Leden
vergadering
„HALLELUJAH"
Economische samenwerking
tusschen Nederland en Indië.
Ver. „Koninginnedag"
UITVOERING
CH DAGBLAD - Eerste Blad
Zaterdag 24 Februari 1934
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
Rapport der commissie-Bruins.
MARKTBERICHTE».
Advertentiën.
VVEERBERICHT.
Barometerstand.
liddag 3 uur: 763.
ilddag 2 uur: 761.
„EGRAFISCU WEERBERICHT
Ion. Ned. Meteorol. Inst. te De Blldt.
e stand 770.2 te Zurich.
stand 737.5 te Seydlsfjord.
laciitlng tot den avond van 25 Fe-
Matige, tijdelijk welllicht krach-
iidelijke tot Westelijke wind. Half
taar bewolkt of betrokken. Waar-
lilt eenige regen en zachter.
enlandsch weerbericht.
Ideeld door het Kon. Ned. Meteorol.
Instituut te De Bildt.
„jogedrukgebied in het Zuid-Oosten
[verder in Intensiviteit af. Van het
Westen breidt zich de depressie uit
Brltsche eilanden en onze omge-
barometer, die sinds 8 Februari
["boven 765 m.M. heeft gestaan, ls
kteeds dalende en het schijnt dat
Erearuk-reglem, dat sinds 20 Fe
ll heeft geheerscht ibehoudens
korte onderbrekingen), thans weer
I dagen zal verdwijnen. Over Scan-
j herstelt de hooge druk zich tijde-
I vorst is hier sterk toegenomen. In
j vroor het plaatselijk zelfs 31 gr.
Behalve over IJsland en Noord
ijl:, waar het iets warmer werd, is
[de temperatuur gedaald. Er werd
Inevel gemeld in Zuid-Oost-Enge-
[ons land, Noord-Frankrijk en het
deel van Duitschland. Overal
|it hier zwakke wind. Over Schot-
i Zuid-Noorwegen waait 't krach-
i onzent mag een kleine tempera-
Ijjging met lichten regenval worden
Èt.
LUCHTTEMPERATUUR.
rvoorm.: 4 gr. C. (33 gr. F.),
r 's mldd.: 7 gr. C. (45 gr. F.).
[WATKKTUDLN TE KATWIJK ZEE.
Voor Zondag,
i. te 12 u. 16 m.; nana te 12 u. 40 m.
Voor Maandag.
te 1 u. 16 m.; nam. te 1 u. 38 m.
LCHT OP VOOR FIETSERS e.a.
5.58 n.m. tot 6.27 v.m.
hg: 6 uur n.m. tot 6.25 v.m.
N8- OP- EN ONDERGANG,
[ebr.: onder: 5 u. 04; op: 11 u. 54.
pr.: onder: 5 u. 32; op: 13 u. 03.
DE STADHUISBOUW.
«enteel is men bezig met de voor-
Jing van een adres aan den minister
tinnenlandsche zaken, waarin ge-
li zal worden 't jongste raadsbesluit
f den stadhuisbouw, waarbij in prin-
«t plan Blaauw werd aanvaard te
Hen.
DE POSTVLUCHTEN.
.■Snip" )s uit Singapore vertrokken
'aankomst in Batavia naar Bandoeng
Pvlogen.
INVARING OP DE ZUIDERZEE.
passagiersschip van Hasselt in de
!™fj; EnkhuizenStavoren is heden-
bi tijdens de dikke mist op het IJssel-
,i~ aanvaring gekomen met een
van de lijn Groningen—Am-
va. De vrachtboot bekwam een groot
loopt gevaar te zinken. De beman-
'In veiligheid gesteld.
-van Hasselt" heeft geen averij be-
a en is met een kleine vertraging te
ten aangekomen.
NUSTVOGEL OP DE KORTE GOLF.
1eEhtend 18 men °P Schiphol reeds
L,!u®?n?en met luisteren naar het
etulg der K.L.M. „De Rijstvogel".
or. r,e.s Oemeid werd, uitzendt op
'zlliv .itVan 25 M. Men hoorde aan-
ifflk li. doortiat de Rijstvogel waar
win, was weggegaan dan oor-
mdpl; tWas afgesproken. Sedert het
pi "?f8°n was dit goed te hooren.
