Het voornaamste nieuws in Stad en Omgeving,
Binnen- en Buitenland.
bracht en ontnam
Wat het afgeloopen jaar ons
LEIDSCHE
HOOGLEERAREN
die in 1933
heengingen.
H'[t JaargangLEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 30 December 1933 Zesde Blad No. 22632
^trl meest besproken mannen 1 "33,
architect C. J. Blaauw.
Beaats onze aandacht verdient. Het moge j
Kr? waar zijn, dat een groot deel der
"gerij als gevolg van het wel zeer lang-
JVlJten prol, dr, JV. Storm wan Leeuwen.
jgjjlen prol, dr. E. ft van Oort,
Wjjlcn prot. dr. I. Ehrerjeat,
Söjleh PM. df. L H. Kem.
Wijlen prof. dr. J. C. Kluyver.
Wijlen prof. dr. A Eekhof.
Wijlen prof. mr. dr. C. van Vollenhoven.-
O—*
INLEIDING.
Het ls een ongeschreven wet, dat op den
laatsten avond van het ten einde spoe
dende jaar onze gedachten onwillekeurig
-ruggaan en zich bepalen bij hetgeen het
bijna voorbije jaar ons aan lief en leed
".■acht. De drukke werkzaamheden van
len dag, de duizend en een zorgen, waar-
-r de moeilijke tijdsomstandigheden ons
edurig plaatsen en het jachtende tempo,
aarin wij worden opgezweept, dwingen
ons meer aandacht te schenken aan het
heden en aan de toekomst dan aan het
verleden, waaruit wij, zakelijke nuchter-
terlingen, hoogstens leering willen trek
ken voorzoover de ervaring ons deed
ondervinden, dat daaruit in materieel
opzicht ln het vervolg voordeel te behalen
zou zijn.
De moderne tijd laat geen ruimte open
Voor beschouwende mijmeringen; geen
'gelegenheid, voor een rustig wikken en
wegen; de overvoerde arbeidsmarkt, de
overvloedige productie en de hevige con
currentie, het alles vraagt naar snelheid
van besluit en handeling, naar de Daad.
Maar op geen enkelen anderen dag van
het jaar voelen wij de banden met het
verleden zoo sterk als op Oudejaar. Nie
mand ontkomt op den avond van 31 De
cember aan de neiging om het afgeloopen
jaar in den geest te doen herleven.
Sombere beelden zullen ongetwijfeld
voor veler geestesoog verrijzen; onzalige
gedachten aan tegenspoed in zaken, aan
gedwongen werkeloosheid en vaak schrij-
ende armoede; droeve herinneringen aan
dierbare dooden, die wij in het scheidende
jaar naar hun laatste rustplaats moesten
lelden. Bijna ieder van ons denkt op
dezen avond met weemoed terug aan per-
tonen uit onze naaste omgeving, uit den
ing van familieleden of goede vrienden,
die door den medoogenloozen dood van ons
erden weggerukt en die in ons hart zulk
warme paats innamen
In gedachten vertoeven wij vanavond
ij hen, hooren wij weer hun stem, ber
ennen wij het een of andere karakte
ristieke gebaarOm dan straks tot de
nuchtere werkelijkheid terug te keeren en
te ervaren, dat zij niet meer van deze
wereld zijn en dat wij zijn achtergebleven
tn de groote kille maatschappij, waarin
alleen rekening wordt gehouden met do
Beest vitalen onder de levenden.
Maar gelukkig zullen bij velen die sont-
bere schaduwen worden overstraald door
bet licht van gedurende 1933 ontvangen
zegeningen In menig hart zal ook dank
baarheid teven hij de herinnering aan
dagen van zomersche vacantle-vreugde,
waarin wij de zorgen van het dagelijksch
leven eens heerlijk van ons konden af
schudden; aan momenten van onver
stoorde lêvensvreugde. korte oogenblikken
vaak maar, doch waaraan de herinnering
nog langen tijd bijblijft als iets wat mooi
was in ons leven; aan vele tijdstippen.
