Het presidium der
Ontwapeningsconferentie bijeen.
758te Jaargang
WOENSDAG 11 APRIL 1934
No. 22716
STADSNIEUWS.
Uitvoerige uiteenzetting van Eden.
Het voornaamste Nieuws
van heden.
BUITENLAND.
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
80 Cts. per régel voor advertentiën uit Lelden en plaatsen
,waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle
andere advertentiën 35 Cts. per regel. Kleine advertentiën
uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts.
bij een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van
brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Ct&.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT;]
Voor Leiden per 3 maanden f.2r3S; per week
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per
Franco per post f. 2.35 -V portokosten.
t. 0.18
,0-lfe
Dit nummer bestaat uit DRIE bladen
EERSTE BLAD.
Ds. G. OOSTERHTJIS t.
In den ouderdom van 83 jaar is Kier
ter stede overleden ds. G. Oosterhuis, em.
predikant van de Ned. Herv. Kerk.
Ds. Oosterhuis diende enkele jaren de
Ned. Herv. Gem. van Schraad (Fr.) en
legde in 1886 zijn ambt neder om zich als
em. predikant metterwoon te Groningen
te vestigen.
o
PROF. BAKHUYZEN v. d. BRINK.
Pro. dr. J. N. Bakhuyzen v. d. Brink,
nieuw benoemd hoogleeraar in de facul
teit der Godgeleerdheid om onderwijs te
geven in de geschiedenis van het Chris
tendom en van de leerstellingen van den
Christelijken godsdienst, benevens in de
geschiedenis van het Gereformeerd Pro
testantisme, zal zijn ambt aanvaarden
met het uitspreken eener rede op 1 Juni
a.s. te 4 uur in het Groot-auditorium der
Universiteit.
o
CENTR. NED. AMBTENAARSBOND.
Jaarverslag van de afdeeling Leiden.
Aan bovengenoemd jaarverslag, dat in
druk is verschenen, is het volgende ont
leend:
De periode, die wij met 't schrijven van
dit verslag afsluiten, is voor de arbeiders
klasse in 't algemeen en voor het Over
heidspersoneel in 't bijzonder er een ge
weest van afbraak van vitale volksbelan
gen. Wij denken hierbij aan de bezuini
gingen op verschillende sociale, en onder-
wijs-instellingen, waardoor het gevaar
voor geestelijke verarming niet denkbeel
dig is. De financieele positie van het
Overheidspersoneel is in het afgeloopen
jaar wederom voor de Regeering en andere
overheids-organen een object geweest om
bij te dragen tot het sluitend maken der
begrooting. Dat de koopkracht der ambte
naren daardoor zoodanig omlaag is ge
bracht dat vele dienaren der Overheid
thans ver beneden de grens van het be
staansminimum leven, is voor die Regee
ring niet de grootste zorg. Al hun Regeer-
talenten concentreeren zich op middelen
om de telkenjare terugkeerende tekorten
die 't gevolg zijn van een verkeerd
productiesysteem te dekken. En het
Overheidspersoneel is door zijn groote
verdeeldheid daar telkens en telkens weer
het slachtoffer van. Naast de verslechte
ring in de finantieele positie heeft de
rechtspositie een zoodanige verzwakking
ondergaan, dat 't dikwijls de vraag is of
nog wel van recht gesproken kan worden.
Ook maatregelen der Regeering, waarbij
het zelfbestuur van provincies en ge
meenten in ernstige mate is aangetast,
hebben daartoe bijgedragen. Wij consta-
teeren een bewust streven der reactie naar
centralisatie der macht, deze in handen
ie leggen van een centraal gezag, wat niet
bevorderlijk is voor de democratie.
Als het in ons land de reactie zou geluk
ken haar ideaal" te doen verwezelijken
dan zien wij het lot van de ambtenaars
klasse donker tegemoet. Duitschland is
ons een schrikwekkend voorbeeld. Wat
staat ons ambtenaren te doen om de op-
marsch der reactie te keeren? Organisatie
en nog eens organisatie!
Wij zullen de teekenen des tijds hebben
te verstaan door onze strijd te richten op
't behoud onzer democratische instellin
gen en op een flinke versterking van de
eigen macht. De strijd die ons zeker nog te
Wachten staat eischt een aaneengesloten
optreden en een samengaan van alle
ambtenaren. Met terzijdestelling van oude
geschillen zullen wij schouder aan schou
der hebben op te trekken, waar het thans
gaat om 't behoud onzer positie.
