75*te Jaargang ZATERDAG 14 APRIL 1934 No. 22719 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DER. ADVERTENTIEN: Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en 'Administratie 2500 Redactie 1507. Poatdièique^ en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PORTRETTEN VAN H.M. DE KONINGIN-MOEDER Officieele Kennisgevingen. Burgerlijke Stand v. Leiden STADSNIEUWS. Het voornaamste Nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD 30 piw. pér regel voor advertentiën uit Leiden en plaatsen Waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertentiën 35 Cts. per regel. Kleine advertentiën uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending ran brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Ots. PRIJS DEZE» COURANT.: Voor Lelden per 3 maanden 1.2.-36; per wee£ t. 0.18 Buiten Lelden, waar ^genten gevestigd 390, per week 0A Franco per post f. 2.35 if portokosten. Dit nummer bestaat uit VIER bladen EERSTE BLAD. Wij herinneren er nogmaals aan, dat nog slechts een zeer beperkt aantal portret ten van wijlen H.M. de Koning-Moeder beschikbaar is. De fraaie uitvoering wekt algemeene bewondering, terwijl de prijs - f. 0.20 (zonder lijst) en f. 1.45 (in mat- ëlveren lijst) voor niemand een be zwaar kan zijn om zich deze blijvende herinnering aan Koningin Emma aan te schaffen. In hun eigen belang raden wij onzen abonné's aan den aankoop niet langer uit te stellen. DE DIRECTIE. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien het verzoek van: a. het Sinclair Petroleum Company S. A. om vergunning tot het oprichten van een ondergrondsche bewaarplaats voor benzine met boven- grondsche aftapinrichting in en op de Voldersgracht, vóór het perceel Volders gracht No, 19, kadastraal bekend Ge meente Leiden, Sectie H No. 2747; b. de N.V. Meelfabriek „De Rijn", v/h Firma Wed. T. Bots om vergunning tot het op richten van een meelfabriek in het per ceel Utrechtsche Jaagpad No. 2, ka dastraal bekend Gemeente Leiden, Sectie M No. 2407; c. A. W. v. d. Poel, om ver gunning tot het oprichten van een rookerij en een inrichting voor het bewerken van vleeschwaren in het perceel Oude Rijn No. 64, kadastraal bekend Gemeente Leiden, 6ectie H No. 620; Gelet op de artikelen 6 en 7 der Hin derwet; Geven kennis aan het publiek, dat ge noemde verzoeken met de bijlagen op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd zijn; alsmede dat op Zaterdag, den 28en April 1934 des voormiddags te half elf uren in het perceel Breestraat 125 (Bureau van Gemeentewerken) gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen deze verzoe ken in te brengen, terwijl zij er de aan dacht op vestigen, dat. niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet voor het gemeente bestuur of een zijner leden zijn versche nen, ten einde hun bezwaren mondeling toe te lichten. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 14 April 1934. 9451 DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis, dat M. Sierat, te Leiden, een verzoek heeft inge diend ter bekoming van een tapvergun- ning (vergunning voor den verkoop van sterken drank in het klein, uitsluitend voor gebruik ter plaatse van verkoop) in het perceel Haarlemmerstraat no. 102, alhier. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRYEN, Secretaris. Leiden, 14 April 1934. 9450 Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis, dat zij, ten behoeve van den door de Vereeniging „Het Leidsch'e Dierenasyl" in den foyer van de Stadsgehoorzaal, alhier, te houden bazar, voor 17, 18, 19 en 20 April a.s. ont heffing hebben verleend van de verbods bepaling vervat in art. 2 sub b, van de Winkelsluitingswet 1930, S. 460. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN. Burgemeester. VAN STRIJEN. Secretaris. Leiden, 14 April 1934. 