LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 1 December 1933 Vijfde Blad No. 22609 HST EN LETTEREN. Sint-Nicolaas- Geschenken A. PARMENTIER'S WOLMAGAZIJN «D1 BREESTRAAT 128. Telefoon 1936. 1T5EK VAM HET WI1TE Jaargang JAV VAN ANROOY. Nieuwe Rijn 8. L. deze beschouwing deed op ader mijn gewone rubriek „Bouw- EJhoon" zou daar zeer ^ker niet Kei bezwaar tegen bestaan. Doch n slotte toch een eenzijdigheid schilder Jan van Anrooy on- Dat we hier evenwel het rfjae even vooropstellen, komt ■omstandigheid, dat we het eerst izljn werk zagen in de Prentver- i van ons Gemeentelijk Archief, [initiatief van mr. dr. Verburgt. en 20-tal zijner fraaie aquarellen Voor ons archief is elke prent 'ie, die topografische nauwkeu- zlt. En wanneer dan ten o.ver- kunstenaar de schepper van K is, dan wordt die waarde meer jubbéld. Dat waardeert men pas Cneer men de prachtige platen •broeders La Fargue uit de eerste 18de eeuw hier beschouwt. Aan sche nauwkeurigheid paren deze charme. Voor onze kennis fverleden zijn deze platen onmis- j geven de serie stadspoorten en stadsgezichten ter eene zijde vol- fcjectief, met dien verstande dat een volkomen juist beeld kunnen jan de oude bouwkunstige monu- zij geven ze tegelijk in de ("den tijd. 3 aquarellen, welke we van den Anrooy in het Archief zagen, frele opzichten aan die van La Jenken. Juist het verschil bepaalt jvereenkomst van wezen en strek- Fargue gaf de beelden van zijn i sfeer van zijn tijd. Van Anrooy f beelden van onzen tijd, voorzoo- Jud? bouwkunst betreft, in de sfeer (er. tijd: hij voelt onze meest typi- le gebouwen aan onder modem p zijn platen zijn niet alle steen- ille detailtjes geteekend, zoodat zij e loupe te voorschijn komen, zoo- 5de eeuwers dat deden. Doch hij het detail. Men voelt ondanks i opzet van zijn aquarellen, dat er zijn. En dat is voldoende, (bouwkunstige details wil hebben, D foto. Doch met een foto bereikt dat de dingen in zoo hooge by den kunstenaar verschijnen ispiegeling van den scheppenden llfn bekijke eens de zeer mooie [Tan de Stadstimmermanswoning, i juweeltje van Hollandsche re- Men kan natuurlijk niet zeggen eglijntje, elk profielje met foto- te uuwkeurigheid is weergegeven Icibreekt er niets aan. Het is samengevat in zeldzame frischheid van coloriet, zooals de kunstenaar het zag, zonder aan vormen en verhoudingen eenigerlei afbreuk te doen. Het is gezien zooals wij het zien in onzen tijd en de kunstenaar is de tolk, die ons onze eigen visie duidelijk maakt. Zoo de minnaar van het Leidsche Stedeschoon gaarne zoo'n plaat in zijn woning zou hebben, dan begrijpen we dat. Doch zou hij het betreuren, dat ze is opgeborgen in een archiefportefeuille, dan heeft hij ongelijk. De platen van La Fargue en anderen zijn nu tweehonderd jaar oud en ouder. Als er geen ongelukken gebeuren en de platen van Van Anrooy zijn tweehonderd jaren oud, dan mag men aannemen, dat zij voor hen. die dan het oude stedeschoon histo risch of uit kunstzinnig oogpunt bestu- deeren dezelfde waarde hebben als die van La Fargue voor ons. En daarom mag een woord van hulde en dank ook niet worden onthouden aan onzen archivaris mr. dr. Verburgt, die ze in de Prentverzameling opnam om ze voor het nageslacht te be waren. We zullen hier natuurlijk geen volledige catalogus geven van deze platen. We noe men alleen het oude 17d eeuwsche huisje Haven 