WAT WIMPJE WORDEN WIL GOEDE OPLOSSINGEN. OPLOSSINGEN. RAADSELS. ANEKDOTEN. Wimp je, zeg, wat wil je worden: Conducteur of machinist, Stoker, bakker, melkboer, schipper? Of iets anders? Nu, wat is 't? Wimpje hoeft niet lang te denken, Zegt dan: O, 'k word maar gewoon Net als Vader, advocaat, hoor! Ernstig zijn gezicht en toon. (Historisch) CARLA HOOG (Nadruk verboden.) de lucht en twee muizen schoten uit den warwinkel van armen en beenen te voor schijn en renden er van door. „Hé Knobbelneus!" „Hallo Pimmetje, hallo Kobusje! Wat doen jullie hier?" „We reden om het hardst, maar we zijn tegen jou opgebotst, en onze rijdieren zijn zeker weer terug geloopen. Kom je ook kijken op de Kermis? 't Is er bar gezellig!" „Ja" zei Knobbeltje verheugd en pakte z'n kornuiten onder den arm. „Waar naar toe?" „O, d'r is van alles!" Ja, d'r was van alles en overal drentel den vergenoegde kaboutertjes met glun dere kaboutervrouwtjes rond. Een oogenblik later klom Knobbelneus achter Pim en Kobus een hooge trap op, stapte in een schuitje en gleed in snelle vaart langs zigzagbanen naar beneden, éénmaal, tweemaal wel tienmaal! Toen naar een schiettent. Knobbeltje schoot alles kapot en won een groote koek als prijs, die hij stevig onder den arm klemde. „JongensPims neus snoof vervaar lijkik ruik poffertjes! Zullen we pof fertjes gaan eten?" „Da's een plan!" knikte Kobus. „We gaan dadelijk. Juffrouw, drie portie's pof fertjes!" „Néé!" riep Knobbel, die plotseling be dacht, dat z'n vrouwtje nu alleen thuis was en allerlei vervelende huis- houdwerk moest doen, „nee wacht even met bakken, 'k ga Kaatje halen!" en weg stormde hij, z'n koek zwaaiend, en Pim en Kobus keken hem met open mond na. Vrouw Kaatje had net den etenspot boven het vuur gehangen; de kamers had ze al geveegd en de bedden al opgemaakt ookbom, daar vloog de deur open en haar Knobbelneus stormde de kamer binnen en duwde haar de koek in den arm. „Hier, da's voor jou, en ga nu dadelijk mee!!" „Waarheen?" „Poffertjes eten, op de kermis. Gauw maar, anders worden ze koud!" Knobbeltje danste van ongeduld. „Ja, ja, maar m'n eten „Niks te eten; poffertjes gaan we eten!" En Knobbeltje zette den etenspot op den grond. „Zoo!" „Ben je nou eindelijk klaar?" „Maar ik zie er zoo uit!" „Lief zie je d'r uit!" zei Knobbelneus vol vuur, en pakte z'n verbaasde Ka beet en gaf haar een stevige zoen op elke wang. „Hier is je Zondagsche doek, nou gaan we. Hoepla!" En eer Kaatje er erg in had, stond ze voor haar huisje, de deur sloeg dicht en Knobbeltje rende weer 't bosch in en zij hem achterna, tot ze hijgend en blazend bij 't grasveld onder de zeven berken aan kwamen en buiten adem neervielen op de bank voor de poffertjes kraam. „Zoo" zei Knobbelneus voldaan. „Daar zijn we! En nou de poffertjes, asjeblief met véél boter en véél suiker, juffrouw!" „En? Ben je bij den wonderdokter ge weest?" zoemde de kleine bij, die op de zoetigheid afkwam. „Wat wonderdokter? Niks te wonder- dokteren! 