Leden vergadering „HALLELUJAH" Economische samenwerking tusschen Nederland en Indië. Ver. „Koninginnedag" UITVOERING CH DAGBLAD - Eerste Blad Zaterdag 24 Februari 1934 STADSNIEUWS. BINNENLAND. Rapport der commissie-Bruins. MARKTBERICHTE». Advertentiën. VVEERBERICHT. Barometerstand. liddag 3 uur: 763. ilddag 2 uur: 761. „EGRAFISCU WEERBERICHT Ion. Ned. Meteorol. Inst. te De Blldt. e stand 770.2 te Zurich. stand 737.5 te Seydlsfjord. laciitlng tot den avond van 25 Fe- Matige, tijdelijk welllicht krach- iidelijke tot Westelijke wind. Half taar bewolkt of betrokken. Waar- lilt eenige regen en zachter. enlandsch weerbericht. Ideeld door het Kon. Ned. Meteorol. Instituut te De Bildt. „jogedrukgebied in het Zuid-Oosten [verder in Intensiviteit af. Van het Westen breidt zich de depressie uit Brltsche eilanden en onze omge- barometer, die sinds 8 Februari ["boven 765 m.M. heeft gestaan, ls kteeds dalende en het schijnt dat Erearuk-reglem, dat sinds 20 Fe ll heeft geheerscht ibehoudens korte onderbrekingen), thans weer I dagen zal verdwijnen. Over Scan- j herstelt de hooge druk zich tijde- I vorst is hier sterk toegenomen. In j vroor het plaatselijk zelfs 31 gr. Behalve over IJsland en Noord ijl:, waar het iets warmer werd, is [de temperatuur gedaald. Er werd Inevel gemeld in Zuid-Oost-Enge- [ons land, Noord-Frankrijk en het deel van Duitschland. Overal |it hier zwakke wind. Over Schot- i Zuid-Noorwegen waait 't krach- i onzent mag een kleine tempera- Ijjging met lichten regenval worden Èt. LUCHTTEMPERATUUR. rvoorm.: 4 gr. C. (33 gr. F.), r 's mldd.: 7 gr. C. (45 gr. F.). [WATKKTUDLN TE KATWIJK ZEE. Voor Zondag, i. te 12 u. 16 m.; nana te 12 u. 40 m. Voor Maandag. te 1 u. 16 m.; nam. te 1 u. 38 m. LCHT OP VOOR FIETSERS e.a. 5.58 n.m. tot 6.27 v.m. hg: 6 uur n.m. tot 6.25 v.m. N8- OP- EN ONDERGANG, [ebr.: onder: 5 u. 04; op: 11 u. 54. pr.: onder: 5 u. 32; op: 13 u. 03. DE STADHUISBOUW. «enteel is men bezig met de voor- Jing van een adres aan den minister tinnenlandsche zaken, waarin ge- li zal worden 't jongste raadsbesluit f den stadhuisbouw, waarbij in prin- «t plan Blaauw werd aanvaard te Hen. DE POSTVLUCHTEN. .■Snip" )s uit Singapore vertrokken 'aankomst in Batavia naar Bandoeng Pvlogen. INVARING OP DE ZUIDERZEE. passagiersschip van Hasselt in de !™fj; EnkhuizenStavoren is heden- bi tijdens de dikke mist op het IJssel- ,i~ aanvaring gekomen met een van de lijn Groningen—Am- va. De vrachtboot bekwam een groot loopt gevaar te zinken. De beman- 'In veiligheid gesteld. -van Hasselt" heeft geen averij be- a en is met een kleine vertraging te ten aangekomen. NUSTVOGEL OP DE KORTE GOLF. 1eEhtend 18 men °P Schiphol reeds L,!u®?n?en met luisteren naar het etulg der K.L.M. „De Rijstvogel". or. r,e.s Oemeid werd, uitzendt op 'zlliv .itVan 25 M. Men hoorde aan- ifflk li. doortiat de Rijstvogel waar win, was weggegaan dan oor- mdpl; tWas afgesproken. Sedert het pi "?f8°n was dit goed te hooren. 