'a" hÏÏ meldde: „In zicht eiland
jtfn ®eer was goed, er werd hoog
n trli0!10 M. Om 8 uur was men tus-
«ur mL de Egyptische kust, om
ivsn au de telegrafist een weerbe-
I «andrië en Cairo. Om 9.40 uur
Wdem h N-N.W. van Alexandrië
«et weer was toen fraai.
""ODLOTTIGE AANVARING.
Personen verdronken.
Jthen°H? heeft nabij Lillo op den
Joltio» cr van de Schelde een
'«"epen Marlns p!aats'
ftöborrn Mars, schipper Schmidt van
I" sri°', ."Germanlus II", schipper
et van D4.FI°ss, de belde laatste
Lillo voor u he nationaliteit lagen
Bd°°r dp m er- ZU werden aangeva-
Sinti»» ormandla''. „De Mars" werd
Me, 881 geraakt en kreeg groote
We.andere schepen hadden minder
fjelinil,?011 2l'n de vrouw van schip-
ir 0Tetbon,1 ^h'PPer Floss en diens
L>„ ij^d geslagen en verdronken.
aen nog niet worden opge-
Ln?J wordt het parket uit Antr
verwacht.
Verschenen is het rapport der Commis
sie van Advies nopens de bevordering def
economische samenwerking tusscnen Ne
derland en Nederlandsch-Indie, (Com
missie Bruins), uitgebracht aan den mi
nister van koloniën.
De commissie zegt in een begeleidend
schrijven dat het oogenbllk zich al zeer
weinig eigent voor het aangeven van vaste
lijnen voor de toekomstige handelspoli
tieke verhouding tusschen de belde ge-
biedsdeelen, zulks te meer, waar de ge
beurtenissen niet nalaten ook op de in
zichten op handelspolitiek gebied Invloed
te oefenen. De deels voorlooplge conclusies,
waartoe de commissie is gekomen, moeten
dan ook in dit licht worden bezien,
Behalve door maatregelen op handels
politiek gebied kan de economische sa
menwerking nog op andere wijze worden
bevorderd. Met name is de commissie, die
dienaangaande met vertegenwoordigers
uit het bedrijfsleven overleg heeft ge
pleegd, tot de overtuiging gekomen, dat de
oprichting van een organisatie die zich
op practlsche wijze de bevordering van
het handelsverkeer tusschen belde Tanden
ten doel stelt, aanbeveling verdient.
O
Ter inleiding geeft de commissie in haar
rapport enkele gegevens nopens het on
derling verkeer tusschen Nederland en
Nderlandsch-Indlë in het kader van het
totale handelsverkeer van beide gebieds-
ÖGGIgit
Uit deze cijfers blijkt, dat, wanneer men
Singapore als doorvoerhaven buiten be
schouwing laat, Nederland met een stij
gend percentage onder de bestemmings-
landen vooraan staat.
Ook Nederland heeft voor een deel de
functie van doorvoer en stapelland. Zulks
blijkt uit aan de Nederlandsche statis
tiek ontleende gegevens betreffende den
invoer vanuit Nederlandsch-Indiè.
Van den opslag in entrepot wordt 1/4 a
1/3 in het binnenlandsch verkeer op
genomen. De rest van de in entrepot op
geslagen Indische goederen vindt, evenals
de doorvoer, zijn weg naar het buiten
land.
Voorts geeft het rapport de totale hoe
veelheid, welke hier te lande in het
verkeer komt.
Naar de waarde representeerde zij in 1932
een bedrag van f.60 millloen, waardoor
Nederland als afzetgebied van Indische
producten, den vrachtfactor in aanmerking
genomen, in dat jaar slechts betrekkelijk
weinig bij den voornaamsten afnemer, de
Vereenigde Staten, achter staat. Op den
totalen invoer van Nederland moge het
cijfer (4,6"/o) gering zijn, het blijkt, dat
Nederland, niettegenstaande zijn beperkte
opnemingsvermogen, als afnemer van In
dische producten, van groote beteekenis is.
