Onze Marine en het
3ezuinigings-rapport Idenburg.
In de groote voorjaars
schoonmaak kunt ge gerust Tink aan
pakken. Al worden Uw handen daardoor
ruw, rood of stuk, met PUROL maakt ga
ze weer zaoht, mooi en gaaf. Vooral
's avonds inwrijven.
[jaargang
Or
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 14 Maart 1934
Derde Blad
No. 22694
KUNST EN LETTEREN.
,rme-deskundige schrijft ons:
ï»r de geheele marine met zorg
s rapport Idenburg is verschenen.
Ide bezuinigingseisch t.o.v. het
het marine-budget in aan-
eenomen was het voor een iedei
k dat deze alleen bereikt zou
worden door een algeheele om-
en verandering der marine-orga-
pe vrees waarmede men in de
het. rapport tegemoet zag was dus
gegrond. Deze vrees wordt nog
liter wanneer men ziet, dat wel
de commissie opdracht was gege-
ening te houden met de taak dier
cht, nl. in hoofdzaak „neutrali-
dhaving", maar dat tevens bleek,
neer de bezuiniging niet zonder
g dezer taak kon worden ver-
dit geen reden mocht zijn de
te breken. Men zou dan een
tie moeten ontwerpen welke vol-
n de finantieele eischen, ook al
daardoor het gevaar, dat de vloot
-r aan haar taak zou kunnen vol-
1 velen onbegrijpelijk zijn geweest,
vergelijking der door de commissie
-ven bezulnigingsbedragen voor de
wapenen, blijkt, dat voor de be-
g op marine een veel grooter be-
-rdt vastgesteld dan voor de legers
erland en Nederlandsch-Indlë, nl.
ioen op marine, tegenover 6.5 mil-
beide legers.
Is de reden van deze hoogst onge-
deeling? Onwillekeurig zou men op
te gezicht geneigd zijn, hierin te
mindere waardeering van de taak
marinewapen in de defensie. Wan
en echter ziet, dat de regeering
u,ds de taak, welke aan de marine
werd, niet wenschte te veranderen,
"kt, dat men hier naar een ander
moet zoeken. De eenige verklaring
Inziens, mede in verband met den
van het rapport, dat de regeering
verdeeling der 26 millioen totale
Ing van oordeel was, dat alleen
marine groote besparingen op sgr-
ebied waren te verkrijgen dcor in.
van een militiestelsel, ter vervan-
n een groot gedeelte der vrijwilli-
et leger hier te lande was bereids
leest geschoeid, terwijl dit voor
er in Indië blijkbaar onmogelijk
werd.
mmlssie Idenburg had dus öogen-
"k de taak een bezuiniging te zoe-
13 millioen. Zooals echter uit het
blijkt is dit bedrag in de practijk
iangrtjk te laag, aangezien deze
betrekking had op het bud-
1933, groot 37 millioen, welk bud-
r verkregen werd door gedurende
!e drie jaren bereids 17 millioen
"igen door schepen uit de vaart
en, brandstofverbruik te vermin-
aaardoor het aantal duik. en vlieg.
:rminderd werd, aanbouw te ver-
ot stop te zetten, schepen, die in
uis behoorden in Nederland op te
met alle consequenties van dien,
den duur niet te aanvaarden
is onbevaren en ongeoefend per-
Dat een en ander ook het moreel
"schen van hoog tot laag niet ten
twam behoeft geen betoog,
bovengenoemde, bereids tusschen
1933 ingevoerde bezuinigingen,
"i de aanbouw zoowel als de ge-
eld der vloot op den duur zwaar
getroffen, gaven de commissie dan
nleiding te verklaren, dat het bud-
s 1933 niet gebruikt mocht worden
"angspunt voor de bezuiniging, aan-
®en uit moest gaan van de kosten
vloot in normaal bedrijf ter sterkte
e befensiegrondslagen en dat men
r het budget van 1933 groot 37
alsnog moest vermeerderen met
oen voor nieuwbouw en 2 millioen
loitatiekosten, zijnde de bedragen
ffl 1933 voor deze posten te weinig
ongetrokken.
resultaat hiervan was, dat de com-
- zich tegenover de opdracht zag ge-
Het 13 millioen te bezuinigen op
"toen, maar om 13 plus 8 is 21 mil-
op een bedrag van 37 plus 8 is 45
*n te vinden.
moest dus trachten de kosten van
Wch al minimaal kleine vloot nog
ongeveer de helft te reduceeren.
wacht om eiken defaitist en ont-
°"r te doen watertanden.
