E GEBROKEN PAASCHEIEREN
GOEDE OPLOSSINGEN.
er voor stadskinderen wel iets heer-
■rs te bedenken, dan een poos naar
en te gaan? Om een tijdlang te wonen
den in het bosch? Neen, hè? Nu, Jaap
ilax vonden het dan ook gewoon ver
elij k, dat ze buiten gingen wonen,
voor altijd, hoor, maar toch ook niet
een paar weken: vijf maanden gin-
ze wonen in een huisje, waarvan de
de heel groote tuin, uit dennebosch
>nd. Maar ze hadden geen vijf maan-
vacantie. O, neen! Ze waren beiden al
le H.B.S. en nu moesten ze van Bilt-
h, waar hun huisje lag, eiken dag
de stad fietsen, met vader, want die
daar ook zijn werk. Maar dat pedde-
langs de mooie buitenwegen leek den
lens juist aardig. En hun twaalf-
je zouden ze met vader in een lunch-
n gebruiken. Ook al zoo'n buitenge-
n interessante gebeurtenis,
oeder met de twee kleine zusjes, Trees
Anneke, bleven den heelen dag in het
je in de dennen. Of liever nog: in de
pen. Want de dokter had gezegd, dat
tuin eigenlijk hun huiskamer moest
Anneke was in den afgeloopen winter
ziek geweest en bleef nog steeds zwak.
zou het meisje met September naar
ooi moeten en daarom had de huis-
er op aangedrongen, dat 't kind eerst
eenige maanden in een boschrijke
;k zou doorbrengen om weer een echte
inde meid te worden,
oeder had het niet aangedurfd haar
poppetje bij vreemden te sturen, ze
het ook moeilijk met het kindje mee
aan en de rest van het huisgezin ach-
te laten en dus waren ze maar besloten
z'n allen te gaan.
het kon niet mooier, dat de Paasch-
jtie juist in het nieuwe huis viel.
Goeden Vrijdag was de woning al
g op streek; maar de vier kinderen
den meer voor het bosch dan voor het
dat kun je begrijpen. Ze waren bijna
binnen.
Zaterdags vóór Paschen kwam Jaap
&s bij moeder en zei:
mogen morgen toch zeker eieren
fn. Dat kan nu juist zoo fijn, want
Moet u ze allemaal in het bosch ver-
|Pen en geen enkel in huis, hoor!"
<*t je wat," zei vader, „jij wordt nu
0 groot, jij moest me haar helpen bij
wegstoppen."
"t vond Jaap een prachtidee,
fietsten naar het dorp en kochten
allerlei Paascheieren en Paasch-
De kinderen hielden niet van hard-
pkte eieren, dus zou moeder maar
kippeneieren koken en kleuren.
Paaschmorgen stonden vader en Jaap
vroeg op en zochten allerlei leuke
f»jes op voor de eieren. Maar het had
fwd 's nachts, dus de chocolade- en
^eieren konden ze niet zóó in het
rge mos leggen. Doch ze hadden ook
paar gevulde blikken eieren met aar-
Plaatjes er buiten op, en ook wat
•lade-eitjes in zilverpapier gepakt,
'konden best tusschen het mos. Voor
Mocoiade-eieren vond vader een leuk
Je ui een hollen boomstam en voor
wie witte suiker-eieren wist Jaap een
koekje. Juist den vorigen dag had
111 een groep struiken achterin den
leen oud nest ontdekt. Hij wist met
weiken vogel het was. Nu. dat kun je
Met weten, als je pas buiten komt
•D En daar bracht Jaap de drie
eieren heen.
1 waren Trees en Anneke en'Max
dien Zondagmorgen gauw klaar, nog
vlugger dan anders!! Elk nam 'n mandje
mee naar buiten om zijn eieren in te
leggen.
„Jij mag niet meezoeken, hoor," riep
Max tegen zijn grooteren broer, „want
jij weet alle plaatsjes."
„Ik zoek ook niet mee. Voor mij zijn
alle eieren, die jullie niet vinden kun
nen," besliste Jaap.
„Ik zal ze best allemaal terecht bren
gen," pochte Max en zocht verder.
De meisjes hadden er al een paar ge
vonden. Max had er ook een, een flinke
nogal. Maar de tuin was groot en.... de
eieren waren goed verstopt.
„De Paaschhaas heeft ze veel te goed
weggelegd," mopperde Trees, die de
kleinste was.