'a" hÏÏ meldde: „In zicht eiland jtfn ®eer was goed, er werd hoog n trli0!10 M. Om 8 uur was men tus- «ur mL de Egyptische kust, om ivsn au de telegrafist een weerbe- I «andrië en Cairo. Om 9.40 uur Wdem h N-N.W. van Alexandrië «et weer was toen fraai. ""ODLOTTIGE AANVARING. Personen verdronken. Jthen°H? heeft nabij Lillo op den Joltio» cr van de Schelde een '«"epen Marlns p!aats' ftöborrn Mars, schipper Schmidt van I" sri°', ."Germanlus II", schipper et van D4.FI°ss, de belde laatste Lillo voor u he nationaliteit lagen Bd°°r dp m er- ZU werden aangeva- Sinti»» ormandla''. „De Mars" werd Me, 881 geraakt en kreeg groote We.andere schepen hadden minder fjelinil,?011 2l'n de vrouw van schip- ir 0Tetbon,1 ^h'PPer Floss en diens L>„ ij^d geslagen en verdronken. aen nog niet worden opge- Ln?J wordt het parket uit Antr verwacht. Verschenen is het rapport der Commis sie van Advies nopens de bevordering def economische samenwerking tusscnen Ne derland en Nederlandsch-Indie, (Com missie Bruins), uitgebracht aan den mi nister van koloniën. De commissie zegt in een begeleidend schrijven dat het oogenbllk zich al zeer weinig eigent voor het aangeven van vaste lijnen voor de toekomstige handelspoli tieke verhouding tusschen de belde ge- biedsdeelen, zulks te meer, waar de ge beurtenissen niet nalaten ook op de in zichten op handelspolitiek gebied Invloed te oefenen. De deels voorlooplge conclusies, waartoe de commissie is gekomen, moeten dan ook in dit licht worden bezien, Behalve door maatregelen op handels politiek gebied kan de economische sa menwerking nog op andere wijze worden bevorderd. Met name is de commissie, die dienaangaande met vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven overleg heeft ge pleegd, tot de overtuiging gekomen, dat de oprichting van een organisatie die zich op practlsche wijze de bevordering van het handelsverkeer tusschen belde Tanden ten doel stelt, aanbeveling verdient. O Ter inleiding geeft de commissie in haar rapport enkele gegevens nopens het on derling verkeer tusschen Nederland en Nderlandsch-Indlë in het kader van het totale handelsverkeer van beide gebieds- ÖGGIgit Uit deze cijfers blijkt, dat, wanneer men Singapore als doorvoerhaven buiten be schouwing laat, Nederland met een stij gend percentage onder de bestemmings- landen vooraan staat. Ook Nederland heeft voor een deel de functie van doorvoer en stapelland. Zulks blijkt uit aan de Nederlandsche statis tiek ontleende gegevens betreffende den invoer vanuit Nederlandsch-Indiè. Van den opslag in entrepot wordt 1/4 a 1/3 in het binnenlandsch verkeer op genomen. De rest van de in entrepot op geslagen Indische goederen vindt, evenals de doorvoer, zijn weg naar het buiten land. Voorts geeft het rapport de totale hoe veelheid, welke hier te lande in het verkeer komt. Naar de waarde representeerde zij in 1932 een bedrag van f.60 millloen, waardoor Nederland als afzetgebied van Indische producten, den vrachtfactor in aanmerking genomen, in dat jaar slechts betrekkelijk weinig bij den voornaamsten afnemer, de Vereenigde Staten, achter staat. Op den totalen invoer van Nederland moge het cijfer (4,6"/o) gering zijn, het blijkt, dat Nederland, niettegenstaande zijn beperkte opnemingsvermogen, als afnemer van In dische producten, van groote beteekenis is. Ook blijkt, dat het percentsgewijze aan deel van Nederland in de jaren 19281932 niet onbelangrijk gestegen is. De afzonder lijke artikelen vertoonen intusschen een zeer verschillend verloop. Gestegen is het Nederlandsche aandeel o.a. wat betreft koffie, tabak en thee; gedaald, en zulks aanzienlijk, is het aandeel in copra en suiker. Indische copra werd in 1928 inge voerd voor f. 27,3 millioen, in 1932 voor f. 5,1 millioen, suiker resp. voor f. 4.3 mil lioen en f. 0,5 millloen. Wat den invoer