itden Leidschen Raad. Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 21 December 1933 Derde Blad No. 22627 eerste beslissing in het Stadhuis-Vraagstuk. hitect BLAAUW zal zijn plan nader uitwerken in overleg met B. en W. en R. A. C. de stadhuisbouw. fe ■o antwoord van b. en w. thouder Splinter vervolgt: de toren. De heer Kropholler neemt je plaats, de heer Blaauw een nieuwe, beide projecten zijn best vergelijk- stedebouwkundig verdient de plaats Blaauw zelfs verre de voorkeur, het- spr. nader tracht aan te toonen, ook pzichte van het binnenplein. geeft eenige citaten uit technische n om dit alles te staven, ele practische voordeelen zijn ook te vermelden. De positie van een raad- moet vrij zijn en dat verdraagt alles- het buitenplein. Bovendien, het repre- tleve gedeelte blijft geheel aan de (raat. En dan de verkeersbelangen, k door het plein worden bevorderd, rts de gevel-architectuur, waaraan Tepe de voorkeur geeft boven de -gronden. Spr. heeft altijd gemeend de plattegronden in orde te brengen, -k prof. Wattjes, ir. Van Loghem e.a. attegronden van Blaauw zijn goed. zie rapport der R.A.C. en het oordeel van en, zijn verre te verkiezen boven die Kropholler. r. stelt vervolgens de plannen Blaauw ophoUer in enkele opzichten tech- tegenover elkaar. Allereerst de ver- ghoogte. Deze is z. i. bij Kr. nog la- berekent hij. Dan de vloerhoogte en le trappen en trapjes bij Kropholler, et ware trapje op en trapje af. I gemis aan licht is bij groote ge il onvermijdelijk, spr. verwijst naar énkorf te Botterdam en andere ge en. Het licht is in het plan Blaauw ideaal, doch het variantplan geeft s reeds groote verbetering evenals <°r opzicht, een schilderachtig geheel van het -plein Kropholler kan z. i. geen zijn, daar het slechts weinig groo- !i dan dat van Blaauw. De laatste 4 al het mooie naar buiten en dat is «rdienste, die niet genoeg kan wor- gewaardeerd. De gangen zijn niet don- gelet op het variantplan. In het plan boller ls het een doolhof. heer WILMER: ik begrijp niet, dat prul als Kropholler is gevraagd. WETHOUDER: ik mag het plan uw toch verdedigen tegenover de lof Kropholler door anderen gebracht. heer WILMER: u maakt de zaak be- elijk! dat is iets anders. heer GROENEVELD: de heer Blaauw h ook zwart gemaakt (gelach.) WETHOUDER gaat dan over tot de erzaal. Igens de meerderheid van B. en W. de plattegronden van Bi- veel beter en uiterlijk ls evenzeer goed verzorgd, 's geëischt mag worden. Volmaakte hen zijn niet te verlangen en ook we plannen zullen aan den eisch van laaktheid niet kunnen voldoen. Pt leest nog enkele oordeelen voor. die uw's plan veel hooger stellen dan dat Kropholler, die voor Lelden veen ge- ,'?e hand zou hebben gehad. Dit tegen- i de adressen van Henrl Polak e.a. Plan v. Nieukerken. Spr. is verbaasd est, hoe de heer Beekenkamp den had daarmede te komen na alles, reeds in de C. v F. is behandeld. Hoe uu opeens zoo geporteerd is voor de v. N. is voor hem onbegrijpelijk, 'rom dan niet eerder de gebr. v. N Mïolen. hij had alle aanleiding, want i dezen wilden, was lang genoeg tevoren En waarom dan de heeren Mer- Buurman en v. d. Laan ook niet weer _aa»d? En dan het tiidverlies. D Jaar zeker zal uitstel duren en dan ikL110° even Ter a's nu' (Geroep: „"•ter!) Zoo komt er nooit een einde, 'br. v. N. erkennen zelf het plan te hebben gevolgd, maken dezelfde hnldlng als de heer Blaauw en «fgen de rooilijn met meters! (Reeds geplaatst in een deel onzer vorige oplaag). iï P'an v- N. Ls er z.i. slechts bijge- PJ, straks wordt het eenvoudig weer daten! reken dan eens de kosten. Het plan begroot op 1 >/j milUoen. P»n, waaraan niet behoeft te wor- Seschaafd is uitgesloten, hoeveel plan- men ook nog zou vragen. r? raad het plan