9449 GEBOREN: Arend, z. v. L. Nijenhuis en E. E v. Hof wegen Maartje, d. v. H. Heemskerk en W. J. Bouwmeester Jan, z. v. J. v. d. Bent en G. v. d. Plas Jan, z. v. P. L v. d. Walle en F. Aikens. ONDERTROUWD. J. N. Korswagen jm. 26 j. en-G. A. den Ambtman jd. 25 j. OVERLEDEN. DE LEERSTOEL VAN WIJLEN PROF. EEKHOF. Geen reden tot mopperen, zegt het Alg. Weekblad voor Christendom en Cultuur. In vele bladen heeft men ingezonden stukken kunnen lezen, waarin de schrij vers zich beklaagden, dat er te Leiden in de vacature van dl'. Eekhof niet iemand van dezelfde richting als de overledene is benoemd. Het was toch immers niet meer dan billijk dat deze richting ook weer eens een plaats verkreeg! Naar aanleiding van deze beschouwin gen merkt het Alg. Weekblad voor Chris tendom en Cultuur het volgende op: In het algemeen verdient het stellig aanbeveling, dat er bij het bezetten van de theologische leerstoelen aan onze Uni versiteiten eenigermate met de verschil lende theologische richtingen wordt gere kend. In de Protestantsche theologie zijn er nu eenmaal zeer uiteenloopende stroo mingen, en het kan ook voor de theolo gie zelf niet anders dan vruchtbaar zijn, wanneer iedere afzonderlijke richting zooveel mogelijk aan het woord komt. Men heeft er nu in dit verband op ge wezen, dat de benoemingen in de laatste jaren over het geheel genomen sterk in eenzelfde richting zijn gegaan, zoodat vertegenwoordigers van andere groepen moeilijk aan het woord konden komen. In deze opmerking schuilt een kiem van waarheid, maar men mag daarbij niet uit het oog verliezen, dat de jongere verte genwoordigers van laten wij nu maar zeg gen de Ethische richting over het geheel genomen veel meer dan die van andere groepen wetenschappelijk zijn blijven werken en momenteel over meer geschool de krachten beschikken. Het ligt voor de hand dat de keuze in de tegenwoordige periode daardoor lichter op iemand van de z.g. Ethische groep valt: Een tweede punt is dit. Het gevaar wordt zoo langzamerhand niet denkbeeldig, dat er vanwege de publieke opinie steeds krachtiger politieke pressie op de regee ring wordt uitgeoefend waar het geldt het benoemen van iemand van een bepaalde richting. Wie er wat meer van hoorden, weten wat er tegenwoordig in beweging wordt gebracht, als er iemand aan de beurt moet komen. Men let soms nauwe lijks nog op de vraag of iemand voldoen de deskundig is, maar roept in alle talen uit, dat er nu maar eens iemand van een bepaalde richting benoemd moet worden. Het gevolg is dat de Minister van Onder wijs een enkele maal eenvoudig bezwijkt en iemand aanwijst ,over wien de man nen van het vak zich, zwak uitgedrukt, een beetje verbazen. Bij de benoeming die er te Leiden is uit gebracht, is alles volstrekt zakelijk toe gegaan. Er was geen sprake van afkeer tegen de richting van dr. Eekhof, want een vertegenwoordiger van die richting stond als nummer twee op de voordracht. Waarom de Minister dezen dan niet be noemd heeft? Het antwoord laat zich met groote stelligheid raden. Door de deskun digen aan de Leidsche Universiteit was aan een ander dan den genoemde de voorkeur gegeven en de Minister heeft gemeend zich aan dit advies te moeten houden. Wie nummer één staat, heeft het meeste recht. De afloop van de vervulling der vaca ture Eekhof moet ten slotte met vreugde begroet worden, omdat de tegenwoordige Minister van Onderwijs zich aan de voor dracht heeft gehouden. Op dit punt zijn de Universitaire deskundigen in de laat ste jaren waarlijk niet verwend. De poli tiek met al hare slimmigheden gaf soms op centrale plaatsen een jammerlijken doorslag. Vooral in de theologische facul teit heeft de Minister van Onderwijs in vorige perioden soms een mate van in zicht getoond, waarover men zich bij een regeeringspersoon alleen maar kan ver wonderen. Laten wij dankbaar zyn dat wij thans een Minister van Onderwijs heb ben. die blijkbaar met de gdviezen der deskundigen