„Kijk eens onder dat hoopje dennenaal-
den," zei Max, wijzend op een losgewerkt
stukje grond.
Ja, hoor, het was een ei.
Anneke haalde er een uit een boom
spleet. Max vond een klein eitje op een
paaltje, toen haalden de meisjes er ieder
een uit een greppeltje. Max gooide wat
dor blad op zij en vond er ook wat tus
schen.
Maar toen werd het zoeken hoe langer
lioe moeilijker.
„Hooren jullie de tjiftjaf wel?" vroeg
vader. „Dat beestje, dat aldoor zijn eigen
naam roept."
Ieder luisterde, maar kon het kleine
vogeltje niet in het oog krijgen.
„Ik zie wel groote vogels, daar!" riep
Max. En twee bruinachtige vliegers lieten
zich op de takken neer. Even later klonk
een onwelluidend gekras.
,,'tZijn kraaien," besliste Jaap.
Maar dat wou vader niet aannemen.
„Laten we nu verder zoeken," zei An
neke. vaders hand nen md.
„Misschien hebben jullie ze reeds alle
maal," opperde vader, „tellen jullie eens,
hoeveel er samen zijn.
„Vijftien." telde Max.
„Dan moeten er nog vijf wezen," zei
vader.
„Dan ga ik verder zoeken," riep Max,
meteen weer den tuin ingaand.
„Laat die vijf nu maar aan mij," vond
Jaap. Doch Max gaf het nog niet op.
Toen het ontbijt gereed was, waren de
laatste vijf eieren nog niet gevonden.
Maar moeder stelde voor, dat men nu
eerst zou komen eten. Gezellig prijkte een
schaal zachtgekookte eieren op de Paasch
tafel en ieder stalde het lekkers, dat hij
of zij gevonden had, om zijn boord uit.
Trees en Anneke wilden elk vast een ei
aan Jaap geven, maar die zei overtuigd:
„Ik krijg m'n deel zoo dadelijk wel."
Na het ontbijt kon Max de overige
eieren evenmin vinden en ten slotte gaf
hij het zoeken op. Jaap liep nu eerst naar
het gat in den boom en haalde de twee
chocolade-eieren te voorschijn. Anneke
zou ze zoo lang in haar mandje bewaren.
Toen trok het heele gezelschap mee naar
het struikenbosch je achter in den tuin.
Jaap drong er in door, reikte met z'n
arm omhoog en voelde naar de drie ron
de, witte eieren.
„Ze zijn stuk", riep hij op eens.
„Hoe kan dat nu? Vader, kijk u eens
in het nest!"
Vader kon over den rand van het nest
heenkijken.
„Je, ze zijn alle drie stuk", riep hij,
wipte voorzichtig het nest uit de takken
en liet het den kinderen zien.
GOEDE OPLOSSINGEN DER RAADSELS
ONTVANGEN VAN-
Marie Heenk en Margje Bol (de brieven
de vorige week veel te laat ontvangen),
Toosje Bouter (je brief eerder verzenden,
ik moet die 's Maandags in Den Haag
hebben). Rensje Buurman, Nita Cammen-
ga, Bep Cammenga, Sari Minnee, Leen-
dert Moraal, Jacobus Moraal, Huig Haas
noot, Gerrit Haasnoot Piet-er Lagas, An
nie Keyzer, Wim Keyzer, Joop Langhout,
Marie Heenk, Margje Bol, Emmy Geer-
des, Lijntje Bauer, Clasientje Oudshoorn,
Sophietje de Ridder, Geertruida Blöte,
Lies Deumer, Pleun van der Marei, Cootje
Guldemond, Daan Guldemond, Jacob
Koome, Luca Wielinga, Bep Wielinga,
Stientje Griffioen, Henkie de l'Ecluse,
Carolientje Verbiest, Jan de Graaf, Arie
van Nood, Johan van Nood. Tineke van
Nood, Maurits van Nood, Jo van der Lin
den, Tieleman van der Linden, Truus de
Graaf, Johannes Jacobus Planje, Rika de
Graaf, Thijs Mes, Beppie Braxhoven,
Jaantje Braxhoven, Leonie Impeta, Tiny
Impeta, Daan de Graaf, Annie Boekestein