BI. niet welnu, hij Kropholler, doch niet weer uitstel, "ld a llet plan Blaauw wordt ont- K»pfr het niet mogen gebruiken van £ee Vischmarkt 7 en 8. Dan is het ji de baan. bn J raad een belachelijk figuur 1 kneu °*i ^et aannemen van het voor- rciDhnii ,amP es. Dan wordt het: leve royaal' men dat' welnu- men zegge m'te'2?ra'et nieuwe plannen om stem- het u'in.nen' vindt dat schandelijk, luist blijkt. rre uitnemende rede van den wet- I. zegt de VOORZITTER, hoewel het t va,, H an was, niet nader het stand- ra» .en w he zullen toelichten en WeZ*J 2idn. j ais GOSLINGA verdedigt, dat 4 uitfo t- der van financiën geen ver- hniJ» oen heh meenemen van de per een waarvan de heer Beekenkamp Etih maakte. Maar de heer B. tenide en dit brengt de^heer B. nu naar kwestie is hem niet on- voor'i, ch ki' is niet alleen beslls- 5~ »d Vppi!m' dat heeft hij reeds eerder felJt hll H ading der Burchtsteeg oor- fhe hji'nwhjds noodig. doch daarvoor r*® Kn ^hdrceelen Vischmarkt 7 en 8 kWam het plan Blaauw en hij PPrecht' r waar het plan v. N. neemt was aanvankelijk weinig gesticht over zijn uitbreiding, doch zonder deze is het plan Blaauw onmogelijk, werd hem uiteengezet. En toen is spr. gezwicht omdat hij het plan Blaaauw zoo bijzonder geslaagd oor deelt. Het voorstel Beekenkamp is ook onop recht waar het den heer Blaauw geen ern stige kans meer geeft, integendeel, hem tevoren de hals afsnijdt. De heer SCHULLERdat is toch ook het doel! De WETHOUDER: ik kan begrijpen, dat men geporteerd is voor het plan v. n. en desnoods nu nog een oordeel daarover vraagt, al is het jammer, dat het te laat is maar waarom bij de eindspurt de heer Bi. dus uitgesloten en de 3 anderen architec ten der vijf ook uitgeschakeld, terwijl b.v. het plan v. d. Laan ook veel goeds heeft? 21 Maart verloopt de onteigeningswet voor de perceelen Vischmarkt 7 en 8. Mag men die kans laten verloopen? Eens is jaar verlenging te vragen, doch dan is men nog niet klaar, zoo men opnieuw be gint. En desnoods worden de panden nog niet nog niet benut, verhuren wij ze! De heer Tepe zelde niet voor Kropholler te zijn, omdat deze R.-K. is. Maar zat daarin iets onedels? Spr. kan dit niet zien. Het ls heel gewoon, dat de heer Tepe een R.K. kunstenaar goed begrijpt, dat moet zelfs. Spr. als volbloed protestant staat er anders tegenover. De heer HUURMAN' Dus hebt u geen waardeering voor R.K. kunst, als in Italië? De WETHOUDER: zeker wel, doch daar om word ik geen R.K. en voel het anders dan een R.K. SDr. vindt geen rede voor de verontschuldiging van den wethouder. Wethouder TEPE: wii worden toch be schuldigd voor Kropholler te zijn, omdat deze R.K. was! Wethouder GOSLINGA verdedigt nog maals uitvoerig, dat z.i. de verontschuldi ging overbodig was. een voorstel in den zak gebleven De heer v. EECKE constateert, dat de heer Wilmer terecht sprak over weinig enthousiasme bij spr. En dat is te verkla ren. Tegen zijn zin is uitgemaakt het nieuwe stadhuis te bouwen achter den gevel van Lieven de Key: tegen zijn zin is opdracht gegeven aan 5 architecten, daar hij was voor de prijsvraagidee van den heer Knut tel dat ons uit de impasse zou hebben ge bracht. Geen der 5 plannen vermocht hem enthousiast te maken. Te laat heeft hij aandacht geschonken aan het plan v. N. waarove rhij de indeeling geniaal noemt. Van conieeren van Dudok weet spr. niet. Als eerlijk man heeft hij naar een oplos sing gezocht, doch deze liikt hem illusoir na de woorden van den wethouder, dat ook nieuwe plannen geen groote meerderheid zouden kunnen halen. Daarom zal hij nu voor B. en W. stemmen. replieken. De heer BEEKENKAMP richt zich eerst tegen den heer Schüller. wiens beschuldi ging hij afwijst als minderwaardig. Spr. wijst dan op het feit, hoe B. en