1/ICKS
„Mein Madel ist eine Verkauferin'
Kite Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 29 Maart 1934
Vierde Blad
No. 22707
BINNENLAND.
Kroephoest
ÏjONINGïN EMMA-GEDENKRAAM.
Id de Nieuwe Kerk te Delft.
k Rotterdam is onder presidium van
van Woerkom-Fock een comité
JUt tot het inzamelen van gelden
JT«a of meer gebrandschilderde ramen
jjieuwe Kerk te Delft. Naar aanlei-
ran de plaatsgehad hebbende droeve
ais is besloten, de Rotterdamsche
ietenen in de gelegenheid te stellen
Ihun diepe genegenheid en groote ver
voor wijlen Hare Majesteit de
j,in-Moeder op waardige wijze uit-
g te geven door het bijeenbrengen
ven voor een Koningin Emma-
tatraam, te plaatsen in het koor van
f-'.fuwe Kerk te Delft, waar het stoffe-
overschot van de beminde Vorstin in
1 mausoleum is bijgezet.
handelsverkeer tusschen
nederland en engeland.
«derbandelingen op basis van den
status quo.
L Nederlandsche en Engelsche Regeevin-
hebben besloten in onderhandelingen
jeden over de regeling van het weder
mie handelsverkeer. Deze onderhande
lt!, die vermoedelijk spoedig een aan-
5 zullen nemen, zullen van beide zijden
bieden op basis van den status quo.
j verband daarmede worden voor een
biiteerde periode ten behoeve van im-
ts, die goederen uit Engeland im-
eeren en welke goederen aan contin
uing onderworpen zijn, invoerver-
tingen beschikbaar gesteld op basis
de consenten, welke deze importeurs
een voordat de recente verlagingen
Icontingenten van kracht werden.
1DE WELVAART VAN SURINAME.
i leden der Eerste Kamer bespreken
verschillende maatregelen.
schenen is het voorloopig verslag
j de Eerste Kamer over het wetsont-
p tot vaststelling van de Surinaamsche
wting voor 1934.
btleend is daaraan:
mlge leden herinnerden er aan, dat
tijd het denkbeeld is geopperd, om
een bij uitstek bekwaam en prac-
i man het vraagstuk van Suriname's
komst te doen bestudeeren.
lore, zoo betoogden de leden, hier aan
i woord, indertijd aan den door hen
telden wensch voldaan, dan zouden
Dicht thans ingrijpende plannen tot
frdering van Suriname's welvaart be-
waaraan ampele aandacht zou
Ben worden gewijd.
i zooverre waren deze leden echter
tedigd, als zij de uitzending van den
fcoedelijk aanstaanden chef der afdee.
IWest-Indische zaken aan het departe
ment van koloniën, den heer A. Mühlen-
feld, naar Suriname en Curacao ter be
studeering van de toestanden aldaar ton
zeerste toejuichten.
Algemeen was de instemming, waar
mede men had kennis genomen van de
benoeming van den tegenwoordigen gou
verneur.
Wederom werd van gedachten gewis
seld over de vraag op welke wijze de wel
vaart van Suriname zou kunnen worden
bevorderd.
De aandacht werd gevestigd op het
plan van den heer H. G. Brandon tot be
vordering van hoeve-rijstcultuur met be
hulp van dierlijke trekkracht. Naar ver
luidt beoogt de heer Brandon persoonlijk,
met eigen middelen, zonder eenigen steun
van de Regeering een proef te nemen. Zij
drongen er op aan, dat het Surinaamsche
gouvernement daaraan in elk geval mo-
reelen steun niet zou onthouden en dit
getuigenis van ondernemingszin zou waar-
deeren.
Men sprak de hoop uit, dat spoedig ge
volg worde gegeven aan het voornemen
tot uitzending van een irrigatie-ingenieur.
Gaarne zou men vernemen, of de Regee
ring reeds er in is geslaagd in Neder-
landsch-Indië een geschikte kracht te
vinden.
