75sle Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 11 April 1934
Derde Blad
No. 22716
BINNENLAND.
KERK- EN SCH00LNIEUWS.
WAT KOST ONS
LAGER ONDERWIJS?
Steunt met Uw gaven
het Leidsch Crisis-Comité,
CREDIETVERLEENING AAN
DEN MIDDENSTAND.
nadere toelichting betreffende
de uitvoering gevraagd.
Wordt de Middenstandsbank
ingeschakeld?
Aan het voorloopig verslag der Tweede
Kamer over het betreffende wetsontwerp
wordt het volgende ontleend:
Door zeer vele leden werd de indiening
van dit wetsontwerp toegejuicht, al be
treurden zij, dat het niet eerder is inge
diend.
Enkele andere leden oordeelden, dat 't
wetsontwerp, dat slechts door middel van
credietverleening den middenstand steun
wil bieden, de kern van het middenstands
probleem niet raakt. De handeldrijvende
middenstand is veel te uitgebreid en drukt
daardoor als een looden last op de samen
leving. In plaats van te trachten het
groote aantal winkeliers zooveel mogelijk
op de been te houden, zou naar hun oor
deel gestreefd moeten worden naar een
andere ordening in het maatschappelijk
leven, waarbij aan vele overbodige mid
denstanders een andere en betere plaats
in het productieproces en in de distributie
gegeven werd. Dit voorstel wijst h.i. dan
ook in een verkeerde richting! Langs dezen
weg kan geen werkelijke hulp verschaft
jvorden.
De eerstbedoelde leden stelden tegen
over deze bezwaren, dat de middenstand
dringend behoefte heeft aan steun, en dat
daarom ook deze bescheiden poging lot
hulpverleening moet worden toegejuicht.
Men kan niet zeggen, dat bedrijven, welke
thans in liquiditeitsmoeilijkheden verkee-
ren, doch overigens een gezonde basis
hebben, overbodig zijn; integendeel, hun
instandhouding is een nationaal belang.
Intusschen was het verscheidenen leden
Diet geheel duidelijk, welke uitvoering aan
het wetsontwerp gegeven zal worden. Deze
leden betreurden, dat de toelichting zoo
sober is. Hoe moet men zich nu de wer
king van het te verleenen crediet voor
stellen? Is het de bedoeling uitsluitend
verliezen te dekken, of wil de regeering in
het algemeen het middenstandscrediet
vergrooten? Komt voor 's rijks kas de
credietverleening niet neer op een vorm
van subsidieverleening?
Hoe is de regeering gekomen, zoo vroe
gen deze leden verder, tot een bedrag van
f.2 millioen? Daaraan moet ongetwijfeld
een becijfering ten grondslag liggen. Kan
het de bedoeling zijn, dat de te verleenen
credieten aan de middenstandsbedrijven
dat bedrag, als garantie gezien, eenige
malen te boven zullen gaan? Bij borgstel
lingfondsen kent men het ervaringscijfer
dat maximaal het vijfvoud van het waar
borgkapitaal wordt uitgeleend. Is dat ook
hier de bedoeling?
Wat is de reden, dat een memoriepost
is uitgetrokken en niet een post van f. 2
millioen, welke niet geheel zou behoeven
te worden besteed? Het zou dan wellicht
doeltreffender zijn, zoo meenden sommige
leden, f. 2 millioen uit te trekken voor het
doen van een storting in een op te richten
waarborgfonds. De leiding van zulk een
fonds zou dan bij de Nederlandsche Mid
denstandsbank kunnen berusten, terwijl
credieten zouden kunnen worden verleend
volgens door het bestuur van zulk een
fonds te stellen algemeene regelen. Daar
bij zou men er rekening mee kunnen
houden, dat in die richting reeds gewerkt
wordt, o.a. door gemeentelijke borgstel-
lir.gfondsen: samenwerking zou allicht tot
ruimere hulp kunnen leiden.