Waarin wij bevrediging vonden in den
dagelijkschen arbeid; aan een blijde
gKinsvermeerdering of zooveel andere
dingen meer, welke ons levensgeluk kun-
sen verhoogen. Waar dit laatste althans
voor een deel afhankelijk is van de
fflaatschappelljke en economische omstan
digheden, waarin wij verkeeren en zulks
ai het afgeloopen jaar voor velen te wen
kten overliet, besluiten wij onze inleiding
®et den oprechten wensch. dat 1934 voor
onzen lezerskring en voor de geheele
menschheid een gunstiger aspect moge
Op den journalistieken jaaroverzicht-
scnrrjver rust krachtens goede oude ge
woonte de taak om bij de wisseling des
laars de voornaamste voorvallen te rele-
v r?n' welke zich in het afgeloopen jaar
voordeden. En aangezien de Oudejaars
avond een bij uitstek huiselijk feest is,
zullen wij het ook niet ver zoeken en be
ginnen bij
DE EIGEN STAD.
Het spreekt vanzelf, dat van alle plaat-
i? i gebeurlijkheden in 1933 het vraag
stuk van den Stadhuisbouw ln de eerste
Op 6 Januari werd in de Leidsche Universiteit herdacht, dat haar stichter. Prins Willem van Oranje vierhonderd jaar ge
leden, werd geboren. Onze foto toont de aankomst van de Koninklijke Familie op het voorplein der Academie, waar de eere-
wacht van „Pro Patria" het geweer presenteert.
zame tempo, waarin dit probleem zijn op
lossing nadert, zijn belangstelling voor
deze aangelegenheid grootendeels heeft
verloren, dat neemt niet weg, dat het
Stadhuisvraagstuk van primair stedelijk
belang blijft en door de besluiten van de
jongste raadsvergadering eindelijk ln een
stadium is aangeland, dat het grootste
deel van den lijdensweg afgelegd schijnt.
Het werd trouwens de hoogste tijd; de
kwestie van het Leidsche stadhuis begon
zoo langzamerhand de risée van heel
Nederland te worden en legio is het aantal
stadgenooten, dat allang niet meer ver
langend uitkeek naar een nieuw gebouw,
maar eenvoudigweg genoegen nam met
den bestaanden toestand. De gemeentelijke
machine draait immers toch wel!
De raadszitting van 20 December jl.
dus met het eerste lustrum van den brand
ln zicht heeft het perspectief geopend,
dat binnen afzienbaren tijd op verwezen
lijking der bouwplannen mag worden ge
hoopt. De zaak ligt nog te versch in het
geheugen dat het noodig zou zijn daar
over thans weer opnieuw uit te weiden.
Men kent den gang van zaken: 1 Mei
was de termijn verstreken, waarop de vijf
uitgenoodigde architecten, de heeren
Blaauw, Kropholler, Mertens, Buurman en
van der Laan hun plannen moesten hebben
ingediend. Ongeveer een maand later
werd bekend, dat eerstgenoemde door ge
bruik te maken van twee perceelen aan I
de Vischmarktzijde, welke niet voor Stad
huisbebouwing waren bestemd, er ln was
geslaagd een plan te ontwerpen, waar
aan de Raadhuis-Advies-Commissie de
voorkeur gaf boven de plannen van de
vier andere architecten, die zich stipt aan
het Progrmima van Eischen hadden ge
houden. Dit bracht heel wat gemoederen
en pennen in beweging, hetgeen nog toe
nam, nadat B. en W. de plannen en het
rapport der R.A.C. middels een tentoon
stelling in de Lakenhal hadden gepubli
ceerd. Er waren twee hoofdstroomingen
te onderkennen: een voor het plan-Blaauw
en een voor Kropholler. En het is tot het
laatst toe onzeker gebleven, wie van deze
twee met de opdracht zou gaan strijken.
B. en W. volgden het advies van de
R.A.C. en stelden den raad voor den heer
Blaauw op te dragen zijn plan ln overleg
met hun college en de R.A.C nader uit
te werken. In den laten avond van 20 Dec.
kort voor middernacht, viel de beslissing
ten gunste van het plan-Blaauw, waar
mede een belangrijke schrede verder was
gezet op het moeilijke en lange pad, dat
leidt naar een nieuw Leidsch stadhuis. De
hevigheid, waarmede de strijd gevoerd
werd, komt ln de stemmenverhouding
(21 tegen 14) niet voldoende tot uiting.
Wij hopen van harte, dat 1934 ons ver
der in de goede richting zal brengen dan
zijn vier voorgangers het gezamenlijk heb
ben gedaan!
