HAAR AVONTURIER
.t« Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad
FEUILLETON.
DE JAPANSCHE BOKSKAMPIOEN NOGUCHI die op het MEVR. SOER de echtgenoote van den MISS BELGIc die in I)E GLADHEID. Zij, die op den avond van den len Kerstdag zich naar
2en piloot van de Pelikaan", deelde in j rja,„ enkele voorstel-
ation te Tokio een aanslag pleegde op den Japanschen staats- hulde voor de kranige prestatie d^r buiten begaven, venden de straten herschapen in glimmende ijsbanen. Een
man Wakatsumi, na zijn arrestatie. bemanning. Zij kreeg bloemen yalpartijtje in een der Haagsehe straten.
episode uit den Dertigjarigen Oorlog.
Oorspronkelijke schets van
G. P. BAKKER.
36)
Nu wist Saxon, dat de veldmaarschalk
<*n spoor volgde. De overval in de herberg
«2s ,geen bloot toeval geweest, maar het
SI. van een vooruit beraamd plan. Het
net z°u nu wor(jen dicht gehaald.
h) zei slechts:
nï« 1 vreemde geschiedenis." Hij was be-
w, w hoeveel de maarschalk wist en
n? den slaS af-
"e slag viel nie(. Tot zyn verwondering
sprak von Pappenheim:
uj' Vrrste', de prinses is onmetelijk rijk.
„aar losprijs zou een groot voordeel zijn
oor de legerkas van Zijne Majesteit, den
jzer, en de goede zaak zeer te stade ko
ter, het ons mocht gelukken haar
„rug te brengen in de schoot onzer hel
len moe<ierkerk en er bestaan vele midde-
5n om haar trotschen geest te buigen, zou
het een onberekenbare aanwinst zijn. Als
u mocht gelukken haar te vinden, zult
riite vermogend man zijn En voor een
vseni overste van Waüenstein's leger is
bevordering tot generaal onder Yoa
Pappenheim geenszins uitgesloten. Het
geld is de hartader van den oorlog. Onze
vorige opperbevelhebber was een finan
cieel genie. Daaraan had hij een groot ge
deelte van zijn succes te danken. Denk
eens aan het opkoopen van den geheelen
graanoogst van Mecklenburg en Pomme-
ren. Hij alleen zou een leger van honderd
duizend man op de been kunnen brengen
en dat kunnen onderhouden."
Saxon knikte toestemmend.
„En nu, vaarwel. Ik reken op uw mede
werking, dat we spoedig samen onder
onzen ouden meester mogen dienen." Hij
stond op en belde.
Dezelfde kapitein verscheen.
„Geleidt den overste buiten het kamp."
De kapitein keek verwonderd naar den
avonturier. Deze stond in de houding.
„Excellentie, tot uw orders."
Maar veldmaarschalk Von Pappenheim
reikte den overste de hand.
De kapitein aarzelde, sloeg aan en
zelde:
„Excellentie. Mag ik nog een enkel woord
zeggen vóór de overste," met een blik op
Saxon, „vertrokken is?"
„Maak het kort, kapitein."
.Luitenant Von Lisse beweert, dat hij de
dame, die Uwe Excellentie wenschte te
spreken, gevonden heeft."
De veldmaarschalk keek Saxon onder
zoekend aan, maar diens gelaat stond
strak, er viel niets op te lezen.
„Overste," zei hij. „Het zal werkelijk het
beste zijn, dat u nog even wacht,"
„Gaarne Excellentie," klonk het rustige
antwoord.
„Laat luitenant Von Lisse met zijn dame
komen."
De kapitein vertrok.
„k ben benineuwd naar uw verklaring,
overste," sprak Von Pappenheim. „Wat is
u van deze dame bekend?"
„Ik heb gezien dat de luitenant het
dienstmeisje van de herberg meegevoerd
heeft, Excellentie."
„Wij zullen zien," klonk vroolijk het be
scheid van den maarschalk.
Na korten tijd keerde de kapitein terug
met luitenant Von Lisse en Lize in de ach
terhoede.
Met een vorschenden blik beschouwde
Von Pappenheim het meisje en vroeg:
„Wie is u?"