W. één stem voorrang hebben, voornamelijk uit feitelijk de oppositie-partijen. Er is een soort wanhoopsstemminger moet einde lijk wat gebeuren, een beslissing dient ge nomen. doch enthousiasme voor het plan BI. lijkt hem afwezig, afgezien dan bij den wethouder. Noch de heer SchiUler, noch de heer Bosman, noch anderen hebben zonneklaar gemaakt, waarom zij voor het plan BI. zijn geporteerd. Enthousiasme is er echter wel bij de voorstanders van Kropholler. Waarom de S.D.A.P. zoo gesloten voor Bi. is, is niet vermeld, men moet maar gissen. Degenen, die zonder meer de R.A.C. volgen, zouden feitelijk blanco moeten stemmen! t Hoe moet de indruk naar buiten zijn van de meerderheid voor B. en W. Met '/f stem en dan nog hoe verkregen! Daar mede In zee te gaan, lijkt hem een mis daad jegens onze vaderstad. Zijn voorstel is geboren uit de zucht, zijn stad te behoeden voor een wanproduct, een misgreep. Een torpedeeren van het plan Blaauw is niet de bedoeling geweest, wel van het voorstel van B en W. Z. zijn de 2 panden aan de Vischmarkt niet noo dig om een goed plan te krijgen, dat is toch voldoende bewezen Ook de gebr .v. N. hebben die panden niet noodig. kan hij mededeelen. Daarom is het betoog van wethouder Goslinga onjuist, Waarom be- loont deze nu de brutaliteit van architect BI.? Als een ander eens gegaan was tot de Maarsmanssteeg en nog schitterender plan had geleverd? (De wethouder: maar dat is er niet!) Ter wille der billijkheid handhaaft spr. het beschikbaar gestelde terrein. Wil men de anderen nog een kans ge ven, spr heeft daartegen geen bezwaar. ODen en bloot liggen nu a! zijn kaarten op tafel. Het gaat alleen om de vraag: hoe krijgt Leiden het beste stadhuis, nergens an ders om. Vandaar ook, dat hij thans het plan v. N. naar voren schuift, hetgeen niet zoo sensationeel is. als gezegd Hoe enthou siast de rede van wethouder Splinter was waarom niet verhield in het prae- advies overtuigd heeft deze hem toch niet en spr geeft een weerlegging van de hoofdpunten daarvan. Spr ontkent ten sterkste dat de gebr. van N plagiaat hebben gepleegd, zij moesten het plan Dudok volgen, daar zij geen program van eischen hadden. Hun plan is echter geheel anders, men verge lijke maar eens. Tenslotte spr. begrijpt volkomen de ver ontschuldiging van wethouder Tepe even als van zijn gansche fractie inzake het R.K.-zijn van Kropholler, gelet op de ge uite beschuldigingen. De heer HUURMAN: ik begrijp niet, wat dit met het Raadhuis-vraagstuk te ma ken heeft! De heer MANDERS kan de rede van wethouder Splinter niet zoo bewonderen, gelet op tegenspraak, etc. Het plein Blaauw is niet geniaal, Dudok had dit reeds ont worpen aan de Korenbrugsteeg; ook pla giaat? Spr. zal zich daarvoor wel wach ten. zooals de wethouder wel deed ten aanzien van de gebrs. v. N.l Spr. handhaaft, dat het plan-Blaauw feitelijk buiten beschouwing moest blijven. De overtreding KrophoUer is daarmede niet te vergelijken. Ook zet hij nog eens kort zijn meening uiteen. De heer BOSMAN is blij niet zoo en thousiast te zijn. want juist door hun enthousiasme zien z. i. de voorstanders van Kropholler diens fouten niet. Voor technische beschouwingen zag spr. geen reden, zooals hij dat reeds uiteenzette. De heer ELKERBOUT wilde aanvanke lijk niet spreken, doch wethouder Goslinga dwingt hem er toe, het wel te doen, waar deze zeide, dat hij bekeerd is voor mee nemen van de perceelen van B. en W. Spr.'s fractie wist niet anders, of deze was er tegen! De heer GROENEVELD ontkent, dat er eenige politiek in het spel ls, waar zijn fractie zal stemmen voor het plan Blaauw. Overigens wendt hij zich tegen hetgeen de heer Beekenkamp in 2e instantie op merkte. Hierna schorsing. avondzitting. De heer SCHÜLLER meent, dat