>,ï!Inailssie geeft in zijn rapport drie
I.» f ,P aan> welke tot bezuiniging
leiden, nl.:
plMering der exploitatiekosten met
der vlootsterkte,
™Mering der personeelsuitgaven met
F der vlootsterkte en
^dering der vlootsterkte.
KT./eeds werd betoogd, waren de
Uttf i '€n van <le v'001 gedurende
Jaf.en een dergelijk catastro
fe S,*1™ teruggebracht, dat de com-
[L'J "oorbaat verklaart op deze
klim ?00te bezuinigingen te kun-
Hen z°overre hier nog voorstel
en gedaan, komen deze bij de per-
jorganisatie nader ter sprake.
dus
ssie
'en
na te gaan, of de door de
ontworpen organisaties van
personeel het behoud garan-
?9r» A "c" oliiuuu 5tiiu.il-
d m fe Bevechtskracht der vloot in
e j^de aan deze vloot tot nu toe
&"?at van de studie der commis-
'zln» 'wee verschillende wijzen van
8 vaii plannen, beide met in-
tmiiH.een 200 Sroot mogelijk con-
er Het eerste plan is dat van
weer dienend personeel en
,;r rooals dat tot nu toe practisch
kstr ,rJe,weest; het tweede plan van
ti .'Iele Indische Marine, naast
vlon» ,ne' vr'iwel tot nul geredu-
.1' dn. 'n Nederland. In het laatste
iy "tactisch de beruchte „split-
J'rlne, welke bereids zooveel
ocroeri:
•utt.
ng heeft gebracht, nader
Kul! Indische Marine zou nJ.
t- speciaal outsiders de
oplossing brengen voor d*
finantieele moeilijkheden, waarin de
Marine feitelijk al sinds jaren verkeert.
Oppervlakkig beschouwd schijnt dit ook
de oplossing. Het grootste gedeelte van de
vloot is immers steeds in Indië. Maakte
men daarvan eene Indische marine, dan
zou een groot gedeelte van de onkosten
wegvallen: zoo redeneerde men.
De marine zelf heeft zich steeds krach
tig tegen eene splitsing verzet. Men had
hier in de practijk de overtuiging verkre
gen. dat een voortdurend contact met het
moederland zoowel voor personeel als voor
materieel een absolute noodzaak, zelfs eene
levensvoorwaarde was.
Het is hier niet de plaats, de argumen
taties der twee plannen volledig naast
elkaar op te nemen, maar het zij voldoende
hier te constateeren, dat het niemand na
lezing der argumentaties moeilijk zal val
len zijne keuze te doen. De beweegredenen
uit het eerste plan zijn zoo kennelijk juist
en die van het tweede betreffende de split
sing, zoo absoluut onjuist en in tegen
spraak met het eerste, dat eenige twijfel
betreffende de keuze wel uitgesloten kan
worden geacht.
Als voorbeeld diene, dat plan I vermeldt:
„Het Nederlandsch beroepspersonee!
moet over en weer dienen. Het tropisch
klimaat is op den duur te afmattend om
er langen tijd onder ongunstige omstan
digheden te blijven"Het over en weer
dienen van het Nederlandsch beroepsper-
soneel is eerste voorwaarde voor het be
houd van bevaren, technisch geschoold en
physiek krachtig personeel en daarmede
eerste voorwaarde voor eene gevechts-
waardige vloot". In plan 2 heeft men geen
enkel tegenargument weten te plaatsen.
Betreffende het materieel in plan I:
„Een goede materieel-voorziening der vloot
eischt een marmebedrijf van zekere om
vang in Nederland. In plan 2: „Het marine-
bedrijf (in Nederland) kan sterk worden
ingekrompeneen op eenvoudige leest
geschoeid aanschaffingsbureau zal de be
stellingen hebben te plaatsende werf
te Den Helder behoeft niet in stand te
worden gehouden"
Verder in plan 2: „Aan vlagvertoon be
hoeft geene waarde te worden gehecht"...
Onze vertegenwoordigers in het buitenland
weten wel beter!
