Het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis. y48te Jaargang DONDERDAG 4 JANUARI 1934 No. 22635 Ük--immer bestast uit VIER Btaks» EERSTE BLAD. Officieele Kennisgevingen STADSNIEUWS. Dr. Mr. N, G. VELDHOEN 1 Het voornaamste Nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD DAGBHAD .VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DÈft ADVERTENTIENe ts*- gp db. Eer regel tooi; advertentlëu uit Uédden en {kaatsen jsaaü agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle ahdere advertenttën 35 Cts. per regel. Kleine Aüvertentlën uitsluitend by vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bi] een maximum, aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecbt. Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. Bweau Noortje in tfeplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Eostchèque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No- 54- PRIJS DEZER COURANT)» Voor Leiden per I maanden f.XX; per week ...in., f.0.18 Bulten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.1» Franco per post f. 2 36 portokosten. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis, dat door hen vergunning is verleend aan: a. D. H. de Bruijn en rechtverkrijgenden tot het uitbreiden van de broodbakkerij m het perceel Oranjegracht Nis 40-42, kad. be kend gemeente Leiden, Sectie C. No. 1890; b. G. Vermeer en rechtverkrijgenden, tot het oprichten van een inrichting voor het bewaren van benzine in het perceel Oos terdwarsstraat No. 3, kad. bekend. Ge meente Leiden, Sectie K. No. 4225; c. A. van TuUn en rechtverkrijgenden, tot het uitbreiden van de ijsfabriek in een aan de Nieuwstraat grenzend gedeelte van het perceel Nieuwe Rijn No. 59, kad. bekend Gemeente Leiden, Sectie I. No, 2467; d. de Wed. E. van Velzen en rechtverkrygenden tot het oprichten van een brood- en koek- bakkerij in het perceel Haarlemmerweg No. 25, kad. bekend Gemeente Leiden, Sectie K. No. 2706; e. de N.V. Koninklijke Nederlandsche Grofsmedery en rechtver krygenden, tot het oprichten van een ket- tingsmederij in het perceel kad. bekend Gemeente Leiden, Sectie N. No. 453, ge legen in de Waard, A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. J. A. v. d. STOK, loco-secretaris. Leiden, 4 Januari 1934. 3875 HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis, dat door hen de beslissing op het verzoek van de N.V. Pieck's Manufacturenhandel om ver gunning tot het oprichten van een fabriek van confectiegoederen in het perceel Haarlemmerstraat Nis. 228/230, kad. be kend Gemeente Leiden, Sectie H. No. 3535, is verdaagd. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN. Burgemeester. J. A. VAN DER STOK, lo.-Secretaris Leiden, 4 Januari 1934. 3874 DE UNIVERSITEIT EN HET WILHELMUS. In eenige bladen werd een bericht gepu bliceerd. waaruit zou kunnen worden op gemaakt. dat Curatoren der Rijksuniver siteit alhier het zingen van het „Wilhel mus" in het Academiegebouw zouden hebben verboden. Dit bericht is geheel onjuist. Wy vernemen, dat als maatregel van orde, teneinde storing voor andere büeen- komsten te voorkomen, „het zingen" in vergaderingen nimmer wordt toegestaan. Eenige tendenz om het zingen van het volkslied in het gebouw onmogelijk te ma ken, is aan dezen maatregel, gelijk ten aanzien van bestuurders van een Univer siteit als de Leidsche, die zoo dikwijls van warme genegenheid voor het Vorstenhuis blijk gaven, toch ook niet anders kon worden verwacht, ten eenenmale vreemd. Dit is ook reeds duidelijk uit het feit, dat de plechtige bijeenkomst ter herdenking van den Stichtingsdag der Universiteit met het zingen van het Wilhelmus pleegt te worden besloten. BEZOEK VAN ZUID-AFRIKAANSCHE STUDENTEN. Gisteren bracht een gToep van Zuid- Afrikaansche Studenten een bezoek aan onze stad. Des middags te half vier wer den