LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 1 December 1933
Vijfde Blad
No. 22609
HST EN LETTEREN.
Sint-Nicolaas-
Geschenken
A. PARMENTIER'S
WOLMAGAZIJN
«D1
BREESTRAAT 128.
Telefoon 1936.
1T5EK VAM HET
WI1TE
Jaargang
JAV VAN ANROOY.
Nieuwe Rijn 8.
L. deze beschouwing deed op
ader mijn gewone rubriek „Bouw-
EJhoon" zou daar zeer ^ker niet
Kei bezwaar tegen bestaan. Doch
n slotte toch een eenzijdigheid
schilder Jan van Anrooy on-
Dat we hier evenwel het
rfjae even vooropstellen, komt
■omstandigheid, dat we het eerst
izljn werk zagen in de Prentver-
i van ons Gemeentelijk Archief,
[initiatief van mr. dr. Verburgt.
en 20-tal zijner fraaie aquarellen
Voor ons archief is elke prent
'ie, die topografische nauwkeu-
zlt. En wanneer dan ten o.ver-
kunstenaar de schepper van
K is, dan wordt die waarde meer
jubbéld. Dat waardeert men pas
Cneer men de prachtige platen
•broeders La Fargue uit de eerste
18de eeuw hier beschouwt. Aan
sche nauwkeurigheid paren deze
charme. Voor onze kennis
fverleden zijn deze platen onmis-
j geven de serie stadspoorten en
stadsgezichten ter eene zijde vol-
fcjectief, met dien verstande dat
een volkomen juist beeld kunnen
jan de oude bouwkunstige monu-
zij geven ze tegelijk in de
("den tijd.
3 aquarellen, welke we van den
Anrooy in het Archief zagen,
frele opzichten aan die van La
Jenken. Juist het verschil bepaalt
jvereenkomst van wezen en strek-
Fargue gaf de beelden van zijn
i sfeer van zijn tijd. Van Anrooy
f beelden van onzen tijd, voorzoo-
Jud? bouwkunst betreft, in de sfeer
(er. tijd: hij voelt onze meest typi-
le gebouwen aan onder modem
p zijn platen zijn niet alle steen-
ille detailtjes geteekend, zoodat zij
e loupe te voorschijn komen, zoo-
5de eeuwers dat deden. Doch hij
het detail. Men voelt ondanks
i opzet van zijn aquarellen, dat
er zijn. En dat is voldoende,
(bouwkunstige details wil hebben,
D foto. Doch met een foto bereikt
dat de dingen in zoo hooge
by den kunstenaar verschijnen
ispiegeling van den scheppenden
llfn bekijke eens de zeer mooie
[Tan de Stadstimmermanswoning,
i juweeltje van Hollandsche re-
Men kan natuurlijk niet zeggen
eglijntje, elk profielje met foto-
te uuwkeurigheid is weergegeven
Icibreekt er niets aan. Het is
samengevat in zeldzame frischheid van
coloriet, zooals de kunstenaar het zag,
zonder aan vormen en verhoudingen
eenigerlei afbreuk te doen. Het is gezien
zooals wij het zien in onzen tijd en de
kunstenaar is de tolk, die ons onze eigen
visie duidelijk maakt. Zoo de minnaar
van het Leidsche Stedeschoon gaarne
zoo'n plaat in zijn woning zou hebben,
dan begrijpen we dat. Doch zou hij het
betreuren, dat ze is opgeborgen in een
archiefportefeuille, dan heeft hij ongelijk.
De platen van La Fargue en anderen zijn
nu tweehonderd jaar oud en ouder. Als
er geen ongelukken gebeuren en de platen
van Van Anrooy zijn tweehonderd jaren
oud, dan mag men aannemen, dat zij voor
hen. die dan het oude stedeschoon histo
risch of uit kunstzinnig oogpunt bestu-
deeren dezelfde waarde hebben als die van
La Fargue voor ons. En daarom mag een
woord van hulde en dank ook niet worden
onthouden aan onzen archivaris mr. dr.