Mocht het echter de bedoeling zijn, dat
in het geheel voor niet meer dan een
bedrag van f. 2 millioen aan midden
standsbedrijven crediet zal worden ver
leend dan vreesden sommige leden, dat
deze hulp involdoende zal zijn. Meent de
legeering. dat dit bedrag toereikend is om
in de behoefte te voorzien, of kan zij niet
meer beschikbaar stellen? Voorts rijst de
vraag, of dit bedrag voor 1934 wordt aan
gevraagd met de bedoeling, dat het alleen
voor dit jaar zal dienen, zoodat ook in 1935
een soortgelijk crediet zal worden ge
vraagd, dan wel of met dit bedrag voor de
eerstvolgende jaren zal moeten worden
volstaan.
Een aantal leden zag in dit wetsontwerp
meer een hulpverleening aan de Midden
standsbank, welke zich blijkbaar in een
moeilijke positie bevindt of daarin zal
komen te verkeeren ten gevolge van de
liquiditeitsmoeilijkheden van vele midden
standsbedrijven, dan een steunen van die
middenstandsbedrijven zelf. Zij vroegen
zich af, of dit wetsontwerp inderdaad ten
goede zal komen aan den middenstand in
zijn geheel, en zij verwachtten voorshands
van het ontwerp weinig nut. De midden
stand, aldus deze leden, verwacht van dit
ontwerp veel, hij zal daarin echter zeer
teleurgesteld worden.
Verscheiden leden zouden gaarne van
de regeering vernemen, of het verleenen
van credieten uitsluitend zal geschieden
door tusschenkomst van de Nederlandsche
Middenstandsbank. Dit zouden zij zeer be
treuren. Het zou h.i. beter zijn, indien de
credieten door middel van plaatselijke
bekende bankinstellingen werden ver
strekt.
Andere leden merkten op, dat het voor
de hand ligt, dat de regeering bij de be
oogde credietverstrekking gebruik maakt
van de Ned. Middenstandsbank, welke ais
centrale instelling daartoe het aangewezen
hchaam is. Centraliseering van de cre
dietverstrekking achtten zij gewenseht ter
vermijding van willekeur. Bovendien zullen
zich bij de voorgenomen credietverstrek-
kmg waarschijnlijk allerlei problemen
voordoen, welke het best zullen kunnen
worden opgelost door de Middenstands
bank Daarbij komt nog, dat deze instel
ling de eenige van dien aard is, op welker
gestie ook de regeering invloed kan uit
oefenen, terwijl de Nederlandsche Bank
daarop scherp toeziet.
Pf omschrijving van het voorgesteldfe
artikel 36a deed bij verscheiden leden nog
andere vragen rijzen. Wat wordt bedoeld
„volwaardige bedrijven?" Men ves
tigde de aandacht op de moeilijkheden van
oif-imiddenstandsbedrijven in land
en tuinbouwstreken, welke overeenkomstig
i k gebruik vaak vrij belangrijke
ï,,f ie hebben verleend aan land- en
ïï"jo0™ers. In normale omstandigheden
riv„ 3i teruSbetaling daarvan plaats, zoo-
ma üe producten zijn geoogst en verkocht..
rfV,„y. aI?d met de Iage prijzen der pro-
hunnen deze debiteuren thans
?n schulden aan den midden-
d met of slechts ten deele voldoen.
Zouden nu middenstandsbedrijven, welke
in dergelijke omstandigheden verkeeren,
niet als volwaardig worden beschouwd, dan
zouden tal van middenstanders, die ten
gevolge van de crisis en buiten hun schuld
in moeilijkheden geraakt zijn, van hulp
verleening worden uitgesloten. Men drong
er op aan, met de belangen van deze cate
gorie rekening te houden.
Enkele leden knoopten hier nog deze
vraag aan vast, of onder middenstandsbe
drijven ook zullen vallen de bedrijven van
aannemers. Zij wezen er op, dat 't bouw
bedrijf in dezen tijd zeer moeilijk crediet
kan verkrijgen; de Haagsche gemeentelijke
hypotheekbank bijv. wordt als het ware
bestormd. Goede borgen ontbreken Deze
leden zouden het zeer ongewenscht achten,
indien deze belangrijke categorie niet werd
uitgesloten.
vraaggesprek met den
japanschen gezant.