Wanneer nu nog blijkt, dat eenige der
verdere consequenties van plan 2 zouden
zijn eene verdere vermindering van de
sterkte met 5 onderzeebooten en dat de
miliciens twee in plaats van één jaar in de
tropen zouden moeten verblijven, zoo
schijnt wel voldoende aangetoond, dat
plan 2 in alle opzichten onaanvaardbaar
blijkt en dit altijd zal blijven. Dit plan kan
dus m.i. verder buiten beschouwing blij
ven.
Resteert dus tot nadere beschouwing
plan I, door de commissie zoover doenlijk
uitgewerkt. Uit dit plan blijkt duidelijk,
dat men er naar gestreefd heeft het mini
mum der „zeegaande vloot" nJ. het mi
nimum in verband met de taak dezer vloot
intact te houden. Blijft dus na te gaan,
in hoeverre men hierin geslaagd is. In
hoofdzaak wordt de „zeegaande vloot" be
handeld, beschouwingen betreffende de
bezuinigingen op het kleinere materieel
„voor locale defensie" zouden te ver voe
ren. Het zij genoeg hier te vermelden, dat
ook hier de bezuinigingsresultaten „nave
nant" zijn.
Het resultaat van plan 1 is, dat de
„zeegaande vloot" in totaal zou be
staan uit:
3 kruisers (waarvan één onbemand in
reserve), 8 jagers en 17 onderzeebooten,
waarvan in Nederland: 1 kruiser, 2 jagers
en 5 onderzeebooten en in Indië: 2 krui
sers de reserve-kruiser), 6 jagers, 12
onderzeebooten
Op het eerste gezicht, wekt het eenige
verbazing, wanneer men ziet, hoe men op
meesterlijke wijze deze miniatuur zee
gaande vloot nog eens in een Neder
landsch en een Indisch gedeelte splitste.
De motieven zijn echter zeer belangrijk,
namelijk o.a.:
oefening van het in Nederland dienen
de personeel op modern materieel, het
geen tot nu toe alles te wenschen over
liet;
eene goedkoope wijze van aflossing van
het over en weer dienende personeel;
nautische ervaring op grootere zeerei
zen, eventueel te combineeren met vlag
vertoon;
technisch onderhoud en reparatie der
schepen gedurende hun verblijf in Neder
land, beter dan dit in Indië mogelijk is.
Tegenover deze zéér juiste motieven
voor deze verdeeling der vloot staan ech
ter zéér groote bezwaren in verband met
de miniatuur grootte der in plan 1 ge
projecteerde vloot en in verband met de
eigenschappen van het moderne mate
rieel. Het moderne materieel is nJ. tech
nisch veel gevoeliger dan het oudere
materieel, hetwelk tot gevolg heeft, dat
dit materieel veel grootere stilligtijden
voor onderhoud en reparatie noodig
heeft, ook voor onvoorziene reparaties!
Men behoeft trouwens bij het mate
rieel vooral bij de kruisers maar eens
een „pechschip" te hebben zie de Su
matra en de fraaiste aflosschema's,
welke men voor de schepen en hunne be
manning opstelde, worden volkomen
waardeloos! Bovendien heeft men in een
dergelijk geval het risico, dat het ge
deelte der vloot in Indië voor korten of
langeren tijd nog minimaier wordt, dan
dit reeds is
Verder zal het steeds een zeer groot
bezwaar blijven, dat de kleinste helft der
voor Indië bestemde vloot in Nederland
vertoeft. Zal men steeds de tijd hebben,
deze schepen vooral de veel langza
mere onderzeebooten in tijden van
spanning tijdig in Indië te doen arrivee-
ren? Zal de Regeerins steeds in staat zijn
het oorlogsgevaar tlidig te onderkennen?
Men zal toch moeilijk kunnen beweren,
dat de helft der eenroiecteerde vloot, zij
het dan ook de grootste helft, aan de
gestelde taak ln Indië zal kunnen vol
doen.
Uit bovenstaande bliikt voldoende, dat
plan 1 in dezen vorm absoluut onaanne
melijk is!
(Slot volgt)
NATIONALE LIBERALE
DEMONSTRATIE.
TAL VAN SPREKERS TE AMSTERDAM.
Te Amsterdam ls gisteravond in het
uitverkocht Concertgebouw een nationale
liberale demonstratie gehouden, waarin
allereerst mr. D. Fock het woord heeft
gevoerd. Hij sprak over „Nationaal be
sef" en zette uiteen dat dit ministerie een
crisis-ministerie is.