Vele leden stemden in met het bescheid,
door den minister gegeven naar aanlei
ding van den op hem geoefenden aan
drang, om aan de plannen tot kolonisatie
van Nederlanders in Suriname steun te
verleenen.
Voorshands hadden ook zij weinig ver
trouwen in de tot dusverre dienaangaande
geopperde voorstellen.
Enkele andere leden brachten in her
innering, dat in vorige eeuwen geïmmi
greerde Portugeesche Joden veel hadden
bijgedragen tot de toenmalige welvaart
van Suriname. Gelet op den agrarischen
aanleg van den Jood in het algemeen
de aandacht werd hierbij gevestigd op de
kolonisatie in Palestina gaven zij in
overweging, mede naar aanleiding van
recente gebeurtenissen in Europa, opnieuw
emigratie van Joden naar Suriname te
bevorderen. Gaarne zouden zij 's ministers
meening hieromtrent vernemen.
VEREENIGINGEN VAN WERKLOOZEN.
Vragen van den heer Amelink.
De heer Amelink heeft den minister
van sociale zaken de volgende vragen ge
steld:
1. Is de mededeeling, opgenomen in de
dagbladpers, juist, dat de minister van
sociale zaken heeft goedgevonden, dat
werkloozen, die tot nog toe buiten de vak
beweging stonden, doch zich thans ge
organiseerd hebben in bij de bestuurders-
bonden aangesloten werkloozenvereenigin.
gen, bij wijze van proef mogen stempelen
en hun uitkeering mogen ontvangen aan
de kantoren dier organisaties, en te dezen
opzichte eenzelfde behandeling zullen ge
nieten als hun georganiseerde mede-arbei
ders?
2. Is het den minister bekend, dat de in
de eerste vraag bedoelde ongeorganiseer
de werkloozen. vóór zij tot het lidmaat
schap van de in deze vraag bedoelde ver-
eeniging van werkloozen worden toegela
ten, de volgende verklaring hebben te
onderteekenen:
„Ik verklaar toe te treden tot de Ver-
eeniging van Werkloozen teen zoo
dra ik weer werk in het vrije bedrijf zal
hebben, te zullen toetreden tot de bij het
Nederlandsch Verbond van Vakvereeni-
ginggn aangesloten organisaties in het
betreffende vak.
Ik verklaar de belangen der moderne
vakbeweging te allen tijde te zullen voor
staan"?
3. Wil de minister mededeelen, indien
vraag 1 bevestigend wordt beantwoord,
welke motieven er toe hebben geleid om
ongeorganiseerde werkloozen, die de ge
lofte hebben afgelegd, zoodra zij weer
werk krijgen, te zullen toetreden tot een
van de bij het Nederlandsch Verbond van
Vakvereenigingen aangesloten organisa
ties, faciliteiten te verleenen, die aan
werkloozen, die deze gelofte niet doen,
worden onthouden?
4. Is de minister niet van oordeel, dat
waar andere vakcentralen blijkbaar van
meening zijn dat het ongewenscht moet
worden geacht tot stichting van vereeni-
gingen van ongeorganiseerde werkloozen
over te gaan. het niet op den weg der
Regeering ligt, door het verleenen van
faciliteiten als in vraag 1 bedoeld, de
propaganda voor de sociaal-democratische
vakbeweging, te steunen en te bevorderen?
VISCHXHTVOER NAAR FRANKRIJK.
Contingent voor sommige soorten
uitgeput.
De afdeeling Visscherijcn van het De
partement van Economische Zaken brengt
ter kennis van belanghebbenden, dat vol
gens telefonisch bericht uit Parijs het aan
Nederland over het eerste kwartaal 1934
toegekende contingent voor zeekreeften,
langousten en ongepelde garnalen is uit
geput en dat geen verzending naar Frank
rijk meer zal kunnen plaats hebben voor
11 April a.s.
HET ONTSLAG VAN DEN SECRETARIS
DER V.A.R.A.