zij door het Senaatsbestuur in de Senaatskamer dei- Universiteit ontvangen. Na door den rector-magnificus prof. mr. D. van Blom verwelkomd te zijn. werden zy door prof. dr. W. de Sitter toege sproken. De leider, de heer Young dankte voor de ontvangst. Hierna werd de thee rond gediend en het Academiegebouw bezich tigd, waarbij ook een bezoek werd ge bracht aan het Academisch Historisch Museum, alwaar zij werden rondgeleid door de conservatrice mevr. Idenburg Siegenbeek van Heukelom. In den loop van den dag werden de voornaamste Leidsche bezienswaardig heden bezocht, terwijl de buitenlanders 's avonds de gasten waren van het Leidsch Studentencorps en de Ver. van Vrouweiyke Studentenr DE NIEUWE SPOORDIENSTREGELING. De nieuwe zomerdienstregeling der Ned. Spoorwegen, welke 15 Mei a.s. aanvangt, zal dit jaar door de invoering van electri- sche tractie op de lijn RotterdamDor drecht en de Diesel-electrische tractie op de lijnen UtrechtArnhem belangrijk ver schillen van vorige dienstregelingen, daar de reisduur op deze lynen (ook op de lijn LeidenUtrechtl belangrijk verkort is, waardoor verschillende belangrijke aan sluitingen verkregen sdjn. Viering van het 350-jarig jubileum aan de Hooglandsche Kerkgracht HERDENKINGSREDE VAN Prof. Dr. N. J. KROM. De herdenking van het feit, dat het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinder huis gedurende 350 jaar op de tegenwoor dige Plaats gevestigd is geweest, werd aan gevangen op 31 December met een plech tige godsdienstoefening, waarbij dr. W D. van Wijngaarden voorging en het meisjes koor medewerkte. Na afloop werden in de regentenkamer de voor deze gelegenheid samengestelde herdenkingsalbums uitge reikt. Bij monde van den directeur bood het personeel en eenige oud-ieden daar van een stel zilverenkandelabers voor de regentenkamer aan. terwijl door de meis jes fraai handwerk, door de jongens fijn houtzaagwerk voor regentessen en regen ten was vervaardigd. Gisteren werd het feest voortgezet met een poppenkastvertooning voor de klei neren. De eigenlijke plechtigheid was op hedenmiddag gesteld. Daarbij waren be halve de verpleegden en het Personeel ook een zeer groot aantal oud-verpleegden te genwoordig en waren verder uitgenoodigd vertegenwoordigers van Kerkeraad en Diaconie der Ned. Herv. Kerk, Voogdij raad, Armenraad, Commissie voor Maat schappelijk Hulpbetoon, weeshuizen van andere gezindten; verdere instellingen, zich op verwant gebied bewegend, Oud- Leiden, de Lakenhal, benevens een aantal vereenigingen en particulieren, van wie het Weeshuis medewerking ondervindt. Ook vele oud-regenten en regentessen hadden aan de uitnoodiging gevolg ge geven. Te drie uur trad het volledig college van regenten en regentessen met college van Burgemeester en Wethouders het stemmig versierde kerklokaal binnen en nam de regent-voorzitter, prof. dr. N. J- Krom, het woord. Toespraak van den voorzitter. Spr. verwelkomde de gasten, in het bij zonder de oud-verpleegden, wier hartelijk medeleven in deze herdenking bewees, dat zij in het Huis nog iets anders dan onder dak en onderhoud hadden gevonden. Ver volgens begroette hij het gemeentebestuur en de vertegenwoordigers der Kerk. Met laatstgenoemde bestaat een oud histori sche band, die zich nog vastknoopt aan de parochie van Sint Pieter; tegenwoordig staat het huis administratief los van de Hervormde Kerk, doch geestelijk blijft het gebonden, doordat het zich blijft beijveren aan zijn verpleegden een Christelijke op voeding te geven. Ten opzichte van het gemeentebestuur, dat volgens de wet toezicht houdt, be vestigt deze wettelijke band slechts een eeuwenoude relatie. Het weeshuis heeft aan magistraat en vroedschap zeer veel te danken, ook in de jaren, die voorafgingen aan de thans herdachte gebeurtenis. Deze is natuurlijk niet het 350-jarig be staan