De Vakgroep Gemeente-personeel on
derging weer één salaris-verlaging in den
vorm van een verhooging der pensioen
bijdrage van 3'/= tot 8V2 °/o.
Overigens werd in de vakgroepen en
onderafdeelingen veel werk gedaan, dat
meermalen met succes werd bekroond
Het ledental liep terug van 328 op
1 Januari 1933 tot 257 op 1 Januari j.l.
Hieronder bevinden zich 90 gemeente
en 167 rijksambtenaren.
De exploitatie-rekening geeft aan ont
vangsten een bedrag van f. 5.663.73 en aan
intgaven van f. 5 882.23; de begrooting
1934 sluit in ontvangsten en uitgaven op
f. 4.342.50.
DE NIEUWE SPANJAARDSBRUG.
Scheepvaartstremming.
De werkzaamheden aan de nieuwe
Spanjaardsbrug over de Zijl vorderen nu
snel. De 42000 K.G. wegende klap is op een
der brughoofden ter plaatse in elkander
gezet. Gisteren is deze door middel van
sleden en takels aan een zijde op een stel
ling gesleept, welke op een in de doorvaart
liggende dekschuit was geplaatst. In den
loop van den nacht heeft men deze schuit
geleidelijk naar het andere bruggenhoofd
getrokken, waardoor de klap tenslotte op
haar plaats kwam te liggen.
De scheepvaart was door deze werkzaam
heden van gisterochtend af gestremd.
Blijkbaar was deze afsluiting niet vol
doende bekend, want tal van beurtschip
pers. die hier gewoonlijk- 's nachts pas-
seeren werden er door verrast en onder
vonden groot nadeel. Zij waren nu genood
zaakt te wachten of om te varen, terwijl
zij langs een andere route hun bestemming
tijdig bereikt zouden hebben.
Omstreeks acht uur hedenochtend kon
de doorvaart weer vrij gemaakt worden,
waarna een 18-tal schepen de reis ver
volgde.
o
28 Mei bijeenkomst der Hoofdcommissie.
DE JACHTTAFEREELEN IN DE
EGYPTISCHE EN
VOOR-AZIATISCHE KUNST.
UITBREIDING LOCOMOTIEF DEPÓT.
In verband met de belangrijke vermeer
dering van het aantal treinen met den a.s.
zomerdienst op het baanvak Leiden—
utrecht zal het locomotief-depót der Ned.
bpoorwegen alhier uitgebreid worden.
HANDELSREGISTER
KAMER VAN KOOPHANDEL.
Wijzigingen: J. Choufour. Hooigracht
TTil» LJelden- Brood- en beschuitbakkerij,
'tredend eigenaar: J. Choufour, Leiden,
dd. 17 April 1934. Wijz. handelsn. in: K.
f*' v®n Aller voorheen J. Choufour. Nieu
we eigenaar: K. A. van Aller, Leiden.
t H- L. Vorst, Langegracht 79,
den Timmerman. Nieuwe eigenaar: W.
L- J. Vorst, Leiden,
Lezing van Dr. W. D. van Wijngaarden.
Gisteravond hield dr. W. D. van Wijn
gaarden in het Rijksmuseum van Oudhe
den alhier de laatste archaeologische
lezing in dit seizoen.
Uitgaande van het bekende bericht in
het boek Genesis, waar van Nimrod ge
zegd wordt, dat hij een geweldig jager
was, wijst spr. op de plaats, die de jacht
in het leven van de menschen in de oud
heid innam. De jacht vormde de grond
slag van het gansche leven: daardoor
moest men zich levensonderhoud ver
schaffen en zich verdedigen tegen scha
delijke dieren. Gen wonder dan ook, dat
de kunst der oudheid de jachttafereelen
kent, zoowel de kunst van oud-Europa
(grotten in Spanje en Frankrijk: Mykene)
als de Egyptische en Vóór-Aziatische
kunst. In Egypte vertoonen deze taferee-
len reeds vroeg een eigen Egyptischen
stijl. Talrijke afbeeldingen leeren ons,
hoe de jacht uit noodzakelijkheid of als
sport door de Egyptenaren werd uitge
oefend. Telkens maakt men daarbij ge
bruik van een bepaald schema, waarbij de
jager steeds te voet wordt voorgseteld.
Daarnaast treden van het begin van de
j 13e dynastie af tafereelen van een andere
compositie op, waarbij de jager wordt
voorgesteld, rijdende op een lichte, twee-
wielige, door paarden getrokken wagen.