Het antwoord van het Hoofdbestuur.
De Arbeiderspers bevat een antwoord op
de brochure van den ontslagen secretaris,
den heer Zwertbroek.
Daarin wordt het zondenregister van
den heer Z. opengedaan. Z. zou buiten
medeweten van anderen uitzendingen van
puur-communistische strekking hebben
voorbereid. Een met goedvinden van Z. in
gestelde commissie kwam tot de conclusie,
dat Z. nooit meer alleen de werkzaam
heden voor den omroep zou mogen ver
richten; hij moest onder toezicht worden
gesteld. Z. ging met de conclusies der com
missie acoord.
Ziehier de feiten volgens het hoofdbe
stuur.
Z. had o.a. alléén de uitvoering van ,Dle
Massnahme" van B. Brecht met muziek
van H. Eisler voorbereid, een zuiver com
munistisch stuk. De Stom des Volks te
Amsterdam weigerde medewerking. Toen
wilde hij het stuk in Belgle doen uitzenden.
Z. ging zonder zijn medebestuurders er
in te kennen, alleen met den chef van den
Technlschen Dienst naar Amsterdam.
Na het verbod der Internationale liet hij
een pauzeteeken maken, dat de eerste
maten van dit lied weergaf, en stelde dit
op eigen houtje in werking.
Hij wilde zich niet bij het besluit van
den Vereenigingsraad om in dezen tijd
geen loonsverhooglngen van bezoldigde be
stuurders toe te kennen, neerleggen en
eischte honorarium als commissaris der
Arfi (het fümbüreau der beweging).
Voor het bezoeken der conferenties van
de Union de Radlodiffusion maakte hij in
5 dagen tijds f. 100 autokosten; een week
later gaf hij f. 25 uit voor auto kosten naar
den Haag.
Z. veroorzaakte moeilijkheden met afdee-
lingen en leden van den Vereenigingsraad.
Meermalen zou Z. gedreigd hebben de
Vara kapot te maken, als men hem geen
hooger salaris dan f4500 gat en hem niet
de vrije hand liet.
De voorzitter de Vries en de penning
meester Lebon namen om zijnentwille ont
slag. doch het hoofdbestuur nam dit niet
aan en beduidde Zdat hij moest heen
gaan.
Met het oog op zijn verdiensten wilde
het hoofdbestuur hem ln een minder ver
antwoordelijke functie handhaven, doch Z
stelde toen leden van den Vereenigingsraad
vertrouwelijke stukken ter beschikking om
het hoofdbestuur en speciaal de Vries en
Lebon in gebreke te stellen. Toen ontsloeg
het hoofdbestuur Z. met afwijzing der
nieuwe functie.
Naar de Tel. verneemt, wordt als opvol
ger van den heer Zwertbroek genoemd de
oud-wethouder van Amsterdam, het raads
lid de heer E. Boekman.
PROEFRITTEN DIESEL-TREINEN.
Gisteren hebben voor het eerst op het
baanvak Utrecht CS.WoerdenGouda
RotterdamMaas proefritten met de Die
sel Electrische treinen plaats gehad.
De resultaten waren zeer bevredigend en
er werd een gemiddelde snelheid van 125
130 K.M. bereikt en de afstand Woerden
Utrecht werd in ongeveer 10 minuten af
gelegd.
o
DE
POPPENTENTOONSTELLING
UITGESTELD.
Het Comité Poppententoonsteiling deelt
■mede, dat de Poppententoonsteiling ten
bate van de Tuberculosebestrijding in
Nederland en Ned. Oost-Indië. welke ge
houden zou worden van 317 April in de
Gothische zaal te 's Gravenhage, in ver
band met het overlijden van H.M. de
Koningin-Moeder is uitgesteld en thans
gehouden zal worden van 822 Mei a.s.