Er zijn maatregelen noodig, die in
andere omstandigheden niet noodig zijn.
Spr. verheugt zich er in. dat er samen
werking is van links en rechts. Van link-
sche partij zijn we langzamerhand geko
men tot de middenpartijen. We houden
echter vast aan onze politieke beginselen.
We willen de vrijheid en het gezag hand
haven. Zonder dat laatste is de Staat niet
bestaanbaar. Vrijheid is ook gebonden
heid. In dit verband richtte spr. een
waarschuwing tot de jeugd. De vrijheid,
mogen we niet prijs geven voor een dic
tatuur.
Spr zette verder uiteen dat het parle
mentaire stelsel niet zonder gebreken is.
Men moet trachten, dat het liberalisme
weer een vooraanstaand standpunt gaat
innemen Amsterdam heeft bij de vorige
verkiezingen een goed voorbeeld gegeven,
Spr. wekte tenslotte op te strijden tegen
de extremisten van links en rechts.
Vervolgens sprak prof. mr. C. W. de
Vries, hoogleeraar in het Staatsrecht aan
de Handels Hoogeschool te Rotterdam,
die sprak over: „het Beginsel". „Wat wilt
ge", vroeg spreker, de hiërarchie of de
vrijheid' De vrijheid staat een goed en
soepel staatsbestuur niet in den weg.
De liberale staat vertrouwt het hoogste
gezag toe aan de Koningin. Dit gezag is
als elk gezag gebonden in de gezagsuit
oefening. Stir zette uiteen, dat de ko
ninklijke macht tegen willekeur is be
schermd. Tenslotte zeide snr. nog een
woord over den Raad van State. De eco
nomische en staatkundige Raad van
State met adviseerende macht, uitge
oefend door niet-belanghebbenden is in
den liberalen staat thans dringend nood
zakelijk.
De Liberalie Staat kent vele nieuwe
mogelijkheden, maar de hoofdzaak het
beginsel van de staatkundige homogeni
teit blijft gehandhaafd.
De volgende spreker was dr. I. H. J.
Vos, wethouder van Amsterdam. In zijn
rede behandelde deze het liberalisme in
dezen tiid. Sot. was van meening dat de
achteruitgang van het liberalisme niet
moet worden toegeschreven aan evenre
dige vertegenwoordiging maar aan psy
chologische factoren. Langzamerhand
gaan wii aan den liive gevoelen wat het
liberalisme is Het gaat er mee als met de
gezondheid Zoolang men gezond is waar
deert men haar niet. maar zoodra men
haar mist. gaat men de gezondheid pas
waardeeren.
Deze oovatting begint langzamerhand
weer door te dringen. Spr. zette uiteen,
dat het liberalisme de oolossing kan
brengen van de groote moeilijkheden,
waarin de wereld thans verkeert.
Wat het revolutionair gevaar van
thans betreft, meênde dr. Vos dat men
genist kan zijn.
Het ministerie Collin heeft de macht
achter zich. Meer dan 80.000 jonge man
nen staan gereed om hun leven te geven,
wanneer men het wagen durft te grij
pen naar de macht. In den nood der tij
den groeit de nationale eenheid.
Na de pauze was het woord aan mr. W.
C. Wendelaar, voorzitter van de Liberale
Staatspartij „De Vrijheidsbond".
Spr. wijdde eenige beschouwingen aan
de gezagskwestie. In dezen tijd is het
meer dan ooit noodig dat het gezag moet
gelden. De soc. democraten hebben de
laatste jaren het gezag ondergraven. Ook
de communisten zijn bezig te trachten
dat gezag te ondermijnen. Aan de soc.
dem. partij dient onder het oog gebracht
dat men van gezagsondermiining niet ge
diend is Sor. komt er tegen oo dat de
fascisten oamfletten verspreiden met
verdachtmakingen die op geen enkelen
grond berusten Als Mussert zegt dat hij
voor het gezag is, dan bedoelt hij daar
mede. dat hij voor zijn gezag is, voor het
fascistische gezag. Spr. wekt op front te
maken tegen al deze partijen.
Tenslotte was het woord aan mr. G. A.
Boon. lid van de Tweede Kamer, die
sorak over het einde van de beschaving.
