeien de ker
sen en peren in volle pracht. Al even
voorbij Utrecht begint dat trouwens:
Bunnik, Odijk, Cothen, Wijk bij Duurstede
e.a., simpele dorpjes, thans echter gehuld
in een kleed van onbeschrijfelijke schoon
heid, een smetteloos witte tooi, oneindig
diep en teer
Wie van Leiden uit de Betuwe bezoekt,
zal goed doen, ondanks den slechten weg,
deze route te nemen, omdat zij méér
biedt dan de andere; omdat zij zelfs
mooier en rijker is in haar bloesempracht
dan de reis door de Betuwe zelf: van Wijk
bij Duurstede tot voorbij het centrum
Tiel!
Vergissen we ons niet dan ziet men
trouwens pas daarna de Betuwe In haar
volle schoonheid: bij IJzendoorn, vla
Doodewaard, Andelst en Eist in de rich
ting Arnhem.
Schitterend zijn de vergezichten daar
vanaf den hoogen, grillig langs de rivier
kronkelenden dijkweg, op het in de diep
te liggende landschap. Een wondertuin
van enkel bloesemweelde, de roode daken
der lage huisjes half er tusschen ver
scholen
De Betuwe is mooi in deze dagen. Thans
bloeien de peren, de kersen, de kroozen,
veelvuldig en rijk gevarieerd met kokette
magnolia's, wier kleurige bloembladen van
verre al de aandacht trekkenStraks
volgt de rose tooi der reeds ontluikende
appelbloesem! En nog minstens veertien
dagen zullen de toeristen er genieten
kunnen van dit wondere kleurenfeest, dat
ieder jaar hetzelfde is, maar toch nimmer
iets van haar groote bekoring inboeten
zal
DE NOOD IN HET VISSCHERIJBEDRIJF
TE IJMUIDEN.
Wat kan en moet er gedaan worden?
In een uitvoerigen brief aan den minis
ter-president en de ministers van Econo
mische Zaken, Sociale Zaken, Justitie,
Defensie, Waterstaat en Buitenlandsche
Zaken en aan de organisaties van reeders,
vischhandelaren en werknemers heeft de
burgemeester van Velsen, mr. F. L. J. E.
Rambonnet, andermaal gewezen op den
nood van het visscherijbedrijf en den weg
aangegeven, waarlangs naar zijn oordeel
verbetering kan worden bereikt.
Mr. Rambonnet stelt deze vragen:
Kan er nog wat gedaan worden? Wat
moet er gedaan worden? Hoe moet het
dan gedaan worden?
Zeer zeker kan er nog wat gedaan
worden, is zijn antwoord.
Bij een gemiddeld naar zee gaan van
50 treilers is er een gemiddeld werkloos
blijven van 1400 opvarenden! Voor de com
plete zeegaande vloot is ook walpersoneel
en los personeel aanwezig, zijn werkplaat
sen. machinefabrieken, stores, vischmeel-
ijsfabrieken, enz. enz. aanwezig. De werk
loosheid van het aan al deze instellingen
en inrichtingen verbonden personeel zal
ongeveer in overeenstemming zijn met het
percentage van de niet zeegaande treiler-
vloot. Bij gemiddeld zeegaan van 50 trei
lers kan de werkloosheid dus zoowel van
het vloot- als van het walpersoneel op plm.
75 °/o worden geschat.
De vraag „wat moet er gedaan worden"
is niet zoo eenvoudig te beantwoorden. O.a.
het survey-klaarmaken van de nog ge
schikte opgelegde treilers bij wijze van
werkverschaffing. Werkverruiming door het
naar zee zenden van treilers in bruikleen
afgestaan aan de bemanning met over
heidssteun of garantie in loon of besom
ming (interesse daarbij van den reeder?);
oprichting eener vischconservenfabriek; tot
standkoming eener onderlinge scheeps-
assurantieregeling, het maken van een
regeling, waardoor tegelijk niet te veel
schepen binnenkomen; verbetering van
het distributieapparaat in het binnenland
(organisatie van kleine vischhandelaren
en vischventers)het instellen van toe
zicht op het in beteren staat brengen van
de vischruimen; rationeele doorvoering der
Nederlandsche contingenteering; verbete
ring der certificatenregeling, enz
„Hoe moet het gedaan worden?" Van
den beginne af aan moeten alle partijen
in het conferentiewerk worden betrokken.