Ook blijkt, dat het percentsgewijze aan
deel van Nederland in de jaren 19281932
niet onbelangrijk gestegen is. De afzonder
lijke artikelen vertoonen intusschen een
zeer verschillend verloop. Gestegen is het
Nederlandsche aandeel o.a. wat betreft
koffie, tabak en thee; gedaald, en zulks
aanzienlijk, is het aandeel in copra en
suiker. Indische copra werd in 1928 inge
voerd voor f. 27,3 millioen, in 1932 voor
f. 5,1 millioen, suiker resp. voor f. 4.3 mil
lioen en f. 0,5 millloen.
Wat den invoer van Nederlandsch-Indië
betreft treden de verschuivingen, die zich
in den jongsten tijd hebben voltrokken,
duidelijk naar voren.
In de eerste plaats blijkt, dat de totale
invoer van artikelen als: toestellen, machi
nes en werktuigen, ijzer en staal, ijzer- en
staalwerken, koper en koperwerk veel ster
ker gedaald is dan die van de meeste ar
tikelen voor dadelijk gebruik.
Wat het Nederlandsche aandeel betreft,
is een ernstige daling vast te stellen ten
opzichte van: manufacturen, ijzer en staal
ijzer- en staalwaren, blik en bllkwerk, rij
wielen en onderdeden. Een geringere
daling vertoonen: toestellen, machines en
werktuigen, chemicaliën en geneesmiddel
len, aardewerk, verfwaren.
Bij de overige posten is het Nederland
sche percentage grootendeels vrijwel gelijk
gebleven. Bij enkele: mest, dranken, pa
pier en papierwaren, hout en houtwerk,
leder- en lederwerk, oliën, is het zelfs ge
stegen, deels niet onbelangrijk.
Deze gegevens loopen tot en met 1932.
Gedurende 1933 heeft bij een aantal ar
tikelen de daling van het Nederlandsche
aandeel zich verder voortgezet. In het bij
zonder geldt dit voor manufacturen.
Onder deze manufacturen nemen de
katoenen manufacturen verreweg de voor
naamste plaats in.
Opgemerkt wordt dat, terwijl de meeste
handelstractaten zich tot de meestbegun-
stigingsclausule beperken, de beide met
Engeland gesloten tractaten van 17 Maart
1824 en van 2 November 1871 nadere aan
dacht verdienen.
Wat het verdrag van 1824 betreft, is in
de toestand sedert 1835 geen wijziging ge
komen.
Ten aanzien van het Sumatra-tractaat,
wil het de Commissie voorshands voorko
men. dat het niet zonder meer vaststaat,
dat het Sumatraverdrag slechts aldus kan
worden geïnterpreteerd, dat de bij dit ver
drag toegekende gelijkstelling zich ook tot
goederen van Britsche herkomst uitstrekt
en diensvolgens tot goederen herkomstig
uit alle landen, met wie een handelsver
drag op basis van meestbegunstiging is
gesloten.
Mocht het Sumartavcrdrag echter ge
acht moeten worden de gelijkstelling wèl
tot goederen uit te strekken, dan zou hij
invoeging van een beginsel van discrimi
natie in de Indische tariefwet voor het
betrokken deel van Sumatra een afzonder
lijk douane-rëgime in het leven moeten
worden geroepen. Dat hieraan zeer ern
stige bezwaren verbonden zouden zijn, ligt
voor de hand.
Uitbreiding van het afzonderlijke régi
me tot geheel Sumatra zou deze bezwa
ren verminderen doch niet opheffen. De
Commissie is dan ook van oordeel, dat
een dergelijke afscheiding binnen het
tolgebied reeds om deze reden niet in
overweging zou moeten worden geno
men. Het gevolg zou dan evenwel zijn,
dat van begunstiging ten voordeele van
uit Nederland herkomstige goederen zou
moeten worden afgezien.
De Commissie wil hieraan toevoegen,
dat, al moge het Sumatraverdrag histo
risch verklaarbaar zijn, de verhoudingen
zich sindsdien belangrijk hebben gewij
zigd. Indië heeft zich tot een werkelijke
eenheid ontwikkeld, een ontwikkeling,
waarmede een internationaal servituut
op een deel van dit gebied wat de
precieze inhoud van dit servituur moge
zijn steeds minder te vereenigen is,
Denkbeeld eener tol-unie
terzijde gesteld.