als iemand een droevig figuur heeft geslagen bij de debatten, het de heer Beekenkamp is en nader poogt spr. dit aan te toonen, zich tevens richtend tegen eenige andere sprekers, w.o. wethouder Tepe. Ook hij ver zekert. dat van eenige politieke opzet tegen Kropholler bij zijn fractie geen sprake is. Spr. heeft in de C. v. F. zelf mede Krop hoUer voorgesteld ais een der uit te noo- dlgen architecten. De heer WILMER: Wie heeft u dan be schuldigd. De heer BERGERS: zuivere fantaisie! De heer SCHÜLLER gaat rustig verder. Is onze eensgezindheid poUtiek? En de R.-K. fractie dan? Het betoog van den heer Tepe was, al is spr. het er niet mee eens, van grootschen opzet. Voor het eerst be leefde hij dit van dien wethouder! (Ge lach). De heer DE REEDE is door het betoog van den heer SpUnter voor een groot deel bekeerd. Hij vertrouwt, dat het college in het nader overleg met den heer Blaauw alle bezwaren ernstig onder het oog zal zien en ondervangen. Hli houdt zich het recht voor later het bereikte te toetsen. EEN AMENDEMENT-TERE. De heer TEPE had liever gezien, dat zijn rede beter begrepen en minder gewaar deerd was en 't liefst meer overtuigd had! VerschUlende misvattingen over zijn rede zet spr. recht. Wat de heer Goslinga opmerkte doet niet ter zake. want een R.-K. inslag ligt niet in het plan-Kropholler. Hij verdedigde zich en zijn fractie aUeen tegen geuite be schuldigingen over politieke voorkeur. De goede rede van zijn collega, den heer Splinter heeft hem niet kunnen overtui gen. Om aesthetische redenen blijft hij tegen het plan Blaauw: lo. omdat het plein is een misgreep en 2o. omdat het zwaarte punt verlegd wordt naar de Vischmarkt. In het plan-Blaauw heeft de oude gevel geen zin meer. Spr. doet een voorstel ter wiUe van de meest zuivere eind-beoordeeling, om niet alleen het plan-Blaauw nader te doen uit werken, doch ook het plan-Kropholler, daar dit qua vormgeving ook voor uitvoe- Ting is geschikt geoordeeld door de R A.C., in tegenstelling met de andere plannen. AUeen dan kan er volledige bevrediging komen. Hij doet dit voorstel als amende ment op het voorstel van B. en W. Dat Kropholler's kansen zouden stijgen, gelooft spr. niet meer. doch het gaat er om een groot deel van den raad en de publieke opinie te bevredigen. De heer WILBRINK verdedigt den heer Beekenkamp tegen de aanvallen, op dezen gedaan. Uit tactische overwegingen is alles te zeggen voor het voorstel, opdat nooit gezegd kan worden, dat één plan is door gedreven, dat toch opnieuw moet worden opgesteld, zij het dan niet in vormgeving. Zonder tijdverlies kan het voorstel aan vaard worden. De heer VOS verdedigt zich tegen de verwijten de R.A.C. voetstoots te volgen en blijft bij zijn standpunt, waarin niets vernederends zit, want de gansche raad, B. en W. incluis, is incompetent voor een zelfstandig oordeel. Voor het amendement-Tepe voelt snr. niet, want het zou straks leiden tot de zelfde moeilijkheden van 'toogenblik. De heer HUURMAN oordeelt het debat een groote illusie, waar het zoo is onderge dompeld in de politiek en hij betreurt dat met het oog op het stadsbelang. Spr. schaart zich bij de vogels van de meest ver schillende pluimage, die bezwaren zien tegen het plan-Blaauw. De heer Vos is wel zeer gemakkelijk mee te krijgen, schijnt het. De verdediging van het plan-Blaauw heeft spr. niet kunnen overtuigen, al spijt het hem. waar nu al 5 jaren vruchteloos zijn verstreken, zoodat het tijd wordt te gaan bouwen. Z.i. geeft het plan-Blaauw geen behoorlhk utiliteitsgebouw, terwijl het plein overbodig en een misgreep is. wat nog extra-geld kost bovendien. Spr. voelt wel voor het amendement- Tepe. De heer WILMER herhaalt tegenover den heer Vos. dat advies niet wil zeggen be