onzer instelling; de Heiiige-Geest- meesteren verrichtten hun werk reeds in het begin der veertiende eeuw en sinds 1450 hadden ze ook al een eigen huis. Dit laatste echter (thans Breestraat 18) was oorspronkelijk vooral voor de administra tie hunner armenzorg in het algemeen bestemd, en slechts omdat er toch ruimte was, werden er eveneens aan hun zorg- toevertrouwde personen gehuisvest, daar onder dan ook weezen- Eerst gaandeweg ls het bepaaldelijk weeshuis geworden. In de crisis-jaren aan het begin van den tach tigjarigen oorlog was de toestand finan- tieel zoo slecht gewórden, dat in 1573 bur gemeester Pieter Adriaensz. v. d. Werff in de vroedschap een nota van de Heilige Geest-meesteren moest overleggen, dat zij als gen hulp werd geboden, ae stichting zouden moeten opheffen. De stad heeft haar verantwoordelijk be grepen en door verschillende maatregelen de finantiën van het weeshuis weder op soliede basis gebracht. Ook heeft zij ge zorgd voor betere huisvesting door in 1580 de localiteiten van het vrijgekomen Vrou wengasthuis aan de Hooglandsche Kerk gracht ter beschikking 'te stellen. Deze overdracht heeft 31 Dec. 1583 plaats ge vonden; zij werd gevolgd door een grondige verbouwing die, in 1607 beëindigd, het Weeshuis tot een er fraaiste van Holland maakte. Het huis werd betrokken met tusschen de 40 en 50 kinderen, merkwaar digerwijze juist het aantal, dat er op het oogenblik ook in huis, nadat in de acht tiende eeuw de getallen in de honderden hadden geloopen. vooral nadat in 1774 ook de inwoners van het Arme Kinderhuis, be stemd voor verlaten kinderen, waren over gebracht. Daardoor heeft onze instelling zijn tegenwoordigen dubbelen naam ge kregen. De gebeurtenis van 1583 vormt het beginpunt der geschiedenis van dit wees huis; het beteekent geen breuk met het verleden. Uit het oude huis werd mis schien het mooie fronton boven de hoofd poort meegebracht en gingen in elk ge val allerlei oude tradities over; toch be gint in 1583 een nieuwe ontwikkeling. Met dankbaarheid kan worden herdacht wat in die eeuwen is tot stand gebracht door de samenwerking van de Heilige- Geest-meesteren, later regenten en regen tessen, met hun vroeger zeer uitgebreid, thans ingekrompen doch even toegewijd personeel en met de velen buiten het ge sticht, die den arbeid steunden en nog steunen Al zijn er natuurlijk ook wel te leurstellingen opgeteekend, over het ge heel zijn talloos velen opgeleid tot nuttige leden eener maatschappij, die zij anders tot last zouden zijn geworden. Het huis blijft veel oude tradities hand haven, daaronder ook het restant van de uniformkleeding in zeer gewijzigden vorm, niet om aan te geven dat een weesjongen iets anders dan een gewone jongen zou zijn, maar om de hulp en de voordeelen, die de als zoodanig herkenbare Leidsche wees nog altijd geniet, dank zij zijn po pulariteit bij de Leidsche bevolking. Daarnevens is het bestuur steeds bereid rekening te houden met gewijzigde om standigheden; zelfs is er sprake van ge weest het huis te verlaten en in moderner omgeving een nieuw bestaan te beginnen. Tot dien stap zouden regenten in het be lang der verpleegden bereid zijn geweest, nu er niet van komt, zullen zij met goeden moed het werk in het oude huis voortzetten. Gehoopt wordt van de be schikbare ruimte meer te kunnen Profl- teeren door het opnemen van kinderen van elders. De groote getallen van vroeger, die het onmogelijk zouden maken de verpleegden min of meer als een gezin te behandelen, worden ook dan niet teruggewenscht. Hoe dat verleden was, zal men nader kunnen bezien op een kleine tentoonstelling, door de kundige hand van dr. A. Beets, reeds een derde van een eeuw regent en gedurende een groot deel van dien tijd voorzitter van het college, ingericht in de regentenkamer Met het uitspreken zijner verwachtingen voor