Bij de bespreking van de verschillen
de denkbeelden tot nauwere handelspoli
tieke aaneensluiting tusschen de beide
gebiedsdeelen zag de Commissie zich
voor een ernstige moeilijkheid geplaatst.
Spoedig bleek dat geen onderscheid kon
worden gemaakt tusschen vraagstukken
van een meer permanent karakter, los
van de crisis, en de eigenlijke ensisvraag-
stukken. De alom ondervonden export
moeilijkheden en het zoozeer verscherpt
handelspolitiek optreden in tal van lan
den doen bovendien de gemeenschappe
lijke belangen van beide gebiedsdeelen
steeds naar voren komen.
Wanneer de Commissie niettemin heeft
gemeend het denkbeeld eener tolunle
ter zijde te kunnen stellen, dan is zulks
omdat, afgezien hog van de ernstige
principleele bedenkingen, die tegen dit
ingrijpende voorstel kunnen worden in
gebracht, het naar de meening der
Commissie reeds om de verschillende
redenen bezwaarlijk practisch uitvoer
baar is te achten.
Een tolunle heeft o.a. tot voorwaarde,
dat in beide gebieden invoerrechten
worden geheven naar eenzelfde tarief.
Immers is dit niet het geval, dan zullen
de goederen daar het tolgebied binnen
komen, waar de rechten het laagst zijn.
Bij een tolunie tusschen geographisch ver
uiteenliggende gebiedsdeelen zal dit ver
schijnsel zich echter ook bij gelijke rech
ten in vele gevallen voordoen. Europee-
sche goederen voor Indië bestemd zou
den toch hier te lande naar een lagere
waarden worden belast, dan wanneer zij
na vervoer naar het Oosten in Indië wor
den ingeklaard.
Bij het uiteenloopend karakter van
beide gebiedsdeelen is het evenwel prac
tisch niet denkbaar, dat aan de voor
waarde van éénzelfde tarief voor het ge-
heele tolgebied zou worden voldaan. Zelfs
een louter fiscaal tarief moet met de
beide bedoelde verschillen rekening hou
den. Inderdaad loopen dan ook de be
staande tarieven in beide gebieden be
langrijk uiteen en tê verwachten is. dat.
naarmate deze tarieven zich nauwer bij
den economischén, agrarischen en in-
dustrleele opbouw van het eigen gebied
gaan aanpassen deze afwijkingen des te
grooter zullen worden. Ook wat de hoog
te der tarieven betreft, kunnen budge-
taire en andere overwegingen tot groote
verschillen leiden.
Bovendien zou. zoolang het verdrag van
1824 van kracht blijft, een tolunie slechts
te verwezenlijken zijn. wanneer het ge
meenschappelijke tarief 6 °/o niet over
schreed.
Ook bezwaren tegen
wederzijdsche preferenties
In sterke mate deden de evengenoemde
moeilijkheden zich gevoelen bij de be
sprekingen over het denkbeeld van pre-
ferentieele behandeling van producten
uit het andere gebiedsdeel.
Terwijl Nederland in de verleening vau
zoodanige preferenties, ook wat de hoogte
batreft, internationaal geheel vrij is, zou
Nederlandsch-Indië krachtens de aan
vaarde interpretatie van het verdrag van
1824 aan de in dit verdrag gestelde gren
zen gebonden zijn.
Invoering van een algemeen stelsel van
wederzijdsche preferenties tusschen de
beide gebiedsdeelen zou de meerderheid
der Commissie, ook onder de huidige om
standigheden, willen ontraden.
Voor Indie zou dit in wezen neerkomen
op een terugkeer tot het stelsel, dat aldaar
tot 1872 gegolden heeft. De economische
structuur van Indië heeft evenwel sedert
dien een diepgaande wijziging ondergaan.
Het land heeft zich ontwikkeld tot een
van de belangrijke tropische productie
gebieden, dat voor zijn producten, als
regel in concurrentie met gelijksoortige
producten van elders, in de landen der ge
matigde zóne dan wel in de omringende
landen afzet moet vinden.