slissing. Anders zou men ook geregeld met B. en W. moeten meegaan! Bovendien, het advies is aarzelend, spr. tracht dit aan te toonen. De rechtvaardigheid elscht plan nen onder dezelfde voorwaarden. Spr. vraagt tenslotte, hoe het komt. dat Inzake de onteigening nog geen onderhan delingen zijn aangevangen en dringt op spoed aan. De VOORZITTER: dat is buiten de orde. EEN VOORSTEL VAN ORDE. De heer DONDERS zegt zich te verzetten tegen het voorstel van B. en W., niet het plan-Blaauw op zij te willen schuiven. Spr. stelt zich daarbij op het standpunt der R A.C. zelve, die erkent dat de heer Blaauw zijn boekje te bulten is gegaan, netgeen zij niet over den heer Kropholler heeft geconstateerd Het verweer van den heer Blaauw erkent de R A.C. ook niet die bovendien vastlegt, dat deze architect door zijn overschrijding ts gekomen tot het betere plan. Nu wordt gezegd, dat het plan-Blaauw vermoord wordt door terug brengen tot het oude terrein, doch de heer Blaauw zelf zegt, dat zijn plan ook dan mogelijk is! Z.i. is de heer Goslinga daarom te spoedig overgehaald door zijn collega Splinter. De billijkheid dient hersteld, dat gaat hem boven alles en een beoordeeling van het later ingediende plan-Blaauw in 7 tee- keningen binnen het terrein, dat de R.A.C. heeft geweigerd te accepteeren, lijkt hem beslist noodzakelijk, wil men de rechtvaar digheid betrachten. Hij doet een voorstel daartoe, tevens inhoudend, aanhouding van het voorstel van B. en W. De VOORZITTER zegt, dat dit een voor stel van orde is. De heer SCHÜLLER zegt, dat zijn fractie dit voorstel niet zal steunen, want in het voorstel van B. en W. is reeds betrokken het variant-plan Blaauw Wethouder SPLINTER zegt. dat het plan- Blaauw zooveel verslechterd wordt door terugbrengen binnen het bepaalde terrein, dat een beoordeeling der RA.C. daarover van te voren bekend is. Aan dat plan zou spr. niet willen meewerken. Daarom ont raadt hij het voorstel-Donders. Wethouder GOSLINGA zegt daardoor overtuigd te zijn en daarom zijn veran derde houding. De heer VAN ES constateert, dat wet houder Splinter zelf de oneerlijkheid van het grootere plan-Blaauw heeft vastgelegd en daarom zal hij voor het voorstel-Don ders stemmen. De heer MANDERS vraagt: hoe kunnen B. en W. vertrouwen schenken aan een architect, die zelf zegt dat de quintessens van zijn plan niet wordt gewijzigd door het kleinere plan, terwijl B. en W. zelf dat kleinere plan onuitvoerbaar oordeelen? Wethouder SPLINTER: Dat is de per soonlijke overtuiging van B. en W. De heer DONDERS slaat de opinie van de R A.C. toch hooger aan dan de per soonlijke opinie van B en W„ afgezien van de meening van den architect zelf. Boven dien houdt het niet in, dat het plan Blaauw dan van de baan is, men kan er altijd op terugkomen De billijkheid vraagt gelijke beoordeeling De heer BERGERS onderschrijft dit. De heer WILBRINK zal tegenstemmen omdat de zaak anders van voren af aan zal beginnen. Men moet nu maar be slissen De VOORZITTER ontraadt het voor stel Donders, gevend onnoodige vertraging. Gelooft men bovendien dat het kleinere plan even goed is als het grootere? Dat heeft de heer Blaauw zelf ook niet bedoeld. Het voorstel-Donders wordt verworpen met 2312 stemmen. Voor de R.-K. en de heeren v. Es. Bee kenkamp, Eikerbout en Meynen De heer MEYNEN is door den wethou der niet overtuigd. Er blijft de mogelijk heid. dat het nader overleg met architect Blaauw niet slaagt. Wat is er dan toch tegen naast het nieuwe plan Blaauw nog twee andere te stellen? Verloren wordt er niets door, zelfs geen tijd, en er is kans op winst. De heer v. ES wil het naar het voorstel- Beekenkamp geworpen balletje terugkaat sen tegen de SDAP. Spr ziet in het mee gaan met B en W. een politiek spel. Spr. aarzelt niet uit te spreken, dat de S.DAP. alleen tegen Kropholler is. omdat deze R.