De tragische dood van Koning Albert van België
VEILIGE HAVENS
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
De Koning en de Koningin VanBelgië.
E TRAGISCHE DOOI) TAS KONING
LBERT TAN BELGIë. Prins Hendrik
rit op de Belgische legatie in den Haag
®en bezoek van rouwbeklag gebracht.
PRINSES JULIANA - bij den omleidingen wed- EXTERIEUR TAN HET DOOR DEN LOCO-BURGEMEESTER TAN GROOTE SKI-WED STRIJDEN IN
strijd van de Zuidhollandsche Jacht Vereeniging in BREDA, I)EN HEER J. J. TAN BUITENEN, GEOPENDE ST. MOltlTZ. Eenige damesleden
den springtuin „Meyendell" te Wassenaar. SPORTFONDSENBAD. van de Nederlandsche ploeg.
versleten uit als gevolg van een leven van
armoede. Zijn houding en zijn norsche,
sluwe gezicht verraadden den gewoonte
misdadiger.
Quidmore merkte al die details niet op,
want hij dacht aan niets anders dan aan
een bed, waarnaar hij snakte. Voor den
jongen, die in iedereen vertrouwen stelde,
waren die mannen niets anders dan het
gewone type van werklui, dat hij zoo dik
wijls op de markten had gezien. De man
met den lap over zijn oog nam, terwijl hij
de trap opliep, de vreemdelingen eens op,
en vroeg opgewekt:
„Wel, kameraad, kam ik je ook van
dpienst zijn?"
Zijn stem, waarin Iets Engelsch klonk,
was niet onaangenaam. Goed beschouwd,
was zijn beenige. bruin verbrandde gezicht
ook niet onaangenaam. Het onbedekte
blauw-grijze oog had den sympathieken
glans, die soms voor menschen, die vatbaar
voor humor zijn, het schurkachtige in een
gezicht vergeeflijk maken.
Quidmore mompelde zooiets van de loge
mentshoudster te willen spreken.
„Best hoor! Ga maar mee Ik zal pro-
beeren haar te vinden. Je wilt zeker een
kamer voor jou en den jongen hebben,
nietwaar? Hela, Pappa!"
Pappa, een vrouw, kwam uit een don
kere, muffe kamer te voorschijn, net als
de tooverkol, die bij een soort barometers
uit haar hokje komt, om slecht weer te
voorspellen. Zij zag er bepaald als een
tooverkol uit, maar een van het klassieke
type.
De overige vier volgden achter elkaar.
De beide nieuwe kennissen legden een be
zorgdheid aan den dag, die niets minder
was dan broederlijk, In de vestibule ston
den geen meubels, op de trap lag geen
looper. De vurenhouten vloer en de treden
van de trap waren uitgesleten door zware
laarzen. Waar de muren door den druk
der in revolutiebouw opgetrokken hoogere
verdiepingen uitpuilden, vertoonde het
gemarmerde behangselpapier bulten.
Maar Tom vond het geheel toch wel
Indrukwekkend en ook eenigszlns vreemd-
deftig.
„Jullie komen zeker uit de provincie,"
zei de man-met-één-oog.
„Ja, mijnheer," antwoordde Tom be
leefd. „We zijn op reis naar Wilmington in
Delaware, maar mijn vader voelde zich
een beetje ziek."
„Wel, dan heeft hij het hier goed ge
troffen om onder de wol te gaan. Zeg eens.
Pappa," riep hij naar boven, ,,'t lijkt me
't beste, dat je dezen meneer de groote
kamer met twee bedden geeft, vlak naast
de badkamer; dat is gemakkelijk voor
hem. Kameraad," zei hij verder, toen zij
in de kamer met twee bedden waren, „die
kost je een dollar per dag, bij vooruit
betaling. Dat klopt immers, Pappa?"
Pappa knikte toestemmend en Quid
more haalde zijn portefeuille voor den dag
om er een biljet van één dollar uit te
nemen. Zonder de minste beleefdheids
vorm in acht te nemen, rekte de kleinste
der beide vreemde mannen zijn hals zoo
ver hij maar kon, om in de portefeuille te
kijken.
..Splint," hoorde Tom hem zachtjes uit
den hoek van zijn mond zeggen, met het
geluid van een buikspreker.
Het was net alsof zijn vriend hem met
het oog achter den zwarten lap een knip
oogje gaf. Tom beschouwde dit teeken van
verstandhouding als een bewijs van
respect, omdat hij en zijn vader voor rijk
werden aangezien. Dit respect bleek ook
uit de hulpvaardigheid, die de joviaalste
der beide boeven aan den dag legde, toen
hij zich op den drempel omdraaide, en zei,
terwijl zijn collega met Pappa de trap
afging;
„Als ik nog iets voor je doen kan, kame
raad, dan heb je maar te cotnmandeeren.
Mijn naam is Honeybun Lemuel Honey-
bun. Honey Lem noemen ze me ook wél.
