lerkwaardige vondst in het Westland - „Het toonder van Jena volmïïlfe wlksïïufe iveïltge havens i m m -i Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. laten, dat hij een boodschappenjongen was. Maar nu en dan overmande hem toch het bewustzijn van zijn eenzaamheid, en dan bleef hij even stil staan. Dan vroeg hij zich af waarheen hij eigenlijk ging, en met welk doel net zooals hij gedaan had, toen hij die stoomboot op de Hudson had gezien. Het scheen hem toe, dat hij, even als de boot, maar heen en weer reisde. Dat schip had natuurlijk een bepaalde bestem ming, maar voor hem was er in de heéle wereld niets, waaraan hij eenig houvast had. Hij had wel eens gehoord van een schip, dat steeds maar zeilde en zeilde, met nooit een haven in zicht, nooit een haven om binnen te vallen. De Kerk der Zee Die woorden las hij op een groot, wit gebouw, op het punt, waar de Jane Street op de havens uitkwam. Hij las ze nog eens over, omdat ze tot zijn verbeelding spraken. Bij de stoep van het restaurant wachtte hij Honeybun op, wiens stevig gebouwde, lenige gestalte zich spoedig na twaaif uur vertoonde. Tom vond, dat hij er uitzag als iemand, die met gemak door een half geopend raam kon komen of geluidloos een trap op of af kon loopen. Het was eigenlijk te gek om het van zoo'n stoeren kerel te zeggen, maar de veerkrachtigheid van zijn gang leek op die van een geest. „Dat is verstandig van je, om op me te wachten. We gaan het dadelijk doen, en dan zijn we er van af Tom had niet het flauwste idee wat hij met „het" bedoelde. Maar achterdochtig was hij niet. Trots zijn harde jeugd kwam de gedachte nooit bij hem op, dat volwas sen menschen hem kwaad zouden doen. Hij was niet bang voor Honeybun en wan trouwde hem ook niet, evenmin als een kindje zijn kinderjuffrouw wantrouwt, die hem draagt. „Bovendien," beweerde Honeybun, ter wijl zij voortliepen, „lijkt het me niet goed, dat een stevige jongen als jij den heelen dag niets uitvoert, ook al wacht hij op zijn vader. Als ik Jou was, zou ik een baantje zien te krijgen." De jongen zei, dat hij wat graag een baantje zou hebben, maar niet wist hoe er aan te komen. „Ik weet wel wat voor je, als je er van gediend bent. 't Werk is niet te zwaar, en je verdient er anderhalven dollar per dag mee." Maar „het" was toch de zaak, waarom het nu ging en weldra zou hem de betee- kenis er van duidelijk worden. Op den hoek van de Veertiende Straat en de Achtste Avenue wees Honeybun naar den overkant, waar een mooi gebouw van witte steen stond, dat reeds door zijn soliden bouw vertrouwen Inboezemde. Tom las er op, dat het een spaarbank was. ,Kijk nu eens; wat ik in jouw plaats zou doen is het voldoende. Ik zou drie honderd vijftig dollar naar die bank daar brengen. Dan houd je nog meer dan vijf en twintig dollar over. Maar aan de hoofdsom kan niemand anders komen dan jij zelf, en tweemaal per jaar wordt je geld telkens meer door de rente." Tom's hart sprong op van blijdschap. Hij had alzoo dikwijls over spaarbanken na gedacht, en zij vormden een gedeelte van zijn zonderlinge idee otn Jets groots" te worden in de wereld. Het openen van een rekening bij een bank was de eerste schrede op den weg. Hij kreeg door Honey- bun's voorstel een gevoel alsof hij eenlge centimeters was gegroeid en eenlge jaren ouder geworden. „U gaat toch met me mee, nietwaar?" Honeybun maakte hiertegen bezwaar. Duister eens, mijn jongen. Ik ben een nog al bekende figuur hier in de buurt. Hoo- pen menschen kennen Honeybun, en als die me met jou daar zagen binnengaan, zouden ze kunnen denken dat het geen eerlijk spel was, maar een doorgestoken kaart. Als ik een paar dollar naar mijn eigen spaarbank breng ja, ja ik spaar' ook ga ik naar Brooklijn, waar geen slechte menschen zijn, die me verdenken. Ga dus alleen, en zeg dat je een rekening wenscht te openen. Als iemand je om nadere inlichtingen vraagt, zeg dan pre cies hoe je aan het geld bent gekomen, en dan ben ik er van overtuigd, dat er nie mand zal zijn, die je niet gelooft." Tom deed zooals hem was geraden en kwam na eenigen tijd uit het bankgebouw met zijn spaarbankboekje in zijn binnen zak en bovendien met een gevoel van ver meerderden levensernst. „En nu," stelde Honeybun voor, „gaan we naar Pappa om te eten." Honeybun betaalde voor hen belden, waartegen Tom protesteerde, omdat hij zelf geld had, maar zijn gastheer verweer de zich vriendelijk. .