-K. is. (Tal van interrupties: dat is een insinuatie!). Ook de voorbereiding der S.D.A.P was zeer eenzijdig. Spr. schetst het verloop der SD.A.P-vergadering waarin het stadhuis vraagstuk is behandeld. De VOORZITTER vraagt of dit aan 't eind der debatten nog op zijn plaats is. De heer v, ES meent van wel en hij gaat J verder met zijn beschouwing over deze vergadering. De gevechten tusschen den wethouder en den heer Schüller oordeelt hij slechts spiegelgevechten. Tevoren zijn tusschen hen de kansen berekend. I De heer VERWEY zal om den tijd afzien i van het woord. D» heer v. ECK waarschuwt tegen me- dedeelingen van een spion. Verder zal hij daarop nu niet ingaan Z.i. moet een zaak wel zeer zwak staan als aan 't eind van een moeizaam debat zoo iets wordt opge worpen. Blijkbaar wil rechts door obstruc tie haar zaak nog trachten te redden, niet gewoon aan nederlagen, zooals spr.'s partij gewoon is. De heer v. ES komt op tegen dit laatste. Hij kon niet eerder komen De heer v. ROSMALEN zal voor B. en W*. stemmen op de gronden, ontwikkeld door den heer De Reede Ook de heer v. d. REYDEN zal meegaan. De heer HUURMAN wijst er op, dat de heer v. Es alleen voor zich zelf sprak, daarmede heeft rechts niets te maken. Wethouder SPLINTER handhaaft zijn betoog. Voor den heer Kropholler zou het bijtrekken van de perceelen Vischmarkt beteekenen een geheel nieuw plan. en dat zou zeker een jaar ophouden. Wat de heer v. Es zeide, is beneden zijn waardigheid. Wethouder GOSLINGA herhaalt dat het voorstel Beekenkamp het plan B'.aauw ver moordt. (Het woord onoprecht wil spr. terugnemen, dit handhaaft hij)- Waarom dit plan uitgeschakeld? De heer BEEKENKAMP: Om de billijk heid! De WETHOUDER verklaart den heer Ei kerbout geen gelegenheid te hebben ge had van zijn veranderde zienswijze ken nis te geven, om tenslotte tegenover den heer Tepe nog eens zijn meening uiteen te zetten Diens amendement kan hij niet steunen met het oog op het uitstel dat daarvan gevo'g zou zijn. De heer HUURMAN stelt voor de discus sies te sluiten. Z.h.st. aangenomen. De heer BEEKENKAMP constateert, dat de behandeling van deze belangrijke zaak zeer onbevredigend ls geweest en hij hoopt dat het oordeel der geschiedenis niet ver nietigend zal zijn! Niet overnemen van het amendement- Tepe ba teekent z.i. eigenzinnigheid en halsstarrigheid bij het college. Eigen voorste! wijzigt hij alsnog zoo, dat de perceelen Vischmarkt 7 en 8 mogen worden benut. Wethouder TEPE heeft zich in verbin ding gesteld met architect KroDholler. Deze zeide gereed te zijn voor Den Haag en nu nog 3 a 4 maanden noodig te hebben voor een nieuw plan Van uitstel is dus geen sprake Spr doet een beroep op de recht vaardigheid van den raad en speciaal op wethouder Goslinga. Het is ook in het gemeentebelang. De VOORZITTER meent, dat wel dege- RECLAME. 8859 iij'k tijd verloren zal gaan daar de heer Blaauw geen nieuw plan heeft te ontwer pen. slechts heeft te wijzigen. STEMMINGEN. Het voorstel-Bcekenkainp i'.s. wordt ver worpen met 2213 stemmen. Voor de R.-K.en de heeren Wilbrink, v. Es Beekenkamp. -Mevnen en Eikerbout. Sub 3 van B. en W. wordt aangenomen met 2312 stemmen. Tegen de heeren Coster, van Es, Simo- nis. Wilbrink, Beekenkamp, Eikerbout, Meynen. Bergers. Manders. Donders. Huur man en Wilmer. Sub a luidt: a. de perceelen Vischmarkt nis 7 en 8 mede voor den Stadhuisbouw aan te wij zen (het perceel Breestraat No. 92 valt reeds, zooals uit het bovenstaande is ge bleken, onder het bij raadsbesluit van 11 Jult 1932 aangegeven bouwterrein). Het amendement-Tepe wordt verworpen met 21—14 stemmen Voor de EK. en de heeren v. Es, Wil