,Lize Glück, Uwe Genade." Zij keek vrij
moedig rond.
„Hoe oud is u?"
„Twee en twintig."
„Waar woont u?"
„Ik ben werkmeisje bij vrouw Annette
Rudolf in de Oude Herberg."
De veldmaarschalk keerde minder be
leefd zijn gasten den rug toe, keek uit het
venster van zijn tent naar buiten. Eens
klaps draaide hij zich om, een glimlach op
het gelaat, en vroeg den luitenant:
„Ben je zeker dat dit de bedoelde
dame is?"
„Volkomen zeker, Excellentie," klonk het
antwoord.
Loen tot hot nteisjej
„Hebt u een fiancé?"
„Wat? Uwe Genade?"
„Een verloofde!"
„Neen!" antwoordde ze met een vuur-
rooden blos op het gezicht.
„En u luitenant?"
„Neen1 Uwe Excellentie."
„In orde," sprak de maarschalk vroolijk.
„Kapitein, laat den geestelijke komen."
„Maar Excellentie,' 'stotterde Von Lisse,
die dadelijk de bedoeling begreep.
„Wat? Een rijke jonge dame van ouden,
hoogen adel."
De luitenant zweeg.
„En u, zoudt u bezwaar hebben met
mijnheer Von Lisse te trouwen? Mijnheer
de pastoor kan zoo hier zijn," vroeg hij
Lize.
Maar noch het huwelijk, noch de pastoor
scheen voor deze dame eenig bezwaar op te
leveren, want zij zeide, terwijl zij den jon
gen luitenant in zijn mooie uniform blo
zend aankeek:
„Als Uwe Genade het werkelijk meent
en de luitenant mij vraagt, zal ik niet neen
zeggen."
„De heer pastoor zullen wij niet meer
noodig hebben." luidde het besluit van
den veldmaarschalk.
Hij wendde zich tot de beide jonge
menschen.
„Bij nader inzien lijkt het mij toch beter
dat jelui het samen maar uitvecht." sprak
hij lachend. „Als ik u was," vervolgde hij
tot Von Lisse, „zou ik zorgen dat het meisje
veilig weer uit het kamp &omt. Haar vei
ligheid is voor uw verantwoording. Ik hoop
dat u het den luitenant niet al te kwalijk
zult nemen, jonge dame. Heeft men u goed
behandeld?" vroeg hij haar.
„Zeker, Uwe Genade. Zeker, Alleen
Zij aarzelde even.
.Alleen?'
De huzaar op het paard was wat ondeu
gend."
De veldmaarschalk, de overste, do kapi
tein, zelfs de luitenant lachten.
„Von Lisse, een volgenden keer beter uit
de oogen kijken," vermaande de maar
schalk.
„Excellentie," bracht Saxon in het mid
den, „de luitenant is té voorzichtig ge
weest, maar stel het geval dat hij de
andere dame had laten ontsnappen."
„U heeft gelijk, overste."
De luitenant zag den overste met groote
oogen aan.
Twee vogeltjes had hij in zijn kooitje
geknipt en nu vlogen ze beide zij zijn neus
langs de lucht in.
„En nu tot weerziens," sprak de veld
maarschalk. „In de Oude Herberg zult u
steeds veilig zijn."
Saxon volgde den kapitein, terwijl
stormachtige gedachten door zijn hersens
joegen.
Het laatste tooneeltje had hem eenige
oogenbUkken afgeleid, maar hij besefte
volkomen, dat de toestand, waarin Marion
en hij zich bevonden, buitengewoon ee-
vaarlijk was.
.(.Wordt vervolgd),
De ontzettende spoorwegramp bij Parijs.
Twee honderd personen werden gedood en 300 gewond bij
een treinbotsing nabij Lagny, op 25 K.M. beoosten Parijs.
Een aantal der totaal vernielde wagons.
DE VOETBALWEDSTRIJD STOKM VOGELS. «-»
Moment voor het H.B.S.-doel.
De spoorweg-catastrophe in Frankrijk
Foto van de locomotief van den Straatsburger sneltrein, welke de Nancy-
express volkomen vermorzelde.