van Nederlandsch-Indië betreft treden de verschuivingen, die zich in den jongsten tijd hebben voltrokken, duidelijk naar voren. In de eerste plaats blijkt, dat de totale invoer van artikelen als: toestellen, machi nes en werktuigen, ijzer en staal, ijzer- en staalwerken, koper en koperwerk veel ster ker gedaald is dan die van de meeste ar tikelen voor dadelijk gebruik. Wat het Nederlandsche aandeel betreft, is een ernstige daling vast te stellen ten opzichte van: manufacturen, ijzer en staal ijzer- en staalwaren, blik en bllkwerk, rij wielen en onderdeden. Een geringere daling vertoonen: toestellen, machines en werktuigen, chemicaliën en geneesmiddel len, aardewerk, verfwaren. Bij de overige posten is het Nederland sche percentage grootendeels vrijwel gelijk gebleven. Bij enkele: mest, dranken, pa pier en papierwaren, hout en houtwerk, leder- en lederwerk, oliën, is het zelfs ge stegen, deels niet onbelangrijk. Deze gegevens loopen tot en met 1932. Gedurende 1933 heeft bij een aantal ar tikelen de daling van het Nederlandsche aandeel zich verder voortgezet. In het bij zonder geldt dit voor manufacturen. Onder deze manufacturen nemen de katoenen manufacturen verreweg de voor naamste plaats in. Opgemerkt wordt dat, terwijl de meeste handelstractaten zich tot de meestbegun- stigingsclausule beperken, de beide met Engeland gesloten tractaten van 17 Maart 1824 en van 2 November 1871 nadere aan dacht verdienen. Wat het verdrag van 1824 betreft, is in de toestand sedert 1835 geen wijziging ge komen. Ten aanzien van het Sumatra-tractaat, wil het de Commissie voorshands voorko men. dat het niet zonder meer vaststaat, dat het Sumatraverdrag slechts aldus kan worden geïnterpreteerd, dat de bij dit ver drag toegekende gelijkstelling zich ook tot goederen van Britsche herkomst uitstrekt en diensvolgens tot goederen herkomstig uit alle landen, met wie een handelsver drag op basis van meestbegunstiging is gesloten. Mocht het Sumartavcrdrag echter ge acht moeten worden de gelijkstelling wèl tot goederen uit te strekken, dan zou hij invoeging van een beginsel van discrimi natie in de Indische tariefwet voor het betrokken deel van Sumatra een afzonder lijk douane-rëgime in het leven moeten worden geroepen. Dat hieraan zeer ern stige bezwaren verbonden zouden zijn, ligt voor de hand. Uitbreiding van het afzonderlijke régi me tot geheel Sumatra zou deze bezwa ren verminderen doch niet opheffen. De Commissie is dan ook van oordeel, dat een dergelijke afscheiding binnen het tolgebied reeds om deze reden niet in overweging zou moeten worden geno men. Het gevolg zou dan evenwel zijn, dat van begunstiging ten voordeele van uit Nederland herkomstige goederen zou moeten worden afgezien. De Commissie wil hieraan toevoegen, dat, al moge het Sumatraverdrag histo risch verklaarbaar zijn, de verhoudingen zich sindsdien belangrijk hebben gewij zigd. Indië heeft zich tot een werkelijke eenheid ontwikkeld, een ontwikkeling, waarmede een internationaal servituut op een deel van dit gebied wat de precieze inhoud van dit servituur moge zijn steeds minder te vereenigen is, Denkbeeld eener tol-unie terzijde gesteld. Bij de bespreking van de verschillen de denkbeelden tot nauwere handelspoli tieke aaneensluiting tusschen de beide gebiedsdeelen zag de Commissie zich voor een ernstige moeilijkheid geplaatst. Spoedig bleek dat geen