23, waarschijnlijk de voormalige poortwachterswoning: het oude trapge- veltje met de geelgeblokte ontlastings- bogen in het warme, verweerde oude rood van den gevel, een wondermooi picturaal gevalletje, geheel gezien met de toevallige bijkomstigheden van 1933; we noemen de de frissche aquarel van de Zijlpoort; dan het gezicht op de koepel van „Groenoord" van den kant van den vijver gezien. En dan denkt men aan den stillen droomer Floris Verster. die hier het grootste ge deelte van zijn leven peinsde en werkte. Ik noem de beide typische gezichten op de ruïne van de uitgebrande Petruskerk. Dan zijn er nog een aantal gezichten op Leiden vanaf Allemansgeest, Ter Wad ding, De Vink, de Lage Morschweg, de Julianabrug. Deze gezichten zijn vooral voor de toekomst belangrijk, omdat het stadssilhouet voor allerlei gebouwen met of zonder toren voortdurend wijzigt. De geschiedenis van het stadsbeeld wordt door beeldende kunstenaars geschreven. We herinneren slechts aan Jan van Goyens gezicht op Leiden vanaf de Zyl, aan Hagens groote bekende gravure. En zoo is er meer. Is het geen voorrecht voor het nageslacht te mogen aanschouwen, hoe anno 1933 vanaf Allemansgeest het silhouet van Leiden zich in fijne karteling afteekende tegen de lucht. Er zijn verder typische gezichten op Rijnsburg, Valken burg, waar het juist Koninginnedag was, Katwijk. Wassenaar en Noordwijk. Het Archief is natuurlijk geen tentoon stellingsgebouw en bezit daarvoor ook niet de noodige en geschikte ruimten. Werke lijk belangstellenden zal evenwel gaarne de portefeuille worden getoond. Doch wie zich elders op de hoogte wil stellen van het werk van Van Anrooy, be- zoeke zijn tentoonstelling, welke heden wordt geopend in het huis Nieuwe Rijn 8. Men vindt daar werk van denzelfden geest, fraaie aquarellen te kust en te keur. En alle hebben ze tot onderwerp oude gebouwen en typische stadshoekjes te Lei den of gegevens uit den naasten omtrek. Al dit werk is topografisch accuraat, zon der in gepeuter te vervallen. Het is vlot en frisch gedaan, altijd boeien van toon en gevoelig van sfeer. Het trekt mij bizonder aan, zoowel om de artistieke kwaliteiten als om de om standigheid, dat ik zelf, zij het op andere wijze, reeds eenige jaren mijn volle liefde en belangstelling bepaal bij het oude bouwkunstige stadsschoon en de onder werpen bespreek, die Jan van Anrooy hier in de taal van vorm en kleur exposeert. Ik noem u: de molen „De Stier", heel mooi van kleur; de Marekerk, forsch uit- koepelend boven de omringende bebou wing. de Hooglandsche Kerk, gezien van af De Burcht, 's-Gravenzande's prachtige poort van de Doelenkazeme. onze Acade mie, de Morschpoort, het oude gedeelte van Gravenstein. met zijn grauwe muren en 16de eeuwsche loggia. Men voelt hoe de eeuwen over dit sombere bouwwerk zijn heengegaan. Wel heel sterk is de toon, de sfeer van dit werk. En zoo kunnen onze Leidsche bemin- naren van de mooie Hollandsche plassen in onze omgeving hun hart ophalen aan een paar gezichten op de Kaag, het eene woelig en bewogen en tegelijk fijn van toon, weer met die tintelende silhouetjes van het dorp op den achtergrond; het andere rustig en fijn als een droom. En zoo is er meer, dat uw aandacht en belangstelling ten volle waardig is. Jan van Anrooy is geboortig uit Zalt- Bommel. waar ook de wieg stond van zijn verwant, den te Leiden zoo hoog gewaar - deerden