wenscht te rekenen! o DE LEIDSCHE HOUT. P. C. E. v. d. Plas d., 1 m. C. v, Steijn Ohgeh. M. 64 j. Nogmaals de bescherming van het publiek ingeroepen. Een onzer lezers schrijft ons: Als men, zooals de schrijver dezer rege len, in alle jaargetijden, den Leidschen Hout bezoekt, valt het op, hoe spoedig de natuur, na den winter al weer begint te herleven. Nauwelijks is de vorst voor bij, of van enkele gewassen komen de nieuwe jonge spruiten al weer boven den grond. En is April gekomen, dan kan men weer volop genieten van de eerste voor jaarsbloemen, waaraan onze Hout zoo rijk is. Voor velen met mij, een jaarlijks weer- keerend genot. De Hout begint nu weer zoo mooi te worden, en ook de dieren, de zwanen, ganzen en eenden brengen er kleur en levendigheid bij en gaandeweg zullen de zangvogeltjes er meer komen nestelen. De lijster ziet men er al veel, zij is steeds een 'der eersten, die er haar nest bouwt en er 's avonds haar hoogste lied zingt; andere zangvogeltjes zullen wel volgen. Zij zullen gaandeweg de struiken bevolken en er 's avonds en 's morgens hun gejubel doen hooren en dan is het in onzen Hout. zooals Goethe het zoo mooi in enkele woorden schilderde, in zijn lied van den Mei: Es dringen Blüthen aus jedem Zweig, Und tausend Stimmen aus dem Gestrauch. In den loop van den winter, heeft het bestuur van den Hout, de tweede groote vijver laten graven, waardoor het geheele oorspronkleijke plan thans geheel vol tooid is. Ik betreur het altijd nog, dat men den Hout nog niet wat grooter gemaakt heeft en dat men er de voorkeur aan ge geven heeft, een gedeelte van het terrein te reserveeren voor sportterrein. Wat zou het niet een nog veel mooier geheel ge weest zijn, als ook dat terrein bij den Hout was getrokken. Dan was de opper vlakte nog bijna de helft grooter geweest. Voor sporterrein is het terrein niet zoo erg geschikt; het ligt erg laag en is daar door drassig en het zal daardoor veel geld kosten, het voor sportterrein geschikt te maken. Bovendien hebben velen die sport terreinen zoo vlak bij den Hout, nooit zoo heel gelukkig gevonden. Die sportbe oefenaars, zijn voor den rustigen wande laar dikwijls luidruchtig genoeg. Zou het niet beter zijn, die terreinen ook thans nog bij den Leidschen Hout te trekken? Er zijn ongetwijfeld veel werkloozen die blij zouden zijn, indien zij er van den winter werk konden vinden. De regeering is vermoedelijk wel genegen het werk in werkverschaffing te steunen en is het dan niet een bijzonder dankbaar object voor werkverschaffing. Wie een boom plant, aldus een oud volksgezegde bewijst een weldaad aan het nageslacht. Wat een groote weldaad zouden wij dan aan 't opkomend geslacht bewijzen, in dien wij den Hout met zulk een groot stuk gingen uitbreiden en daarbij dan te vens de werkloosheid zouden verminderen Toen ik laatst een der bestuursleden van onzen Hout tegenkwam, heb ik hem dit plan eens ontvouwd. Tot mijn genoe gen bemerkte ik dat hij het niet zoo ver werpelijk vond, doch hij wist niet hoe de Leidsche Hout dat zou moeten financie ren. De kas is vrijwel leeg, zei hij en het getal contribuanten vermindert ieder jaar Èlk jaar valt er een deel af en er komen bijna geen nieuwe voor in de plaats. Slechts heel zelden komt het voor. dat er nog eens een onverwachte bijdrage wordt gezonden. Zoo als onlangs, toen een oud-onderwijzeres ons een bedrag van f. 50 zond, speciaal voor bestrijding van de ratten, die een gevaar opleveren voor onze jonge watervogels in de vijvers. Een dergelijke bijdrage, die zoo sterk getuigt van zorg voor de gevederde bewoners van ons park, doet natuurlijk altijd heel aan genaam aan en wordt dan ook zeer op prijs gesteld. Het vormt zulk een gelukki ge tegenhanger met den notaris, die ten slotte zijn bijdrage van f. 1 introk, nadat hij den geld-ophaler eerst veie keeren terug had laten komen, omdat het