\l50-Jarig bestaan Geref Minne- of arme oude mannen en vrouwenhuis HAAR AVONTURIER FEUILLETON. bezoedéuTo661 1x1611 11161 V00r 11111 Het 150-jarig bestaan Van het Geref. Minne- of arme oude mannen en vrouwenhuis alhier. Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad episode uit den Dertigjarigen Oorlog. Oorspronkelijke schets van G. P. BAKKER. 39) ..NeenIk heb een rechtstreeksch ant woord vermeden. Hij was overtuigd, dat ™ln eigenbelang groot genoeg was." Heeft hij je zooveel geboden?" Ik"h vermogen en den generaalsrang. had je dat niet mogen zeggen." ..waarom niet? Saxon," zei ze eens: v^een. Wees maar gerust. Maar de dul- 'i weet, dat ik niet geaarzeld zou hebben Eun woord te geven." d(ir hoed een zijsprong, verschrikt d schaduw op den weg. «aider, wat ben je dom!" vermaande nm "z'e Je niet, dat er niemendal is d™ hang voor te wezen." Hij streelde het lette '.n llals' zal heusch wel op- v.z'J kwamen aan een beekje. Een oogen- dr«„?erci balt gehouden om de paarden te Vie? en hartversterking te nemen, uren hadden ze ongeveer gereden, Korten tijd na de rust kwam een der kurassiers naast Saxon rijden. „Kapitein," merkte hij op. „Ver achter ons hoor in de hoefslagen van een galop- peerend paard." „Maar één ruiter?" „Ja, kapitein." De ruiters verzamelden zich. Melchior steeg af, legde het oor tegen den grond en bevestigde: „Eén ruiter in galop. Met eenige minuten kan hij hier zijn. Ik zal hem tegemoet rijden tot de kromming van den weg." De anderen verscholen zich in het zware struikgewas. Melchior reed stapvoets met getrokken zwaard een eindje terug. Ze hoorden nu duidelijk den ruiter naderen. .Kalt," klonk Melchior's stem. Saxon was afgestegen, gaf den teugel van Balder aan een der kurassiers en ver dween langs den weg, dekking zoekend achter de struiken. Hij hoorde den ruiter antwoorden „Halt. Waarom? Goede vriend, ben je een struikroover of is de weg alleen voor jou aangelegd?" „Noch het één, noch het ander, zie je, ik ben een beetje nieuwsgierig uitge vallen." De vreemdeling stond met zijn paard in het volle maanlicht Een lange, magere man op een groot paard, een dreigende, zwarte silhouet. „Onze oude vriend," dacht Saxon en trad te voorschijn. „Goeden nacht, vreemdeling," sprak hy. „Wat voert u voor de derde maal op mijn weg?" „Kapitein Saxon. Gelukkig," klonk het antwoord. ,Dat spaart een lange woorden wisseling met dezen vriend. Ik ben u na gereden." „Waarom?" „U wordt gevolgd door een tiental huza ren van Von Pappenheim. Als zij u inhalen zal de strijd zeer ongelijk zijn. Vier man nen en een vrouw!" Saxon keek zeer verbaasd. „Maar vreemdeling," vroeg hij. „Weet u dan alles?" Ik ben u nog grooten dank verschuldigd; u heeft ons in de onder- aardsche gang door uw aanwijzingen het leven gered". „Soms moeten de menschen elkaar een beetje helpen." „De plaats is buitengewoon geschikt," vervolgde hij. .Daar een bocht in den weg en hier een donkere plek in de schaduw der groote boomen." „Zijn ze ons zoo dicht op de hielen?" „Met een kwartier kunnen ze hier zijn. Binnen een uur hadden ze u ingehaald." „Dan is het raadzaam hen af te wach ten. Beter verrassen dan verrast te wor den," beweerde Saxon. „Het schijnt dat u mij steeds op het juiste oogenblik komt waarschuwen „Heb ik u niet gezegd, dat ik een vriend ben?" „Zeker, maar er moet een reden voor zijn. Een goede of een slechte daad, een drijfveer moet er wezen." „Zullen