De moeilijkheden in de handels
betrekkingen met Nederland.
De nieuwe Japansche gezant, de heer
Taketomi, heeft aan het Ned. Corr. Bur.
een interview toegestaan, waarin hij zijn
meening over verschillende actueele
kwesties heeft gezegd.
De heer Taketomi is voor de eerste maal
in ons land. Gedurende den wereldoorlog
was hij werkzaam in Parijs, maar de om
standigheden veroorloofden hem toen niet
andere landen van Europa te bezoeken.
Het grootste deel van zijn diplomatieke
loopbaan heeft hij doorgebracht in
Washington en in San Francisco, waar hij
als legatie-secretaris en consul-generaal
en later als zaakgelastigde voor zijn regee
ring optrad. Ook was hij vele jaren ver
bonden aan het Ministerie van Buitenl.
Zaken te Tokio, o.m. als chef van het
bureau voor de Handelsverdragen.
In de eerste plaats gaf de gezant zijn
meening over de positie van Japan ten
opzichte van China. Hij verklaarde, dat de
politiek van Japan een politiek van ver
zoening en vrede met China zal zijn. De
verhoudingen in Mantsjoekwo zijn nu ge
stabiliseerd. Japan heeft er orde en rust
gebracht en de vooruitzichten voor dit
land zijn goed. De Japansche politiek heeft
hier ongetwijfeld een succes behaald, aldus
spreker.
De eenige kwestie, welke in Oost-Azië
op dit oogenblik nog hangende is, is die
betreffende den Oost-Siberischen spoor
weg. Echter heeft minister Hirota ook
hier een politiek van verzoening aange
kondigd en de gezant is overtuigd, dat
deze aangelegenheid met Sovjet-Rusland
binnenkort geregeld zal worden.
In het algemeen gesproken, zeide de ge
zant, is het eenige doel van onze expansie
van commercieelen aard. Wij wenschen
geen politieke of territoriale expansie,
waar dan ook.
Wat betreft de handelsrelaties tusschen
Japan en Nederlandsch-Indië deelde de.
gezant mede, dat hij zich in verbinding
heeft gesteld met den minister van Bui-
tenlandsche zaken om den datum van de
Handelsconferentie te Batavia vast te
stellen.
Naar de opvattingen in Japan omtrent
het Nederlandsche standpunt inzake de
contingenteering van den invoer van ver
schillende artikelen gevraagd, zeide de
heer Taketomi, dat deze kwestie natuur
lijk voor Japan zeer onaangenaam is. Maar
wij verstaan de houding der Nederland
sche regeering volkomen en wij realisee-
ren ons, dat de genomen maatregelen on
vermijdelijk waren. Ook wij zijn door
drongen van de noodzakelijkheid om naar
een compromis te zoeken, een compromis,
waarbij de wederzijdsche belangen zoo
weinig mogelijk geschaad worden. Het
spreekt vanzelf, dat wij in Japan alles
doen om onzen uitvoer te stimuleeren,
maar wij trachten tevens rekening te hou
den met de situaties in het andere land.
Daarom moeten wij straks als goede
vrienden om één tafel gaan zitten. Wij,
Japanners, zullen ons moeten weerhou
den: Wij moeten niet zoo egoïstisch zijn,
en gij, Nederlanders, zult ook moeten
zeggen: Wij willen geen egoïstische mo
tieven den doorslag laten geven. Het zal
een politiek moeten worden van geven en
nemen, een politek van wederkeerigheid.
Van beide kanten zullen de kaarten op
tafel gelegd moeten worden en eerst dan
kan men vruchtbaar onderhandelen.
CRISIS-POSTZEGELS.
Uitgifte van 30 April tot 31 Juli.
Zooals bekend, zal binnenkort een twee
tal bijzondere frankeerzegels met toe
slag worden uitgegeven, waarvan de ex
tra-opbrengst ten bate komt van het Na
tionaal Crisis-comité.