Verburgt, die ze in de Prentverzameling
opnam om ze voor het nageslacht te be
waren.
We zullen hier natuurlijk geen volledige
catalogus geven van deze platen. We noe
men alleen het oude 17d eeuwsche huisje
Haven 23, waarschijnlijk de voormalige
poortwachterswoning: het oude trapge-
veltje met de geelgeblokte ontlastings-
bogen in het warme, verweerde oude rood
van den gevel, een wondermooi picturaal
gevalletje, geheel gezien met de toevallige
bijkomstigheden van 1933; we noemen de
de frissche aquarel van de Zijlpoort; dan
het gezicht op de koepel van „Groenoord"
van den kant van den vijver gezien. En
dan denkt men aan den stillen droomer
Floris Verster. die hier het grootste ge
deelte van zijn leven peinsde en werkte.
Ik noem de beide typische gezichten op
de ruïne van de uitgebrande Petruskerk.
Dan zijn er nog een aantal gezichten op
Leiden vanaf Allemansgeest, Ter Wad
ding, De Vink, de Lage Morschweg, de
Julianabrug. Deze gezichten zijn vooral
voor de toekomst belangrijk, omdat het
stadssilhouet voor allerlei gebouwen met
of zonder toren voortdurend wijzigt. De
geschiedenis van het stadsbeeld wordt
door beeldende kunstenaars geschreven.
We herinneren slechts aan Jan van
Goyens gezicht op Leiden vanaf de Zyl,
aan Hagens groote bekende gravure. En
zoo is er meer. Is het geen voorrecht voor
het nageslacht te mogen aanschouwen,
hoe anno 1933 vanaf Allemansgeest het
silhouet van Leiden zich in fijne karteling
afteekende tegen de lucht. Er zijn verder
typische gezichten op Rijnsburg, Valken
burg, waar het juist Koninginnedag was,
Katwijk. Wassenaar en Noordwijk.
Het Archief is natuurlijk geen tentoon
stellingsgebouw en bezit daarvoor ook niet
de noodige en geschikte ruimten. Werke
lijk belangstellenden zal evenwel gaarne
de portefeuille worden getoond.
Doch wie zich elders op de hoogte wil
stellen van het werk van Van Anrooy, be-
zoeke zijn tentoonstelling, welke heden
wordt geopend in het huis Nieuwe Rijn 8.
Men vindt daar werk van denzelfden
geest, fraaie aquarellen te kust en te keur.
En alle hebben ze tot onderwerp oude
gebouwen en typische stadshoekjes te Lei
den of gegevens uit den naasten omtrek.
Al dit werk is topografisch accuraat, zon
der in gepeuter te vervallen. Het is vlot
en frisch gedaan, altijd boeien van toon
en gevoelig van sfeer.
Het trekt mij bizonder aan, zoowel om
de artistieke kwaliteiten als om de om
standigheid, dat ik zelf, zij het op andere
wijze, reeds eenige jaren mijn volle liefde
en belangstelling bepaal bij het oude
bouwkunstige stadsschoon en de onder
werpen bespreek, die Jan van Anrooy hier
in de taal van vorm en kleur exposeert.
Ik noem u: de molen „De Stier", heel
mooi van kleur; de Marekerk, forsch uit-
koepelend boven de omringende bebou
wing. de Hooglandsche Kerk, gezien van
af De Burcht, 's-Gravenzande's prachtige
poort van de Doelenkazeme. onze Acade
mie, de Morschpoort, het oude gedeelte
van Gravenstein. met zijn grauwe muren
en 16de eeuwsche loggia. Men voelt hoe de
eeuwen over dit sombere bouwwerk zijn
heengegaan. Wel heel sterk is de toon,
de sfeer van dit werk.