Egyptische koningen laten zich aldus
jagende voorstellen op tempel- en op graf-
wanden en op kunstvoorwerpen. Dit nieuwe
tafereel is afkomstig uit Vóór-Azië, waar
het reeds lang bestond en waarmede de
Egyptenaren van het Nieuwe Rijk in
nauwe aanraking kwamen. Daar kende
men sinds lang het gebruik van tweewie
lige wagens bij de jacht. Assyrische ko
ningen hebben de wanden van hun palei
zen versierd met hun jachttafereelen, vol
leven en bewegelijkheid.
Deze Assyrische jachttafereelen vertoo
nen veel overeenkomst met de Egyptische:
de houding van den jager is strak en
rustig, die der dieren vol spanning en
actie. Maar beide, zoowel de Egyptische
als de Assyrische jachttafereelen gaan
terug op één en hetzelfde jachttafereel,
dat reeds in de 16e13e eeuw vóór Chr.
bij de Hethieten in Klein-Azië en in Syrië
in gebruik was.
Deze jachttafereelen hebben vooral een
representatief doel; ze dienen om de on
weerstaanbaarheid en de onaantastbaar
heid des konings te doen uitkomen.
In Vóór-Azië heeft het jachttafereel een
lang leven gehad. Wij vinden het ook op
de kunstwerken der Phoeniciërs en der
Perzen, tot in de 7e euw na Chr. altijd
naar de oude voorbeelden. Maar men moet
afdalen tot de schilderkunst van den
nieuwen tijd (Rubens, de la Croix) om
jachttafereelen te vinden, die met de
Egyptysche en Vóór-Aziatische vergeleken
kunnen worden.
FILMVERTOONING
„VAN BOOM TOT PAPIER".
Voor een goed bezette Burcht-zaal is
gisteravond de film: „Van boom tot
papier" vertoond. De voorzitter van net
district Leiden van de Federatie van
Boekdrukkerspatroons, de heer J. P.
Mulder, sprak een kort welkomstwoord
en gaf daarna het woord aan een verte
genwoordiger der N.V. G. H. Bührmann's
Papiergroothandel te Amsterdam tot het
geven van een toelichtende verklaring.
De film liet achtereenvolgens zien hoe
de geweldige woudreuzen, welke uitver
koren zijn als de leveranciers van het
courantenpapier, onder de bijlen der hout
hakkers worden geveld en per vlot of
schip naar de fabnek worden vervoerd.
Hier werden de verschillende bewerkingen,
welke het hout moet ondergaan alvorens
het ons als papier onder de oogen komt,
op den voet gevolgd, waarbij de explica
teur vele interessante bijzonderheden
mededeelde, welke door de aanwezigen
met groote aandacht werden gevolgd.
De brandweer had voor deze filmvertoo-
ning uitgebreide voorzorgsmaatregelen
voorgeschreven, welke een vlot verloop
niet ten goede kwamen.
Onder presidium van Henderson is
gistermiddag om half vier de bijeenkomst
van het presidium der Ontwapeningscon
ferentie te Genève aangevangen. Vice-
president is Politis (Griekenland), eere-
pre.sident is Motta (Zwitserland) en rap
porteur Benesj (Tsjecho-Slowakije). Van
de landen zijn vertegenwoordigd; Enge
land, Frankrijk, Italië, Japan, de Veree-
nigde Staten van Noord-Amerika, Sovjet-
Rusland, België, Spanje. Oostenrijk, Ar
gentinië, Tsjecho-Slowakije, Zweden. Po
len en Nederland.
Rede Henderson.
Henderson hield een redevoering, waar
in hij refereerde aan het den leden van
het presidium overhandigde document
over den stand der Ontwapeningskwestie.
Dit rapport bewijst, dat er geen reden is
tot de onderstelling, dat verdere pogingen
doelloos zouden zijn. Hij is van meening,
dat men voor de besprekingen met de be
langrijkste regeeringen wat meer tijd
moet nemen. Het zou onjuist zijn, wanneer
men deze spanne tijds niet zou toestaan.
Doch voordat men van een verdere ver
daging zou kunnen spreken, moet men de
volgende bijeenkomst der hoofdcommissie
vaststellen. Tegelijkertijd moet men, om
de werkzaamheden der hoofdcommissie te
verlichten, eveneens een termijn vaststel
len voor een nieuwe bijeenkomst van het
presidium met de taak het plan Macdo-
nald te bewerken en aan te passen aan
den tegenwoordigen toestand.