De zegels zullen gedurende het tijdvak
van 30 April tot en met 31 Juli a.s. ver
krijgbaar zijn met een frankeerwaarde
van resp. 5 en 6 cent, terwijl de toeslag
is bepaald op resp. 4 en 5 cent. De geldig
heidsduur ook voor het internationaal
verkeer eindigt 31 Mei 1935.
De zegels dragen de beeltenis resp. van
H. M. de Koningin, Beschermvrouwe en
van H. K. H. Prinses Juliana, eere-voor-
zitster van het Nationaal Crisis-Comité.
De gravures zijn verva: digd door H.
Seegers te Haarlem, naar teekeningen
van Fokko Mees en P. W. van Baarsel.
De zegels zijn van hetzelfde formaat
als de Prins van Oranje-zegels; het 5-
centzegel is uitgevoerd in blauwe kleur,
dat van 6 cent in paars.
PRINS HENDRIK.
Z. K. H. Prins Hendrik heeft naar Reu
ter meldt, Maandag een bezoek gebracht
aan de Groothertogin van Luxemburg en
is gisteren naar Den Haag teruggekeerd.
GEDENKTEEKEN WIJLEN KONINGIN
EMMA.
Op initiatief van de Permanente Oranje
Commissie vond ten gemeentehuize van
Baarn de installatie plaats van de Com
missie tot Oprichting van een Gedenk-
teeken te Baarn voor wijlen H.M. de
Koningin-Moeder. Tot voorzitter van ge
noemde commissie werd gekozen dr. P. C.
Astro, voorzitter van de Permanente
Oranje Commissie De werkzaamheden van
de Commissie zullen zich niet alleen be
perken tot Baarn. doch ook daar buiten.
Iedereen zal de gelegenheid geboden wor
den mede te werken aan de tot-stand-
koming van het beoogde doei.
STEUN AAN HET DRENTSCHE
VEENBEDRIJF.
TURF WORDT AANGEWEZEN ALS
CRISISPRODUCT.
Maatregelen voor werkverruiming.
Naar wij vernemen, heeft de Minister
van Economische Zaken bij de Centrale
Commissie, bedoeld in artikel 27 der Land
bouw Crisiswet 1933, aanhangig gemaakt
een ontwerp Crlsis-Fabrieksturfbesluit
1934 1, waarbij, nadat turf ingevolge de
bepalingen der Landbouw-Crislswet 1933
zal zijn aangewezen als crisisproduct,
maatregelen zullen worden getroffen ten
behoeve van het veenbednjf.
De te nemen maatregelen zullen uit
sluitend betrekking hebben op de hand
gestoken fabrleksturf, welke in de provin
ciën Groningen, Drenthe en Overijssel
wordt geproduceerd. Het graven, droog
maken en scheepsladen van deze turf zal
slechts toegestaan zijn aan aangeslotenen
bij een op te richten crisis-organisatie,
terwijl slechts een door den Minister van
Economische Zaken te bepalen hoeveel
heid turf zal mogen worden geproduceerd
Deze hoeveelheid zal verdeeld worden
over de bij de hiervoren vermelde crisis
organisatie aangeslotenen, die 80 pCt. zul
len mogen produceeren van de gemiddel
de hoeveelheid, welke door hen in de ja
ren 1929, 1930 en 1931 ls geproduceerd.
Afwijking hiervan is mogelijk voor dege
nen, die in deze jaren geen turf hebben
gegraven; ook voor deze categorie is de
mogelijkheid geopend een bepaalde hoe
veelheid toegewezen te krijgen.
De maatregelen worden mede dienst
baar gemaakt aan de werkverruiming. In
verband hiermede zijn de aangeslotenen
verplicht de hun toegewezen hoeveelhe
den te produceeren, terwijl zij hun ar
beiders zullen moeten betrekken over de
arbeidsbeurzen en deze arbeiders een door
den Minister van Economische Zaken te
bepalen loon moeten betalen. Verder zal
door ieder der aangeslotenen voor het
produceeren van fabrleksturf een gering
bedrag aan de hiervoren bedoelde crisis
organisatie moeten worden betaald als
contributie.