brink, Beekenkamp, Eikerbout, Meynen en Huurman. Sub b van B. en W. wordt aangenomen met 2114 stemmen. Zelfde stemver houding. Sub b luidt: b. ons College te machtigen het plan van den architect C. J. Blaauw nader door dezen te doen uitwerken zulks in over leg met ons College en de Raadhuis- Advies-Commissie waarbij rekening zal worden gehouden met de wijzigingen, welke door ons College noodig zullen wor den geoordeeld. Sub c en d worden z. h. sL goedgekeurd. Deze luiden: c. te besluiten, dat het uitgewerkte plan aan de goedkeuring van Uwe Vergadering zal worden onderworpen; d. het adres van de heeren dr. Henri Polak cs. als afgedaan te beschouwen. INTERPELLATIE WILBRINK. De heer WILBRINK licht zijn vragen toe luidende, 1. Zijn Burgemeester en Wethouders ook bereid de redenen mede te deelen, waar om aan de eigenaren van de perceelen Breestraat, Koornbrugsteeg en Visch markt, waarvan tot aankoop of ont eigening is besloten in de vergadering van den gemeenteraad van 11 Juli 1932. nog geen bod is gedaan, gelijk in de onteige ningsprocedure is vereiseht? 2. Zijn Burgemeester en Wethouders niet van oordeel, dat door het uitblijven van dit aanbod de gemeente belangrijke schade kan lijden en vcor de eigenaren der win kelpanden zeer groote moeilijkheden kun nen ontstaan? 3. Ztjn Burgemeester en Wethouders niet van meening, dat, wanneer door besluiten van het gemeentebestuur, in het algemeen belang genomen, particuliere belangen worden geschaad en moeilijkheden in de uitoefening van hun bedrijf ontstaan, het de moreele plicht ls van het gemeente bestuur, er toe mede te werken deze schade en moeilijkheden zooveel mogelijk te be perken? Z.i. is er alle reden tot spoed, ook uit belang der gemeente zelf. opdat de winke liers zich tijdig elders kunnen voorzien, hetgeen een besparing kan meebrengen. Moreel is de gemeente ook verplicht dc bezwaren der ingezetenen zoo veel moge lijk te ondervangen in het belang der be trokkenen en van de gemeente. Tenzij er onoverkomelijke bezwaren aan wezig zijn geweest, is het college z.i. in zijn taak te kort geschoten. De VOORZITTER zal in het kort ant woorden en de redenen aangeven, die een bod hebben tegengehouden. Een feit is het dat de advocaat der ge meente nog niet gereed is, daar de rap porten der schatters nog niet volledig ziin Ingekomen, daar nog een en ander te onderzoeken is. Ongetwijfeld is voor de onteigening spoed gewenscht, doch het aanbod der gemeente moet goed gefundeerd zijn. daar als partijen niet tot overeenstemming komen, de rechter moet beslissen. Natuurlijk zijn B. en W. bereid zooveel mogelijk tot spoed aan te zetten, en reeds is op bespoediging aangedrongen bij den advocaat. Reeds kunnen inlichtingen daar worden verstrekt. De tijd was niet zoo rijkelijk toegeme ten, nader zet spr. dat aan de hand van diverse data uiteen De lastige kwestie van servituten, kel ders enz. is ernstige studie. Er is zeer snel gewerkt. Mr. Seylhouwer, een bij uitstek deskundige, oordeelt een jaar ook te kort als termijn. Zeker, uitstel kan lastig zijn, doch de gemeente mag zich daardoor niet alleen laten leiden De heer WILBRINK is niet bevredigd. Z. i. was er toch vooruit te werken ge weest en waarom de menschen bij vragen met een kluitje in 't riet te zenden? In Jult is gevraagd of boekonderzoek werd toegestaan en nu pas tn December wtl men dit toepassen! Alleen dit moet al twijfel wekken of er wel oordeelkundig wordt gewerkt. De heer WILMER oordeelt ook, dat niet al te vlug wordt gewerkt gelet op »er- schillende hiaten, doch napraten heeft geen zin. Spr. betreurt echter dat. ge»n enkele verdere toezegging wordt gedaan en alsnog dringt hij daarop aan. Een aan-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 9