RECLAME-
8496
wordt meestal ln een kwartier onderdrukt
door keel en borst met de verdampende
zalf Vicks VapoRub in te wrijven. Een
nachtelijke aanval kan wor
den voorkomen door deze
behandeling tegen bedtijd
toe te passen.
wVapoRub
gesloten tijd voor visschen.
Bij beschikking van den Minister van
Economische Zaken is bepaald, dat:
le. met afwijking van het voorgeschre-
vene in het Riviervlsscherijreglement, het
Algemeen Visscherijreglement voor de bin
nenwateren en het Zuldhollandsche Stroo-
menvisscherijreglement, de gesloten tijd
voor barbeel, blankvoorn, brasem, karper-
kolblei, meun, ruischvoorn. serpeling,
sneep, snoekbaars, winde en zeelt dit jaar
zal ingaan op 16 April;
2e. met afwijking van het voorgeschre-
vene in art. 7, lid 1, van het Rivlervissche-
rijreglement en behoudens het bepaalde
in lid 2 en 3 van dit artikel, de gesloten
tijd voor het visschen met eenig vischtuig
in de rivieren dit jaar zal ingaan op 15
April
3e. met afwijking in zooverre van het
voorgeschrevene in art. 7, lid 1, lettor d,
van het Zuidhollandsche Stroomenvissche-
rijreglement, de gesloten lijd voor het
visschen in de Zuidhollandsche stroomen
men de vischzegen. den hengel het schut-
want met een maaswijdte, kleiner dan 80
m.M„ en wargarens met een maaswijdte,
kleiner dan 75 m.M., dit jaar zal Ingaan
op 15 April,
VERSPREIDE BERICHTEN.
Bij K. B. is aan J. Bouman, op zijn
verzoek, met ingang van 1 Juli 1934, eer
vol ontslag verleend als burgemeester der
gemeente Nieuwerkerk, met dankbetui
ging voor de langdurige diensten, door
hem in zijn betrekking bewezen.
Bij K. B is met ingang van 19 Maart
1934 aan den heer mr. J. A. C. M. van
Hellenberg Hubar te Rijswijk (Z.-H.) op
zijn verzoek eervol ontslag verleend als
lid van den Hoogen Raad van Arbeid, on
der dankbetuiging voor de door hem in
die functie bewezen diensten en is be
noemd tot lid van dien Raad de heer mr.
F. J. H. Bach te 's-Gravenhage.
Bij Kon. besluit is met ingang van
1 April 1934 benoemd tot Commissaris
van Politie te Nijmegen S. W. J. van der
Mark, inspecteur van Politie le klasse te
's-Gravenhage.
|KN GELUIDSFILM-COMPONIST
AAN HET WERK.
pzich Franz Doelle als een componist
1 net traditioneele uiterlijk voorstelt,
gt teleurgesteld. Krachtig en groot, met
tal lichaamsbouw, ziet men op het
t gezicht geen musicus in hem, doch
™2ende uitdrukking zijner oogen, de
slapen en de fijne hand wijzen op
pWkale begaafdheid.
Ptliiia heb ik met de UFA een con-
*«iesloten", vertelt hij. „Ik heb veel
•roeden moeten overwinnen, eer ik
p was". ik feliciteer hem en vraag of
iets uit zijn leven wil vertellen.
ben een geboren Rijnlander, uit
®«en-Gladbach, en had mij reeds jong
senomen, muziek te studeeren. Profes-
I wezen was mijn eerste leeraar, wien
F™ te danken heb. In Rostock stu-
70e ik bij professor Thierfelder. In het
"tische Symphonieorkest" en Ln de
werkte ik mede als waldhoornblazer,
■rende den oorlog werd ik hulpcom-
j* tn het Metropoltheater te Berlijn".
