De nieuwe kegel üan den Lutine-toren - van Heutz-monument
VEILIGE HAVENS
74ile Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
FEUILLETON.
j EEN ATTRACTIE VOOR DE JEUGD. Op de Nieuwe
Markt te Amsterdam kan men zich laten fotografeeren op
ten kameel. De groote belangstelling voor dit nieuwtje.
DE ONTBINDING VAX HET VRIJWILLIGE SCHUTZKORPS IX WEEXEX. De bondspresident inspecteert de vrijwilligers. In het midden, president
Miklas. Geheel rechts bondskanselier Dollfuss en vice-kanselier majoor Fey.
door BASIL KING
(üit het Engelsch).
|«1)
I Den eersten nacht had hij in Gore Hall,
L*r hem zijn kamers waren aangewezen,
""«gebracht. Hij had kennis gemaakt met
drie andere groenen, waarmee hij een
teenschappelijke zitkamer zou deelen.
1 zitkamer was op de benedenverdieping
Jj teek uit op de Embankment en de
Jwrles. Sinds hij niet meer bij de Quid-
™*es was, had hij geen andere werkkamer
K<ja<i dam het nauwe, vieze hokje in het
tan juffrouw Danker, zoodat zijn
(."/he.ever zijn nieuwe, nette kamer bijna
«aerhjk ongekunsteld was. Gedurende de
'fste vier en twintig uren bracht hij in
'n tmer elke minuut, dat hij geen plich-
uad te vervullen, door. Zijn collega's
««en omdat bleek dat hij het met zoo'n
k, deed. aan hem overgelaten de
«er in orde te brengen,
k den tweeden dag lag hij
- —b °P zÜn
achter de schrijftafel en kleed
te trekken. In zijn ijver kon hij niets
iresken. m zijn ijver aon mj
S,8** heen zien. dat niet netjes was.
rj recht lag of niet op de goede plaats
De schrijftafel was zwaar en het
Cy- Weerbarstig. Toen er op de deur werd
I 'ht. riep hij: finnen!", en eerst toeft
de deur geopend en weer gesloten werd,
keek hij over den rand van de schrijftafel.
Een deftige, nog al dikke dame kwam de
kamer binnen, met het opgewekte gezicht
vau iemand, die het recht had hier te
komen. Zij droeg een donker groene auto
sluier, die ten deele haar gezicht bedekte.
Na eerst Tom te hebben aangekeken, deed
zij haar handschoenen uit en zag in de
kamer rond.
„t Spijt me erg, dat ik zoo laat ben,
Tad, maar die domme Patterson was den
weg kwijt. Hij is een goed chauffeur, maar
hij heeft weinig benul van het volgen van
den juisten weg. Hé, waar is 't schilderij?
Je zei, dat je 't al had opgehangen?"
Haar toon was beslist en zij sprak haar
woorden en lettergrepen staccato uit. In
haar manier van spreken had zij hetzelfde
gesyncopeerde, dat hij later merkte dat de
tooneelspeelster, mevrouw Fiske, ook had.
Misschien was zij zenuwachtig, of had zij
een hartkwaal.
De eerste oogenblikken was hij te ont
roerd om precies te weten wat te doen.
Weer was hij aangezien voor Tad en met
diens naam aangesproken, ditmaal waar
schijnlijk door Tad's moeder Hij stond in
zijn volle lengte van bijna één meter
negentig op. De dame schrok.
„Goeie hemel! waarom maak je je zoo
lang? Sta je op iets?"
„Ik vrees mevrouw, dat hier een vergis
sing in het spel is".
Eenigszins geprikkeld antwoordde zij
,Toe, Tad! Nu geen grapjes! Daarvoor ben
ik niet in een stemming; ik ben veel te
moe".
Zij gooide haar handschoenen op de
schrijftafel, en even vlug als zij sprak, be
gaf zij zich naar een raam, dat uitzicht
gaf over het Embankment.
.Het zal hier erg lawaaiig en stoffig voor
je zijn, door dat onophoudelijke gerij van
auto's.
Nu achter de schrijftafel vandaan ge
komen, zag zij hem in zijn volle lengte
voor zich staan. Ontsteld hief ze haar
linkerhand op.
„O. u deedt me schrikken. U staat heele-
maal niet op iets".
.Neen mevrouw, ik
„Ik vroeg naar de kamer van mijnheer
Whitelaw. en toen hebben ze me verwezen
naar nummer acht en twintig".
Naar de deur gaande, keek ze verschrikt
nog achterom, en toen hij vlug naar voren
kwam om de deur voor haar open te doen,
wenkte zij hem terug te gaan. Alles wat ze
deed en zei, was snel, staccato en geen
tegenspraak duldend.