't Is allemaal weer over!" bromde Knobbeltje met een vollen mond. „Ook een poffertje?" „Dank je," zei de bij. „Da's me te groot. Maar een korrel suiker wil ik wel." „Weet je" zei Knobbelneus tegen z'n vrouw Kaatje, toen ze een poos later te vreden naar huis kuierden, met een groote zak lekkere vette oliebollen in den arm, „weet je, ik geloof, dat ik alleen maar met m'n verkeerde been uit bed gestapt was vanmorgen." „Ja?" vroeg Kaatje. „Zou 't dat alleen maar geweest zijn?" En ze zei niet, dat ze dat allang gedacht had. want ze was een verstandig kabou tervrouwtje. A. B. GOEDE OPLOSSINGEN DER RAADSELS ONTVANGEN VAN Petra van Waveren en Claslna Mahl- man (brieven de vorige week veel te laat ontvangen, wil die voortaan veel eerder verzenden), Emmy Geerdes, Lijntje. Bauer> Sientje Timmermans, Piet Lagas, Annie Keyser, Wim Keyser, Hendrina de Ren, Jacobus Moraal, Leendert Moraal, Jan Schipper, Fokke Muller, Rensje Buurman, Eempien Wassenaar, Jo Wassenaar, Lilly van der Leeuw, Marjanna van den Anker, Marinus van den Anker. Coba Kooy, Pietje Kooy, Jacob Koome. Dirk Koome, Nico Scheps, Hendrik van der Velden, Jacob van der Velden, Jopie Brilman. Jaap Hof- stra, Alie Crama, Adri Crama. Adriaan Boender, Cornells J. Arbouw, Mijntje van den Berg, Truus de Graaf, Rie Hartevelt, Prijna Hartevelt, Jannie Hartevelt, Cootje Hartevelt. Rietje Trap. Gerard Oostergo, Lientje Oostveen. Mien Planjer, Antoon Bekooi. Wim Nolles. Bald de Wit, Fran- cina de Wit, Daan Stigter, Jo van der Linden, Tieleman van der Linden, Adrie van Nood. Maurits van Nood, Tineke van Nood, Johan van Nood, Rietje Stigter, Danie Stigter, Wim Broekema, Triny Blot- kamp, Hendrientje Blotkamp. Joop Schou ten, Martha van Dam. Hester Hageman, Miep Kriek, Bep Peter. Nico C. Stroebei, Toosje Bouter. Adriaan Pison, Johan Hoogstraten, Wim Clements. Hennie de l'Ecluse. Marietje Laterveer. Annie Rückert (ook mijn naam op het adres zetten of het woord Raadsels). Jannie Heetveld, Riet van Berkel (was dit je laatste brief? waarom? dat spijt mij hoor). Annie Boe- kestein, Marie van der Meel, Nelly de Leeuw, Greta de Leeuw. Wilhelmina Groenhuizen. Beppie Groenhuizen, Ma- rietje Voorzaat. Annie Cats, Bep Wielinga Luca Wielinga (doen jullie de brieven toch gerust in dezelfde enveloppe), Carolientje Verbiest, Flip Hollebeek. Adri Hollebeek, Annie van Weizen, Corrie van den Kerk hof, Annie Sollie. Jo Dreef. Conny van Vliet, Rie de Moed. Jannie de Moed. Attie de Blanken. Casper Nievaart, Ans Vollenga Rietje Vollenga, Jopie Vermey, Henk Bousie, Cor Bousie, Annie Bink. Aaltje van Vliet, Boukje van Vliet. Adriaan van Vliet Marietje van Vliet, Paula ten Hooven. Ed ward ten Hooven, Bep Braxhoven. Jaantje Braxhoven, Janke van den Eykhoff, Bep Nieboer, Wim Nieboer, Marinus Lagas, Pie- tertje Lagendijk. Saartje Lagendijk, Antje de Nie, Fokje Nijholt, Corrie de Ru. Annie den Hertog, Wiesje Baart. Cisca van Gijzen (2 brieven, ook nog die der vorige week in dit pakket). All de Blauw, Piet van Polanen, Tinie Deegenaars. Cornelis