De steunmaatregelen zullen betaald
worden door het Departement van Sociale
Zaken, dat de benoodigde gelden hier
voor in het Landbouw Crisisfonds zal
storten.
Deze steunmaatregelen zijn als volgt:
De vervener ontvangt een toeslag van
f.25 per dag werk in 1934 gegraven fa
brleksturf, dat door fabrieken wordt ver
bruikt.
Deze toeslag zal eerst worden uitbe
taald nadat de aflevering bij de fabriek
heeft plaats gehad
Op fabriekstuif afgeleverd voor ander
gebruik dan in fabrieken wordt geen toe
slag gegeven.
Fabrieksturf gegraven in de campagne
1933 en vorige jaren valt geheel buiten
deze regeling. De crisis-organisatie kan
ook geen maatregelen nemen om den af
zet van deze turf te regelen.
Voorgeschreven zal worden de collec
tieve arbeidscontracten, die in de cam
pagne 1933 golden voor de campagne 1934
te verlengen.
De crisis-organisatie, belast met de uit
voering van deze maatregelen, is de „Ne
derlandsche Turf-Céntrale".
Het bureau waar verveners een inschrij
vingsbiljet kunnen aanvragen is gevestigd
in het kantoor der Inspectie van de steun
verleening in Drenthe te Gieten.
Nadere maatregelen om te komen tot
een meer economische productie in het
veenbedrijf zijn krachtens de Landbouw-
Crisiswet in voorbereiding.
VEREENIGING ALCOHOLBESTRIJDING
BIJ SNELVERKEER.
Onder presidium van Ir. F. A. Brandt
van Zeist kwam de Ver. voor Alcoholbe-
strijding bij Snelverkeer gisteren te
Utrecht in jaarlijksche algemeene verga
dering bijeen.
De jaarverslagen van secretaris en pen
ningmeester werden goedgekeurd evenals
de begrooting voor 1934.
De aftredende bestuursleden, de heeren
C. de Jong te St. Pancras en H. Ploeg Jr.
te Utrecht, werden herkozen.
Als nieuwe propagandamiddelen zullen'n
transparant, een geïllustreerde brochure
en emaille-borden worden in omloop ge
bracht.
o
DE NIEUWE MOEKDIJKBRUG.
Verwacht wordt dat begin 1937 de geheele
brug gereed is.
De Msb. meldt: Met den bouw van de
brug over het Hollandsch Diep bij Moer
dijk, waarom al zoo lang is geroepen, zal
nu spoedig een aanvang worden gemaakt.
Op Dinsdag 17 April a.s. zal aan het ge
bouw van den directeur-generaal van den
Rijkswaterstaat te Den Haag de aanbe
steding plaats hebben van den onderbouw
van dit groote werk.
De brug over den Moerdijk wordt de
langste brug in het complex rivierover
gangen, welke straks Noord en Zuid voor
het gewone verkeer met elkaar verbinden
zullen. Zij zal worden geschraagd door 9
kolosale pijlers, die elk, hart op hart ge
meten, 102 meter uit elkaar liggen, terwijl
de afstand van de beide buitenste pijlers
tot de Noordelijke en Zuidelijke landhoof-
den elk 101 meter bedraagt. De lengte van
de brug van landhoofd tot landhoofd
wordt dus 8 x 102 meter 2 x 101 meter
1018 meter.
De onderkant van de brug komt op on
geveer 13 meter N.A.P. te liggen, want
bij de landhoofden moet het zand plaatse
lijk tot dat peil worden opgehoogd, terwijl
ook de koppen van de pijlers tot die hoog
te moeten reiken.
De peilers worden elk op zich zelf kolos
sale bouwwerken, gefundeerd op palen in
gewapend beton, omgeven door een onder
water gestorten koek van beton, die weer
omsloten wordt door een ijzeren dam-
wand.