Hierbij dient echter hoofdconditie te zijn,
dat alle partijen werkelijk meewerken en
niet een partij zich beperkt tot „waar
nemen", om later vrijheid te hebben, de
bereikte conclusies te bestrijden of in den
doofpot te stoppen. Het spreekt vanzelf,
zegt mr Rambonnet. dat ik bij dit laatste
voornamelijk het oog heb op de ..Re-
geeringspartijdie bij de uitvoering der
conclusies uit hoofde van macht en be
voegdheid boven de andere partijen staat.
Wanneer de eindconclusie, hoe die dan
ook moge luiden eenmaal bereikt zal zijn,
moet tevens vaststaan, dat de regeering er
zich mede kan vereenigen en haar doel
er in zal verwezenlijken. Tot deze conferen
tie. waartoe mr. Rambonnet zoo noodig het
initiatief ter bijeenroeping wil nemen, stelt
hij zich voor uit te noodigen: een ver
tegenwoordiger van den minigter van Eco
nomische Zaken een vertegenwoordiger
van den minister van Sociale Zaken, een
vertegenwoordiger van den minister van
Waterstaat, een vertegenwoordiger van
den minister van Justitie en een ver
tegenwoordiger van den minister van De
fensie, een vertegenwoordiger van den
minister van Buitenlandsche Zaken, een
vertegenwoordiger van 't gemeentebestuur
van Velsen, twee vertegenwoordigers van
de Vereeniging van Reeders van Visschers-
vaartuigen. twee van de IJmuider Fede
ratie v. Transportarbeiders, twee van den
Chr. Bond v. Transportarbeiders, twee van
de IJmuider Vdschhandelvereeniging en
twee van den Bond van kleine vischhan
delaren en vischventers.
Bedoeling dezer conferentie zou dan zijn
op korten termijn voorstellen te formulee-
ren om te komen tot direct te verwezen
lijken maatregelen tot hulp en steun aan
het IJmuider visscherijbedrijf. In de eer
ste samenkomst zullen alle leden worden
uitgenoodigd voorloopige voorstellen of
denkbeelden in te dienen, welke daarna
door een kleine, daartoe door de vergade
ring aan te wijzen sub-commissie naar
mate hunner belangrijkheid en urgentie
op een agenda te rangschikken.
Bij de behandeling der achtereenvolgende
punten kan het rapport der departemen
tale commissie-Rij kens zooveel mogelij k
als leidraad en richtsnoer worden gevolgd,
waarbij echter vooral in den aanvang
directe mogelijkheid van uitvoering op den
voorgrond moet staan.
PRO REGE.
Verband Zuid-Holland.
Onder voorzitterschap van ds. Jac. v.
Nes Czn., is het verband Zuid-Holland van
de Nationale Vereeniging Pro Rege te Den
Haag bijeengekomen.
Na een openingswoord door den voorzit
ter werden de jaarverslagen van den
secretaris en den penningmeester, de hee-
ren A. W. van Blitterswijk uit Rotterdam
en sergeant-majoor J. de Moed uit Leiden,
goedgekeurd.
Volgens het jaarverslag telt het Verband
thans 22 afdeelingen met 1575 leden, be
nevens twee militaire afdeelingen. Het
batig saldo bedraagt f. 57.50.
Tot leden van het Prov. Bestuur werden
in de door bedanken ontstane vacatures
gekozen: luit. J. Reinink te Rijswijk, ser
geant-majoor E. J. de Geus en ds. K. K.
Troost, em. predikant te den Haag.
Daarna hield de voorzitter een inleiding
over Pro Rege en de fascistische stroo
mingen.
Er volgde een levendige discussie.
NJR.Crt.
OUD-MINISTER VERSCHUUR.
Naar de Nederl. verneemt, heeft zich bij
de ongesteldheid van oud-minister Ver
schuur. die, na het ontslag uit de Maria-
Stichting te Amsterdam, thans thuis ver
pleegd wordt, een complicatie voorgedaan,
waardoor het genezingsproces wordt belem
merd.
De patiënt hééft, aldus het blad. met vrij
hooge koortsen te kampen, doch naar ver
luidt geeft zijn toestand geen reden tot
bezorgdheid.
DE ZAAK V.A.R.A-*-ZWERTBROEK.