Riet van Berkel, Fokje Nijholt, Willy Se-
crève, Joop Schouten, Gerard Oostergoo,
Jopie Brilman, Adriaan Sasburg, Alie
Wolfs, Ton Kruit, Krijn Haasnoot, Fran-
cina de Wit, Bald de Wit, Attie de Blan
ken, Kees Knijnenburg Krijnnoot (nog
allemaal brieven der vorige week), Cisca
van Gijzen, Nelly Vlaardingerbroek, Jan-
nie de Moed, Rie de Moed, Greetje de
Leeuw, Nelly de Leeuw, Nico Stroebei,
Arie Smittenaar, Piet Smittenaar, Lies
Tibboel, Antoon Bekooi. Beppie Groen-
huyzen, Wilhelmina Groenhuizen. Pieter-
tje Lagendijk, Saartje Lagendijk, Triny
Blotkamp. Hendrientje Blotkamp, Hans
de Jong, Gootje Scheer, Celia Kret, Hans
Kret, Corrie Kret, Alida den Hoed, Antje
de Nie, Annie Bink, Joop Hofstra, Casper
Nievaart, Koos Nieboer, Jo Visser, Hester
Hageman, Janna Schinkel, Rie Hartevqlt,
Prijna Hartevelt, Janny Hartevelt, Wim
Nolles, Cor Bousie, Henk Bousie, Wiily
Flaman, Bep Riebeek, Marietje Verboom,
Nico Verboom, Aaltje van Vliet. Boukje
van Vliet, Adriaan van Vliet, Mari3 van
Vliet, Wim Clements, Jopie Brilman,
Adriaan Boender. Mientje van Riet,
Adriaan Pison, Bep Nieboer, Wim Nieboer
Jan Brokaar, Rina Vlaardingerbroek,
Tinie Degenaars, Henk Versteegen, Philip
Hollebeek, Adri Hollebeek, Leni Groene-
veld, Jo Dreef, Marietje Laterveer, Bep
Rozier, Wim Broekema, Toosje Bouter,
Rietje Trap, Rietje Stigter. Dame Stigter,
Janke van den Eykhoff, Miep Kriek. Bep
Peter, Corrie van de Kerkhof, Sietske de
Jong, Piet de Jong, Nico Koning, Henk
Brandt, Mijntje van den Berg, Cornelis
de Jong, Leendert de Jong, Henny van
Wijk. Annie van Weizen, Bram Linschoo-
ten Lientje Oostveen, Marietje Verboon,
Everdientje Verboon, Piet van Schayk,
Tini den Hollander, Attie de Blanken,
Rietje Laman, Johan Hoogstraten, Jaco
bus van der Velden, Hendrik van der
Velden, Marinus Derogee, Klaas Ouds
hoorn, Rie Oudshoorn, Annie Cats, Ma
rietje Voorzaat, Miesje van der Bent,
Wiesje van der Bent, Martha van Dam,
Jopie de Roo, Marie Brokaar, Anny Ton-
kes, Marinus Lagas, Jacob Koome, Daan
Stigter, Gerard de Geus, Dorus de Geus,
Keesje de Geus, Jannie de Water, Frans
de Water, Nico Scheps, Sientje Timmer
mans, Frans Weyn, Henk Giliams.
Niemand begreep, hoe dat kon. En Jaap
was erg teleurgesteld.
Zijn oogst was dus alleen de twee cho
colade-eieren en wat stukken.
Doch gelukkig gaven de anderen hem
van hun voorraad mee.
Telkens weer peinsde Jaap er over, hoe
die eieren stuk kwamen.
Nog in dezelfde Paaschvacantie vond
hij de oplossing. Aan de hand van Ver-
kade's Album had de jongen ontdekt, dat
de groote, krassende vogels, die zooveel
in het bosch rondvlogen, Vlaamsche
waren; ook. dat die gaaien groote eierdie-
ven en nestroovers zijn.
En toen Jaap nu de vogels vaak over
het lage boschje zag heenstrijken, leed
het bij hem geen twijfel, of de gaaien
hadden de witte suiker-eieren voor vogel
eieren aangezien en er zich eens aan wil
len te goed doen. Dat het hun tegengeval
len was, is zeker. Want in den suikeren
dop vonden zeniets.
De jongens hebben zich nu voorgeo-
men, als er vogels in de struiken komen
nestelen, de gaaiene weg te jagen. Stuk
gepikte vogeleitjes zijn erger dan gebro
ken Paascheieren!
J. H BRINKGREVE ENTROP.
(Nadruk verboden).