Daarnaar luister ik ook en neem dien
naam niet kwalijk," En naar den man
wijzende, die de trap afging: „Dat is m'n
vrind Goodsir. We zijn al twee jaren vrin
den, en we wonen in de benedenverdie
ping, de kamer achter die van Pappa."
De deur ging dicht, en Tom keek om
zich heen met een belangstelling, waar
door zijn verlangen naar de diep gelegen
tunnel verdween. Dit, hier, was een
avontuur. Het was bijna iets romantisch.
Hij was nog nooit in een hotel geweest.
Het was hier wel niet weelderig ingericht,
maar zoolang het hem heugde, had hij
nooit iets anders dan het allernoodigste
gekend, en dat was hem voldoende ge
weest. Zijn aandacht werd geboeid door
een kunstvoorwen) In de kamer. Op den
vaalbruinen, overigens leegen schoorsteen
mantel stond het gipsen, met bronsverf
beschilderde hoofd van een Roodhuid, dat
leek op het mummiehoofd van Ramses
den Grooten. De jongen kon er zijn oogen
niet van afhouden. Zulke dingen zag Je
pas als je vreemde steden meer van nabij
leerde kennen, en niet als je met een
vrachtauto van de eene markt naar de
andere reed.
.(Wordt yervoigd)j
Jaargang
JUBILEUM TAN DEN HEElt A. TAN HOBOKEN TAN HOEDENS-
KERKF, secretaris van dc Zuidhollandsche Jacht Vereeniging. De
jubilaris werd op Meyendell gehuldigd, hem werd een fraaie automobiel
aangeboden.
De mane, die naast hem voortsjokte,
aankijkend, zag hij, dat diens gezicht
doodsbleek was geworden en dat zijn
oogen, die in den vroegen ochtend leven
dig hadden gestaan, nu dof waren. Al
schrek Tom ook van de mededeeling, toch
behield zijn gevoel van genegenheid de
overhand,
„Laten we maar naar Bere teruggaan,
dan kunt u den dokter laten komen. Ik zal
een auto zien te krijgen en wel voor alles
zorgen."
Zonder te antwoorden, hield Quidmore
stil voor een bruine deur van een groot
gebouw, dat kleine vensters had en langs
welks voorzijde zigzagsgewijze brandtrap
pen waren aangebracht. Niet overal is de
Jane Street, zindelijk en netjes en Neder-
landsch. Zoo staat er hier een pakhuis,
daar een huis, dat op omvallen staat. Zoo
was ook het huis, waarvoor zij stil ston
den, een heel vreemdsoortig gebouw. Het
zag er uit ais een logement voor zeelieden
en dokwerkers. Een steenen trap leidde
naar het sousterrein, waar een soort eet
gelegenheid was, dat als opschrift droeg:
„Pappa's goedkoop restaurant."
Terwijl Quidmore nog in twijfel stond of
hij zou aanbellen, of wel de deur, die aan
stond, zou open duwen, kwamen er twee
mannen uit het goedkoope restaurant, en
liepen de trap op. Zij droegen verschoten,
versleten werkbroeken en hadden blijk
baar hun werkdag, die misschien al om
vijf uur begonnen was, even onderbroken
voor een laat ontbijt. De man, die vooraan
liep, een stevige, goed gebouwde kerel van
omstreeks veertig h vijf-en-veertig jaar,
droeg een zwarte lap over zijn linkeroog,
die hem een ongunstig uiterlijk gaf. De
andere man was ouder, kleiner, za£ er
KROONPRINS LEOPOLD- TAN BELGIï, DE NIEUWE KONING LEOPOLD III MET
ZIJN GADE. PRINSES ASTRID EN HUN BEIDE KINDEREN, WAARTAN DE
JONGSTE, PRINS BOUDEWIJN, THINS KROONPRINS WORDT.
door BASIL KING
(Uit het Engelsch).
wt heeft met haar nette huisjes
baksteen een eigen atmosfeer.
,™c, vertegenwoordigt een eigen
uit de geschiedenis. Jane Street is
heeft dat eigenaardig Ne-
ook blijkt uit haar zinde-
voor zoover New York-
die toelaten. Zij kon een
in Amsterdam zijn. In-
te ioopen van de
naar de Greenwich Ave-
J hebben kunnen ioopen van de
veldmi?? Sracht raet schuiten naar
met bloelende hyacinthen.
tl en°«Jom Quidmore drong niet door,
ui zouden gevoeld hebbeneen
dat wij op een warmen zomer-
het lawaai en uit de buurt ge-
1 .waar het naar dierlijk afval
"art was nu eenmaal vol van
Wilmington in Delaware,
daarheen te gaan, liep hij nu
nauwe straat,
"rjde niet gauw, maar nu werd
do»1 huwhtig.
^u we in 's hemelsnaam nu
ontstelde hem. „Ik ben
BIJ nET EINDE TAN DEN WERELDOORLOG.