beta len hem op dat oogenblik telkens niet convenieerde en met den professor, die op dezelfde wijze zijn bijdrage van f. 2 niet meer wilde voldoen. De inkomsten van den Hout, nemen zoodoende af en de kos ten van onderhoud en toezicht nemen toe, want het getal der bezoekers wordt ieder jaar grooter. Dit mag op zichzelf tot tevredenheid stemmen, want het is een bewijs, dat de Hout steeds meer beant woordt aan zijn bestemming van volks park, dus om de bevolking der stad te doen genieten van een mooi stukje na tuur. Het minder prettige is echter, dat bij dit groeiend aantal bezoekers, ook het getal van hen, die beter deden er niet te komen, toeneemt. Er zijn er zoo veel die niet begrijpen, dat men dient mee te werken om het park netjes te houden. Bijna overal staan pa piermanden, doch maar weinigen nemen de moeite hun papier en andere rommel, in de daarvoor bestemde manden te wer pen. Liever ontsieren zij het park met hun rommel en afval en dwingen zij het personeel hun tijd en moeite te geven om het weer op te ruimen. In de dagen van Paaschvacantie, liepen, ondanks politie toezicht, heele drommen kinderen dwars door de beplanting en vernielden er het houtgewas en de veldbloemen. Een dame, of wat daar voor door wilde gaan, kwam met een mes en een handtasch gewapend, in den Hout en stak er crocussen uit den grond, die dan in de tasch verdwenen. Papiermanden die met ijzeren stangen bevestigd zitten, werden door opgeschoten jongens met geweld losgerukt en ver nield. Aanwijsborden omgetrokken en de houten stijlen gebroken. Van de publieke drinkwaterleiding, werd zelfs de afsluiter afgesloopt. Van broedende watervogels werden de nesten verstoord en de dieren gekweld, om nog maar niet te spreken van het voortdurend loopen buiten de pa den, waardoor de grasbanden geheel ver trapt worden en soortgelijke ongerechtig heden. Op deze wijze zal het verleenen van vrijen toegang voor iedereen, spoedig een onmogelijkheid blijken te zijn. Ik merkte dan ook wel, dat het bestuur thans ernstig overweegt om den Hout weer af te sluiten en alleen hen, die in het bezit van een toegangskaart zijn, ge legenheid tot wandelen te geven. Mis schien dat voorloopig zou kunnen worden volstaan, kinderen slechts onder toezicht der ouders toegang te verleenen en het park alleen 's avonds te sluiten. Het is wel erg jammer, dat de huidige onbe perkte vrijheid tot wandelen niet zal kun nen worden bestendigd, doch het bestuur zal toch wel het een of ander dienen te doen, want het kan toch bezwaarlijk toe laten, dat op baldadige wijze de schen dende hand aan ons mooie park wordt geslagen en het genoegen voor zoovelen zou worden bedorven. ACADEMISCHE EXAMENS. Geslaagd voor het artsexamen 1ste deel mej. C. C. Bontebal (Rijswijk) en de heer F. J. Parlevliet (Noordwijk-aan-Zee)be vorderd is tot arts de heer J. P. van der Kam (Den Haag). REM. GEREF. GEMEENTE. Ds. Spanjaard beroepen. Bij de Remonstrantsch Gereformeerde Gemeente alhier is beroepen ds. S. H. Spanjaard te Vlaardingen. UITREIKING VAN MOBILISATIEKRUISEN. Aan 140 personen. Gisteravond werd in de Stadsgehoor zaal een feestavond gehouden ter gele genheid van de uitreiking van mobilisa- tiekruisen door den Nat. Bond „Het Mo- bilisatiekruis". Onder de vele aanwezigen bevond zich een groot aantal militaire autoriteiten. De voorzitter, de heer D. ten Cate Brou wer, heette allen namens den Nat. Bond „Het Mobilisatiekruis" hartelijk welkom, waarna door een minuut stilte de persoon van H. M. de Koningin Moeder werd her dacht. In zijn openingswoord zette de heer Ten Cate Brouwer uiteen hoe men, bijna twin tig jaar na het uitbreken van den oorlog, er toe gekomen is om ook in Leiden een afdeeling op te richten van den Nat. Bond „Het Mobilisatiekruis". Als doel stelt „Het Mobilisatiekruis" zich versterking van de liefde tot het Vaderland, verleven diging van