En zoo kunnen onze Leidsche bemin-
naren van de mooie Hollandsche plassen
in onze omgeving hun hart ophalen aan
een paar gezichten op de Kaag, het eene
woelig en bewogen en tegelijk fijn van
toon, weer met die tintelende silhouetjes
van het dorp op den achtergrond; het
andere rustig en fijn als een droom.
En zoo is er meer, dat uw aandacht en
belangstelling ten volle waardig is.
Jan van Anrooy is geboortig uit Zalt-
Bommel. waar ook de wieg stond van zijn
verwant, den te Leiden zoo hoog gewaar -
deerden dr. Peter van Anrooy. waar ook
de schilder A. van Anrooy en architect
Van Anrooy vandaan kwamen. Het schijnt
dat de oude architectuur van het stadje
en zijn eigenaardige ligging op heel veel
Bommelaars een buitengewonen invloed
uitoefent. Dit zal ook wel de oorzaak zijn,
dat Jan van Anrooy zich aangegrepen ge
voelt door het Leidsche stadsschoon.
We hopen van harte, dat zeer vele
kunstvrienden en vooral zij, die kunst
liefde aan waardeering van 't stadsschoon
paren, hun schreden zullen richten naar
Nieuwe Rijn 8 trap op Kamer No. 1.
o
NIEUWE UITGAVEN.
EEN HALVE EEUW VAN STRIJD.
Herinneringen van J. H. Schaper.
Auto-biografieën zijn in ons land dun
gezaaid! Den laatsten tijd voelen zich ech
ter meer vooraanstaande figuren gedron
gen om hun leven en hun streven te boek
te stellen. Daarbij heeft zich nu ook ge
voegd de heer J. H. Schaper, het bekende
soc.-dem. Tweede Kamerlid. Ook hij heeft
zich gezet aan het neerschrijven van wat
hij in 'n halve eeuw van strijd heeft mede
gemaakt. Hij behoorde tot de eerste voor
vechters der sociaal-democratie en voor
den lateren geschiedschrijver der politieke
wordingen der laatste 25 jaren zal ook zijn
boek een welkome vraagbaak kunnen zijn.
Het eerste deel zijner herinneringen is
thans uitgekomen bij de firma J. B. Wol-
ters, te Groningen, dus in het geboorteland
van dezen door zelf-ontwikkeling van
schildersleerjongen tot leider van groot
formaat der soc.-dem. arbeidersbeweging
hier te lande uitgegroeide.
Het eerste deel ademt geheel den geest
van den schrijver: eenvoudig, kort en
krachtig volgens Groningschen landaard.
Het geeft een goed beeld van de beweging
onder de arbeiders in socialistische rich
ting in de eerste periode, doch besluit met
een verdediging van den auteur tegen het
geen de leider P. J. Troelstra in zijn me
moires schreef over den gang van zaken
in het befaamde jaar 1918, aldus vooruit
loopend op de geregelde gang van zijn
verhaal. De voorvallen van 1918 en de
memoires van den geliefden leider Troel
stra zitten den heer Schaper hoog, dat
blijkt daaruit wel in 't bijzonder en hij
heeft niet geaarzeld om de handschoen op
te nemen, hoezeer het hem overigens ook
ter harte gaat te moeten tornen aan de
glorie van een figuur, als Troelstra was in
de S.D.A.P. Ook hier geeft hij onopgesmukt
zijn visie op de gebeurtenissen en het is
zeer interessant daarvan kennis te nemen.
In hoeverre zijn oratio pro domo histo
risch verantwoord is, zal natuurlijk pas
later zijn vast te stellen, doch hier spreekt
een oprecht man naai- zijn oprechte mee
ning, zonder ergens doekjes om te winden.
De prijs van dit eerste deel bedraagt
f. 3.25.
Het „Plaatsjesalbum Noord-Holland" is ver
schenen als het zevende nummer der door
Jacob Bussink uitgegeven serie „Mijn land"
Het leerzame album dat 100 kleine en 2
groote platen naar oorspronkelijke aquarel
len bevat, werd weer keurig verzorgd door
de firma Enschede te Haarlem.