„U vergeet uw handschoenen, mevrouw"
zei hij, haar die met uitgestrekten arm
gevende. Terwijl zij ze van hem aannam,
bleef zij hem steeds aanzien.
„O, neen! U lijkt niet op hem. Ik dacht
't alleen maar. Ik heb me vergist. Alleen
de oogen en de wenkbrauwen."
Toen ging zij de deur uit, die hij ach
ter haar sloot. Daarna ging hij in een
leuningstoel bij het raam zitten, en keek
naar het landschap met de dubbele file
auto's op den voorgrond en de op verde
ren afstand gelegen rivier.
Dus dat was de vrouw, die zoo'n vree-
selijk verdriet had geleden over een gesto
len kind! Hij trachtte zich voor den geest
te halen wat Honeybun over dat drama
had verteld. Hij herinnerde zich het huis
waarop Honeybun op een wandeling zijn
aandacht had gevestigd; hij herinnerde
zich het seringenboschje met de banken
in het Park. Daarheen was het kind van
die vrouw op een ochtend in zijn wa
gentje gereden en toen verdwenen. Zij
had die mededeeling moeten aanhooren,
zij had een oogenblik doorleefd, waarin
zij zooiets ontzettends hoorde, dat haar
geest het niet kon omvatten. Zij had ge
weten wat leed was, dat aan waanzin
grensde; zij had gehoopt en getwijfeld;
was ontgoocheld, teleurgesteld, wanhopig
en afgetobd geweest, üit louter zelfver
dediging, omdat er een grens bestond
aan hetgeen de menschelijke geest kon
verduren, had zij zich omkleed met een
pantser, dat haar belette nog meer over
de zaas te hooren. Zij nam het kwalijk
als men er haar aan herinnerde. Zij ge
raakte buiten zich zelf van geprikkeld
heid doo- een toevallige gelijkenis, die
haar deed denken aan hetgeen er van
het verloren kind geworden kon zijn.
Een toevallige gelijkenis! Hij onder
streepte in gedachte die woorden Meer
was het niet. Hij zelf was de zoon van
Theodoor en Lucy Whitelaw tenmin
ste, hij meende, dat zij Lucy heette. Eerst
toen hij voor een of ander bewijs, dat hij
op school moest overleggen, de namen
van zijn ouders moest opgeven, merkte
hij pas, da* hij het niet zeker wist. Voor
hem was zij altijd „moeke" geweesr een
andere naam had hij nooit noodlg gehad.
Toen zij van hem was heengegaan, was
er niemand, die hem feiten kon vermel
den, waarvan hij vroeger nooit hac ge
hoord, Het wa- zelfs aan een toeval te
danken, dat hij zich den naam Theodoor
herinnerde. Zijn moeder had namelijk aan
den politieagent, die haar na dat vree-
selljke voorval ondervroeg, opgegeven, dat
zij de weduwe was van Theodoor White-
law. Waarom zou hij geen Whitelaw hee-
ten? Er waren meer menscher.. die dien
naam droegen een naam, die volstrekt
niet uitsluitend toebehoorde aan de fa
milie, aan v/ien een kind was ontstolen.
Hij dacht tegenwoordig niet dikwijls
meer aan zijn .moeke", niet alleen om
dat de herinnering hem te pijnlijk was.
maar ook omdat die te afbrekend in
werkte op hetgeen hij zich als levensdoel
had gesteld. Hij handelde meer impul
sief dan dat hij naar ideaten streefde,
waarbij de impulsies waren gericht op
rechtschapenheid Zijn handelingen wa
ren niet het eevolg van een zelf gekozen
richtsnoer; evenmin werden die be-
heerscht door iets. dat van buitcnar kwam
tenzij misschien vagelijk door hetgeen hij
tijdens zijn verblijf bij de Tollivants In
zijn geest had opgenomen. Hij cacht er
eigenlijk niet veel over na, maai aan
vaardde het als iets vanzelfsprekend. Hij
kon niet anders zijn dan hij nu eenmaal
was. Maar als bij trachtte iets te vinden,
v/aaraan hij houvast kon hebben, dan
leidde hem dat naar het begin van zijn
leven, dat helaas bezoedeld was.
(Wordt vervolgd).
NIEUWE UNIFORMEN VAX HET ITALIAANSCHE DE BERGING VAX HET LUTINE-GOÜD. Aan den nieuwen kogel
LEGER. De nieuwe uniformen zitten minder slui- van den Lutine-toren wordt hard gewerkt. Hij bestaat uit drie gedeelten,
tend. De jas is aan den kraag open. die electrisch gelascht zullen worden. Een foto van twee deelen
BEELD van het monumentale gedenkteeken voor gene
raal van Heutz, dat aan het Olympia-plein te Amsterdam
opgericht wor'dt. Het beeld, een onderdeel van het monu
ment, is 41 meter hoog.