van Zeyl. Rina Vlaardingerbroek, Lenl Groeneveld, Henny van Wijk. Wim Serlie, Marinus Derogee. Koos Nieboer, Willy Flaman, Thijs Mess. Gootje Scheer, Marie Brokaar, Martin van der Meer, Hendrik Luttje, Anga van Breda, Adriaan Sas burg, Rietje Laman, Ton Kruyt. Frans Weyn, Gerard de Geus. Dorus de Geus, Keesje de Geus. Geertruida Blote, Pleun van der Marei, Nico Liebert (2 brieven, ook nog die der vorige week), Cathrina Jansen (brief der vorige week). Ton van Weeren (brief der vorige week). Daan de Graaf, Jannie de Water, Frans de Water, Gerda Spiecker, Arie Smittenaar, Piet Smittenaar Nico Koning, Henk Brandt. OPLOSSINGEN DER RAADSELS UIT HET VORIGE NUMMER: 1. Amsterdam, Adam ster taart Saar. 2. Een schaar. 3. De letter d dag avond. 4. Ree st Reest. 5. Do ml nee Dominee. 6. Haastrecht. 7. Lettergreep. 8. Zooals het klokje thuis tikt, tikt het nergens. RAADSELS VOOR ALLEN OM UIT Ij KIEZEN, DE GROOTEREN 4, DE KLEINEREN 3. I. Ingezonden door drietal Kret. Wat praat nooit en kan toch heel ga antwoorden? n. Ingezonden door Cisca van Gijzen. Welke menschen leven er van water i wind? in. Ingezonden door All de Blauw. Wat maakt er meer lawaai dan schreeuwend varken? IV.- Ingezonden door Liesje Thors. Iemand die in een klooster woont, voegwoord en iets dat het water tegf houdt, vormen met elkaar een plaatsje Noord-Holland. V. Ingezonden door Wim Malgo. Met b een wild dier, met 1 om tassche schoeisel enz. van te maken, met m es watervlakte, met p een vrucht. Ingezonden door Mientje Lamme. Welk spreekwoord staat hier? H..g. b..m.n v.ng.n v..l w.nd. VH. Ingezonden door Bep van Doorn. Vertel mij nu eens: welke pet Wordt nooit door jongens opgezet? VUL Ingezonden door Jeanne de Jong. Als ge mijn drie letters voegt te zaam Dan hebt ge nu mijn korte naam, Gij vindt mij overal in 't woud. 't Zij dun of dik, 't zij jong of oud, Het vinkje zingt zijn lied en bouwt. Zijn nest op mijn buigzaam hout. Maar als gij omgekeerd mij leest, Dan ben ik een viervoetig beest. Dan mint het vogeltje mij niet. Maar vlucht zoodra 't mij naad'ren zie. En als mij het kleine muisje hoort. Dan schrikt het en snelt ijlings voort Ingezonden door Marietje Laterveer. Mevrouw (tot dienstmeisje dat ee: mooie dikke worst heeft gekocht bij de: slager)„Wat een prachtworst is dat." I Dienstmeisje: „O mevrouw zal ik dB dan soms bij de prachtwerken op de sa lontafel leggen." Ingezonden door Tini den Hollander. Jan en Piet liepen bij heel erg onwee op straat. Jan vroeg: „Zeg Piet ben i® niet bang voor onweer?" Jan: „Welnee, waarom, mijn vader i toch bij de politie." Ingezonden door Bep Nieboer. Onderwijzeres: „Liesje je moet met mee nadruk lezen." Liesje: „Maar juffrouw, er staat tod boven het verhaal Nadruk verboden. Ingezonden door Liesje Thors. Zij vond het ook. Moeder: Foei Elsje, eet je soep nu toe op, je moest je schamen, menig kindje zs al blij zijn met de helft van jou portie." Elsje: „Ja Moeder, ik ook!"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 14