onderscheid kon worden gemaakt tusschen vraagstukken van een meer permanent karakter, los van de crisis, en de eigenlijke ensisvraag- stukken. De alom ondervonden export moeilijkheden en het zoozeer verscherpt handelspolitiek optreden in tal van lan den doen bovendien de gemeenschappe lijke belangen van beide gebiedsdeelen steeds naar voren komen. Wanneer de Commissie niettemin heeft gemeend het denkbeeld eener tolunle ter zijde te kunnen stellen, dan is zulks omdat, afgezien hog van de ernstige principleele bedenkingen, die tegen dit ingrijpende voorstel kunnen worden in gebracht, het naar de meening der Commissie reeds om de verschillende redenen bezwaarlijk practisch uitvoer baar is te achten. Een tolunle heeft o.a. tot voorwaarde, dat in beide gebieden invoerrechten worden geheven naar eenzelfde tarief. Immers is dit niet het geval, dan zullen de goederen daar het tolgebied binnen komen, waar de rechten het laagst zijn. Bij een tolunie tusschen geographisch ver uiteenliggende gebiedsdeelen zal dit ver schijnsel zich echter ook bij gelijke rech ten in vele gevallen voordoen. Europee- sche goederen voor Indië bestemd zou den toch hier te lande naar een lagere waarden worden belast, dan wanneer zij na vervoer naar het Oosten in Indië wor den ingeklaard. Bij het uiteenloopend karakter van beide gebiedsdeelen is het evenwel prac tisch niet denkbaar, dat aan de voor waarde van éénzelfde tarief voor het ge- heele tolgebied zou worden voldaan. Zelfs een louter fiscaal tarief moet met de beide bedoelde verschillen rekening hou den. Inderdaad loopen dan ook de be staande tarieven in beide gebieden be langrijk uiteen en tê verwachten is. dat. naarmate deze tarieven zich nauwer bij den economischén, agrarischen en in- dustrleele opbouw van het eigen gebied gaan aanpassen deze afwijkingen des te grooter zullen worden. Ook wat de hoog te der tarieven betreft, kunnen budge- taire en andere overwegingen tot groote verschillen leiden. Bovendien zou. zoolang het verdrag van 1824 van kracht blijft, een tolunie slechts te verwezenlijken zijn. wanneer het ge meenschappelijke tarief 6 °/o niet over schreed. Ook bezwaren tegen wederzijdsche preferenties In sterke mate deden de evengenoemde moeilijkheden zich gevoelen bij de be sprekingen over het denkbeeld van pre- ferentieele behandeling van producten uit het andere gebiedsdeel. Terwijl Nederland in de verleening vau zoodanige preferenties, ook wat de hoogte batreft, internationaal geheel vrij is, zou Nederlandsch-Indië krachtens de aan vaarde interpretatie van het verdrag van 1824 aan de in dit verdrag gestelde gren zen gebonden zijn. Invoering van een algemeen stelsel van wederzijdsche preferenties tusschen de beide gebiedsdeelen zou de meerderheid der Commissie, ook onder de huidige om standigheden, willen ontraden. Voor Indie zou dit in wezen neerkomen op een terugkeer tot het stelsel, dat aldaar tot 1872 gegolden heeft. De economische structuur van Indië heeft evenwel sedert dien een diepgaande wijziging ondergaan. Het land heeft zich ontwikkeld tot een van de belangrijke tropische productie gebieden, dat voor zijn producten, als regel in concurrentie met gelijksoortige producten van elders, in de landen der ge matigde zóne dan wel in de omringende landen afzet moet vinden. Tegelijk met den export heeft ook de import van Nederlandsch-Indië zich in toenemende