Henderson herinnerde er o.m. aan, dat
in December 1932 eenige der voornaam
ste leden der conferentie hadden besloten
tot rechtsgelijkheid in een systeem van
veiligheid De conferentie zelf heeft vaak
besloten dat men naar gelijkheid zal stre
ven en wel vooral uoor bewapeningsver
mindering en de geleidelijke afschaffing
van aanvalswapenen. Men moet erkennen,
dat in de laatste weken zekere wijzigin-
I gen zijn ingetreden, welke onze werkzaam-
j heden moeilijk maken. Henderson bezwoer
de leden van het presidium den moed niet
i te laten zinken en verder voor de ontwa
pening te werken. Hij besloot met de
woorden: Ik geloof dat het onze heilige
plicht is, deze conferentie tot een einde
te brengen, dat in overeenstemming is met
de verplichtingen welke bij verdrag zijn
aangegaan, want slechts op die wijze kan
men hopen, dat een bewapeningswedloop
te vermijden zal zijn en het toenemende
oorlogsgevaar zal zijn ter zijde te stellen.
Uiteenzetting Eden.
Hierop heeft de Engelsche lord-groot-
zegelbewaarder Eden het standpunt zijner
regeering breedvoerig uiteengezet. Eden
ging uit van het Engelsche memorandum
van 29 Januari j.l. en toonde aan de hand
1 van verschillende voorbeelden aan, hoe
Engeland er naar gestreefd heeft het oor
spronkelijke plan van Macdonald aan te
passen aan den huidigen toestand, zeifs
onder opoffering van bizondere Engelsche
wenschen. Tegelijkertijd zette Eden nog
eens de grondslagen van dit Britsche me
morandum uiteen.
Vervolgens besprak de Engelsche verte
genwoordiger de gebeurtenissen sedert 29
Januari. Hij herinnerde aan zijn rondreis
in de tweede helft van 1 ebruari, welke hem
gebracht heeft naar Parijs, Berlijn en
Rome Hij is in staat geweest overal te
constateeren, dat de regeeringen overeen
stemming wenschen. Niettemin kreeg hij
steeds meer de overtuiging, dat de Engel
sche voorstellen van 29 Januari opnieuw
gewijzigd moeten worden, wanneer eenig
vooruitzicht op een algemeene goedkeu
ring wil worden verwacht. De Italiaan-
sche regeering zou wel is waar in principe
bereid zijn geweest ze aan te nemen, doch
zoowel van Fransche als van Duitsche
zijde zijn bezwaren en critiek geopperd.
'„Uit den tegenwoordigen toestand
aldus vervolgde Eden blijkt, dat het
Engelsche memorandum van 29 Januari
é:i het persoonlijke contact dat sindsdien
plaats vond in ieder geval het resultaat
hebben gehad, dat dc verschillende mee
ningen duidelijker zijn geworden. Niette
min staat vast, dat het Britsche memoran
dum zonder wijziging geen overeenstem
ming zal vinden. Of deze wijzigingen lus-
schen de mogendheden zelf kunnen wor
den overeengekomen, blijft verder onzeker.
Daarbij moet de Britsche regeering in het
oog houden, dat de algemeene toestand
gewijzigd kan worden, terwijl men nog
steeds op een overeenkomst wacht."
Eden zeide verder; Op dit oogenbliik
kan ik niets zeggen over het Duitsche
standpunt ten aanzien van ons memoran
dum, aangezien het nog niet is gepubli
ceerd. Wij wachten ook op een aanvul
lende verklaring van het Fransche stand
punt, aangezien de nota, welke wij onlangs
uit Parijs ontvingen, slechts voorloopig
was en door een definitieve verklaring,
welke ons onlangs is beloofd, moet worden
aangevuld.
Eden legde er vervolgens den nadruk
op, dat de moeilijkheden zeer groot zijn.
Tusschcn Frankrijk en Duitschland be
staan twee principieele tegenstellingen;
De tegenstelling t.a.v. de legersterkte cn
de berekening der overzeesche troepen cn
de geoefende reserves aan de eene zijde
en de para-militaire organisaties aan de
andere zijde.
De tegenstellingen t.a.v. den datum,
waarop het nieuwe Duitsche leger, dat
met een korten diensttijd, met verdedi
gingswapens zal worden uitgerust en t.a.v.
de uitbreiding dezer bewapening.