dr. Peter van Anrooy. waar ook de schilder A. van Anrooy en architect Van Anrooy vandaan kwamen. Het schijnt dat de oude architectuur van het stadje en zijn eigenaardige ligging op heel veel Bommelaars een buitengewonen invloed uitoefent. Dit zal ook wel de oorzaak zijn, dat Jan van Anrooy zich aangegrepen ge voelt door het Leidsche stadsschoon. We hopen van harte, dat zeer vele kunstvrienden en vooral zij, die kunst liefde aan waardeering van 't stadsschoon paren, hun schreden zullen richten naar Nieuwe Rijn 8 trap op Kamer No. 1. o NIEUWE UITGAVEN. EEN HALVE EEUW VAN STRIJD. Herinneringen van J. H. Schaper. Auto-biografieën zijn in ons land dun gezaaid! Den laatsten tijd voelen zich ech ter meer vooraanstaande figuren gedron gen om hun leven en hun streven te boek te stellen. Daarbij heeft zich nu ook ge voegd de heer J. H. Schaper, het bekende soc.-dem. Tweede Kamerlid. Ook hij heeft zich gezet aan het neerschrijven van wat hij in 'n halve eeuw van strijd heeft mede gemaakt. Hij behoorde tot de eerste voor vechters der sociaal-democratie en voor den lateren geschiedschrijver der politieke wordingen der laatste 25 jaren zal ook zijn boek een welkome vraagbaak kunnen zijn. Het eerste deel zijner herinneringen is thans uitgekomen bij de firma J. B. Wol- ters, te Groningen, dus in het geboorteland van dezen door zelf-ontwikkeling van schildersleerjongen tot leider van groot formaat der soc.-dem. arbeidersbeweging hier te lande uitgegroeide. Het eerste deel ademt geheel den geest van den schrijver: eenvoudig, kort en krachtig volgens Groningschen landaard. Het geeft een goed beeld van de beweging onder de arbeiders in socialistische rich ting in de eerste periode, doch besluit met een verdediging van den auteur tegen het geen de leider P. J. Troelstra in zijn me moires schreef over den gang van zaken in het befaamde jaar 1918, aldus vooruit loopend op de geregelde gang van zijn verhaal. De voorvallen van 1918 en de memoires van den geliefden leider Troel stra zitten den heer Schaper hoog, dat blijkt daaruit wel in 't bijzonder en hij heeft niet geaarzeld om de handschoen op te nemen, hoezeer het hem overigens ook ter harte gaat te moeten tornen aan de glorie van een figuur, als Troelstra was in de S.D.A.P. Ook hier geeft hij onopgesmukt zijn visie op de gebeurtenissen en het is zeer interessant daarvan kennis te nemen. In hoeverre zijn oratio pro domo histo risch verantwoord is, zal natuurlijk pas later zijn vast te stellen, doch hier spreekt een oprecht man naai- zijn oprechte mee ning, zonder ergens doekjes om te winden. De prijs van dit eerste deel bedraagt f. 3.25. Het „Plaatsjesalbum Noord-Holland" is ver schenen als het zevende nummer der door Jacob Bussink uitgegeven serie „Mijn land" Het leerzame album dat 100 kleine en 2 groote platen naar oorspronkelijke aquarel len bevat, werd weer keurig verzorgd door de firma Enschede te Haarlem. Een aantrekkelijk geheel is ook het door de N.V. Verkade's Fabrieken uitgegeven albuin dat „De bloemen en haar vrienden" tot onderwerp heeft en waaraan de schil ders Rol en Voerman hun medewerking verleenden als illustrators. Dr. Jac. Thijs se geeft een boeiend relaas over de merk waardigheden uit het leven der bloemen en insecten, waarvoor iedereen waardeering moet hebben. De typografische verzorging is tot in de puntjes behandeld door do