mate internationaal georiën teerd. Een groot deel van de landen, die als afzetgebied voor de Indische produc ten in aanmerking komen, heeft tevens deel aan den import. Deze import ontmoet than3 zijn mededingers op de Indische markt op voet van volledige gelijkheid. In voering van een algemeene preferentie voor Nederlandsche goederen zou neerko men op een principieele inbreuk op dit systeem, waartegen de meerderheid der commissie ernstig bezwaar zou hebben. Zij erkent, dat met de verscherpte ver houdingen op handelspolitiek gebied ook het denkbeeld van onderlinge begunsti ging sterker naai' voren is gekomen en met name binnen het Britsche Imperium tot nauwer aaneensluiting heeft geleid. De positie van Nederlandsch-Indië in het wereldverkeer is echter van dien aard. dat tenzij de moeilijkheden zich nog belang rijk mochten verergeren, naar haar oor deel het bestaande beginsel niet. ook niet tijdelijk, ware te verlaten. De minderheid der Commissie erkent de bijzondere beteekenis. die voor Indië aan den export moet worden toegekend, ten volle. Zij wijst er echter op, dat ook de hoogere rechten, die thans voor Indië gel den, nog belangrijk lager zijn dan die, welke in vele andere landen worden ge heven, zoodat een preferentie van 50 'In op deze rechten ver ten achter blijft bij de preferentie of algeheelen vrijdom van invoerrecht, die elders tusschen moeder land en kolonie bestaat. De Commissie heeft voorts nagegaan, welke gevolgen een zoodanig stelsel van preferenties zou hebben voor de beide gebiedsdeelen. Zij stuit hierbij op de moei lijkheid, dat op het oogenblik in Neder land een herziening van het tarief wordt voorbereid, terwijl het zooeven ingevoerde nieuwe Indisch tarief slechts een voor- loopig karakter draagt, Intusschen is niet te verwachten, dat in den algemeenen op zet der tarieven wijziging van beteekenis zal komen, zoodat het versohil in karakter van de producten uit beide gebiedsdeelen ook in de toekomst tot gevolg zal hebben, dat, geheel afgezien nog van verschllleu lil de hoogte van beide tarieven, de Neder landsche export naar Indië voor een groo ter deel en over het algemeen in hooger mate aan invoerrecht onderworpen zal zijn dan de Indische export naar Neder land. Een onderscheid, dat omgekeerd ook in de werking van een stelsel van weder zijdsche preferenties tot uiting zou komen. Verlaging van het tbeerecht aanbevolen. Dat niettemin de opbrengst van de in voerrechten, welke wederzijds van de pro ducten uit het andere gebiedsdeel worden geheven, niet veel uiteenloopt in belde landen ongeveer f8 a 9 millioen, zulks op basis van de invoercijfers over 1932 en wat Indië betreft met inachtneming van de hoogere rechten volgens het nieuwe tarief is voor Nederland in hoofdzaak het ge volg van het zeer hooge recht op thee f. 75 plus 30 opcenten per 100 kilo het welk tot de genoemde opbrengst verreweg het grootste deel bijdraagt. Van beteekenis is in dit verband, dat het belang van den Indlschen thee-export beter zou zijn ge diend door een algemeene verlaging van het recht dan door preferentie. Reeds thans wordt in het Nederlandsche thee- verbruik voor 80»/o door den import uit Ned.