Groote belangstelling voor den voetbalwedstrijd Nederland—Ierland
SI SI SI SI SI SI SI SI SIS,si
SI SI SI SI SI SI SI
SI SI SI SI misi SI SI
SI SI SI SIKO si SI SI
SI SI SI SI SI SI SI
SI SI SI SI sjtewsi SI SI SI s
SI SI? 51 SI SI SI SI SI SI SI SI SI
SI St >1 SI SI SI SI SI SI SI SI SI
FEUILLETON.
VEILIGE HAVENS
J4*te JaargangLEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad
PAASCHEIEREN KLEUREN.
HET VRACHTSCHIP „HEINA" UIT GOTHENBIJ KG arriveerde te Southampton met
«mare slagzij. Hot schip wordt de haven binnengesleept.
DE ITALIAANSCHE I ERKIEZIXGE5, Fascistische propaganda.
In het midden het portret van den Duoe. Er om heen de woorden
DE ENGELSCHE DANSERES Celia
Nono, die te Londen verhoord is in verband
met de verpanding van een deel der Stavisky-
juweelen te Londen.
door BASIL KING
(Uit het Engelsch).
63)
Maar achter zijn beschermheerschap
™nd dikzak in Tom wat hij altijd in hem
15acl gevonden: een bron van kracht.
m!.naIs °P school kon Guy er niet aan
ontsnappen dikwijls het doelwit van aller-
151 Plagerijen te zijn.
Is hetzelfde ouwe liedje", beklaagde
JiJ zich bij Tom, „alleen maar omdat ik
Jlk ben. Wat doet dat er toch eigen-
I l' toe, als er overigens niets op me te
I «ggen ls? Ik heb er niets geen last van en
I to aan alles meedoen, evenals Tad Whi-
I je'aw geen last heeft van zijn zware wenk-
°™JWen en Spit Castle van zijn langen
«s hij eens niet op een fuif werd ge-
waaraan hij graag had meegedaan
hpp vroeg hij Tom 's avonds bij hem te
I °nien oploopen om eens vertrouwelijk en
hooglijk te praten. Tom hield hem nooit
I den mal. Er was niemand anders tot
I K 1? Hij zich kon wenden met de zeker-
L H van te worden begrepen. Daar Guy
I trpü voor zich alleen had, kon hij
I "buit met zijn klachten voor den dag
I *ptnen, zonder vrees van te worden ge
stort,
Het was laat in den avond geworden. De
jongelui hadden twee uren zitten „hoo
rnen," zooals zij het noemden, en rooken.
Tom maakte aanstalten om naar zijn ka
mer te gaan, toen het geluid van hard
loopen op den corridor hun aandacht trok.
„Allemachtig! Wat ls daar te doen?"
Toen de voetstappen bij Guy's deur wa
ren gekomen, hoorden zij een onderdrukt
gelach. Nadat er geklopt was, werd de
deur opengegooid en Spit Castle stoof met
Tad Whitelaw naar binnen. Hoewel zij net
deden alsof zij nuchter waren, was het
meer dan waarschijnlijk, dat hun al te
uitbundige vroolijkheid het gevolg was
van sterken drank.
Tad had een grooten, Ijzeren sleutel in
zijn hand en smeet dien met veel lawaai
op de tafel. Zijn hoed stond achter op zijn
hoofd en zijn das zat scheef, waaruit
bleek, dat hij hard was weggeloopen. De
kleeren van Spit Castle, een miezerig
mannetje met een neus als van een tapir,
waren in denzelfden toestand als die van
Tad. Geen van beiden kon vertellen wat
het stukje, dat zij hadden uitgehaald,
eigenlijk was, want zij stikten bijna van
het lachen. Guy, gevleid dat zij hem den
primeur gaven, stond In hetmidden van
de kamer vol verwachting te grinniken.
Tom bleef op den achtergrond en rookte
rustig door, zittende op de armleuning van
den stoel, waaruit hij juist was opgestaan
Toen de twee, die zooeven waren binnen
gekomen, probeerden het verhaal te doen
vielen zij elkaar om beurten in de rede.
„We liepen door de tunnel
„En gingen over het Brattie-pleln.
„Er was geen hond of kat meer op
straat.
„Zagen een ouwe kerel voor een schoen-
winkeltje.
„Haalde een sleutel te voorschijn
deed de deur open ging In het donkere
winkeltje liet den sleutel in het sleu
telgat zitten, om te sluiten zoodra hij bin
nen klaar zou zijn had daar zeker iets
vergeten
„Toen draalde Tad als de bliksem de
sleutel om en sloot den vent op
,,'t Laatste, dat we van hem hoorden,
was bonzen en janken als de hel
„Schreeuwde po-li-tie! po-11-tle" met
een paar beenbewegingen deed Spit den
opgeslotene na „en hij zit er nog al
tijd in."