Een aantrekkelijk geheel is ook het door
de N.V. Verkade's Fabrieken uitgegeven
albuin dat „De bloemen en haar vrienden"
tot onderwerp heeft en waaraan de schil
ders Rol en Voerman hun medewerking
verleenden als illustrators. Dr. Jac. Thijs se
geeft een boeiend relaas over de merk
waardigheden uit het leven der bloemen
en insecten, waarvoor iedereen waardeering
moet hebben. De typografische verzorging
is tot in de puntjes behandeld door do
firma's van Leer en Co en Blikman en
Sartorius.
Dc firma H. Meulenhoff te Amsterdam
zond ons haar nieuwste kinderboeken toe,
verschenen in de z.g. „Gulden-serie" en
„Zonnige Jeugdserie". Van do eerste serio
noemen wij „Hoe Josientje Schrijfster
werd' door Dora Musbach, met illustraties
van B. J. Kempers. „Het Spookhuys in
het Bosch" door H. E. Kuijlman, met
illustraties van Jan Wiegman; van de
tweede serie „Uit Tante's Jeugd" door
Ida Heijermans, geïllustreerd door Jan
Wiegman. „Toen het Raderwerk stil stond'*
door N. J. P. Smith, illustraties van Jan
Lutz; „De verlaten Kapel" door N. K.
Bieger, met illustraties van W. G. v. d.
Hulst Jr. en „Het Vredesgas" door P A.
Lankester, geïllustreerd door B. J. Kempers.
RECLAME.
Wij brengen een groote sorteering tn
Wollen Handschoenen,
Pull-Overs, Shawls en
Mutsen
164Q
ié j
IEN NIEUW FILMGEZICHT.
Albert Lieven.
Men der groote voordeelen van de
f zij ook de jeugd ten tooneele kan
hetgeen groote mogelijkheden
I Carl-Froehlich film, die door de
[.Nederland in circulatie gebracht
getiteld „Ontwakende Jeugd" (Rei-
tagend), speelt de jonge Albert Lie-
to: van Knud Sengebusch. Hij ver-
Ieronder in aphoristische kortheid
pere.
f*"**™".
Albert Lieven.
t «'rJïet> J11 groot Seluk gehad,
toekp - n Koeningsberg, toen 14
in 2' 0 minuten spreken en ik
'i# t aan het Stadttheater.
u? woken zoeken. 10 minuten
v.,, a' en Carl Froelieh engageer-
iiuenl? h°ofdrol in zijn film „Rei-
Hmnnscript te lezen en was
Zoo goed en echt vond ik
teeTóor'hu 2^ nees' Eensdeels, om-
1 tr.jj. y 'ooneelspelers niet alleen
xi ?ew°onte is en ander-
i c? v«rantwoordelijkheid, die
.werd gelegd en mijn
a«r mijn medespelers en re-
IQOJa
1 Wanïenwerken met Carl Froe-
fiooiiM'- erlangen van iederen
f u- er Met Heinrich George
F-'-' jj. a 'eek mij een vermetelheid
indruk, dien hij ander-
i* '-r .'0 en tijdens een gastspel in
IU x3 rP mU had gemaakt en hoe
ff;.' .ean schooljongen aan den
gestaan en hem niet
Si*.)». preken. Maar het werd
erg, dan ik het me voor-
Ik bemerkte, dat al deze „grooten" in de
allereerste plaats menschen zijn en toen
dit tot mij doordrong, voelde Ik mij dade
lijk veel meer op mijn gemak. Onze aan
voerder, onze geachte „oom Carl" Froelieh
gaf den toon aan en deze toon ging door
het geheele atelier, van den lampenist,
die op de bovenste brug stond tot de spe
lers. Een groote werkgemeenschap, zooals
ik ze nog maar zelden heb meegemaakt,
een collectief in den besten zin des woords.
Menschen, die opgetogen en vol levenslust
waren.