Op deze massale fundamenten worden
de pijlers, die boven water 22 meter breed
en 12.80 meter dik zijn, opgetrokken.
Over den op den Zuidelijken rivierdijk
gelegen weg wordt een viaduct gebouwd.
De lengte-as van de nieuwe overbrug
ging komt op ongeveer 600 meter stroom
afwaarts van de bestaande spoorbrug te
liggen.
PREDIKBEURTEN.
VOOR DONDERDAG 12 APRIL.
LEIDEN.
Geref. Gem. (N. Rijn)Nam. 8 uur, ds.
P. Honkoop van Den Haag.
ALPHEN AAN DEN RIJN.
Chr. Geref. Kerk: Nam. halfacht, ds.
Groen, van Rotterdam.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Batenburg-Niftrik J. J.
Plantsoen, cand. te Kortgene. Te Lettel-
bert-Enumatil J. A. Tammers te Parrega.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Palembang (O.-I.) G.
Zeyl te De Glind (U.)
REMONSTR. BROEDERSCHAP.
Aangenomen: Naar Rotterdam (3e
pred.pl.) J. F. van Roijen, cand. en hulp-
pred. aldaar.
STAND DER FINANCIEN.
Het Zendingsbureau te Oegstgeest
(postrekening No. 6074) vraagt ons plaats
voor het volgende.
Voor zoover is te overzien zijn de in
komsten in de maand Maart ongeveer
f. 50.000.geweest. Dat is dus de beste
maand van de drie, die er verloopen zijn.
Het bedrag is ook iets hooger dan dat van
Maart 1933, maar toen was het zéér laag
Wij zijn dus niet ontevreden, maar dank
baar.
En tochde achterstand is weer met
f 30.000— aangegroeid. En van de
f. 240.000.—, het eerste kwartaal noodig,
is er ongeveer f. 105.000.ingekomen, dus
nog niet de helft. Wij behoeven daar niets
bij te voegen. Wij hopen, dat in de nieuw
begonnen maand ieder het zijne zal doen
om den achterstand te verkleinen.
Het Zendingsbureau heeft postrekening
No. 6074.
Het geheele werk van den onderbouw,
dat a.s. Dinsdag wordt aanbesteed, zal in
750 dagen gereed moeten zijn. Ook voor
verschillende onderdeden van het werk
zijn termijnen gesteld waarbinnen ze moe
ten worden opgebouwd. Zoo moeten de
grondwerken aan den Zuidelijken rivier
oever uiterlijk 100 dagen de 3 meest Zuide.
lijk gelegen pijlers en het Zuidelijke land
hoofd uiterlijk 250 dagen, de drie mid
delste pijlers uiterlijk 380 dagen, de 3
Noordelijke pijlers en het Noordelijk land
hoofd uiterlijk 360 dagen en het viaduct
op den Zuidelijken oever uiterlijk 480
dagen na den aanvang van het werk ge
reed zijn! Dit wijst er op, dat reeds tijdens
den onderbouw met den bovenbouw een
aanvang zal worden gemaakt, zoodat,
wanneer de onderbouw na ruim twee jaar
gereed is, ook de bovenbouw reeds een
flink eind zal zijn gevorderd.
Verwacht wordt dat nog dezen zomer
met het werk begonnen wordt, zoodat dit
in den zomer van 1938 de brug zal worden
opgeleverd Rekent men dan nog een
maand of zes om ook den bovenbouw te
voltooien, dan zal de nieuwe Moerdijk-
brug in het voorjaar van 1937 kunnen
worden geopend en In gebruik genomen.
BELGISCHE EXTRA-TREINEN NAAR
DE BLOEMBOLLENVELDEN.
De correspondent te Brussel van de
..N.R.Ct." meldt, dat men 22 April in de
bloembollenstreek een druk Belgisch be
zoek mag verwachten. Twee extra-treinen
zullen dien dag uit Brussel-Noord en
Charleroi vertrekken met bestemming Den
Haag. De reizigers zullen van de residentie
met toerauto's naar de bloembollenvelden
worden gebracht.