gezonden Nationaliteitszin, de eenheid en saamhoorigheid van alle Ne derlanders en niet in 't minst steun aan noodlijdende kameraden. De bond, die zich geen militairisme dat tot oorlog zou voeren voor oogen gesteld heeft, wil niets liever dan arbeiden aan de nationale welvaart van ons Vaderland. Als trouwe onderdanen wenschen haar leden goede wachters te zijn rond den troon van Oranje. Wü willen Nederland houden vrij en onafhankelijk! Wij heb ben ons hart en hand aan Vorstenhuis en Vaderland verpand! Met een „leve de Koningin en heil het Vaderland", eindigde spr. zijn met geest drift uitgesproken toespraak. Met een driewerf hoera reageerden de aanwezigen op deze rede. Vol enthousiasme werden hierna twee coupletten van het Wilhelmus gezongen. Mej. G. Versteeg, geen onbekende in Leiden, bracht door haar vertolking van „Een Koningsvrouwe", de persoon van wijlen Koningin Emma nog even op den voorgrond. Als tweede echt-Hollandsch lied zong zij nog „Van de Noordzee" van Hullebroek. De Krontjong-band „Eurazia", gaf hier na Krontjong-muziek. hetgeen zoo zeer insloeg, dat nog een extra nummer gege ven moest worden. Een verrassing was het, dat de bekende Veluwsche bard Jan van Riemsdijk zijn gezelschap had medegebracht. Een gees tig en amusant programma werd door hen afgewerkt. Na de pauze reikte luit. maj. b. d. Co- lette, in de plaats van lult. gen. N.I.L. b.d. K. F. E. Gerth van Wijk de voorzitter van den Nat. Bond „Het Mobilisatiekruis" die wegens ongesteldheid verhinderd was, dit te doen, de bronzen mobilisatiekruisen aan 140 hiervoor in aanmerking komende personen uit. Na vooraf de hartelijke groeten overge bracht te hebben van luit. gen. Gerth van Wijk, wees spr. er met nadruk op, dat de mannen van het Mobilisatiekruis een Vre- desbond vormen. Wij staan hier niet naast het kanon en zijn ongewapend, maar bereid op het eerste sein de wapens weer te aanvaarden. Voorts verhaalde spr. nog 't een en an der van den mobilisatietijd, hierbij in 't licht stellende, dat de gemobiliseerden toentertijd heldendaden hebben verricht. Als bijzonderheid willen wij nog melden dat aan vier broers tegelijk, de heeren Breda het mobilisatiekruis werd uitge reikt. Ds. E. L. Nauta, legerpredikant, reikte vervolgens met een geestig speechje de witte mobilisatiekruisen, die slechts spaar zaam worden uitgereikt en de erkentelijk heid voor de gemobiliseerden uitdrukken, uit aan den heer Breebaart, bestuurslid van het Chr. Mil. Tehuis, ds. H. Thomas en den heer en mevrouw Joosten. huis vader en -moeder van het Chr. Mil Te huis. Na deze uitreiking, die nogal veel tijd in beslag nam, traden achtereenvol gens nog op de heer J. C. Burgersdijk, die met zijn goochelen de aanwezigen enkele oogenbllkken van waar genoegen gaf, mej. Gr. Versteeg en het Veluwsche ge zelschap. Met het zingen van het Wilhelmus en een driewerf hoera op de Koningin werd deze enthousiaste bijeenkomst gesloten. Vermelden wij nog dat een strijkje op- der leiding van den heer Plu, eveneens medewerking verleende. SCHENKING. De minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen maakt bekend, dat de heer en mevrouw Rutgers van der Loeff, gebo ren Greven, aan de bibliotheek der rijks universiteit alhier ten geschenke hebben gegeven een groote verzameling boeken, welke het resteerende gedeelte vormt van de boekerij van wijlen hun vader prof, mr. H. B. Greven. Onder deze boeken be vinden zich vele belangrijke werken, die verschillende lacunes aanvullen of be staande collecties uitbreiden of meer vol ledig maken. De regeering heeft met erkentelijkheid dit waardevolle geschenk aanvaard en den schenkers haar dank betuigd. BINNENLAND. Benoeming te wachten van mr. dr. Bosch Ridder van Rosenthal, burgemeester van Den Haag, tot Commissaris der Konin gin in Utrecht. (Laatste Berichten, le Bi.). Critiek op het rapport Idenburg; ver gadering