Een ontwapeningsovereenkomst is slechts
denkbaar, wanneer deze en andere tegen
stellingen uit den weg kunnen worden ge
ruimd. Eden deelde als zijn meening mede,
dat, wanneer een overeenkomst welke ont
wapening medebrengt, tot stand mocht
komen, dat snel moet geschieden. Hij is
ook van meening, dat slechts een zoo
danige overeenkomst als waardig beeld van
zulke groote pogingen kan worden be
schouwd. Om deze reden is de Britsche re
geering ook van meening, dat belangrijker
dan de bijeenroeping van de hoofdcom
missie der ontwapeningsconferentie het
verloop der ontwapeningswerkzaamheden
in de volgende weken zal zijn. De Engel
sche regeering wenscht niet de directe ge-
dachtenwisseling tusschen de regeering te
onderbreken, zoolang deze op nutbrerigen-
de wijze plaats vindt.
Aan den anderen kant is zij er evenwel
van overtuigd, dat deze onderhandelingen
reeds zeer spoedig den stand zullen hebben
bereikt, waarop het presidium der confe
rentie er kennis van kan nemen en waarop
het presidium dat kan besluiten stappen te
ondernemen, welke kunnen worden ge
daan op de basis der bereikte resultaten.
Ik moet derhalve voorstellen, aldus be
sloot Eden, dat het presidium der confe
rentie, wanneer het zich vandaag ver
daagt, nog besluit opnieuw einde dezer
maand, ongeveer 30 April, bijeen te komen,
waarbij het aan het goeddunken van den
president moet worden overgelaten dezen
termijn uit te stellen, indien hij zulks
wenschelijk zou achten.
Andere sprekers.
De vertegenwoordiger van Rusland,
Boris Stein, bepleitte daarentegen een zoo
spoedig mogelijke bijeenroeping der hoofd
commissie van de ontwapeningsconfe
rentie.
De Italiaansche markies di Soragna sloot
zich bij het Britsche standpunt aan.
Motta hield een korte redevoering, welke
optimistisch gestemd was. De Poolsche
graaf Raszinski legde er den nadruk op.
dat slechts de algemeene commissie het
recht heeft definitieve besluiten te nemen.
Tot dan behoudt zijn regeering zich alles
voor.
Massigli verklaarde namens Frankrijk in
te stemmen met de voorstellen van Eden
en stelde een nieuw antwoord van Frank
rijk in het vooruitzicht.
Tegen zes uur was de zitting van het
presidium ten einde.
Overeenkomstig het Engelsche voorstel
heeft het presidium zich verdaagd tot 30
April. Tegelijkertijd is besloten de hoofd
commissie tegen omstreeks 23 Mei te laten
bijeenkomen.
ANALYST-EXAMEN.
Van de Leidsche Analistenopleiding aan
het Rapenburg No. 30 namen 15 leerlingen
deel aan de door de Ned. Chem. Ver. af
genomen examens.
Na het schriftelijk gedeelte werden 9
leerlingen voor scheikunde en 4 leerlingen
voor natuurkunde vrijgesteld van het
mondeling examen.
Geslaagd zijn voor algemeene ontwikke
ling: J. J. Jansse (Rotterdam); natuur
kunde, scheikunde en algemeene manipu
laties de dames E. M. Hakkenbroek, J. Th.
C. Pijnacker Hordijk., D. C. v. Hulst, C. A.
F. Keiler (met algebra), C. Bosch, W. v
d. Laan, allen te Den Haag, J. Batteljee
(met algebra), M. E. v. Soest, Oegstgeest,
J. v. Herwerden, Rotterdam, N. Planjer,
Leiden; en de heeren A. v. d. Laan te
Leiden en J. C. de Back, Den Haag.
Voor alle onderdeelen der examens wer
den 2 candidaten afgewezen.
Naar wij vernemen zullen op den
feestavond, welke door het overlijden van
H. M. de Koningin-Moeder uitgesteld werd
en nu zal plaats hebben op Vrijdag 13 April
a.s., aan een 125-tal leden van de afd.
Leiden van genoemden Bond het Mobili-
satiekruis en het bijbehoorend brevet wor
den uitgereikt. Tevens zal dien avond een
zestal Witte Mobilisatiekruisen worden
uitgereikt, welke door het Hoofdbestuur
zijn toegekend voor tijdens de mobilisatie
1914/'18 door enkele personen aan de ge-
mobiliseerden bewezen bijzondere dien
sten. Het bestuur hoopt, dat precies op tijd
zal kunnen worden aangevangen, teneinde
het uitgebreide en welvoorziene program
ma vlot te kunnen afwerken.