de toekomst eindigt spr. zijn rede. Vervolgens werd het woord gevoerd aoor den burgemeester, mr. A. van de Sande Bakhuyzen. Rede van den burgemeester. Deze sPrak ongeveer als volgt: Het Gemeentebestuur waardeert ten hoogste uw uitnodiging tot deze herden kingsplechtigheid ontvangen te hebben en zou met gaarne daarbij ontbreken. De band toch die tusschen de gemeente en het Heilige Geest of Arme Wees- en Kin derhuis bestaat is van dien aard, dat wij in dit schoone gesticht en stedelijke in stelling mogen en moeten zien, al hebben dan ook de bemoeiingen van de stadsre- geering met vele, ondergeschikte belangen der instelling opgehouden, omdat eener zij ds de bestuursmoeilijkheden niet meer zoo nijpend en veelvuldig zijn dan zij in bijv. den loop van de 18e eeuw plachten te zijn, en anderzijds, omdat het gemeen tebestuur ten volle er op rekenen kan dat. regentessen en regenten, die het zelf blijft benoemen, zich op voortreffelijke wijze van de moeilijke taak, die zij vrijwillig en onbaatzuchtig op zich nemen, blijven kwijten- Waar een zoo uitstekende verhouding tusschen u en ons bestaat, is het geheel overbodig hier een zeker medezeggenschap te vindiceeren of dit te omschrijven. In de niet zoo bekende maar zeer belangrijke bespreking van 3 December 1374 in den Gemeenteraad over de vraag of dit ge sticht met al zijn hebben en houden aan de Diaconie der Ned. Herv. Gemeente zou worden overgedragen, en waarbij de schei ding van Kerk en Staat 'n grote rol sPeelde is voldoende bewezen, dat ook deze arme weezenverzorging, al betreft het dan hier die van een bepaalde kerkelijke gemeente, in oorsprong was en is gebleven een zaak van de burgerlijke overheid. De jaarlijk- sche goedkeuring van uwe begrooting en rekening, de benoeming door den Raad van de leden van uw College toonen dit nog niet zoo duidelijk aan als wel het feit. dat u ons spontaan kent in alle voor de stichting belangrijke maatregelen en voornemens. U. zoowel als wij, weten, dat wij op eikaars steun en medewerking aangewezen zijn voor de behartiging van een sociale zorg van de eerste orde. De bemoeiingen van een gemeentebe stuur zijn zoo veelzijdig en zooveel omvat tend, dat men nog niet eens met de dage lij ksche beslommeringen van het College van Burgemeester en Wethouders bekend behoeft te zijn om te beseffen, welk een zegen het is, indien een deel daarvan aan anderen kan worden overgelaten. Een zegen voor ons, maar voral een zegen voor hen, wier belangen dagelijksche en des kundige behartiging vragen. Niet altijd treft men den juisten modus, niet altijd ls men even gelukkig in de formuleering van de verhouding, die toch nooit verbroken mag worden noch verslappen. Doch ook in dit geval waar het weezen betreft, niet minder dan in dat van het veel jeugdiger gesticht, dat de zorg op zich neemt voor hen, die aan de andere grens staan van de ons stervelingen toegemeten sPanne tijds, is een vorm gevonden, die den storm '%^r eeuwen heeft weten te trotseeren. En, Wijlen dr. mr. N- G. Veldhoen. In den ouderdom van 50 jaar is heden morgen te Voorburg overleden, dr. mr N. G. Veldhoen, Ned. Herv. predikant aldaar en voordien te Alphen aan den Rijn- Dr. Veldhoen is in 1883 te Den Haag geboren en zou den 7den Februari zijn zilveren predikantsjubileum herdenken. De overledene promoveerde in 1908 en deed den 7den Februari van dat jaar zijn intrede in de gemeente Wapenveld. In 1911 nam hij het beroep naar AlPhen aan den Rijn aan en in 1928 nam hij hier af scheid om zijn intrede in Voorburg te doen. Wijlen dr. mr. Veldhoen was een uiterst werkzaam man. Naast zijn ambtsbezig heden vond hij tijdens zijn verblijf te Alphen gelegenheid voor de rechtsstudie, welke met een promotie bekroond werd. De laatste jaren bewoog dr. Veldhoen zich meer en meer op het politieke terrein. Sedert eenige