Tegelijk met den export heeft ook de
import van Nederlandsch-Indië zich in
toenemende mate internationaal georiën
teerd. Een groot deel van de landen, die
als afzetgebied voor de Indische produc
ten in aanmerking komen, heeft tevens
deel aan den import. Deze import ontmoet
than3 zijn mededingers op de Indische
markt op voet van volledige gelijkheid. In
voering van een algemeene preferentie
voor Nederlandsche goederen zou neerko
men op een principieele inbreuk op dit
systeem, waartegen de meerderheid der
commissie ernstig bezwaar zou hebben.
Zij erkent, dat met de verscherpte ver
houdingen op handelspolitiek gebied ook
het denkbeeld van onderlinge begunsti
ging sterker naai' voren is gekomen en
met name binnen het Britsche Imperium
tot nauwer aaneensluiting heeft geleid.
De positie van Nederlandsch-Indië in het
wereldverkeer is echter van dien aard. dat
tenzij de moeilijkheden zich nog belang
rijk mochten verergeren, naar haar oor
deel het bestaande beginsel niet. ook niet
tijdelijk, ware te verlaten.
De minderheid der Commissie erkent de
bijzondere beteekenis. die voor Indië aan
den export moet worden toegekend, ten
volle. Zij wijst er echter op, dat ook de
hoogere rechten, die thans voor Indië gel
den, nog belangrijk lager zijn dan die,
welke in vele andere landen worden ge
heven, zoodat een preferentie van 50 'In
op deze rechten ver ten achter blijft bij
de preferentie of algeheelen vrijdom van
invoerrecht, die elders tusschen moeder
land en kolonie bestaat.
De Commissie heeft voorts nagegaan,
welke gevolgen een zoodanig stelsel van
preferenties zou hebben voor de beide
gebiedsdeelen. Zij stuit hierbij op de moei
lijkheid, dat op het oogenblik in Neder
land een herziening van het tarief wordt
voorbereid, terwijl het zooeven ingevoerde
nieuwe Indisch tarief slechts een voor-
loopig karakter draagt, Intusschen is niet
te verwachten, dat in den algemeenen op
zet der tarieven wijziging van beteekenis
zal komen, zoodat het versohil in karakter
van de producten uit beide gebiedsdeelen
ook in de toekomst tot gevolg zal hebben,
dat, geheel afgezien nog van verschllleu
lil de hoogte van beide tarieven, de Neder
landsche export naar Indië voor een groo
ter deel en over het algemeen in hooger
mate aan invoerrecht onderworpen zal
zijn dan de Indische export naar Neder
land. Een onderscheid, dat omgekeerd ook
in de werking van een stelsel van weder
zijdsche preferenties tot uiting zou komen.
Verlaging van het tbeerecht
aanbevolen.
Dat niettemin de opbrengst van de in
voerrechten, welke wederzijds van de pro
ducten uit het andere gebiedsdeel worden
geheven, niet veel uiteenloopt in belde
landen ongeveer f8 a 9 millioen, zulks op
basis van de invoercijfers over 1932 en wat
Indië betreft met inachtneming van de
hoogere rechten volgens het nieuwe tarief
is voor Nederland in hoofdzaak het ge
volg van het zeer hooge recht op thee
f. 75 plus 30 opcenten per 100 kilo het
welk tot de genoemde opbrengst verreweg
het grootste deel bijdraagt. Van beteekenis
is in dit verband, dat het belang van den
Indlschen thee-export beter zou zijn ge
diend door een algemeene verlaging van
het recht dan door preferentie. Reeds
thans wordt in het Nederlandsche thee-
verbruik voor 80»/o door den import uit
Ned.-Indie voorzien, terwijl de van elders
aangevoerde theesoorten grootendeels voor
mengdoeleinden worden gebezigd. Een be
langrijke verlaging van het genoemde
recht zou de Commissie met aandrang wil
len aanbevelen.
Van de overige producten is de suiker
verreweg het belangrijkst. Preferentie dan
wel vrijdom van invoerrecht hier te lande
voor Indische suiker zou echter alleen dan
van beteekenis zijn, wanneer zulks ge
paard ging met een wijziging van het ten
opzichte van de Nederlandsche suikerpro
ductie gevolgde beleid.