wij den kostbaren tijd vermor sen met het oplossen van raadsels, kapi tein? Dit wil ik u wel zeggen," hij liet zich van zijn paard glijden en trok Saxon ter zijde. „Heksenmeesters of toovenaars be staan er niet. Later zal ik u wellicht een en ander uitleggen." „En nu kapitein, wat wilt u doen?" her nam de vreemdeling. „Vechten is het eenige, voor zoover ik kan nagaan," meende Saxon. „Een anderen weg volgen?" vroeg Melchior. „Om met een paar uren een heel esca- dron in de armen te rijden? Talrijke pa trouilles huzaren zijn er op uitgezonden." „Het beste," hernam de vreemdeling, .schijnt mij een krijgslist. Zooals ik reeds opmerkte, hier ligt een zware schaduw over den weg, daar is een bocht. Tusschen deze dikke boomen spannen wij een sterk touw. Ze zullen het niet zien. Uw ruitere wachten den vijand kalm af." „Begrepen," zei Melchior, die zijn wan trouwen geheel had afgelegd. „Maar het koord?" vroeg hij. „Een sterk touw heb ik altijd bij mij," klonk het antwoord en hij wees naar een forschen boomtak. Melchior kon een hui vering niet onderdrukken. Hij zag bloed aan het koord „Ik zou ze liever zoo ontvangen," mom pelde Saxon. „Overdreven gewetensbezwaar tegen die beulen!" antwoordde de vreemdeling. „Bo vendien mag er niet één ontkomen, anders loopen we nog grooter gevaar." „En als de freule in hun handen valt. voegde Melchior er aan toe. „Je hebt gelijk," besloot Saxon. Saxon zocht voor Marlon een veilige schuilplaats ln het woud. „Marion," raadde hij, „wacht hier; de vijanden zijn in aantocht. Als de scher mutseling afgeloopen is, kom ik je halen." „Neen!" zeide ze. „Ik ben een officier, ik wil meevechten." De vreemdeling was inmiddels diep bui gend genaderd. „Freule!" begon hij, „wilt u nog eenmaal mijn raad volgen? Luister dan naar de wijze woorden van den kapitein. Ik ver zeker u, dat hij spoedig weer bij u zal zijn. „Ik ben u zeer veel verplicht, vreemde ling daarom zal ik wachten, maar het gaat tegen mijn zin." Het touw werd laag gespannen. Na eenige minuten klonk het getrappel van vele paarden over den weg. „En u?" vroeg Saxon. „Ik zal ze van achteren aanvallen," luidde het antwoord. Hij verdween in de bosschen. De vier ruiters stonden naast elkaar op den weg, het bloot zwaard in de vuist. In het maanlicht geleken het vier reusachtige heldenfiguren. Toen de huzarenofficier om de bocht verscheen en de ruiters in gevechtsstelling zag staan, schreeuwde hij: „We hebben hen! Galop! Rijdt hen onder den voet," en met donderend lawaai Stormden de huzaren op de vier ruiters iru j.Wordt vervolgd). DE OUDJES TIJDENS DEN FEESTMAALTIJD. DE RIJKE AMERIKAANSCHE JAPANSCRE SCÜOOLV ES GEVEN OORLOGSMATERIAAL miss Barbara Hutchinson, die te Lon- CADEAU. 2300 Schoolmeisjes en 200 onderwijzers hebben geld verzameld i r 'l i -i en daarvoor oen Aerophone (een apparaat waarmee men vliegtuigen van den in ale stilte in et uwelijk ge- verre kan hooren aankomen) en twee luchtafweer-mitrailleurs gekocht, die treden is met Victor Rothschild. zij aan het Japansche ministerie van Oorlog aanboden. HEVIGE KOUDE IN AMERIKA. Uit verschillende plaatsen wor den temperature® van 35 graden onder nul gemeld. Een schip in de haven van Boston, geheel met ijs bedekt. HOE DE REDDINGSDIENST IN DE BERGEN WERKT. Oefeningen van de reddings brigade van Garmisch-Partenkirchen. Een ingesneeuwde bergbeklimmer wordt gevenden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5