Zelfs als in Stralsund het weer ons vaak
in den steek liet, mopperde niemand, ook
niet meneer Pfulhaupt, de man, die op de
kas moest passen. Aan zijn goede humeur
hadden we het ook te danken, dat wij
vaak een heerlijken „Stralsunder" borrel
konden verschalken.
Proost Hertha Thiele. Bienchen Peters,
Marie Louise Claudius!
Proost Stemmle, Supper. Heinrich Geor
ge. Peter Voss!
Proost alle anderen die er bij waren!
Een speciaal „progst" voor „oom Carl!"
Men zegt: waarvan het hart vol is enz..
Maar ik vind, dat het tegendeel waar is,
en dat je tong je in den steek laat. Ik kan
ed op het oogenblik niet veel van vertel
len, omdat alles zoo nieuw is en eerlijk
gezegd, ik was zeer treurig gestemd, toen
ik den laatsten opnamedag 's nachts om 2
uur doodmoe het atelier verliet. Het was
'n moeilijk afscheid geweest. Van het werk
van de prettige collega's, van „oom Carl"
en zijn medewerkers.
Vier weken inspannende gemeenschap
pelijke arbeid waren achter den rug. Doch
zoo gaat het altijd wanneer men 'n groote
gebeurtenis in zijn leven afsluit als „ge
weest en voorbij". Deze 4 weken in de
Carl Froelich-film waren een mooie en
grootsche gewaarwording vqor mij.
WEET U WAT MEN STERREN SCHRIJFT?
In Amerika hecht men aan de „fan
mail" die de filmstudios bereikt, de brie
ven van bewonderaars van deze of gene
ster, groote waarde. De binnenkomende
brieven, die wekelijks ettelijke duizen
den in getal zijn, worden niet, zooals soms
gemeend wordt, ongeopend weggegooid,
doch vormen integendeel een belangrijke
bron van informatie, waaruit de studios
den smaak en de sympathieën van het
publiek trachten te peilen.
Natuurlijk zijn alle brieven niet even
belangrijk, doch de onbeholpen gestelde
regels van een meisje in een klein pro
vincieplaatsje hebben voor de filmpro
ducers evenveel waarde als de dikwijls
zeer belangwekkende epistels van meer
intellectueele zijde.
Marion Brooks Ritchie heeft de weinig
aanlokkelijke taak al de brieven die de
Hollywoodsche Paramount studios berei
ken door te werken en haar gegevens in
gewichtig uitziende statistieken onder te
brengen. De tegenstrijdigste verlangens
van de millioenen die onder den verzamel
naam „publiek" behooren worden in
haar tabellen verdisconteerd.
Het spreekt vanzelf dat de populairste
ster, die dus voor het studio de grootste
waarde heeft, het grootste aantal brieven
Qja&assli ep.aae step ssêysB test heeft
ook een snelle vooruitgang in het cijfer,
dat de wekelijksche post aangeeft, meestal
een salarisverhooging ten gevolge. Inte
ressant is het geval van Mae West, wier
mail na het uitbrengen van haar eerste
film, „Lady Lou", in twee weken tijds van
enkele tientallen tot vele duizenden per
week groeide, en nog voortdurend grooter
wordt.
Kwesties die dikwijls moeilijk te beant
woorden zijn vinden soms een onver
wachte oplossing in Miss Ritchie's lijsten.
Zoo wilde een producer nu eindelijk wel
eens weten hoe het kwam dat Maurice
Chevalier in al den tijd die hij nu in
Hollywood doorbrengt nog geen behoorlijk
Engelsch had geleerd. Miss Ritchie kon
het voor den Franschman opnemen daar
de binnenkomende brieven voor Chevalier
bijna allen complimentjes met zijn leuke
accent bevatten. Een tijd lang werden
toen plannen beraamd om dit accent voor
niet minder dan een half milUoen te ver
zekeren. en dat het niet doorging komt
alleen omdat er niemand te vinden was die
een dergelijk risico wilde dragen.