VOOR DEN RECHTER?
Naar wij vernemen heeft de oud-secre
taris van de V.A.R.A. van den rechtskun
dige van deze vereeniging de mededeeling
ontvangen, dat het VAR.A.-tiestuur niet
wenscht in te gaan op de brieven van den
heer Zwertbroek. waarin deze vraagt op
welke gronden zijn ontslag, alsmede de
directe inhouding van zijn salaris door het
V.A.R.A.-bestuur gerechtvaardigd moet
worden geacht. De V.AR.A.-rechtskundige
meldt den heer Zwertbroek. dat verdere
beschikkingen zijnerzijds zullen worden af
gewacht. De heer Zwertbroek acht zich
daarom genoodzaakt tegen de V.AR.A. te
procedeeren. teneinde het hem toekomende
te verkrijgen. De advocaat van de V.A.R.A.
is mr. van der Goes van Naters te Heerlen,
die van den heer Zwertbroek mr. J. E. W.
Duys te Den Haag.
o
VERSPREIDE BERICHTEN.
Bij Kon. Besluit is met ingang van
30 April 1934 opnieuw benoemd tot bur
gemeester der gemeente Schoterland J. J.
G. S. Falkena.
Zaterdag is de nieuwe tunnel op het
station D. P. te Rotterdam in gebruik ge
nomen.
De gewone audiëntie van den Minister
van Sociale Zaken zal op Woensdag 25
April niet plaats hebben,
o
UIT NED. OOST-1NDIE.
DE NIEUWE KLASSE-INDEELING.
BATAVIA, 21 April (Aneta). Het Kantoor
voor het Reiswezen deelt mede, dat de
Regeering een beslissing heeft genomen
met betrekking tot de Landsreizigers aan
boord van mailbooten, welke in Mei en
Juni van Tandjong Priok vertrekken.
De voor die booten afgegeven reisop
drachten blijven ongewijzigd gehandhaafd,
de nog af te geven opdrachten worden ge
baseerd op het salaris dat door bedoelde
Landsreizigers op 31 Maart 1934 volgens
het oude Bezoldigings Besluit voor Burger
lijke Landsdienaren werd genoten, en op
de vigeerende klasse-indeeling.
In verband met de mogelijkheid van in
voering der nieuwe klasse-indeeling zullen
voorhands voor Juli en volgende maanden
geen reisopdrachten worden afgegeven.
o
COMMISSIE-HARDEMAN ONTBONDEN.
BUITENZORG, 21 April. (Aneta). De in-
formeele commissie-Hardeman ter over
weging van verdere bezuinigingen bij het
Binnenlandsch Bestuur is onder dankbe
tuiging voor de bewezen diensten ontbon
den.
o
OFFICIEELE MUTATIES.
BUITENZORG, 21 April. (Aneta). Be
noemd tot onderhoofd van den Dienst dei-
In- en Uitvoerrechten en Accijnzen S. M.
van der Zee, hoofdambtenaar uit Europa
terugverwacht, laatstelijk waarnemend
hoofdinspecteur, hoofd van genoemden
dienst.
Gesteld met rang en titel van Gouver
nementssecretaris ter beschikking van den
vice-president van den Raad van Ned-
Indië Dr. P. J. A. Idenburg, referendaris
ter Aigemeene Secretarie,
o
Foto Bleuzé.
De verbeteringen in het zich, ondanks
dezen moeilijken tijd, snel uitbreidende
Oegstgeest houden in gelijkmatig tempo
aan.
Niet slechts komt er geenerlei stagnatie in
de bouwbedrijvigheid. waardoor de fraaie
parken in omvang blijven toenemen, hoe
wel anderzijds daardoor wel helaas veel
van het landelijke karakter verloren gaat,
doch ook aan de moderniseering der wegen
wordt veel gedaan. Wij schreven indertijd
over de totstandkoming van den nieuwen
weg, verlengstuk van den Waimonderweg
nabij Poelgeest, waarlangs nu reeds di
verse woningen verrijzen, nu willen wij
aandacht schenken aan de belangrijke
werkzaamheden aan den Rijnzichtweg,
die van de Geversstraat bij de R.K. Kerk
in de richting Rijnsburg voert, langs de
huizen van „Buitenlust" en de z.g. .In
dische wijk".