jaren was hij iid van den Kamerkring Leiden der C. H. Unie en se dert het vertrek van dr mr. Schokking nam hij het voorzitterschap waar. Twee jaar geleden werd hij benoemd tot hoofd bestuurslid der C. H. Unie cn voor de jongste Tweede Kamer verkiezing stelde zijn partij hem candidaat. Zijn werken voor de principes der C. H. Unie niet alleen in de naaste omgeving, maar ook in Friesland en Zeeland was hij een zeer gezien spreker zou spoedig beloond zijn geworden met het lidmaatschap der Tweede Kamer, want practisch was hij de opvolger van den heer Snoeck Henkemans, indien niet de dood dit werkzame leven had afgesneden j Dat zijn overlijden voor de C. H. Unie I plotseling komt moge blijken uit het feit, I dat hij sedert 2 weken het hoofdredac- I teurschap van het Chr. Historisch Week- 1 blad voor Zuid-Holland weer op zich had genomen. Na het aftreden van ds. Voor- steegh nam hij het hoofdredacteurschap j van dien vroegeren „Zuid-Hollander" waar- Ook als secretaris van het school- bestuur der Chr. Kweekschool te Leiden I en als bestuurslid der Chr. H.B.S. te I Leiden had de overledene en groot aan- j deel in den groei dezer beide instellingen. In het bijzonder noemen we nog zijn I arbeid in en voor den Bijzonderen VfTj- willigen Landstorm, welke door de Re- geering gaarne erkend werd door zijn be- I noeming tot ridder ln de Orde van Oranje- Nassau. ik doelde er reeds op, mocht er in de re geling iets ontbreken wat nood? want wij weten dat u en ons één gedachte be zielt, nl. te zorgen voor den bloei van de instelling, die wel en zeer bijzonder fraaie parel is in de kroon van ons gemeenebest. Om deze reden zijn wij u, dames en heeren regenten, oprecht dankbaar voor uw werk, dat gij op voortreffelijke wijze verricht. Die goede zorgen zijn zichtbaar voor ieder, die kennis neemt van uwe begroo ting en uwe balans, die en juiste beleg ging van de zeer belangrijke fondsen aan dit gesticht vermaakt, aantoont en ik twijfel niet of, al was het alleen uit dien hoofde, gij zijt als College warme verde digers van den gaven Hollandschen gul den, waarvoor ons volk zich groote en moeilijke opofferingen moet getroosten, maar waarmede men dan toch naast andere ernstige nadeelen dit groote ge vaar buitensluit, dat stichtingen als deze en vele andere, hun werk zouden moeten stopzetten of liever dat extra zware lasten op de gemeenschap komen te drukken- Want inderdaad staan of vallen uwe fi nantiën nagenoeg geheel met het hand haven van het waardepeil van ons ruil middel. Die goede zorgen komen ook uit in de tijdigheid van uwe overwegingen om des noods dit prachtige huis, hoeveel waarde zijn uiterlijk en zijn innerlijk dan ook mogen hebben voor de gepaste sfeer van uw eerwaardig en deftig instituut te ver laten en een kleine behuizing te zoeken meer in overeenstemming met het aantal kinderen op dit oogenblik aan uwe hoede toevertrouwd, niet zooveel-eischend aan onderhoud en personeel. Ik raak hier een zaak aan, die u en ons weliswaar, dank zij uw voorzichtig beheer, nog geen slapelooze nachten bezorgt, maar die in uwe maandelij ksche en onze ge meenschappelijke jaarlij ksche bijeenkom sten toch niet uit de gedachten komt, t.w. de geringe bezetting van het gesticht, dat thans minder tientallen huisvest dan er vroeger honderdtallen een onderkomen in vonden. Weezen bestaan nog immer, maar BINNENLAND. Het jubileum van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis te Leiden (Stads nieuws, le Blad). H.M. Koningin Wilhelmina en H.K.H. Prinses Juliana voor een vacantie-verblijf naar Zwitserland vertrokken. (Binnen land, 3e Blad). Huldiging der Pelikaan-bemanning op 10 Januari te Amsterdam. (Binnenland, 3e Blad). Ir. Mussert en de Nat. Soc. Beweging. (Binnenland. 3e Blad). Militairen mogen niet medewerken aan het algemeen radio-programma als het door de Vara wordt verzorgd. (Binnen land, 3e Blad). Overleden is dr. mr. N. G. Veldhoen, Ned.