Een tweede voor onze gemeente belang
rijk besluit was dat na jarenlange voor
bereiding het uitbreidingsplan, althans
wat de buitenwijken betreft, werd vast
gesteld. Op 12 April werd dit plan ter visie
gelegd en 'nog denzelfden dag waren wij
in staat daarover verschillende bijzonder
heden bekend te maken. Het duurde echter
weer tot het einde des jaars voordat het
aan de goedkeuring van den raad werd
onderworpen en toen was het plotseling
dermate urgent geworden, dat den raad
de gelegenheid ontbrak om rustig van ge
dachten te wisselen! Over de binnenstad
zal later afzonderlijk worden beslist. Na
tuurlijk houdt dit ook in demping van het
Levendaal. waarvoor de plannen reeds
geruimen tijd op uitvoering wachten.
Hopelijk zal de positie der gemeentelijke
geldmiddelen van dien aard zijn, dat zulks
in het komende jaar kan geschieden. In
de eerste plaats ln het belang van de
gezondheid der omwonenden van deze
meer dan vieze gracht, in de tweede plaats
teneinde het verkeer op de smalle Hooge-
woerd te ontlasten en tenslotte omdat het
een prachtig object vormt om het aantal
werkloozen in onze stad. dat nog steeds
abnormaal groot ls. althans tijdelijk to
doen verminderen. Tot dit laatste doel
kan wellicht ook bijdragen de voorgenomen
verplaatsing van de veemarkt naar de
Lammermarkt, waardoor het vrijkomende
gedeelte aan de Steenstraat beschikbaar
komt als parkeerterrein. In dit opzicht zijn
wij ln Lelden waarlijk niet verwend!
Den 28sten April aanvaardde de raad
een voorstel van B. en W. tot verhooging
der belastingen door een hernieuwde clas
sificatie voor de gemeentefondsbelasting,
maar tot groote verlichting van dc burgerij
kon de wethouder van financiën, de heer
Goslinga onlangs mededeelen, dat voor
het komende jaar geen verzwaring van
den belastingdruk noodig zal zijn om de
begrooting sluitend te maken.
Als een hoogtepunt in het gemeentelijk
leven moge ook gememoreerd, dat In Octo
ber de drleduizendste aansluiting op het
Gem Radiodistributiebedrijf tot stand
kwam. welk feit op 16 October op officleele
wijze in een bijeenkomst in de foyer der
Stadsgehoorzaal werd gevierd.
Bij de intrede van het nieuwe Jaar werd
de stoomtramdienst Lelden-Haarlem v.v.
geëlectrificeerd, waardoor de Brockway-
autobüsdienst ophield te bestaan. De wijze
waarop liet baanvak was geprojecteerd
ontmoette aanvankelijk vele bezwaren
van de zijde der automobilisten, die voor
spelden dat de talrijke kruisingen van
tramrails en rijweg vele ongelukken zou
den veroorzaken, doch de practijk heeft
hen totdusverre gelukkig ln het ongelijk
gesteld. Hoewel wij volmondig erkennen,
dat dit voornamelijk te danken ls aan de
voorzichtigheid van de autorijders, want
de toestand ls vooral voor hen, die ter
plaatse niet bekend zijn, Inderdaad niet
zonder gevaar.
Sprekende over tram en autobus denken
wij ook aan de verhoogde subsidie aan
„Stadsverkeer" waartoe de gemeenteraad
ondanks de protesten van tramdirectie en
exploitanten van taxi-ondernemingen bo-
sloot.
Voor groote branden of epidemieën bleet
onze gemeente gelukkig gespaard. In den
nacht van 30 op 31 Maart brak brand uit
in de bovenverdieping van perceel Nieuw-
straat 14. waarbij drie personen, dank zij
het moedig optreden van twee stad
genooten, den politie-agent J. Zwart en
een burger M. Herreur van een ellendlgen
dood werden gred. Van ernstiger omvang
was de brand, waardoor in den warmen
zomernacht van 25 op 26 Juli de Sint
Petruskerk aan de Langebrug grooten
deels werd vernield. Leek het in den aan
vang alsof deze brand catastrophale af
metingen zou aannemen, de brandweer
verrichtte hier kranig werk en wist uit
breiding tot andere perceelen te voor
komen. Wanneer wij hierbij nog vermel
den de branden in het Luxor-Theater op
10 Augustus en bij De Vries en'Stevens op
5 October, dan meenen wij de moeilijkste
opgaven, waarvoor de Leidsche brandweer1
zich ln het afgeloopen jaar gesteld zag
te hebben gememoreerd. Een ramp. zij het
ook van geheel anderen aard en ln meer
Interne beteekenls, trof de Nederlandsche
Joodsche Gemeenschap door de malversa
ties, waaraan de regent-penningmeester
van het Centraal Israëlietisch Wees- en