CORRESPONDENTIE.
WAT HESJE OVERKWAM!
Mieke had haar voet verstuikt.
Ach, het deed zoo'n pijn!
Maar ze ging niet huilen, hoor!
„Groot" wou Mieke zijn!
Met den armen, zieken voet
In een stijf verbandje
Droeg men groote, kleine Miek
Naar haar ledikantje.
Mams leest voor en Paps vertelt!
Oma ook komt kijken.
Dat ze veel van Mieke houdt.
Laat ze duid'lijk blijken!
Want een prachtig sprookjesboek
Komt uit Oma's tasch.
„Hè", denkt Jaapje erg jaloersch,
,,'k Wou 't voor mij maar was!"
En op eens roept kleine Jaap
Met verheugden blik:
„Oma-lief, onthoudt U 't goed?
Morgen..dan val ik!"
Zooals ik de vorige week in de corres
pondentie had geschreven, kan ik deze
week geen aparte antwoorden geven aan
zeer velen; dat is ieder jaar zoo met
Paschen en Pinksteren, want dan kan het
pakket immers Maandags niet aan mij
worden verzonden, maar pas des Dins
dags. Daarom verzocht ik de vorige week
om geen brieven te schrijven bij de oplos
singen. Velen hebben dat weer niet gele
zen en er toch een brief bij geschreven,
maar heusch ik geeft nu geen aparte ant
woorden.
Alle nieuwelingen zijn weer welkom.
Alle jarigen hartelijk gefeliciteerd en
een genoegelijken feestdag toegewenscht.
Er waren eenigen, die zoo vriendelijk
waren mij een mooie Paaschkaart toe te
zenden over de post, heel aardig hoor.
Hartelijk dank hiervoor aan: Bep Riebeek.
Hennie de l'Ecluse en familie. Sientje
Timmermans. Jo de Wekker (oud raadsel-
nichtje, erg hartelijk van je om weer aan
mij te denken!, Cisca van Gijzen, Sari
Minnee. Koos Nieboer (mooie ansicht van
uit Dordrecht). Nico Liebert (dank voor
aardige teekening met Vroolijk Paasch-
feest). Het is nu zóó'n klein stukje cor
respondentie, dat zal iedereen hoop lk wel
even lezen, ook degenen, die toch een
brief schreven en dus verleden week niet
hebben gelezen, dat ik nu onmogelijk
aparte antwoorden kan geven, omdat het
pakket brieven pas 24 uur later aan mij
kon worden verzonden. Ik heb de brieven
wel gelezen hoor, al geef ik er nu geen
aparte antwoorden op. Ik wensch allen
nog prettige vacantiedagen, het is nu
prachtig weer de laatste dagen, dus kan
men genieten.
Hartelijk gegroet door
Mej. A. KOOPMANS V. BOEKEREN.
Den Haag. van Beuningenstraat 42.
ze vandaag juist heelemaal niet gedaan.
Wat zou het toch voor groote verrassing
thuis zijn? Ze had Nieks kamer verge....
Opeens was het al de volgende morgen.
Ja. dan had Rudi toch in één stuk door
geslapen en lekker ook. Ze ging overeind
zitten. Ida lag te lezen en Frida rekte
zich heel lui uit. „Fijn, Zondagmorgen,
niet naar school," zei ze.
..Luilak, wacht eenszei Ida, ze
klapte haar boek dicht en mikte haar
kussen op Frida. Dit was het sein tot een
dol kussengevecht, waaraan Rudi dapper
meedeed. Toen op eens ging de deur open
en de zusjes, die "n standje verwachtten,
doken gauw onder de dekens, maar
Achter Tante Co stapte Rudi's Vader
binnen, zóó maar met zijn overjas nog aan
en den hoed in de hand.
„Ik kom je halen, kind." zei hij. ..Moe
der en ik en je zusje verlangen, dat je
thuiskomt."
,,'tZu..???" „Neen maar. Oom, heeft
Rudi een zusje gekregen?" „Hoe heet het
dan wel. Oom?"
Alle drie riepen ze door elkaar, terwijl
Vader Rudi met een omhelzing uit bed
tilde.
„Kleed je maar gauw aan," zei hij. „dan
neem ik je achter op mijn fiets mee."
Frida kwam al met Rudi's kousen aan
dragen en Ida zette de waterkraan vast
open, allebei vol hulpvaardigheid, dat Rudi
maar gauw klaar zou zijn.
„Kalmpjes aan." zei Tante Co. „Vader
krijgt beneden eerst een lekker kopje thee
met een boterham van me, en dan laat ik
jullie pas gaan"
Ja, dat was wel een heel groote verras
sing! Nooit zou Rudi dat geraden hebben!