-Indie voorzien, terwijl de van elders aangevoerde theesoorten grootendeels voor mengdoeleinden worden gebezigd. Een be langrijke verlaging van het genoemde recht zou de Commissie met aandrang wil len aanbevelen. Van de overige producten is de suiker verreweg het belangrijkst. Preferentie dan wel vrijdom van invoerrecht hier te lande voor Indische suiker zou echter alleen dan van beteekenis zijn, wanneer zulks ge paard ging met een wijziging van het ten opzichte van de Nederlandsche suikerpro ductie gevolgde beleid. De financleele gevolgen bij invoering van een stelsel van wederzijdsche prefe renties kunnen uit de gegeven cijfers worden afgelezen. Een preferentie tot 50"/o zou neerkomen op een inkomstderving van 4 A 41/; millioen gulden, welk bedrag bij toeneming van den import uit het andere gebiedsdeel als gevolg van de on gekende preferenties evenredige vermeer dering zou ondergaan. Voor belde gebieds deelen. maar voornamelijk voor Indië, zou onder de huidige omstandigheden een dergelijke inkomstderving zeer bezwaar lijk zijn. Handhaving van de opbrengst der invoerrechten op hetzelfde niveau zou een evenredige verhooging van het tarief noodzakelijk maken. De commissie wil hieraan nog toevoegen, dat de overwegingen, die haar in meer derheid een generaal stelsel van weder zijdsche preferenties doen ontraden, zich niet behoeven te verzetten tegen inciden- teele toepassing van dit beginsel ten op zichte van individueele artikelen altijd onder de reserve, dat dit, wat Indië be treft, tractaatrechteüjk geoorloofd is voorzoover zulks odder de huidige omstan digheden noodzakelijk zou worden geacht c-m de gemeenschappelijke belangen van beide gebiedsdeelen beter tot hun recht te doen komen. Het zwaartepunt van zoo danige regelingen zou echter liggen op het gebied van het in het schrijven aan den minister van koloniën aangeduide complex van maatregelen en niet op dat der tariefwet. Naar het oordeel van de meerderheid der commissie zouden der gelijke preferaties zich evenwel tot uit zonderingsgevallen dienen te beperken. Offieieele handelsvoorlichting. De Commissie is van meening, dat bij de offieieele handelsvoorlichting meer aan dacht kan worden geschonken aan de mo gelijkheid de onderlinge handelsbetrekkin gen tusschen Nederland en Ned.-Indië te ontwikkelen en te verlevendigen. In ver band daarmede zou de Commissie het wen- schelijk achten, dat de beroepsconsuls, be stemd voor posten, bij welke de Indische handel een voornaam belang heeft, in den aanvang hunner carrière minstens een half jaar in Ned.-Indië werden werkzaam gesteld, en de voornaamste handelsplaat sen daar leerden kennen, om dat zij op ge zette tijden Indië wederom zouden bezoe ken. Ook acht de Commissie het van veel ge wicht, dat in Nederland een onpartijdig en deskundig lichaam in het leven worde geroepen, dat aan producenten, die naar Indië willen exporteeren, en daar niet over relaties beschikken, voorlichting geeft om trent de mogelijkheden van afzet hunner producten en de voorwaarden, waaraan daartoe moet worden voldaan. Zij denkt zich zulk een lichaam samengesteld uit een beperkt aantal hier te lande gevestigde deskundigen op het gebied van den handel op Indië. bijgestaan door de ambtenaren van de departementen van Koloniën en van Economische Zaken, die thans reeds handelsvoorlichting verstrekken. Deze organisatie zou in Indië een ver tegenwoordiging moeten hebben naar de zelfde beginselen samengesteld. Aanwezig heid van het ambtelijke element acht de handel, naar den Commissie gebleken ls, bovendien ais waarborg van onpartijdig heid