De financleele gevolgen bij invoering
van een stelsel van wederzijdsche prefe
renties kunnen uit de gegeven cijfers
worden afgelezen. Een preferentie tot 50"/o
zou neerkomen op een inkomstderving
van 4 A 41/; millioen gulden, welk bedrag
bij toeneming van den import uit het
andere gebiedsdeel als gevolg van de on
gekende preferenties evenredige vermeer
dering zou ondergaan. Voor belde gebieds
deelen. maar voornamelijk voor Indië, zou
onder de huidige omstandigheden een
dergelijke inkomstderving zeer bezwaar
lijk zijn. Handhaving van de opbrengst
der invoerrechten op hetzelfde niveau zou
een evenredige verhooging van het tarief
noodzakelijk maken.
De commissie wil hieraan nog toevoegen,
dat de overwegingen, die haar in meer
derheid een generaal stelsel van weder
zijdsche preferenties doen ontraden, zich
niet behoeven te verzetten tegen inciden-
teele toepassing van dit beginsel ten op
zichte van individueele artikelen altijd
onder de reserve, dat dit, wat Indië be
treft, tractaatrechteüjk geoorloofd is
voorzoover zulks odder de huidige omstan
digheden noodzakelijk zou worden geacht
c-m de gemeenschappelijke belangen van
beide gebiedsdeelen beter tot hun recht te
doen komen. Het zwaartepunt van zoo
danige regelingen zou echter liggen op
het gebied van het in het schrijven aan
den minister van koloniën aangeduide
complex van maatregelen en niet op dat
der tariefwet. Naar het oordeel van de
meerderheid der commissie zouden der
gelijke preferaties zich evenwel tot uit
zonderingsgevallen dienen te beperken.
Offieieele handelsvoorlichting.
De Commissie is van meening, dat bij de
offieieele handelsvoorlichting meer aan
dacht kan worden geschonken aan de mo
gelijkheid de onderlinge handelsbetrekkin
gen tusschen Nederland en Ned.-Indië te
ontwikkelen en te verlevendigen. In ver
band daarmede zou de Commissie het wen-
schelijk achten, dat de beroepsconsuls, be
stemd voor posten, bij welke de Indische
handel een voornaam belang heeft, in den
aanvang hunner carrière minstens een
half jaar in Ned.-Indië werden werkzaam
gesteld, en de voornaamste handelsplaat
sen daar leerden kennen, om dat zij op ge
zette tijden Indië wederom zouden bezoe
ken.
Ook acht de Commissie het van veel ge
wicht, dat in Nederland een onpartijdig
en deskundig lichaam in het leven worde
geroepen, dat aan producenten, die naar
Indië willen exporteeren, en daar niet over
relaties beschikken, voorlichting geeft om
trent de mogelijkheden van afzet hunner
producten en de voorwaarden, waaraan
daartoe moet worden voldaan. Zij denkt
zich zulk een lichaam samengesteld uit een
beperkt aantal hier te lande gevestigde
deskundigen op het gebied van den handel
op Indië. bijgestaan door de ambtenaren
van de departementen van Koloniën en
van Economische Zaken, die thans reeds
handelsvoorlichting verstrekken.
Deze organisatie zou in Indië een ver
tegenwoordiging moeten hebben naar de
zelfde beginselen samengesteld. Aanwezig
heid van het ambtelijke element acht de
handel, naar den Commissie gebleken ls,
bovendien ais waarborg van onpartijdig
heid gewenseht.
Teneinde de scheepvaart te steunen in
haar concurrentiestrijd tegen buitenland-
sche lijnen, die in vele gevallen van over
heidswege worden gesubsidieerd, acht de
Commissie het zeer gewenseht, dat de Re
geering er zoo eenigszins mogelijk voor
zorgt, dat de levex-anties voor het land
met Nederlandsche schepen naar Indië
worden vervoerd.
De Commissie oordeelt het voorts
urgent, dat het tarief voor telegrammen
tusschen Nederland en Indië in overeen
stemming worde gebracht met dat, het
welk tusschen Engeland en Singapore
geldt, hetgeen een verlaging tot ongeveer
f. 1.20 per woord zou beteekenen
Tenslotte vestigt de Commissie er de
aandacht op, dat dubbele belasting tus
schen beide gebiedsdeelen zooveel mogelijk
dient te worden vermeden.
