msHsaaaaaEa 7l8te Jaargang Donderdag 18 Januari 1934 No. 3 Waarom Anneke niet naar 't ncostumeerde ijsfeest ging RAADSELS. door C. E. DE LILLE HOGERWAARD. rerwyl Vader en de jeugd één en al ge- tar waren, stak Moeder van wal. Zij ver- 1de. hoe zij zich de drie pakjes voor het kostumeerde ijsfeest gedacht had. |Om met de oudste te beginnen", zei „wil ik eerst Anneke's pakje beschrij- Zij stelt de Sneeuwkoningin voor. komt mooi uit, dat Tante Leny mij, voor ^Jjnaar Indië ging, dien wit-wollen mati ng van Rietje gegeven heeft. Je nichtje zal 'm in 't warme land niet kunnen ge bruiken. Hij zal Anneke wel wat groot zijn, ;jSkar dat is gemakkelijk te veranderen. wil er plukken watten op naaiendat •Min natuurlijk de sneeuwvlokken. Om je ^■en witte muts maak ik van bordpapier een rand met.punten. Natuurlijk verdwijnt ook onder de watten. Vader zaj wel houten staf voor de Sneeuwkoningin len maken. Ook dien zal ik met watten den. Verder heb ik uit onze laatste nand nog wat glazen ijspegeltjes ard. Die kunnen prachtig dienst doen. ^Hlmaak ze aan den onderkant der kroon vast en hang er ook wat aan je staf. Over je kousen trek ik nog een paar witte wellen aan: die heb ik nog in de oude kleerenkist op zolder. Je wit linnen schoen tjes bekleed ik van binnen en van buiten met watten. Koude voeten zul je dus niet hijgen. En ten slotte zullen we een paar witte handschoenen koopen. Ook daarop naai ik pluizen watten. Je zult er dus ■elemaal als een Sneeuwkoninginnetje ^Bzlen. Nu. wat zeg je van mijn plan?" VAnneke's oogen schitterden van vreugde. Zijl gaf Moeder een zoen als klinkend be- wtj: van haar ingenomenheid met het BBpuum en fluisterde Moeder in het oor: bent een schat, Moes!" ^HVoor Paul heb ik iets heel anders be- fgwfcht", ging Moeder voort. „Hij wordt een Jok, want ook op 't ijs heeft men dikwijls ■Bhoefte aan iets dat verwarmt. Weet Je Rat er in de kist op zolder nog een zit. dat Vader vroeger gebruikt heeft i gemaskerd bal en waarin hij een aatje voorstelde? Ik zal beginnen et te wasschen en te strijken. Vader '^Vs dikker dan jij bent Paul, maar zoo- IBjt even groot. Je kunt er dus je eigen ®uen kleeren onder aan hebben. Ais mijn ■ekentalent mij niet in den steek Iaat, zal (t morgen van allerlei op schilderen: Iwjklourde koppen met erwtensoep, dito Jtos met chocolade en anijsmelk. Een »ar druppels anijssplritus zullen de illus- W oog.verhoogen. Zelfs Je koksmuts moet sB het teeken van je waardigheid staan. acc°ord met mijn plan, Paul?" ..t Lijkt me eenig Moes!" riep Paul «gewonden uit. j,"En,.nu nog het costuum voor Loek", Moeder alweer voort, wel begrijpend, ar Joogste nieuwsgierig was, m z°h voorstellen en hoe haar pakje jS zou uitzien. K™' haar heb lk een heel origineel CBstuum bedacht: een rebus-pakje". <fce?n it,„"«"^esproken vraag in aller «gen lezend verklaarde Moeder nader; „Op Loeks blauwe regencape met punt muts naai ik stevige strooken papier, van die taaie dikke, die niet scheuren. Maar eerst teeken ik van allerlei op die stroo ken. Elke strook stelt een spreekwoord of gezegde voor. Het lijkt me het aardigst: de onderwerpen zooveel mogelijk aan het ijs te ontleenen. Jullie moogt ook helpen bedenken. Ik zal een voorbeeld noemen: „Strenge heeren regeeren niet langl" „Als de vorst maar tot na Zaterdag duurt!" riep Loek verschrikt uit. „Ik geloof het stellig!" zei Vader. „Overal in het buitenland is het geweldig koud. De wind is Oost de barometer stijgt en de maan is Dinsdag vol; allemaal teekens die op vorst wijzen". „Nu een ander spreekwoord of gezegde" zei Moeder, die er haast achter zette. Er viel immers zoo weinig tijd te verliezen! „Over één nacht ijs gaan!" riep Paul triomfantelijk uit. „Bevroren waters hebben diepe gronden!" zei Vader voor de