gewenseht. Teneinde de scheepvaart te steunen in haar concurrentiestrijd tegen buitenland- sche lijnen, die in vele gevallen van over heidswege worden gesubsidieerd, acht de Commissie het zeer gewenseht, dat de Re geering er zoo eenigszins mogelijk voor zorgt, dat de levex-anties voor het land met Nederlandsche schepen naar Indië worden vervoerd. De Commissie oordeelt het voorts urgent, dat het tarief voor telegrammen tusschen Nederland en Indië in overeen stemming worde gebracht met dat, het welk tusschen Engeland en Singapore geldt, hetgeen een verlaging tot ongeveer f. 1.20 per woord zou beteekenen Tenslotte vestigt de Commissie er de aandacht op, dat dubbele belasting tus schen beide gebiedsdeelen zooveel mogelijk dient te worden vermeden. LEIDEN. 19—24 Februari. Turfmarkt 150.000 stuks lange turf f. 9,00—10,00. LEIDEN, 24 Februari. Botermarkt De prfjzen van boter op de heden gehou den markt waren als volgt: Prima fabrieks boter (contr.) f. i.,60: prima boerenboter f. 1,45—1,60 per KG. Handel matig. LEIDEN. 23 Februari. Noteering Coöp. Groenten-, Fruit- en Bloemenveiling-Ver. „Lelden en Omstreken" Roode kool f. 3.50—9,10; Savoye kool f. 1.20—7,40: Groene kool f. 1,00—3,00; Prei f. 1,80— 320; Radijs f. 4.20—6,50; Selderie f. 2,80— 5,00; Knolselderie f. 0,40—5,50. per 100 stuks: Kroten, gek. f. 46; Witloof f. 9 26; Boerenkool f. 48: Spinazie f. 3542; Uien f. 1.00—1,80: Wortelen f. 1,00—6,50: Spruiten I f. 10—18: idem II f. 3—12, per 100 K.G.; Andijvie per kist f. 1,10—1.53, ALPHEN a, d. RIJN. 23 Febr. Spinazie f.36, Sprultkool I f.17—24, Sprultkoo] II f. 8—14. Uien f. 2—2 50 per 100 K.O. Savoye Kool f. 5.10 per 100 stuks. Eierenveillng. aanvoer 6700 stuks. Kio- eieren f. 2.503. eendeieren f. 2.50 per ICO stuks. KATWIJK AAN DEN RIJN, 23 Februari. Groentenveiling Roode kool f. 5,20 -6,40; Gele kool f. 5,40—6,70; Knolselder/ f. 1,804,40, per 100 stuks; Uien f. 140 1,60; Peen f. 4,75—6,00; Spruiten f. 16—17, per 100 K.G. Verloofd: ANTHONIE OUWERKERK en JACOBA VREDENBURG Leiden, 24 Februari 1934. Oude Vest 215a. 6579 Schip „Dolfijn" Oude Vest. Voor de vele treffende be wijzen van deelneming ont vangen na het overlijden van mijn lieven Man Ds. Mr. Dr. NICOLAAS GERRIT VELDHOEN. betuig ik langs dezen weg. daar het mij niet mogelijk is een ieder persoonlijk te dan ken, mede namens kinderen en familie, mijn oprechten dank. 6602 Mevr. de Wed. J. M. VELDHOEN— JONGENBURGER. Voorburg, 24 Februari 1034. Onae hartelijke dank voor de deelneming na het over lijden van onzen geliefden Man, Vader, Behuwd- en Grootvader H. A. BLONK. Uit aller naam: 2614a Wed. G. BLONK—VERMOND 4194 iiiiiiiimiiiHrarniHiiiiiwiiiitfliiTiHmoifnnminniinBmmwHiiiB I Maart a s. in Den Ver gulden Turk 8 uur 15 n.m. AGENDA; 6642 Jaarverslagen. Bespr. ontwerp Statuten en Reglementswijziging. Bestuursverkiezing. Bespreking Feestplannen. ALLER OPKOMST DRINGEND OEWEHSCHT. imiiiiHiiiiiiuiimmnminiuuniiiuiüiioniiaiiiiuinnHiiimnNHr CHR. GEM. KOOR OEGSTGEEST (MORSCH) O. 1. v. HENRI WELBOOREN. op Donderdag 1 Maart 1934 8 uur nam. in de PAULUSKERK (Ocgstgeestl. Medewerking: ANKIE VAN WICKEVOORT CROAIMELIN, Sopraan. HEiNNIE SCHOUTEN. Orgel. Werken van Hanijel en Mendelssohn. Tekstboekjes, tevens bewlj» van toegang, ad (.0.50 bij Bespreekbureau E G G E R S, Botermarkt 14 en des avonds aan de kerk. 8601

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 3