Yerbinding tusschen Maas en Waal - Bob-kampioenschappen te Garmisch VEILIGE HAVENS f4*te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. i WAAR MAAS EN WAAL ELKAAR DEN ARM REIKEN. De werkzaam heden aan 'de groote sluizen bij Fort St. An'dries zijn gereed gekomen. Door I deze sluizen is een nieuwe yerbinding tot stand gekomen tusschen Maas en Waal. m3.m HEI' HTZO^aÈN EN OPSTELLEN VAN DEN FAMILIE-STAMBOOM. Duitsche familie probeert met behulp van een stamboom-kaart de rij van ouders vast te stellen over een tijdperk van 400 jaar. DE CHEF VAN DE VROUWELIJKE PO LITIE te Londen (links) vertrok per vlieg tuig van Croydon naar Berlijn, waar zij een bezoek zal brengen aan Rijkskanselier Hitier. BURGEMEESTER LAMBOOY r— proeft op de te Hilversum door de commissie ter bevordering van het vischverbruik georganiseerde viechtentoonstelling, een gebakken vjschjo. OP pE PLEK waar de Roemeensche minister- DE ZILVERMEEUW GAAT BINNENKORT WEER VLIEGEN. Het vliegtuig in de president Duca voor het station te Sinaja vermoord hangar op Schiphol. Het wachten is nog op de drie nieuwe Wright Cyclone-motoren, welke 3s, heeft men een eenvoudig gedenkteeken met de reeds uit Amerika naar hier onderweg zijn. Het toestel wordt begin Maart weer in dienst eeuwige lamp" opgericht. gesteld op de route AmsterdamBerlijn. DE 4-PERS00NS BOB „DEUTSGHLAND I" onder leiding van Hans Kilian, welke te Garmisch het wereldkampioenschap veroverde. door BASIL KING .(Uit het Engelsch). 15) i hpmk^.al ?en n'euwe ondervinding voor aiefri'o. i he' "naar moest doen zonder noc .mi? ?as hem to zün l€ven burn roaï Sfbfurd. Toen hij nog Tom Co- tijri „niS toj, ^lfs in den slechtsten van' inïï ox?r een Êtooten voorraad daar- de SwbïïS? beschikken. Ook het Tehuis in 1 In het hü str,eet was vol liefde geweest, liefde V Tollivants echter was een en k^,vge' dat nauwkeurig afgewo- kon kil ditgweïd toegemeten. Natuurlijk voelde hii j .analyseeren, maar wel leyen afhintf j.ets was' waarvan zijn I Zijn hem.bem niet werd gegeven. In «Ik aevii 7s5 J161 op scilool te vinden. tohièt y^r do sch001 eea nieuw ver ben aan rtJï °Penen. Zij zou hem bin- ichappit „^tote gezin de maat rad verlanff?atariri al 200 lang vuri® Vendien krf, v.a worden opgenomen. Bo lhaar hü rif. t op scbool leeren, waar- mevrouw Tollit6 f?ctr yerlangde, omdat Achterlijk was ad beweerd, dat hij Op i ^ede ^hool zat Cilly in de ^aar de Mrilvi^ ton In de eerste komen, »aren, ;vIaar 'anderen een jaar jonger <ne .vernedering 'zou eeg prik kel zijn voor zijn eerzucht. Hij had al bij zich zelf beslist, dat alleen als hij „knap" werd, hij in staat zou zijn zijn verleden, dat men zoo verachtte, te doen vergeten. De eerste schooluren beantwoordden ge heel aan zijn verwachting. Juffrouw Pol lard, de onderwijzeres, die door mevrouw Tollivant omtrent hem was ingelicht, gaf hem een plaats dicht bij haar en lette op hem. Hij leerde onderscheid maken in de spelling van verschillende éénlettergrepige woorden, zooals kat, kar en kan. Dat twee maal twee vier, en tweemaal vier acht was, droeg veel bij tot zijn begrip van ge tallen. De kinderen zongen een liedje, met veel namen van steden, die juffrouw Pol lard, naarmate zij in het liedje voorkwa men, op de kaart aanwees. pet rhythme en het wijsje van het vroo- lijke liedje eigenden zich heel goed voor al die namen. Een beetje geschiedenis en aardrijks kunde werden in den vorm van eenvou dige rijmpjes onderwezen, die door de kin deren werden meegezongen, wat tevens voor den longen een gezonde oefening was. Luisterend naar haar nieuwen leerling, ontdekte juffrouw Pollard een lieve so- praanstem, waarvan de jongen zich nooit bewust was geweest, een stem, die zoo vroolijk klonk als het gezang van een vo geltje. Hij was dan ook den heelen mor gen net zoo vroolijk als een vogel. Zijn blijheid werd alleen maar getemperd door de gedachte van eerst twee uren thuis te moeten zijn. voordat de middagschooltijd weer zou aanbreken. Terwijl Cilly haar broertje Bertie van de bewaarschool afhaalde, g®g Som, op zijn eentje naar huis. Hij voelde zich zoo gelukkig als nooit te voren, en daardoor bemerkte hij niet, dat zijn schoolmakkers hem links lieten