„Guy vond de zaak al even grappig als
zijn beide vrienden. Een ouwe vent, die ln
zijn eigen winkel gevangen zat! Spit' vond
hem net Dago. wat de zaak nog grappiger
maakte. Zij lachten net zoo lang, tot ze er
moe van waren, gooiden zich toen ieder
in een leuningstoel en staken een siga
ret op.
Tom, die ook zoo'n beetje had gelachen,
niet om de zoogenaamde grap zelf, maar
om hun manier van doen, achtte zich ge
noopt zich er mee te bemoeien. Hij wachtte
tot zij door een paar teugjes aan hun
sigaret waren gekalmeerd.
„Zeg eens, heeren, vinden jullie niet dat
de grap nu lang genoeg heeft geduurd?"
De beide gasten draaiden zich om en
keken alsof een of ander meubel was gaan
spreken. Tad nam zijn sigaret uit zijn
mond.
„Wat donder nog toel Te dat jouw zaak?"
Tom bleef op de armleuning van den
stoel zitten en sprak heel kalm. „Voor zoo
ver het den ouden man betreft wel".
„Wat gaat die vent je aan? Is hij soms
je vader?"
„Neen, dat niet, maar waarschijnlijk is
hij iemands vader en iemands man. Je
kunt hem daar toch niet den heelen nacht
laten blijven".
Daar kwam Spit tegen op. „En waarom
niet?"
„Omdat dat niet aangaat. Lui zooals
jullie doen zulke dingen niet".
Het was alsof Tad Whitelaw een speciale
vijandschap jegens hem koesterde, toen hij
opsprong om op onhebbelijken toon te zeg
gen: „En lui zooals jij moeten niet ln een
kamer zijn, waar zij niet thuis hooren".
„O, maar Tom bedoelde er geen be
gon Guy hiertegen in te brengen.
„Laat hem dan zijn kop dicht houden,
of anders" met een hoofdbeweging
naar de deur „eruit!"
Tom beheerschte zich en wachtte tot
Tad weer was gaan zitten. „Luister eens,
ik zie de zaak zóó: die oude man heeft een
thuis, en als hij binnen, laten we zeggen,
een half uur daar niet is teruggekeerd]
zal zijn gezin zich ongerust maken. Als
ze naar hem gaan zoeken en merken dat
hij in zijn winkel opgesloten zit, zullen ze
spektakel gaan maken in het politie
bureau aan den overkant van de straat
En als de politie werk van de zaak gaat
maken, vinden ze natuurlijk uit wie 't ge
daan hebben".
„Welnu, dan vinden ze jou in elk geval
niet," zei Tad, spotachtig lachend.
„Neen, mij niet, maar zelfs jij zou toch
niet willen dat
Tad wendde zich. voordat Tom nog was
uitgesproken, op onverschilligen toon tot
Guy: „Zeg, heb je het gehoord? Dat snoe
zige kleine danseresje uit de revue, Jennie
HalUgan, is gevallen, en heeft haar been
gebroken."
Tom stond op, liep doodkalm naar de
fafel, nam den sleutel en ging naar de
deur. Tad, dit ziende, sprong op en ver
sperde hem den weg.
„Wel verduiveld! Wat ga je doen?"
"Ik ga den ouden man bevrijden."
„Leg dien sleutel weer op tafel!"
„Ga me uit den weg!"
„Dat kun je denken!"
.Laten we hier nu geen ruzie maken
,Leg dien sleutel weer op de tafel! Ver
sta je me niet?"
Tad keek woedend, omdat hij niet werd
gehoorzaamd. Hij was volstrekt niet bang
van Tom, die een halve decimeter langer
was dan hij zelf. Hij haatte hem. Vanaf
het oogenblik, dat hij in Harvard was ge
komen, had die ellendeling de onbe
schaamdheid gehad denzelfden naam te
dragen als hij en op hem te lijken. Hij
kende even goed als ieder ander den bij
naam, waaronder de ploert bekend stond
en dat de vent zelf trachtte dien meer en
meer ingang te doen vinden. Die was een
mooie reclame, en maakte een heel heer
van hem! Hij, Tad, de broer van den zoo-
genaamden baby van Whitelaw, had al
lang er naar verlangd hem een keiharden
mep op zijn snuit te geven. Nooit zou hij
daartoe een betere kans krijgen dan nu.
(Wordt vervolgd).
tVOOR DEN AVBDSTRIJD NEDERLANDIERLAND worden in het Amsterdamsche Stadion tribunes bij
gebouwd. Men heeft bierdoor vijf duizend plaatsen meer. De belangstelling voor dezen voetbalwedstrijd
is zeer groot.
de
VOORBEREIDING PAA8CHBLOEMEN-
TENTOONSTELLING in den Haagschen
Dierentuin Een fraaie inzending
„amarilles*.
VANWEGE HET GEMEENTEBESTUUR ZIJN OP ALLE HAAGSCHE SCHOLEN aan
leerlingen portretten van wijlen H. M. de Koningin-Moeder uitgereikt.