Het vorig jaar is hier het „diepriool" ge
reed gekomen; een grootsch werk! Over
een lengte van 650 M. strekken de 1.50 M.
hooge rioolbuizen zich onder den grond
uit.
Met de verbreedingswerkzaamlieden van
den tot nu toe vrij smallen Rijnzichtweg
is men nu in vollen gang. De breedte van
dezen weg zal tusschen 18 en 30 meter
varieeren. De tramrails komt in het mid
den te liggen, gelijk op den Rijnsburger-
weg, terwijl de aan weerskanten aan te
leggen plantsoenstrooken het aspect in
hooge mate zullen verhoogen! De licht
masten zijn reeds geplaatst. Een Maas-
steenfundeering van 20 c.M. dikte is aan
gelegd: sinds kort werd met het walsen
een aanvang gemaakt, hetgeen men op
bovenstaande foto kan zien.
Het ligt in de bedoeling een plantsoen
aan te leggen tegenover de van Assen-
delftstraat; in het midden daarvan zal een
monumentale bank verrijzen, die zich door
middel van stapelmuurtjes bij de beplan
ting aansluit. Halverwege deze weg, onge
veer ter hoogte van de van Assendelft-
straat zal de tramlijn zich naar de linker
en rechterzijde splitsen; de plantsoen-
strook komt dan in het midden van den
weg te liggen.
Belangrijk is nog te vermelden, dat een
der verkeersbanen van den nieuw aan te
leggen Rijksweg waarvan wij verleden
week een beschrijving gaven zijdelings
aansluiting zal geven met den Rijnzicht
weg en wel op zoodanige wijze, dat het
verkeer naar Oegstgeest het doorgaand
verkeer den HaagAmsterdam niet zal
behoeven te hinderen. Men verwacht dat
de Rijnzichtweg, welke evenals de door
ons vermeldde straataanleg in de Gevers
straat uitgevoerd wordt door de N.V. Aan
nemers- en Wegenbouwbedrijf Fa. Hey-
mans uit 's-Hertogenbosch einde Juli
geheel gereed zal zijn.
Al deze werkzaamheden geven nii nog
een rommelig gezicht, maar spoedig zul
len de Oegstgeestenaren zich kunnen ver
heugen in een nieuw en verzorgd com
plex, dat het aanzien der gemeente stel
lig zal verhoogen!
Dr. WILLEM MENGELBERG TERUG
IN AMSTERDAM.
Onder groote belangstelling is Zaterdag
avond met den D-trein uit Bazel Dr. Wil
lem Mengelberg met zijn familie, na een
afwezigheid van tien maanden, welke hij
tot herstel van zijn gezondheid in Zwitser
land doorbracht, te 21.14 aan het Weesper-
poortstation te Amsterdam aangekomen.
Reeds geruimen tijd van te voren had
zich een groot aantal belangstellenden
voor het station verzameld, die door een
aantal agenten te voet en te paard op
eenigen afstand werden gehouden.
Op het perron zelf stonden opgesteld de
leden van het Amsterdamsche fanfare
corps, die den grooten dirigent een sere
nade zouden brengen, terwijl voorts vele
vrienden van de familie Mengelberg aan
wezig waren, o.a. vele leden van het Con
certgebouworkest, de leden van het bestuur
van het Concertgebouw De Marez Oyens,
baron Collot d'Esquiny, baron van Harinx-
ma thoe Slooten en Dr. Rudolf Mengelberg,
de voorzitter van de vereeniging „Het Con
certgebouw" de heer Stips, de oud-direc
teur van het Rijksmuseum Jhr. van
Riemsdijk, bestuurders van de Vereeniging
„Caecillia" en tal van andere bekende per
sonen uit de muziek- en kunstwereld.
Toen de trein het station binnenkwam,
zette de muziek een fanfare in en toen Dr.
Mengelberg op het perron verscheen, steeg
er een luid gejuich op en drongen tal van
bekenden op hem toe om hem de hand te
drukken. Namens het bestuur van het
Concertgebouw werd hem een groote
krans aangeboden met een lint in de kleu
ren Oranje-blanje-bleu, dat als tekst de
woorden droeg „Quis non gauderet" („Wie
zou zich niet verheugen") terwijl voor het
I.C.A. Ir. J. A. Josephus Jitta en de heer
Ben van Vlijmen hem een krans overhan
digde namens het Comité voor Stadioncon
certen met linten in de Amsterdamsche en
Haagsche kleuren, symbool van het Con
certgebouw- en Residentie-orkest, die in
het Stadion zullen samenwerken.