Sor. onderscheidt drie cerioden: tot 1914.
na 1918 en na 1929. Na 1929 is de mensch-
heid teruggevallen in een economische en
geesteliike crisis, die haar weerga niet
kent. Er treft nu weer 'n geleidelijke aan
passing plaats op een lager levenspeil en
langzamerhand zal men tot betere toe
standen komen Echter velen zijn in hun
bestaan bedreigd. Zii zoeken naar ver
andering. Hiervoor luisterden zij naar
profeten die voor alles uitkomst weten.
Het ziin lieden, die de maatstaf der be
schaving hebben verloren. Spr. hooote
dat men wakker zal worden om de be
ginselen van bet liberalisme uit te dra
gen. SDr. besloot met wel te bedenken
dat de beschaving van ons land en van
ons volk en vooral de toekomst van onze
kinderen liggen ln eigen hand.
NIEUWE MAASBRUG BIJ HEDEL.
Er worden opmetingen verricht.
Het „Huisgezin" bericht, dat de Rijks
waterstaat opmetingen heeft verricht,
voor 't maken van opritten voor 'n vaste
verkeersbrug over de Maas bij Hedel. Vol
gens het voorloopig plan zouden aan de
Noordelijke zijde de opritten beginnen,
ongeveer 200 Meter ten Noorden van den
driesprong van den Rijksweg Utrecht-Den
Bosch en den weg KerkdrielHedel. Aan
de Brabantsche zijde van de Maas zou
den de opritten van den weg Den Bosch—
Hedel beginnen voor de in deze nabijheid
gelegen uitspanning café Treurenburg en
afsnijding van een gedeelte van het fort
Crevecoeur vorderen.
Door den Rijkswaterstaat werd mede
gedeeld. dat met Defensie onderhandeld
moet worden omtrent het verloop bij de
Zuidelijke opritten, die het terrein van
het fort Crevecoeur zouden moeten door
kruisen. Het ligt in het voornemen van
den Rijkswaterstaat om zoo spoedig mo
gelijk met den bouw van de verkeersbrug
over de Maas te beginnen.
PRONVINCIALE STATEN VAN ZUID
HOLLAND.
Salarisregeling goedgekeurd.
(Vervolg van gisteren).
De heer Bolsius (Ged. Staten) meent,
dat het vanzelf spreekt, dat er verschil
lende desiderata overblijven. Veler critiek
was gericht op de politiek der Rijksregee-
ring en behoort dus in dit college niet
thuis. Wat het behoefte-element betreft,
wijst hij er op, dat dit ook is Ingevoerd ln
het ambtenarenreglement. Het wordt nu
slechts gecontinueerd.
Principieel is deze zaak beslist. Het voor
stel beoogt een algeheele aanpassing bij
de Rijksregeling. De strijd, die bestond
tusschen Ged. Staten en de regeering,
had niet dien omvang, welken de heer
De Kanter daaraan gaf. Het geschil ging
eenvoudig over den datum van invoering.
De besparing, die hier verkregen wordt,
bedraagt 12 a 14%> van den salarispost.
Het resultaat, dat bereikt is in het georga
niseerd overleg, is voor Ged. Staten een
belangrijk punt geweest. Men moet dit
overleg zijn waarde geven, die het toe
komt.
Spr. verdedigt vervolgens eenige salaris-
posten en betoogt, dat zooveel mogelijk is
rekening gehouden met den bestaanden
toestand. Door de overgangsbepalingen
wordt het gemakkelijker gemaakt, zich aan
te passen. Spr. dringt er op aan, de voor
stellen als één geheel te beschouwen, die
zonder wijziging worden aangenomen met
het oog op de overeenstemming, bereikt in
het georganiseerd overleg.
De algemeene beschouwingen worden
gesloten.
Bij art. III verdedigt de heer J ter Laan
(S.D.A.P.) een amendement met de strek
king de door Ged. Staten voorgestelde
versterking van het behoefte-element in
de salarisregeling tegen te gaan.
Het amendement wordt verworpen met
50 tegen 24 stemmen.
Een amendement-Ter Laan om bij den
standplaats-aftrek geen verschil te maken
tusschen groepen van personeel wordt
verworpen met 50 tegen 25 stemmen.