Wij verwijzen naar de advertentie in
dit nummer betreffende de zomercam-
pagne van het Trianon-Theater.
BINNENLAND.
Credietverleening aan den midden
stand; voorloopig verslag der Tweede
Kamer (Binnenland, 3de Blad).
De regeering heeft besloten tot steun
aan het Drentsche veenbedrijf (Binnen
land, 3de Blad).
Het aantal typhus-gevallen op 't stoom
schip „Streefkerk" neemt toe (Gemengd,
3de Blad).
Lugubere ontdekking op de Reeuwijksche
Plassen; de 24-jarige W. uit Den Haag
slachtoffer van een misdaad? (Laatste
Berichten, le Blad).
BUITENLAND.
De bijeenkomst der Hoofdcommissie der
Ontwapeningsconferentie. Verdaging tot
30 dezer (Buitenland en Tel., 1ste Blad).
Tegenstrijdige berichten over het com
plot van officieren in Roemenië (Buiten
land, 1ste Blad).
De actie der Fransche ambtenaren (Bui
tenland, 1ste Blad).
DE ALGEMEENE TOESTAND.
De Ontwapening.
Over de bijeenkomst van de hoofdcom
missie der Ontwapeningsconferentie
men zie elders mag men tevreden zijn.
Uit het verloop blijkt duidelijk, dat men
den moed nog niet heeft laten zakken,
dat men alle zeilen wil bijzetten, om al
thans een volledig echec te vermijden,
zoo dit slechts eenigszins mogelijk is. Dat
is tenminste een goed teeken.
Overigens is men, practisch gesproken,
natuurlijk nog niet verder gekomen. Men
is immers midden in een reeks belangrijke
besprekingen, als b.v. tusschen Frankrijk
en Engeland. Daarbij zal echter spoed
worden betracht, gezien het feit. hoe 30
April opnieuw een bijeenkomst is bepaald
al kreeg voorzitter Henderson het recht,
eenige dagen uitstel toe te passen, zoo
dit gewenscht zou blijken.
De Fransche gezant heeft bij zijn terug
keer te Londen Sir John Simon opge
zocht.
Reuter meent te weten, dat bij de En-
gelsch-Fransche ontwapeningsbesprekin
gen nieuwe vorderingen zijn gemaakt en
dat de uitvoeringswaarborgen van een
ontwapeningsconventie evenals de kwes
ties, die in verband staan met de jongste
Fransche nota, speciaal besproken zijn.
De Poolsche delegatie bij den Volken
bond heeft gevraagd op de agenda der
volgende assemblee te willen plaatsen, de
bespreking der kwestie van de uitbreiding
tot alle staten leden van den Volken
bond van de verplichtingen, welke be
trekking hebben op de bescherming der
minderheden, waartoe tot nu toe slechts
zekere staten zich onderling verplicht
hebben.
o
ROEMENIE.
De arrestatie der officieren.
Zooals gisteren gemeld, zouden vele of
ficieren gearresteerd zijn wegens een
complot tegen iemand uit de omgeving
van den koning. Van zekere zijde wordt
daarover gemeld:
Er is een samenzwering ontdekt tegen
het leven van koning Carol en mevr. Lu-
pescu. Het complot stond onder leiding
van kolonel Precup en werd gesteund
door generaal Schmidt, terwijl verder ko
lonel Pratraulja en tal van officieren en
studenten erbij betrokken waren.
Het plan was de kerk in de lucht te
laten vliegen tijdens den Paaschdienst,
wanneer de koning en mevr. Lupescu
daar aanwezig zouden zijn. Alle betrokke
nen zijn gearresteerd.
Wat daarvan juist is? Officieel wordt
het heel anders voorgesteld en geeft men
volgende mededeeling uit:
In de laatste dagen zijn overdreven en
alarmeerende geruchten in omloop over
een ernstige samenzwering en de arresta
tie van tal van hooge officieren. Deze ge
ruchten hebben als eenig juiste basis de
opening van een onderzoek tegen eenige
onverantwoordelijke personen, bij wie
zich naar het schijnt eenige militairen
hebben aangesloten.
Nadere officieele mededeelingen zullen
over deze aangelegenheid worden gepu
bliceerd. zoodra het eerste deel van het
onderzoek ten einde zal zijn. Verzekerd
kan worden, dat de aangelegenheid in
geen geval de beteekenis en de draag
wijdte heeft, welke zij volgens de gepu
bliceerde berichten zou hebben.