firma's van Leer en Co en Blikman en Sartorius. Dc firma H. Meulenhoff te Amsterdam zond ons haar nieuwste kinderboeken toe, verschenen in de z.g. „Gulden-serie" en „Zonnige Jeugdserie". Van do eerste serio noemen wij „Hoe Josientje Schrijfster werd' door Dora Musbach, met illustraties van B. J. Kempers. „Het Spookhuys in het Bosch" door H. E. Kuijlman, met illustraties van Jan Wiegman; van de tweede serie „Uit Tante's Jeugd" door Ida Heijermans, geïllustreerd door Jan Wiegman. „Toen het Raderwerk stil stond'* door N. J. P. Smith, illustraties van Jan Lutz; „De verlaten Kapel" door N. K. Bieger, met illustraties van W. G. v. d. Hulst Jr. en „Het Vredesgas" door P A. Lankester, geïllustreerd door B. J. Kempers. RECLAME. Wij brengen een groote sorteering tn Wollen Handschoenen, Pull-Overs, Shawls en Mutsen 164Q ié j IEN NIEUW FILMGEZICHT. Albert Lieven. Men der groote voordeelen van de f zij ook de jeugd ten tooneele kan hetgeen groote mogelijkheden I Carl-Froehlich film, die door de [.Nederland in circulatie gebracht getiteld „Ontwakende Jeugd" (Rei- tagend), speelt de jonge Albert Lie- to: van Knud Sengebusch. Hij ver- Ieronder in aphoristische kortheid pere. f*"**™". Albert Lieven. t «'rJïet> J11 groot Seluk gehad, toekp - n Koeningsberg, toen 14 in 2' 0 minuten spreken en ik 'i# t aan het Stadttheater. u? woken zoeken. 10 minuten v.,, a' en Carl Froelieh engageer- iiuenl? h°ofdrol in zijn film „Rei- Hmnnscript te lezen en was Zoo goed en echt vond ik teeTóor'hu 2^ nees' Eensdeels, om- 1 tr.jj. y 'ooneelspelers niet alleen xi ?ew°onte is en ander- i c? v«rantwoordelijkheid, die .werd gelegd en mijn a«r mijn medespelers en re- IQOJa 1 Wanïenwerken met Carl Froe- fiooiiM'- erlangen van iederen f u- er Met Heinrich George F-'-' jj. a 'eek mij een vermetelheid indruk, dien hij ander- i* '-r .'0 en tijdens een gastspel in IU x3 rP mU had gemaakt en hoe ff;.' .ean schooljongen aan den gestaan en hem niet Si*.)». preken. Maar het werd erg, dan ik het me voor- Ik bemerkte, dat al deze „grooten" in de allereerste plaats menschen zijn en toen dit tot mij doordrong, voelde Ik mij dade lijk veel meer op mijn gemak. Onze aan voerder, onze geachte „oom Carl" Froelieh gaf den toon aan en deze toon ging door het geheele atelier, van den lampenist, die op de bovenste brug stond tot de spe lers. Een groote werkgemeenschap, zooals ik ze nog maar zelden heb meegemaakt, een collectief in den besten zin des woords. Menschen, die opgetogen en vol levenslust waren. Zelfs als in Stralsund het weer ons vaak in den steek liet, mopperde niemand, ook niet meneer Pfulhaupt, de man, die op de kas moest passen. Aan zijn goede humeur hadden we het ook te danken, dat wij vaak een heerlijken „Stralsunder" borrel konden verschalken. Proost Hertha Thiele. Bienchen Peters, Marie Louise Claudius! Proost Stemmle, Supper. Heinrich Geor ge. Peter Voss! Proost alle anderen die er bij waren! Een speciaal „progst" voor „oom Carl!" Men zegt: waarvan het hart vol is enz.. Maar ik vind, dat het tegendeel waar is, en dat je tong je in den steek laat. Ik kan ed op het oogenblik niet veel van vertel len, omdat alles zoo nieuw is en eerlijk gezegd, ik was zeer treurig gestemd, toen ik den laatsten opnamedag 's nachts om 2 uur doodmoe het atelier verliet. Het was 'n moeilijk afscheid geweest. Van het werk van de prettige collega's, van „oom Carl" en zijn medewerkers. Vier weken inspannende gemeenschap pelijke arbeid waren achter den rug. Doch zoo gaat het altijd wanneer men 'n groote gebeurtenis in zijn leven afsluit als „ge weest en voorbij". Deze 4 weken in de Carl Froelich-film waren een mooie en grootsche gewaarwording vqor mij. WEET U WAT MEN STERREN SCHRIJFT? In Amerika hecht men aan de „fan mail" die de filmstudios bereikt, de brie ven van bewonderaars van deze of gene ster, groote waarde. De binnenkomende brieven, die wekelijks ettelijke duizen den in getal zijn, worden niet, zooals soms gemeend wordt, ongeopend weggegooid, doch vormen integendeel een belangrijke bron van informatie, waaruit de studios den smaak en de sympathieën van het publiek trachten te peilen. Natuurlijk zijn alle brieven niet even belangrijk, doch de onbeholpen gestelde regels van een meisje in een klein pro vincieplaatsje hebben voor de filmpro ducers evenveel waarde als de dikwijls zeer belangwekkende epistels van meer intellectueele zijde. Marion Brooks Ritchie heeft de weinig aanlokkelijke taak al de brieven die de Hollywoodsche Paramount studios berei ken door te werken en haar gegevens in gewichtig uitziende statistieken onder te brengen. De tegenstrijdigste verlangens van de millioenen die onder den verzamel naam „publiek" behooren worden in haar tabellen verdisconteerd. Het spreekt vanzelf dat de populairste ster, die dus voor het studio de grootste waarde heeft, het grootste aantal brieven Qja&assli ep.aae step ssêysB test heeft ook een snelle vooruitgang in het cijfer, dat de wekelijksche post aangeeft, meestal een salarisverhooging ten gevolge. Inte ressant is het geval van Mae West, wier mail na het uitbrengen van haar eerste film, „Lady Lou", in twee weken tijds van enkele tientallen tot vele duizenden per week groeide, en nog voortdurend grooter wordt. Kwesties die dikwijls moeilijk te beant woorden zijn vinden soms een onver wachte oplossing in Miss Ritchie's lijsten. Zoo wilde een producer nu eindelijk wel eens weten hoe het kwam dat Maurice Chevalier in al den tijd die hij nu in Hollywood doorbrengt nog geen behoorlijk Engelsch had geleerd. Miss Ritchie kon het voor den Franschman opnemen daar de binnenkomende brieven voor Chevalier bijna allen complimentjes met zijn leuke accent bevatten. Een tijd lang werden toen plannen beraamd om dit accent voor niet minder dan een half milUoen te ver zekeren. en dat het niet doorging komt alleen omdat er niemand te vinden was die een dergelijk risico wilde dragen. Eenige van zijn bewonderaars schre ven hem: „Ga zoo vaak naar Parijs als U kunt, want Uw accent begint te verdwijnen." „Ik heb opgemerkt, dat U in Uw laatste film een keer „it" gezegd hebt in plaats van „iet". In zijn nieuwste film, „The Way to Love" heeft Chevalier er dan ook voor gezoigd dat zijn accent goed te hooren zal zijn. Dit komt hem ditmaal in zijn uit beelding goed te pas, want de film speelt in Parijs, en Chevalier speelt er een arme drommel in, wiens hoogste ideaal het is officieel erkend gids te worden die de vreemdelingen in een mengelmoes van Fransch en Engelsch door de straten van zijn geliefde vaderstad leidt. FILMNIEUWS. Johan Arrendsma, een Hollander in Borneo geboren, is door Paramount geëngageerd als hulp-regisseur bij de op namen voor „White Woman", welke film zich in de Maleische jungle