Eenige van zijn bewonderaars schre
ven hem:
„Ga zoo vaak naar Parijs als U kunt,
want Uw accent begint te verdwijnen."
„Ik heb opgemerkt, dat U in Uw laatste
film een keer „it" gezegd hebt in plaats
van „iet".
In zijn nieuwste film, „The Way to
Love" heeft Chevalier er dan ook voor
gezoigd dat zijn accent goed te hooren
zal zijn. Dit komt hem ditmaal in zijn uit
beelding goed te pas, want de film
speelt in Parijs, en Chevalier speelt er
een arme drommel in, wiens hoogste ideaal
het is officieel erkend gids te worden die
de vreemdelingen in een mengelmoes van
Fransch en Engelsch door de straten van
zijn geliefde vaderstad leidt.
FILMNIEUWS.
Johan Arrendsma, een Hollander in
Borneo geboren, is door Paramount
geëngageerd als hulp-regisseur bij de op
namen voor „White Woman", welke film
zich in de Maleische jungle afspeelt.
Arendsma heeft zijn heele leven onder
de bewoners van verschillende Neder-
landsch-Indische eilanden doorgebracht,
kent de taai van vele verschillende volks
stammen en heeft langen tijd in de verste
uithoeken van de wildernis gewoond, waar
het leven nog zeer primitief was. Zijn erva
ring komt thans in Hollywood goed te pas.
Charles Laughton, Carole Lombard,
Charles Bickford en Kent Taylor spelen de
hoofdrollen in „White Woman".
Merlene Dietrich speelt onder regie van
Joseph von Saemberg in haar nieuwste
Paramountfilm „Katherina de Groote",
waarvan de opnamen reeds in vollen
gang zijn.
Het leven vol sensaties van Jack Dia
mond, den gangster-koning van Chicago,
zal door Paramount verfilmd worden.
Georges Bancroft, die lang niet meer bij
Paramount gespeeld heeft, zal de titelrol
In deze productie vervullen. De regie zal
Harry Joe Brown voeren.
Dorothea Wieck's tweede film voor
Paramount zal heeten „Mrs. Fane's Baby
is Stolen". Onder de regie van Alexander
Hall zal met de opnamen binnenkort be
gonnen worden. Ernst Lubitsch speelt in
deze film een opgewonden buitenlandsche
regisseur. Het is te verwachten, dat hij
deze rol naar behooren zal vervullen.
Lilian Harvey - John Boles in de Fox Film
„De 200 P.K. van Zijne Majesteit"
HET EEN EN ANDER OVER
LILIAN HARVEY.
Lilian Harvey wier nieuwste Amerikaan-
sche film „My Lips betray" hier met
spanning afgewacht wordt hoe lang
hebben wij haar nu al niet gezien! viel
letterlijk in de film! Dit gebeurde op de
volgende wijze:
Lilian had een engagement als danse
resje in een Weensch theater.
Op een avond struikelde zij en
viel. over het voetlicht heen, in het
orkest midden in de Turksche trom, waar
zij op een meer dan komische manier
bleef zitten. Toevallig was tijdens deze
voorstelling de regisseur Robert Land aan
wezig, die haar direct een rol gaf in „The
Curse".
Jaren later zou zij door een toeval de
zelfde rare buiteling maken. Zij voerde
toen een moeilijken Spaanschen dans uit
en verstuikte haar enkel, met het bekende
resultaat. Richard Eichberg wilde haar
een contract geven, doch zij weigerde. Ter
wijl zij echter herstellende was van haar
val, teekende haar moeder het contract,
dat haar tot een „Internationale Beroemd
heid" zou maken.
Lilian werd geboren in Homsey, een
voorstadje van Londen, op 19 Januari.
Haar moeder noemde haar Lilian, omdat
zij zooveel hield van lelietjes van dalen.
In 1914 ging Lilian met haar familie naar
Zwitserland om bloedverwanten te bezoe
ken en konden zij, door het uitbreken van
den oorlog, niet naar Engeland terugkee-
ren. De familie vestigde zich te Berlijn.