j~ar hebt u ook Massary leeren ken-
rwtuurlijk, en menigen schlager voor
Gecomponeerd. Later was ik huiscom-
Jan de opera comique. Maar u moet
Lp'kwalijk nemen, dat ik mij onmo-
F' alle Berlijnsche theater-directeuren
jbe'inneren, met wie ik sedert den
ij }11 aanraking gekomen ben",
ptot u het als geluidsfilmcomponist
klle lachte: „Zooals men 't opvat. Wie
a;n muzlkalen arbeid voor de geluids-
I^en Eomoedeijk componeeren ach-
I njn bureau bij zich thuis voorstelt, die
tu net mis.
bij mijn laatste films „Victor
ictoria" en „Einmal eine grosse Dame
kan ik u demonstreeren. hoe zich
lir.u van den componist in de practijk
■rem. u weet, dat deze beide films mu-
wolkomen „doorwerkt" zijn, dus niet
n 'Prekende films met eenige schla-
Meh mag van den componist niet
Ijpn, dat hij eiken tekst, die hem
voorgelegd, eenvoudig accepteert. Er
"onvoorwaardelijk een innerlijke be-
tot de materie aanwezig zijn. Pre-
t[j|^bij de operacomponist en zijn
Jj z'in bij de film evenveel dichters als
aan de zee. En meestal is het defini-
manuscript een product, waaraan een
reeks van personen heeft gewerkt.
5iu!ï?en echter de eischen van de ver-
f«Me bij de film geïnteresseerde groe-
z?° met zich mede. Men moet beden-
bat honderdduizenden in één enkele
-einvesteerd worden",
meneer Doelle. het buitengewone
'an „Victor en Victoria" bewijst
.bet beste, dat u hier muzikaal een
6duk hebt gehad?"
„Vergeet u niet. dat in deze film een
intensieve muzikale arbeid van zes maan
den steekt, en niet veel sneller ging het
met de nieuwe UFA-comedie „Einmal eine
grosse Dame sein".
Terwijl „Victor en Victoria" geheel en al
op humor is ingesteld, komt in de nieuwe
Nagy-film het lyrische op de eerste plaats,
weliswaar ontbreken ook hier talrijke hu
moristische details niet. Niettegenstaande
de compositie en instrumentatie reeds van
tevoren door mij waren gemaakt, moest
toch bij het draaien van de film op het
allerlaatste oogenblik nog menige veran
dering worden aangebracht. Het instru
menteeren van de geluidsfilm heeft zijn
eigen wetten, die men alleen door ervaring
kan leeren. In de allereerste plaats moet
men er voor zorgen de stemmen zoo te
„zetten", dat ze niet bij de weergave ge
smoord worden. Gelukkig staat mij het
heerlijke, zestig man sterke UFA-orkest
ter beschikking en daarmede een prachtige
mogelijkheid tot elke gewenschte nuan
ceering".
„Brengt „Einmal eine grosse Dame sein"
ook nog nieuwe schlagers?"
„Maar natuurlijk, ik was muzikaal zoo
goed gestemd als maar mogelijk is", Doelle
fluit mij vergenoegd de motieven van de
schlagers voor, en ik voel mij direct geëlec-
triseerd door het karakteristieke rhythme:
„Mir gehts immer fabelhaft
LEVENSSCHETS VAN CHARLES
LAUGIITON.
Toen Charles Laughton nog een kleine
jongen was, in Scarborough (Engeland),
waar hij geboren is. beloofden zijn ouders
hem steeds, dat hij, als hij goed oppaste.
naar de Marine-opleidingsschool te Ply
mouth mocht gaan, om er voor Admiraal
1 van 's Konings vloot te studeeren. Die tijd
is lang voorbij in het leven van den man,
die thans de rol vervult van Engeland's
grootsten koning, in de productie van de
London Films getiteld: „Het hef deleven
van Hendrik VIII." Toen Laughton de
jaren des onderscheids bereikte vond hij,
dat de Britsche marine het wel zonder
hem zou stellen, hoe groot zyn zeevaart
kundige genie ook mocht zijn. Hij was
volkomen overtuigd, dat zijn toekomst in
de theaterwereld lag. Voortgedreven door
een hartstochtelijke ijver alles te leeren,
omtrent het tooneel en wat ermede in
verband staat, wist Laughton een betrek
king te krijgen in een hotel te Londen,
waar hij genoeg geld verdiende om de
studies in de gewenschte richting voort te
zetten Toen de wereldoorlog uitbrak meld
de Laughton, alhoewel nauwelijks den
jongensleeftijd te boven, zooals vrijwel de
geheele Engelsche jeugd, zich als vrijwil
liger en deed zijn plicht voor het vader-
1 land. Na zijn terugkeer van het slagveld
liet hij zich Inschrijven ln de Koninklijke
Tooneelschool te Londen en na volbrach
ten studietijd speelde hij zijn eerste rol
in 1926.