grap, maar Anneke merkte lachend op: „Fout. Vader! Stille waters hebben diepe gronden!" „Allen dachten nu ernstig na: maar kwamen tot de ontdekking dat wij Neder landers. die toch zoo'n schaatsenrijdend volk zijn, niet veel spreekwoorden bezit ten, welke op het ijs betrekking hebben. „Dan maar andere spreekwoorden, stel de Moeder voor. En Loek riep uit: ,,'t Is niet alles goud, wat er blinkt". Weldra noemde nu leder op zijn beurt een spreekwoord. „De appel valt niet ver van den stam!" „Het einde kroont het werk!" „Blaffende honden by ten niet!" „Beter één vogel in de hand dan tien in de lucht!" „Schoenmaker bhjf by je leest!" „Eén zwaluw maakt nog geen zomer!" Moeder had werk met hen by te hou den, zóó vlug werden de spreekwoorden genoemd. Eindeiyk riep zü uit: „Ik geloof, dat ik er veel te veel heb! Stop Loek was zeer ingenomen met het plan. Net iets voor Moeder om zooiets te be denken! En natuuriyk zou zy er op school niets van vertellen, want dan zou alle aar digheid er immers af zijn ,En nu allemaal naar bed!" zei Moeder. „Dan ga ik onmiddellijk aan den gang. Ik zal beginnen met Tante Mies te tele- foneeren en te vragen, of ze my morgen en overmorgen komt helpen. Nog nooit waren de drie Vermeertjes zóó vroeg en zóó gewillig naar bed ge gaan. 't Gecostumeerde ysfeest deed won deren! En toen Moeder een minuut of vijf later naar den zolder ging om de be- noodigde kleedingstukken uit de kast te halen, kon zy in 't voorbygaan de jeugd mededeelen, dat Tante Mies beloofd had Vrijdag om negen uur present te zyn. Alles zou dus best voor elkaar komen. Geheel gerustgesteld gingen de kinde ren naar bed. weldra droomende van het ysfeest en zichzelf al in hun mooie en leuke pakjes op de baan ziende. Paul. die wel eens meer hardop droomde riep zelfs in zijn slaap: „Lekker warme anysmelk! Een dubbeltje de kop!" Moeder, die beneden druk bezig was, hoorde het en keek Vader glimlachend terwijl ze zeit „Voorpret hebben ze in elk geval!" En Vader, die over den staf van het RAADSELS VOOR ALLEN. OM UIT TB KIEZEN, DE GROOTEREN 4. DE KLEINEREN 3. Ingezonden door Adriaan Boender. De gids yit. Welk heel bekend spreek woord zit er in de letters van dit zinnetje. Het is een heel spreekwoord van 3 woor den, begint met een t, eindigt op een d. II. Ingezonden door Anga van Breda. Een stad in Duitschland van 4 letters, neem de laatste letter er af. dan is het een papier, dat soms veel waarde heeft. III. Ingezonden door Wim Malgo. Mijn eerste is een groote rivier in ons land, myn tweede is iets om het water tegen te houden, myn geheel is een stadje in Zuid-Holland. IV. Ingezonden door Willy Secrève. Welk edelgesteente draagt denzelfdeu naam als een meisje? Ingezonden door Annie Some. Het heeft een mond, het heeft ook armen, maar geen beenen en toch loopt het. Ra. ra, wat is dat? VI. Ingezonden door Beppie van Doorn. Ik ben iets heel lekkers van 5 letters, een heel lekker gebak. Verandert men de eerste letter dan wordt ik een meubel dat men in bijna iedere kamer vindt. VII. Ingezonden door Greetje de Leeuw. Een geleerde is wys, maar wie is altijd wyzer? vm. Ingezonden door Liesje Thors. Een woord van 2 lettergrepen 10 letters. Mijn ie is een ander woord voor heesch, nüjn 2« is een bloem, mijn geheel is een spinachtig dier. Sneeuwkoninginnetje gebogen stond, kon niet nalaten te zeggen: „jy verstaat meesterUJk de kunst van „niets" „iets" te maken, vrouwtje! Met dat talent maak je ons allen ryk en ge lukkig!" Het werd dien avond Iaat vóór Moeder naar bed ging. zy verklaarde niet te kun nen ophouden met het prettige werkje, tot Vader haar overhaalde er voor dien avond nu toch een einde aan te maken. (Slot volgt). (Nadruk verboden).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 11