Lilian's vader is een geboren Duitscher en
heet Pape, terwijl haar moeder's meisjes
naam Harvey is. Zij bezocht nu eerst het
Lyceum Schoeneberg en nam daarna
danslessen bij de beroemde Mary Zimmer
man van de opera te Charlottenburg.
Hiema kreeg Lilian een contract als
danseresje in de revue van Emil Schwarz
ln het Ronacher Theater te Weenen. Na
haar eerste optreden voor de film ver
klaarde Lilian, dat zij nooit meer een film
zou maken, doch Eichberg wist Mrs. Har
vey te overreden en verschillende films
volgden Bij de première van „The Wild
Lola" in Londen werd zij onstuimig toe
gejuicht. Hiema maakte zij de film „One
nigth in Londen" en keerde toen naar
Berlijn terug voor een langdurig Ufa-
contract. Eenige van haar meest bekende
films die over de geheele wereld vertoond
werden, zijn: „Drie met een Benzine
pomp", „Het congres danst", „Ein blonder
•SBSgi" eg j£h ygg dje gatóeöeH,
Zij staat bekend
enthousiasme.
om haar ijver en
John Boles, die haar nieuwe partner is
in ,My Lips betray" of „De 200 PK.
van Zijne Majesteit" vertelt het volgende:
„Hoe ik haar vind? Ik zal het jullie
vertellen, maar ik ben eigenlijk niet wel
bespraakt genoeg, om mijn oordeel pre
cies onder woorden te brengen. Een teer
etherisch, uitbundig, spontaan wezentje
met een heerlijke jonge naïviteit, vragende
blauwe oogen en een ondoorgrondelijk
karakter. Zoo zie ik haar! Ze is buiten
gewoon intelligent, ongekend charmant,
maar boven alles idealisteze ziet haar
filmwerk als levensideaal. Op haar be
weeglijk, lief gezichtje staan alle emoties
te lezen, „her Ups betray" haar gedach
ten en droomen. Men heeft steeds het ge
voel, of dat teere lichaampje te zwak is,
om de ongemeen sterke dynamische per
soonlijkheid, die in haar leeft, te dragen.
Voor Lilian gaat haar werk boven alles.
Haar eerzucht, haar roeping staan op de
allereerste lijn. Ze ls onvermoeid, met een
taal uithoudingsvermogen. Ik heb haar
soms na een werkdag van acht of tien
uur zien dansen of moeUljke gymnastische
toeren verrichten. Van rusten wil ze niet
weten; zelfs haar regisseur kan haar niet
tot rusten brengen. Mijn ervaring is ver
der zegt John Boles dat Lilian Harvey
nooit boos wordt, noch haar stem ver
heft! Zij is vriendelijk en goedhartig voor
ledereen en helpt, waar ze kan, haar min
derbedeelde filmzusjes.
Wat haar sportcapaciteiten betreft, ben
ik een harer bewonderaars, want op dit
gebied laat ze alle Hollywoodmeisjes vèr
achter zich. Zij duikt als een visch en
zwemt op de lange afstandsbaan. Ze doet
dc gevaarlijkste acrobatische toeren aan
rek en ringen en verdienstelijk werk als
koorddanseres.
Over haar werkdag zegt zij: Een ouder-
wetsche wekkerklok (film-artisten zijn
bijgeloovig en dit is een familiestuk) doet
om zes uur haar alarmsignaal hooren
Eén minuut over zes springt zij uit de
veeren onder de koude douche en half
zeven begint haar uitgebreid ontbijt.
Kwart over zeven krijgt de bewaker aan
de poort van de studio een vrooliik mor
gengroetje van de blonde LiUan. In haar
bungalow zitten kappers en grimeurs te
wachten, die haar tot het fllmwezentje
maken, dat over alle filmdoeken der we
reld rondfladdertKwart over achten,
tetet. Hoe laat hij eindigt,