-Duitsch Herv. predikant te Voorburg (le Blad). Aanvaring voor den Waterweg; Duitsch stoomschip gezonken; de eerste stuurman verdronken. (Laatste Berichten, le Blad.) De retourvlucht van den Postjager voor- loopig uitgesteld. (Laatste Ber., le Blad.). BUITENLAND. Sir John Simon bij Mussolini. (Buitenl., en Tel., le Blad). De boodschap van president Roosevelt (Buitenl., le Blad). Reeds weer kabinetswijziging in Roeme nië. Angelescu vervangen door Tatarascu. (Buitenl., le Blad). Baron Werner von Fritsch benoemd tot chef der Duitsche legerleiding. (Buitenl., le Blad). Ontzettende mijnramp in Noord-Bohe- men. Waarschijnlijk pl.m. 140 slachtoffers. (3e Blad en Tel., le Blad). de behoefte aan hunne verzorging op kos ten van de gemeenschap is zeer sterk ge slonken. Naar wat gij biedt is verminderde vraag. Het is het lot van ieder door menschen- handen gewrocht werk, dat men bij zijn vooroverleg nooit geheel rekening kan houden met de toekomst, met verande rende omstandigheden of opvattingen. Gij zult zeggen dat de stichters van dit ge bouw toch wel een doel in het oog vatten dat eeuwenlang verwezenlijking bleef vragen, ook thans nog. Welke wet verandert niet, welk gebouw houdt niet op te beantwoorden aan de eischen die nieuwe tijden, nieuwe ontwik keling stellen? Geen sterveling beschikt over goddelijk inzicht, geen menschenhand schiep ooit de levende, zichzelf instand houdende natuur! Doch uwe instelling is voor alle tijden gemaakt, wil voor alle tijden een maximum van nut stichten. Daarin belemmerd vraagt gij u af of en hoe gij de bakens zult verzetten en reeds geruimen tijd wor stelt gij en met u het gemeentebestuur met dit probleem. De tijden zijn onzeker, de afneming in de bevolking van het gesticht hield gelij ken tred met de toenemende welvaart en de daardoor mogelijk geworden inten siever sociale verzorgingen. Een ding weten wij, dat de welvaart dalende is en dat eerst vanaf de zekere basis van een lager niveau dan waarop wij meenden te kunnen leven, nieuwe opbouw kan plaats vinden- Zal in die onzekere omstandighe den iemand met redelijkheid kunnen ver langen, dat gij uwe Politiek zeer ingrijpend wijzigt of nieuwe wegen inslaat? Wat wij van u verlangen is dat gij met scherpen blik, die overal doordringt, de ontwikke ling der maatschappij blijft volgen, opdat gij zult kunnen onderkennen langs welken veiligen weg gij ook op den duur de groote middelen, die zich in uwe handen bevin den vruchtbaar kunt doen zijn. De goede zorgen van uw College komen en kwamen nog op zooveel andere wijzen aan den dag, namelijk in de resultaten van de zorgvolle opvoeding die gij aan uwe kinderen gaaft. Ik zeg niets ten nadeele van de vele vaders en moeders die u dienden, wanneer ik de opperste leiding van u en ik zegen nu vooral de rol die de dames daarbij vervullen, als onmisbaar en hoogst nuttig Prijs. De strenge regelen van het gesticht mogen op sommige tijden door de op groeiende jeugd als vrijheidsbeperking en qus door hen, Hollander zijnde, als „kren king" zijn aangevoeld, meer hecht ik aan hetgeen straks ongetwijfeld van die nu tot nuttige leden van de maatschappij cpgegroeiden daarover in anderen zin zal worden getuigd. Zou ik, die als kind aan de hand van een dier voortreffelijke weesmeisjes met haar keurige mutsen ook hier wel op be zoek mocht komen, niet weten, hoezeer de band met uwe kweek dingen ook later bleef bestaan, wanneer de kinderen hun weg in de maatschappij gevonden had den? Hadden wij als jongens geen bewon dering niet een zekere jaloerschheid op die weesjongens, die bij iederen brand nieuwe lauweren oogstten? Ieder Leidenaar had en heeft een warm hart voor wat dit schoone gesticht deed.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 1