LEIDEN. 19—24 Februari. Turfmarkt
150.000 stuks lange turf f. 9,00—10,00.
LEIDEN, 24 Februari. Botermarkt
De prfjzen van boter op de heden gehou
den markt waren als volgt: Prima fabrieks
boter (contr.) f. i.,60: prima boerenboter
f. 1,45—1,60 per KG. Handel matig.
LEIDEN. 23 Februari. Noteering Coöp.
Groenten-, Fruit- en Bloemenveiling-Ver.
„Lelden en Omstreken" Roode kool
f. 3.50—9,10; Savoye kool f. 1.20—7,40:
Groene kool f. 1,00—3,00; Prei f. 1,80—
320; Radijs f. 4.20—6,50; Selderie f. 2,80—
5,00; Knolselderie f. 0,40—5,50. per 100
stuks: Kroten, gek. f. 46; Witloof f. 9
26; Boerenkool f. 48: Spinazie f. 3542;
Uien f. 1.00—1,80: Wortelen f. 1,00—6,50:
Spruiten I f. 10—18: idem II f. 3—12, per
100 K.G.; Andijvie per kist f. 1,10—1.53,
ALPHEN a, d. RIJN. 23 Febr. Spinazie
f.36, Sprultkool I f.17—24, Sprultkoo] II
f. 8—14. Uien f. 2—2 50 per 100 K.O. Savoye
Kool f. 5.10 per 100 stuks.
Eierenveillng. aanvoer 6700 stuks. Kio-
eieren f. 2.503. eendeieren f. 2.50 per ICO
stuks.
KATWIJK AAN DEN RIJN, 23 Februari.
Groentenveiling Roode kool f. 5,20
-6,40; Gele kool f. 5,40—6,70; Knolselder/
f. 1,804,40, per 100 stuks; Uien f. 140
1,60; Peen f. 4,75—6,00; Spruiten f. 16—17,
per 100 K.G.
Verloofd:
ANTHONIE OUWERKERK
en
JACOBA VREDENBURG
Leiden, 24 Februari 1934.
Oude Vest 215a. 6579
Schip „Dolfijn" Oude Vest.
Voor de vele treffende be
wijzen van deelneming ont
vangen na het overlijden van
mijn lieven Man
Ds. Mr. Dr. NICOLAAS
GERRIT VELDHOEN.
betuig ik langs dezen weg.
daar het mij niet mogelijk is
een ieder persoonlijk te dan
ken, mede namens kinderen
en familie, mijn oprechten
dank. 6602
Mevr. de Wed.
J. M. VELDHOEN—
JONGENBURGER.
Voorburg, 24 Februari 1034.
Onae hartelijke dank voor
de deelneming na het over
lijden van onzen geliefden
Man, Vader, Behuwd- en
Grootvader
H. A. BLONK.
Uit aller naam: 2614a
Wed. G. BLONK—VERMOND
4194
iiiiiiiimiiiHrarniHiiiiiwiiiitfliiTiHmoifnnminniinBmmwHiiiB
I Maart a s. in Den Ver
gulden Turk 8 uur 15 n.m.
AGENDA;
6642
Jaarverslagen.
Bespr. ontwerp Statuten
en Reglementswijziging.
Bestuursverkiezing.
Bespreking Feestplannen.
ALLER OPKOMST DRINGEND
OEWEHSCHT.
imiiiiHiiiiiiuiimmnminiuuniiiuiüiioniiaiiiiuinnHiiimnNHr
CHR. GEM. KOOR
OEGSTGEEST (MORSCH)
O. 1. v. HENRI WELBOOREN.
op Donderdag 1 Maart 1934
8 uur nam. in de
PAULUSKERK (Ocgstgeestl.
Medewerking:
ANKIE VAN WICKEVOORT
CROAIMELIN, Sopraan.
HEiNNIE SCHOUTEN. Orgel.
Werken van Hanijel en
Mendelssohn.
Tekstboekjes, tevens bewlj»
van toegang, ad (.0.50 bij
Bespreekbureau E G G E R S,
Botermarkt 14 en des avonds
aan de kerk. 8601