Hij wist al spoedig de aandacht te trek
ken en zijn opkomst was sindsdien gesta
dig en snel. Spoedig maakte de film zich
van hem meester en twee jaar geleden
vertrok hij naar Hollywood. In weerwil
van het feit, dat hij reeds een der hoogste
sporten van den ladder had bereikt, bleef
hij steeds den wensch koesteren het eens
tot „ster" te brengen. Veel van zijn tijd
besteedde hij aan het maken van uittrek
sels van de stukken van Molière, Sha
kespeare en Tsechow, welke hij voor Lon-
densche opvoeringen bewerkte. Laughton
heeft altijd ijverig den ondergrond van
de door hem uitgebeelde karakters bestu
deerd en gaf zich met al zijn talent, ten
einde de karakters zoo zuiver mogelijk
weer te geven. Reeds als hotel-employé
had deze gave de aandacht getrokken. De
hoofdrol in „Het Liefdeleven van Hendrik
VIII", onder regie van Alexander Korda,
wordt de mooiste vertolking van zijn car
rière genoemd. Een der bekendste wereld
critici zei van hem, dat hij niet alleen de
rol van den vroolijken koning speelde,
neen, hij was de koning zélf. Laughton is
in ons land niet onbekend. Hij speelde
o.a. belangrijke rollen in de films „De
duivel van de U 69" die van onderzee-
boot-commandant terwijl hij de rol
van Nero vertolkte in „Het teeken des
kruisfes".
a
DE CRIMINEELE FILM VROEGER EN NU!
Het schijnt reeds lang geleden te zijn,
dat wij in onze theaters die heele series
van angstwekkende, Amerikaansche crimi-
neele films zagen, waarbij onze haren te
berge rezen, we begonnen te rillen, en die
eigenlijk slechts goedkoope colportage
boden. Maar deze films, hoewel overdreven
en slecht van spel en handeling, waren
alle spannend tot het laatste oogenblik,
(wie herinnert zich niet meer de vijfweek-
sche seriefilm „De groote onbekende") en
dat is juist, hetgeen men van een crimi-
neele film moet verlangen en verlangt.
De eerste Duitsche crimineele films
stonden, wat opzet en uitvoering betreft,
ver bij de Amerikaansche films ten achter,
den Duitschen regisseurs en artisten van
films van dit soort ontbrak het aan erva
ring. Het waren getrouwe copieën van de
Amerikaansche films: en een copie on
verschillig hoe goed zij ook moge zijn is
altijd minder dan het origineel.
Toen de seriefilm zich niet meer bij het
publiek kon handhaven, ging men over tot
de zooeven genoemde detective-films. De
eerste Amerikaansche geluidsfilms, die
naar Europa kwamen, waren van dit soort
Hierin speelde altijd de geheimzinnige,
zwijgzame detective de hoofdpersoon,
waarom alles draaide, en die dc ongeloofe-
lijkste dingen volbracht.