(Wordt vervolgd)., j oogenblik geen tijd, maar als ik vanavond terugkom om te eten, dan zal ik je zeggen wat ik in jouw plaats er mee zou doen. Be waar het goed in den binnenzak van je jas en zorg dat je zoo weinig mogelijk hier in dit huis bent, totdat ik terug ben om je te halen. Je weet nooit met wat voor volkje je op dezelfde verdieping logeert. Buiten op straat, daar ben je veilig." Hij ging naar buiten en koos de druk kere straten, die naar de havens leidden. Daar vond hij het prettig. Op de gevels der lage huizen las hij namen, die tot zijn ver beelding spraken; New Orleans, Savan nah, Galveston, Texas, Arizona, Oklaliama. Hij had altijd veel van aardrijkskunde ge- huoden. Dat gaf een kijk in de wereld; zij vertelde van landen en steden, die hij eens zou bezoeken, en waarover hij inmid dels kon droomen. Over de lage daken der huizen heen kon hij den bovenkant van scheepsschoorsteenen zien. Hier en daar ook een vastgemeerd stoomschip. Hij zag vlaggen, die van den top van den eenen mast naar den anderen wapperden; uit- heemsche zeeheden bewogen zich door het drukke verkeer van voertuigen of ontweken de goederentreinen, die schijnbaar doel loos heen en weer werden gerangeerd. Al die beweging, die kleuren, het doffe, zware gerommel, al dat gewirwar, dat in verband stond met de heele wereld, alles maakte dat hij zich zóó nietig voelde, dat geen roover of moordenaar er een oogenblik aan zou denken, dat hij al dat geld in zijn bin nenzak bij zich droeg. Ook vergat hij er door, dat hij zoo alleen op de wereld was. Hij bleef steeds in beweging om al die menschen om hem heen in den waan te door BASIL KING Wit het Engelsch) zal iater weï m€t je pra_ Honeybun tactvol tusschen- oorïi- gen heeft niemand noodig mlSK-gel(i te zorgen, ingeval zijn tT?™en vanavond nog komt op- - ivl^? We dus n°g wat wachten. Als het geld aan iemand toe te u. dan zal het wel aan ons zijn, naaste bloedverwanten hier in longen?" k,.E?°rdde bevestigend en zei dat ojt,, rekende. Voor het oogen- id nlü ach aan niets, aangezien zijn S onzeker was. zei hij, met zijn innemende uw oir, ..beurtelings den een en kar>H ^kend» ,.da.t ik nog niets to* n dan wachten of hij mis- lje,"s ^^Skomt, in alle geval nog -S?erdoud afgeloopen was, gin- achtenswaardige mannen Gateen Tennhnste, Goodsir deed *n weer minuten later was Ho tter ppj1 Toin's kamer terug. tuitvT' jongen: Geef dat ^den, hoorl Ik heb op hgt 'AANKOMST Y.YN EEN KLEINE KONINGIN. kleine Sue Collins, die Koningin. Christine als speelde in de film Koningin Christine", woont I gala-première van de film te Los Angelos bij. D'E KONINGIN VAN ENGELAND bracht een bezoek aan de Britsche industrie-tentoonstelling te Londen. De koningin bij een der stands. DE GELDSTUKKEN-DUIKERS VAN HONOLULU. Zij hangen aan den wand van hetj schip, om zoodra een. «der passagiers een geldstuk in het water werpt, het na te springen. PEINS SIGVAKD VAN ZWEDENen de dochter van den Berlijnschen kcopman Patzek, met wie hij tegen den wil van zijn vader en van zijn grootvader, den koning van Zweden, wil trouwen. EE1SS-PLANETAR1UM VAN DE „HAAGSCHE |URANT". ,,Het wonder van Jena", het in genieuze apparaat, Bat het projecteeren van den sterrenhemel mogelijk maakt. EEN BRONZEN HAND TE NAALDWIJK GEVONDEN welke na onderzoek Romeinsch werk bleek te zijn. Naar aanleiding van deze vondst werd daar een proefgraving gedaan, waaruit bleek, dat er een nederzetting uit de 2e eeuw na C'hr. aanwezig was, waarschijnlijk een militaire aanleg. NIEUWE WELDADIGHEIDSZEGELS VOOR HET SA AR GEBIED welke ten bate van het winterhulpwerk verkocht worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 5