DE HAVIK TERUG VAN EEN
TOERISTENVLUCHT.
Het K.L.M.-vliegtuig Havik, gezagvoer
der Scholte, dat op 12 December 1933 op
een toeristenvlucht van Parijs naar Ned.-
Indië en Indo-China vertrok, heeft zijn
reis volbracht en is gistermorgen om 11.16
uur op Schiphol geland. Het gezelschap,
bestaande uit vijf personen, had het vlieg
tuig gisteren te Parijs verlaten, waarna
de Havik hulstoe is gegaan, na eeiï rond
reis, d!- vier maanden heeft geduurd.
VERSPREIDE BERICHTEN.
Te Amsterdam is. 62 jaar oud. over
leden mr. F. Buys, advocaat aldaar, woon
achtig te Blaricum. Hij was een vooraan
staande figuur in vrijmetselaarskringen.
Bij Kon. besl. is, met ingang van 16
April benoemd tot burgemeester van Heer
hugowaard, B. J. F. Sutman Meijer, met
toekenning van gelijktijdig eervol ontslag
als burgemeester van Niedorp; met in
gang van I Mei 1934 benoemd tot burge
meester van Maurlk C. M. B. Kamp.
De Emmabloem-collecte te Den Haag
heeft f. 14.500 gulden opgebracht.
De nieuwe tunnels aan het verbouwde
station DP. te Rotterdam zullen op 21
April officieel in gebruik worden genomen.
De gewone audiëntie van den minis
ter van Financiën zal op Maandag den
16en April niet plaats hebben.
!T NED OOST-INDIF
PLOTSELING OVERLEDEN.
AMBOINA. 10 April (Aneta). De resident
van Ternate, de heer W. Bakker G. Hzn.,
is gistermiddag plotseling overleden.
RECLAME-
9164
goedeRaariL*
55ct bijzonder v
bijzonder voordeelig
Het was ons niet onbekend, dat de Over
heid aan ons onderwijs groote sommen be
steedt, doch meer nauwkeurige gegevens
hebben wij thans kunnen verkrijgen door
de statistiek van de kosten van het Onder
wijs over 1929.
Door Rijk en gemeenten tezamen werd
in dit jaar aan openbare en bijzondere la
gere scholen een bedrag besteed van bijna
136 millioen gulden, n.l. f. 135.885.000 Waar
al dat geld is gebleven? Wel. het leeuwen
aandeel verdween aan salarissen van de
leerkrachten. De personeelsuitgaven be
liepen n.l. f. 101 600.000 of 74.8% van het
totaal bedrag, terwijl de materieele ex
ploitatiekosten 34 millioen gulden be
droegen of 257. van het totaal. Het res-
teerende 0.2°/» der totale uitgaven
It. 275.000) werd verslonden door verschil
lende kleine dingen.
Het blijkt dus, dat Nederland per inwo
ner voor het lager onderwijs jaarlijks een
bedrag van f. 17.30 besteedt. De kosten
per leerling zijn echter f. 111.50, waarvan
f. 33.40 voor salarissen en pensioenen en
f. 27.90 voor materieele exploitatiekosten.
Als wij nu de uitgaven voor de lagere
school splitsen in bedragen voor het open
baar en het bijzonder onderwijs, zien wij,
dat 45.6% van het totaal (f. 61.9 millioen)
besteed wordt aan de openbare scholen en
54.47. of 74 millioen aan het bijzonder
onderwijs. Bij de uitgaven voor het open
baar onderwijs nemen de salarissen een
grootere plaats in dan bij die voor het bij
zonder onderwijs. De personeelspost van de
openbare scholen omvat n.l. 77% van het
totaal en van het bijzonder onderwijs
slechts 73%.
Elke leerling van een openbaar lagere
school kost aan de Overheid per jaar
f. 128 60 en een leerling van een bijzondere
school f. 100.40. Een nadere specificatie
doet zien. dat per leerling van de openbare
scholen f. 99.voor salarissen en pen
sioenen en f. 29.20 voor materieele exploi
tatiekosten komt. Voor de bijzondere school
zijn deze bedragen resp. f. 73.30 en f. 27.