liggen, en gichelden als hij voorbij kwam. Voor die behoorlijk ge- kleede jongens en meisjes waren door zijn versleten, oude pet, zijn gerafelde broek, en vooral zijn goedkoope, grijze overjas met een leelijken kraag van schapebont, natuurlijk even zooveel voorwerpen van bespotting, zelfs al zou zijn verleden hun en trouwens iedereen niet bekend zijn geweest. Als een man stapte hij door op de maat van het vroolijk wijsje, dat hij dien och tend had geleerd, en dat hij zachtjes neu riede. Men schooide achter hem samen, geprik keld door zijn zelfbewustheid. De meisjes giechelden; de jongens trachtten sneeuw ballen te maken, maar de sneeuw wilde niet pakken. Een jongen vond een bevro ren aardappel, dien hij naar hem toesmeet, maar die rakelings langs hem ging. Tom Whitelaw. die niet dacht aan kwaadwil ligheid, keek verbaasd om. wat iemand van de' bende wie wist hij niet aan leiding gaf uitjouwend te schreeuwen: „Wie is de jongen, wiens moeder in de gevangenis werd gestopt?" Toen jouwden zij hem allemaal uit en ieder op zijn beurt herhaalde de beleedi- gende vraag: „Wie is de jongen, wiens moeder in de geva-a-a-ngenis werd stopt?" Zoover hij kon onderscheiden, hadden de meisjesstemmen de overhand. In haar vrooliikèeid krijschtea zij: „Straatjongehl Oplichter! Oplichter!" En toen weer de grievende vraag van zoo even. Het bloed steeg hem naar het hoofd. Met gebalde vuisten wachtte hij hen op, knarsetandend en met tranen van woede in de oogen. Zij stormden in een halven cirkel, waarvan hij het middelpunt vormde op hem aan. Best! Hoe meer. hoe beter! Dan kon hij een van hen bespringen en dien zijn hersens inslaan. Niets leek hem wreed genoeg om op hen toe te passen Daar had hij er één te pakken, maar te midden van het geschreeuw van de bende, ontsnapte zijn prooi hem door een zijsprong. De halve cirkel was verbroken. In plaats van in gesloten orde, traden zij nu als veertig of vijftig kleine, dan sende duivels tegen hem op. De duivels maakte hem woest, zooals in een stieren gevecht de banderilleros den stier wild maken. Als hij een uitval naar iemand deed. werd hem dat door een ander be let, zoodat hij een gat in de lucht sloeg. Kreten van bespotting begroetten hem bij eiken mislukten aanval en maakten hem gek van woede, zooals een liefhebbend kind als hij, dat zich zelf niet meer her kent. zach krankzinnig kan voelen. Hij hijgde, kreunde, sloeg een bezetene om zich heen, struikelde en viel. Toen hij met kiezelsteenen en stukjes ijs werd ge bombardeerd, voelde hij nauwelijks dien regen van projectielen op zijn hoofd Maar de bende ging uiteen, en liet hem alleen. Hier en daar verdwenen de plaag geesten in huis, verlangend naar hun mid dageten. De meesten vergaten hem, zoo dia zij hem den rug hadden toegedraaid. Enkelen schreeuwden nog op een afstand: „Oplichter! Oplichter!", maar ook dezen zwegen een tijdje, om straks opnieuw te beginnen. Hij stond heelemaal alleen op de be sneeuwde gladde helling, die het school gebouw omgaf. Niemand ter wereld om hem te troosten. Eventjes herinnerde hij zich als een soort voldoening, dat hij niet had gehuild. Maar ook dat gaf hem wei nig troost. Hij vroeg zich af of hij zich maar niet van kant zou maken. Maar hij maakte zich niet van kant. al hoewel hij allerlei manieren, waarop hU dal zou kunnen doen, overdacht. Hij kwam tot de overtuiging, dat het wel heel dwaas zou zijn, zich van kant te maken, alvorens een paar van ziin beulen vermoord te heb ben. Dit overdacht hij ook thuis tijdens het gemeenschappelijk gebed op dien avond zijn eerste gebed na dat, hetwelk mrs. Crewdson hem op den avond vóór Kerstmis had voorgezegd. Aan het gewone gemeenschappelijke gebed, dat omstreeks acht uur, voordat de jongste kinderen naar bed gingen, werd uitgesproken, had mevrouw Tollivant een nieuwe zinsnede toegevoegd: ,,En, o Hemel- sche Vader, heb medelijden met den klei nen vreemdeling in onze woning, dien wij daar welkom hebben geheeten. Wil zijn verleden vergeten. Geef hem een nieuw hart Maak hem vooral waarheidlievend en eerlijk. Help hem zachtmoedig te zijn en gehoorzaam...." .(Wordt vervolgd)..

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 5