Na voor de persfotografen te hebben ge
poseerd begaf de familie Mengelberg zich
naar de voor het station wachtende auto's,
waaromheen het publiek weldra zoodanig
opdrong, dat de politie slechts met moeite
ruimte kon maken. Met de muziek van het
Fanfarecorps voorop ging het door de Sar-
phatistraat naar het Amstelhotel waar
zich eveneens achter de politieafzetting
een groot aantal menschen had verzameld,
die den teruggekeerden kunstenaar op
nieuw luide toejuichten toen hij uit zijn
auto stapte. Dr. Mengelberg sprak eenige
woorden voor de microfoon en dankte ver
volgens de leden van het Amsterdamsche
Fanfarecorps in het bijzonder den dirigent
en de bestuurderen voor de bewezen atten
tie.
In de lounge van het Amstelhotel moest
Dr. Mengelberg tal van vrienden de hand
drukken, en wel zoo dikwijls dat hij er
tenslotte een pijnlijk gezicht bij begon te
trekken en Mevr. Mengelberg tusschen-
beide kwam en hem waarschuwde, geen
handen meer te geven omdat hij anders
de dirigeerstok niet meer zou kunnen han-
teeren.
o
WEEKBLADEN.
De „Haagsche Post" bevat artikelen
over „Moeilijkheid voor credietgevers",
„Barthou's beslissende politieke reis",
„Cab Calloway verovert Amsterdam",
„Duitschland's geheimzinnigste moord-
proces", „Het Nederlandsch op de Middel
bare School", „Hoe moeten wü ons klee-
den?", „Guglielmo Marconi 60 jaar".
Prof. mr. Josephus Jitta schrijft in „De
Groene Amsterdammer" over „Democra
tie in het bedrijfsleven" en over „Minister
Verschuur". R. van Ravenbeek bespreekt
.Londensche tentoonstellingen", dr. Jac.
P. Thijsse de „Natuurhistorische tentoon-
toonstelling". Constant v. Wessen schrijft
over het gastoptreden van de „Wiener
Sangerknaben". C. A. Klaasse wijdt eenl
beschouwing aan de komende schulden
onderhandelingen en Andras Latzko het
reisland Oostenrijk.
De Wereldkroniek opent met een foto
van den uietvinder Marconi, die 60 jaar
werd, met zijn echtgenoote. Voorts inte
ressante opnafTTn van de terug gevon
den citadel van het paleis van een neger
koning. Eduard Dux begint met een
artikelenserie over „Terreur en misdaad",
uit de voorgeschiedenis der Russische
revolutie.
o
NIEUWE UITGAVEN.
„Eerwaarde" door G. van NesUilkens.
(Uitg. van Holkema en Warendorf, Am
sterdam). Ing. f. 3.25. Geb. f. 3.90.
Mevrouw van NesUilkens is één van
die schrijfsters die in ons land een uitge
breide kring van waardeerende lezers en
lezeressen heeft. Haar nieuwe boek behan
delt de geschiedenis van den dorpsdominee
eerlijke, gezonde kerel, die een meisje uit
het dorp „Wietske" genaamd reeds op
jeugdigen leeftijd bij zich in huis neemt
om het kind niet bloot te stellen aan de
oneenigheden tusschen de ouders, waarvan
de man drinkt.
Het kleingeestige gedoe der dorpsbewo
ners, hun zielige bekrompenheid, achter
klap en kwaadsprekerij moeten de verhou
ding tusschen den goedwillenden sympa
thieken man en het aardige meiske, een
verhouding die langzamerhand tot iets
heel fijns en teers is uitgegroeid, wel be
derven.
Deze sfeer van kleinburgerlijkheid heeft
mevrouw Van NesUilkens wel weten te
treffen. Reeds bij den aanvang voelen wij
dat deze twee menschen genoodzaakt zul
len worden vanéén te gaan. Maar nog
beter is zij in haar natuurbeschrijvingen.
Dan weet zij ons met haar simpele taal en
zuivere gevoelens diep te ontroeren En
toch het geheel, het blijft wat vlak deze
roman op een oud gegeven....