Wat vond ze het zusje lief, maar wat
k'.cm! Daar voelde ze zich toch groot bij,
o zoo groot! Toen Moeder haar later op
den dag vroeg: „ben je gisteren een groote
meid geweest?" knikte Rudi van Ja. „Ze
hebben me geen één keer Pruillip ge
noemd." zei ze. „Ik wil Took niet meer
zijn. en o Moeder, laat u het zusje nooit
weten van dien leelijken bijnaam?"
Nu, dat beloofde Moeder van harte.
HELENA A. H. MARCUS.
(Nadruk verboden).
(Nadruk verboden.)
Lies was uit logeeren bij Oma buiten.
Echt heerlijk vond ze dat, als was T niet
lang. Want 't was geen vacantie, zie je en
Liesje kon alleen maar van Zaterdagmid
dag tot Zondagavond bij Oma blijven. Maar
't was toch prettig, al was 't kort, want
't was prachtig, warm weer en Oma had
zoo'n aardig huisje! Overal waren groote,
openslaande ramen en 't stond midden in
een verrukkelijken tuin, vol mooie bloe
men, bloeiende struiken en hooge boomen.
Die tuin was een paradijs voor Llesje,
maar ook voor de vogels Die nestelden
dan ook op verschillende plaatsen tusschen
de struiken en in het geboomte Oma had
Lies heel voorzichtig een paar nestjes ge
wezen.
Nu lag Lies in bed in Oma's frissche
logeerkamer. Omdat 't zoo warm was,
mochten de openslaande ramen open blij
ven staan, 't Begon al donker te worden.
Ja, Lies was eigenlijk veel te laat naar
bed gegaan. Maar Grootmoeder had Lies
een knipoogje gegeven en gezegd: „Je
bent niet elke week bij Grootmoeder, hè!
En morgen, kan je uitslapen!"
Ja, ja, uitslapen! Dat zou je zoo denken.
Neen. hoor! Lies werd heel vroeg gewekt.
En door wieDoor twee meesjes. Die
vlogen heel brutaal door de logeerkamer
heen. Lies werd wakker van het vreemde
geklap van hun vleugeltjes.
„Wat hoor ik toch?" dacht ze.
Op eens zag ze een vogeltje op de kast
zitten, het maakte een piepend geluid, net
of het wat te zeggen had. En toen zag
't meisje plotseling dat er een tweede
vogel op haar bed zat. Maar die zat niet
stil. O, neen! Zal ik je eens vertellen, wat
hij deed? Het meesje plukte met z'n snavel
de wol uit Liesje's wollen deken. Vol aan
dacht keek Lies toe en hield zich doodstil
Daar vloog nummer twee van de kast op
't bed en begon dapper mee de deken te
plukken. Toen de vogels hun bekjes vol
R. WINKEL. 1
hadden, vlogen ze door een van de ge
opende ramen naar bulten. Stellig hadden
ze 'n nestje gemaakt en waren nu bezig
om er binnen in een zacht bedje te sprei
den.
Lies wachtte, of de vogeltjes terug zou
den komen. Maar Liesje had haar
slaapje nog lang niet uit. En toen 't even
duurde, dommelde ze weer in. Doch op
eens werd ze met schrik wakker. Want wat
gebeurde er? Hoorde ze geschreeuw of ge
piep? Niets daarvan. Ze werd op een heel
pijnlijke manier.aan haar haren getrok
ken. Meer nog de haren werden uit haar
hoofd gerukt en door wie?Door de
meezen. De vogeltjes vonden Liesje's krul
len zeker erg begeerlijk voor het bedje van
hun toekomstige kindertjes. Maar Lies
vond 't minder plezierig.
T Was wel een leuk gezicht aan lederen
kant van haar hoofd zoo'n sierlijk kool
meesje. Maar de zorgzame vogelenvader en
moeder deden 't meisje echt pijn. „Aul"
riep ze dan ook. Daar schrokken de beest
jes van en vlogen weg.
Zouden ze nog terugkomen?
Ja, daar was er weer een. Die vloog
regelrecht op T bed af en huppelde over
de wollen deken. Maar de tweede ver
trouwde de zaak niet. Die bleef in de
vensterbank zitten en begon een waarschu
wend gepiep, 't Was net. of hj) 't vrouwtje
wat zei. Dat bleek ook, want op eens vloog
't beestje van het dek naar 't raam, bleef
daar even zitten en toen verdwenen de
vogels allebei.
Lies zag ze niet terug.
Toen ze haar avontuur aan 't ontbijt aan
Oma vertelde, meende deze eerst, dat
Liesje het gedroomd had. Maar toen Lies
volhield, dat 't echt gebeurd was, vond
Grootmoeder 't bijzonder aardig. Jullie
ook?
J. H. BRINKGREVE ENTROP,
(Nadruk verboden).