Pas in den laatsten tijd is men van de
detective-film afgestapt en begonnen, den
mysterieuzen rechercheur met de wonder-
hersens", den ..Uebermensch" links te
laten liggen en crimineele films te ver
vaardigen, die de feiten toonen. zooals zij
in het werkelijke leven zijn. Men begon
hiermede met „Het schot in het Toon
film-atelier", .De tijger van Berlijn" en
.D-trein 13 heeft vertraging", waarin het
ophelderen van een misdaad zonder eenige
geheimzinnigheid en zonder eenige over
drijving werd getoond. Maar ook deze films
konden zich nog niet geheel en al van de
detective-traditie vrijmaken.
De namen Liane Haid en Willi Forst
brengen ons een herinnering aan een ge
lukkige combinatie uit den begintijd van
de Duitsche geluidsfilm. In de film „Das
Lied ist aus" zag men hen tezamen, en de
verwachting was gerechtvaardigd, dat dit
„koppel" zooals dit in de filmwereld meer
voorkomt, wel voorloopig zou blijven sa
menwerken. Het kwam anders uit. Door
welke omstandigheden dan ook. een ge
combineerd succes als deze beiden toen
behaalden, was niet meer voor hen weg
gelegd. En nu. eindelijk, zijn ze weer sa
mengebracht in een geestige filmoperette.
Ralph Benatzky schreef de muziek voor de
operette „Meine Schwester und ich", die
zoowel in het buitenland als hier veel suc
ces oogstte. En van deze operette werd een
film gemaakt, die men hier onder den
titel „Mein Madel ist eine Verkauferin"
verschijnt. Als „Dritte im Bunde" speelt
Paul Kemp, die ln „Ein Lied fiir Dich' met
Kiepura zulk een enorm succes behaalde,
de komische rol. De titel, „Mein Madel ist
eine Verkauferin" is tevens de naam van
den hoofdschlager, die door Willi Forst in
de film gezongen wordt. De bekende regis
seur Karl Hartl had de spelleiding en
schreef het draaiboek, de muziek, die zoo
als gezegd van Ralph Benatzky is, werd
voor de film gearrangeerd door Schmidte-
Gentner.
Eerst nu is een flün gemaakt, die defini
tief een einde schijnt te willen maken aan
het ongeloofclijke „Uebermenschentum"
van de denkreuzen en detective-helden.
De nieuwe Majestic-film, die vervaar
digd ls onder productieleiding van den Ne
derlander Haro van Peski. is getiteld: „De
dame met den zwarten sluier", doet geheel
en al afstand van de traditioneele hoofd
figuur van den Scotland-Yard-man. De
handeling is de eenvoudige vertelling van
een tragedie, die zich in de allereerste
kringen van een Duitsch provinciestadje
afspeelt. Een belangrijke rol wordt ge
speeld door den commissaris van politie
(Hans Zesch-Ballot)dit is echter geen
„Uebermensch", doch een oprechte verte
genwoordiger van de wet, met een men-
schelijk hart en een natuurlijk normaal
verstand. De opheldering van de misdaad
geschiedt dan ook niet door een of meer
detectives, doch voor de rechtbank, in den
loop van een moord-proces tegen een dame
der society (Olga Tschechowa). Het is de
verdienste van haar advocaat (Johannes
Riemann) en diens chauffeur (Hugo
Fischer-Köppe) dat de veroordeeling van
een onschuldige verhoed en de persoon, die
de misdaad begaan heeft, ontmaskerd
wordt.
Dat bij alle dramatische realiteit der
handeling ook de humor door medespeien-
den als Hansi Niese. Willy Schur enz. tot
zijn recht komt. is een bijzondere verdien
ste van den regisseur Georg Jacoby. „Do
dame met den zwarten sluier" is een ge
heel en al nieuw soort crimineele film en
beteekent juist door haar bewusten afkeer
van het detective-heldendom en door haar
zakelijke eerlijkheid een vooruitgang op 't
bied van de moderne crimineele film. Be
halve de reeds genoemde artisten treden
Kathe Haack, Friedrich Kayssler, Walter
Steinbeck, Leni Sponholz Paul Otto. Ger
hard Bienert. Carsta Lock, Hans Zesch-
Ballot en andere bekende artisten in deze
film op.