Hoe komt het nu, dat de openbare
scholen aan de Overheid zooveel meer kos
ten dan de bijzondere?
Het openbaar onderwijs is in de groot
ste gemeenten sterker ontwikkelt dan in
de kleinere. In de gemeenten met meer
dan 100.000 inwoners n.l. worden de open
bare scholen bezocht door 54% van de leer
lingen, terwijl in de kleinere gemeenten
de openbare school slechts 30 a 37% van
de leerlingen trekt. Nu heeft men in de
grootere gemeenten een geringer aantal
leerlingen per onderwijzer, omdat men
daar meer boventallige onderwijzers in
dienst heeft en hier komt nog bij, dat de
salarieering van de leerkrachten daar gun
stiger is dan in de kleinere gemeenten. Het
gemiddeld aantal leerlingen per onder
wijzer is bij de bijzondere scholen trouwens
hooger dan bij de openbare. Voor de
openbare school is het in de
grootste gemeenten 28 en in de kleinere 31
a 32 en voor de bijzondere school resp.
29 en 33 a 35.
Een andere omstandigheid, welke even
zeer tot verklaring van het verschil in de
kosten van openbare en bijzondere scho
len kan bijdragen, is, dat er onder de
leerlingen en dus ook onder de onderwij
zers der openbaar lagere scholen naar
verhouding meer u.l.o.-leerlingen en dus
ook u.l.o.-onderwijzers voorkomen dan
onder de leerlingen en onderwijzers der
bijzondere scholen. Het spreekt wel van
zelf, dat de onderwijzers bij het u.l.o. meer
salaris genieten dan bij het g. 1. o. Nog
meer omstandigheden maken de perso
neelskosten voor de openbare school hoo
ger dan voor de bijzondere. Bij het open
baar onderwijs is n.l. 52% van de leer
krachten gehuwd en bij het bijzonder on
derwijs slechts 45%. Dit verschil wordt
goeddeels teweeggebracht door de vele
religieuzen op de Roomsch -Katholieke
scholen. Ook zijn de onderwijzers op de
openbare school beter van akten voorzien
dan hun collega's van de bijzondere school
en hiervoor worden natuurlijk extra be
looningen toegekend. Om maar een enkel
voorbeeld te noemen: bij het openbaar
onderwijs bezit 40% van de onderwijzers
de hoofdakte; bij de bijzondere school be
draagt het percentage slechts 29. Men
ziet: een belangrijk verschil! Ook de ma
terieele uitgaven ten -behoeve van het
openbaar onderwijs overtreffen die van 't
bijzonder onderwijs, al is dit verschil ook
niet zoo groot.
Voor het verschil in uitgaven is ook de
schoolgrootte van belang. De gemiddelde
grootte der openbare scholen blijft be
langrijk beneden die van de bijzondere.
Per openbaar lagere school voor gewoon
lager onderwijs komen 136 leerlingen, per
bijzondere school 179 leerlingen. Bij het
uitgebreid lager onderwijs is de verhou
ding omgekeerd, want per openbare u.l.o.-
school komen 97 leerlingen en per bijzon
dere school 61 leerlingen. De verhoudin
gen in dit opzicht bij het g. l.o. zijn van
grooten invloed op het kostencijfer.
Zooals in een vorige bijdrage reeds werd
opgemerkt, komen bij de openbare school
ook meer leegstaande lokalen voor dan bij
de bijzondere school, n.l. resp. 10% en 4%
van het totaal. Al deze factoren hebben
er toe meegewerkt, dat per leerling der
openbare school ruim f. 28.— meer wordt
uitgegeven dan per leerling der bijzon
dere school.
Tegenover deze uitgaven staan ook wel
enkele inkomsten. Hoeveel dit is en op
welke wijze uitgaven en inkomsten ver
deeld worden tusschen het Rijk en de ge
meenten, zullen wij een volgenden keer
zien.