De heer Schouten (AH.) zegt, dat hij
zich niet kan vereenigen met art. XIV,
volgens hetwelk de salarisregeling niet
onmiddellijk zal doorwerken voor het
overgroote deel der ambtenaren. Hij dient
een amendement in om te bereiken, dat
na drie jaar de salarisregeling vrijwel over
de heele linie gaat doorwerken door een
afloopende schaal toe te passen bij den
toeslag, die gegeven wordt.
De heer J. ter Laan bestrijdt dit amen
dement op psvchologische gronden.
De heer v. Walsum (C.H.) acht de rege
ling van Ged. Staten beter dan het amen
dement.
De heer Bolsius (Ged. Staten) bestrijdt
het amendement. Hij dringt er nogmaals
op aan, het voorstel ongewijzigd aan te
nemen. Over dit punt is in het georgani
seerd overleg met moeite overeenstemming
bereikt,
De heer Schouten repliceert.
De heer De Kanter (Lib.) verklaart, dat
zijn fractie tegen het amendement zal
stemmen omdat het de ambtenaren in een
deprimeerenden toestand brengt.
Het amendement wordt verworpen met
54 tegen 20 stemmen.
De verordening in haar geheel wordt
goedgekeurd met 54 tegen 26 stemmen.
Tegen S.D.AP., C.P. en E.S.E,.
De vergadering wordt gesloten
DE BOEKBINDERSBOND JUBILEERT.
Receptie in het Amstel-Hotel
te Amsterdam.
Gistermiddag hield de Ned. Bond van
Boekbinderspatroons, ter gelegenheid van
zijn 25-jarig jubileum, 'n receptie in een
der zalen van het Amstelhotel te Amster
dam. Te omstreeks half vier nam de heer
P. Proost, namens de leden van den Bond.
he t woord en bood den voorzitter een
schrijfbureau aan, dat geheel zal worden
gemaakt naar den wensch van den voor
zitter. Voor het kantoor bood spr. een zon-
neklok aan en tenslotte een oorkonde, die
beide geschenken omschrijft.
De heer A. G. de Flines sprak namens
de jongere bondsleden eenige woorden van
waardeering, en bood een prachtig uitge
voerde caligTaphie aan.
De voorzitter, de heer F. L. v. d. Bom,
dankte in de eerste plaats de jongeren,
bracht voorts dank aan de leden en ein
digde zijn toespraak, met den wensch uit
te spreken, dat de bond in dezelfde bezie
ling moge voortgaan in het belang van de
Ned. boekbinderij.
Tenslotte sprak de heer F. v. d. Wal,
namens de Arbeidersorganisatie.
Daarna bleven de vele belangstellenden,
waaronder verscheidene vertegenwoordi
gers van boekdrukkersoroiisaties en der
gelijke terwijl ook Oud-minister Posthuma
even aanwezig was, nog geruimen tijd
bijeen.
Gistermorgen was op het bondskantoor
den voorzitter, namens de leden, een ze
tel aangeboden, waarin met goud de ini
tialen van den bond zijn aangebracht. De
heer J. Stokking hield daarbij een rede.
HET CONFLICT IN HET
MAATBEDRIJF GEËINDIGD.
Het werk hervat.
Gisteren werden vergaderingen gehou
den van den Bond van Kleedermaker Pa
troons en eveneens met uitgeslotenen en
stakers van de samenwerkende Bonden
in de kleeding-industrie. Overeenstem
ming werd verkregen op den volgenden
grondslag:
In plaats van den oorspronkelljken
eisch van den Werkgevers-Bond de loo-
nen te verlagen met 12'/- pCt., werd over
eengekomen, dat de uurloonen met 2 cent
zullen worden verminderd, terwijl de vak
bonden zich verplichten de "r'='skleeding
bij de maatconfectiezaken af te wijzen.
De uitsluiting en staking in het maat-
bedrijf is hiermede geëindigd. Het werk
ls heden hervat.
DE POSTVLUCHTEN.
De „Oehoe" (uitreis) is gisteren uit
Dj ask vertrokken en te Jodhpur aange-
komen.
MARIE VAN EYSDEN—VINK
70 JAAR.
Marie van Eysden-Vink.
Heden wordt mevr. Marie van Eysden-
Vink 70 jaar! 10 jaar is het reeds geleden
dat zij het Tooneel vaarwel heeft gezegd,
al is zij sindsdien nog wel eens een paar
malen „teruggekeerd", o.a als Pieternel.