van de Vereeniging ter beoefe ning van de Krijgswetenschap. (Binnen land, 3e Blad). De ziekte van Weil; de minister vraagt opnieuw voorzorgsmaatregelen te treffen. (Binnenland, 3e Blad). Wordt de opleiding van militaire vliegers van Soesterberg overgebracht naar de Nationale Luchtvaartschool? (Binnenland, 3e Blad). Het middelbaar en voorbereidend onder wijs; de minister over de nieuwe splitsings- normen voor de parallel-klassen. (Kerk en School, 3e Blad). De officieren der Zeven Provinciën voor den Krijgsraad. (Laatste Berichten, le BI.), BUITENLAND. Alarmeerende berichten over Duitsche bewapening en plannen met tegenspraak. (Buitenl., le Blad). Nieuwe poging tot verzoening in de Evang. Luthersche Kerk. (Buitenl. le BI.), Insull op weg naar Amerika. (Buitenl., le Blad). De zeeliedenstaking in Denemarken on wettig verklaard. (Buitenl. en Tel., le BI.), DE PSYCHO-ANALYSE, TOEGEPAST OP DE CULTUURGESCHIEDENIS. Referaat dr. G. L Geers. In de gisteravond gehouden maande- Üjksche vergadering van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde alhier heeft dr. G. I. Geers een referaat gehou den over „De Psycho-analyse, toegepast op de cultuurgeschiedenis". Spr. begint met er op te wijzen, dat onze tijd vele dingen doorzien heeft, voor dat we ze werkelijk gezien hebben. Vaak is dit, vooral bij geestelijke zaken, zooals de psycho-analyse, een angst voor ver dieping en diepten, een „weerstand"; men heeft vaak de psycho-analyse zoo snel, met dichte oogen geslikt om er zich verder niet meer mee te behoeven bezig te hou den. Dit is jammeh, want juist de psycho analyse kan ons veel leeren op het voor onzen tijd belangrijkste gebied; de mensch en zijn samenleving. Spr. noemt de ethno- psychologie en het werk van Malinowski, de politiek in de sexueele economie (b.v. W. Reich, Massenpsychologie des Faschis- mus 1933) pacifisme en het werk van mr. H. Giltay „Sociaalcultureele vernieuwing en psycho-analyse" (1933) en van Edward Glover „War, Sadism and Pacifism" (1933) en tenslotte de litteratuurwetenschap (W. Muschg „Psycho-analyse und Literatur- wlssenschaft (1930). Door zulke voorbereidingen gesteund hoopte hij ook een cultuur-historisch tijd perk, dat van den Spaanschen Gouden Eeuw, te kunnen interpreteeren van psycho-analytisch standpunt. Hij meent het Spaansche volk van pl.m. 1600 te kun nen beschouwen als een horde met een leider zooals beschreven door Freud (Mas- sen-psychologie und Ich-Analyse) en ge kenmerkt door regressief infantilisme. Deze horde werd bijeengehouden door de leuze Dios-Patria-Rey (God-Vaderland- Koning), door uitstooting van Joden, Moo- ren en dissenters, door den eisch van limpieza de sangre (een soort voorlooper van den Ariër-Faragraph) enz. Vanuit dit regressief infantilisme en de sterke terug dringing van het sexueele verklaart spr. dan de massale viering van den H. Sa cramentsdag, de enorme beteekenis van het tooneel (Lope de Vega, etc.), de popu lariteit van het platonisme, den angst voor het naakt, de homosexualiteit, de Don Juan-figuur. de onbevlekte Ontvangenis- vereenng, de melancholie (Cervantes), den angst voor de fantasie, de jaloerschheid, de eer, het sadisme dat zich in het lever» in de letteren (b.v. Quevedo) en in de beeldende kunsten uit. De verkiezing van twee leden der biblio theek-commissie in de vacatures mej. F. de Meyier en drs. R. van der Meulen werd aangehouden tot een volgende vergade ring. o HANDELSREGISTER KAMER VAN KOOPHANDEL. Wijzigingen: J. Bayer, Rapenburg 91, Leiden poelier. Uittredend eigenaar J. Bayer, Leiden, dd. 1 Juni 1933. Nieuwe eigenaar L. Bayer, Leiden. David le Feber, Utrechtsche Veer 27, Leiden; handel In electro-medische appa raten en apparaten voor radium-therapie. De winkel is opgeheven. Uitgeoefend be drijf thans: electro-medische techniek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 1