Althans in haar geliefd Rotterdam.
Nog ln vollen vorm, nog op 't toppunt
van haar groote kunnen heeft zij destijds
afscheid genomen, t Heeft haar moeite
gekost, voor haar gold Immers volop:
adieu, c'est mourir un peu. Maar zij
heeft het offer gebracht voor een rustigen
levensavond en daarin voelt zij zich thans
gelukkig aan de zijde van haar echtge
noot, den heer P. D. van Eysden, met wlen
zij ln 1891 in het huwelijk trad.
Een rustige levensavond had zij wel
verdiend na al haar moeizaam streven in
Plankenland, waar zij zich een grooten
naam had veroverd als actrice doch te
vens groote vriendschap had verworven.
Zij was geworden een lieveling van het
publiek. Ook in Lelden, waar de studen
ten b.v, in 1904 bij haar zilveren jubileum
de paarden van haar rijtuig spanden.
Geestig dankte zij „de lieve diertjes".
Ook heden zal het haar zeker niet aan
belangstelling uit den uitgebreiden vrien
denkring ontbreken.
Haar tooneelloopbaan zullen wij thans
niet nagaan. Slechts mogen even In ge
dachten worden teruggeroepen haar cre
aties: Madame Sans-Gène, Koningin Eli
sabeth Marie Tervoorst ln Emants' Dom
heidsmacht, de gravin ln „Het sprookje
van den wolf", Kathe ln „Oud-Heidelberg",
Caesarine in „Mijnheer Pirroen"!
RECLAME.
7549
GEEN TERUGKEER VAN DEN
VROEGEREN KEIZER NAAR
DUITSCHLAND.
In verband met de geruchten omtrent
een gehouden familieraad op Huize Doorn
waarvan wij gisteren melding maakten,
bevestigt het „Handelsblad" dat inder
daad gistermorgen aldaar een belangrijke
familieraad is gehouden, waarbij aanwe
zig zijn geweest de gewezen kroonprins,
de prinsen Eitel Friedrich en August Wil
helm. alsmede eenige Duitsche generaals,
onder wie generaal Von Stülpnagel. Over
het onderwerp, dat in dien familieraad
besproken is, kon het blad echter geen
nadere gegevens krijgen.
Geruchten over een terugkeer van den
Duitschen ex-keizer naar Duitschland zijn
zonder eenigen grond.
HANDELSBESPREKINGEN MET
FRANKRIJK.
Reuter meldt uit Parijs, dat de econo
mische besprekingen, welke daar ter stede
sinds eenigen tijd worden gevoerd tus
schen Nederland en Frankrijk, een zeer
gunstig verloop hebben, zoodat men zeer
binnenkort een regeling van de kwesties
van het handelsverkeer tusschen beide
landen mag verwachten.
In wel ingelichte kringen neemt men
zelfs aan, dat een positief resultaat van
de besprekingen reeds vandaag zou kun
nen worden vastgelegd.
STEUN AAN HET VEENBEDRIJF
IN DRENTE.
Op de departementen van Economische
en Sociale Zaken ls op grond van de
Landbouw-Crisiswet een plan ontworpen,
dat ten doel heeft het veenbedrijf ln
Drente op gang te helpen. De arbeiders,
die thans in de werkverschaffing of de
steunverleening zijn geplaatst, zullen dan
voor een groot gedeelte weder in het veen
bedrijf een plaats kunnen vinden, terwijl
op het bedrag, dat thans aan weikeloos-
heidskosten wordt uitgekeerd, nog iets
wordt bespaard.
De regeering heeft zich in beginsel mrt
de gedachte van dit plan vereenlgd. Even
wel zijn aan de uitvoering nog een twee
tal bezwaren verbonden. Gepoogd wordt,
deze moelijkheden thans op tc lossen.
VERSPREIDE BERICHTEN.
Benoemd is per 1 April a s. tot hoofd
van de bacteriologische afdeeling van het
centrale laboratorium voor de volksge
zondheid en het rijks-serologische insti
tuut dr. J. F. Hulk, hoofdofficier van ge
zondheid le kl. der Kon. Marine, chef van
het laboratorium te Den Helder, benoemd
per 1 Maart j.l. tot hoofd van de chemi
sche afdeeling van genoemde instellingen
dr. J. F. G. Relth.