afspeelt. Arendsma heeft zijn heele leven onder de bewoners van verschillende Neder- landsch-Indische eilanden doorgebracht, kent de taai van vele verschillende volks stammen en heeft langen tijd in de verste uithoeken van de wildernis gewoond, waar het leven nog zeer primitief was. Zijn erva ring komt thans in Hollywood goed te pas. Charles Laughton, Carole Lombard, Charles Bickford en Kent Taylor spelen de hoofdrollen in „White Woman". Merlene Dietrich speelt onder regie van Joseph von Saemberg in haar nieuwste Paramountfilm „Katherina de Groote", waarvan de opnamen reeds in vollen gang zijn. Het leven vol sensaties van Jack Dia mond, den gangster-koning van Chicago, zal door Paramount verfilmd worden. Georges Bancroft, die lang niet meer bij Paramount gespeeld heeft, zal de titelrol In deze productie vervullen. De regie zal Harry Joe Brown voeren. Dorothea Wieck's tweede film voor Paramount zal heeten „Mrs. Fane's Baby is Stolen". Onder de regie van Alexander Hall zal met de opnamen binnenkort be gonnen worden. Ernst Lubitsch speelt in deze film een opgewonden buitenlandsche regisseur. Het is te verwachten, dat hij deze rol naar behooren zal vervullen. Lilian Harvey - John Boles in de Fox Film „De 200 P.K. van Zijne Majesteit" HET EEN EN ANDER OVER LILIAN HARVEY. Lilian Harvey wier nieuwste Amerikaan- sche film „My Lips betray" hier met spanning afgewacht wordt hoe lang hebben wij haar nu al niet gezien! viel letterlijk in de film! Dit gebeurde op de volgende wijze: Lilian had een engagement als danse resje in een Weensch theater. Op een avond struikelde zij en viel. over het voetlicht heen, in het orkest midden in de Turksche trom, waar zij op een meer dan komische manier bleef zitten. Toevallig was tijdens deze voorstelling de regisseur Robert Land aan wezig, die haar direct een rol gaf in „The Curse". Jaren later zou zij door een toeval de zelfde rare buiteling maken. Zij voerde toen een moeilijken Spaanschen dans uit en verstuikte haar enkel, met het bekende resultaat. Richard Eichberg wilde haar een contract geven, doch zij weigerde. Ter wijl zij echter herstellende was van haar val, teekende haar moeder het contract, dat haar tot een „Internationale Beroemd heid" zou maken. Lilian werd geboren in Homsey, een voorstadje van Londen, op 19 Januari. Haar moeder noemde haar Lilian, omdat zij zooveel hield van lelietjes van dalen. In 1914 ging Lilian met haar familie naar Zwitserland om bloedverwanten te bezoe ken en konden zij, door het uitbreken van den oorlog, niet naar Engeland terugkee- ren. De familie vestigde zich te Berlijn. Lilian's vader is een geboren Duitscher en heet Pape, terwijl haar moeder's meisjes naam Harvey is. Zij bezocht nu eerst het Lyceum Schoeneberg en nam daarna danslessen bij de beroemde Mary Zimmer man van de opera te Charlottenburg. Hiema kreeg Lilian een contract als danseresje in de revue van Emil Schwarz ln het Ronacher Theater te Weenen. Na haar eerste optreden voor de film ver klaarde Lilian, dat zij nooit meer een film zou maken, doch Eichberg wist Mrs. Har vey te overreden en verschillende films volgden Bij de première van „The Wild Lola" in Londen werd zij onstuimig toe gejuicht. Hiema maakte zij de film „One nigth in Londen" en keerde toen naar Berlijn terug voor een langdurig Ufa- contract. Eenige van haar meest bekende films die over de geheele wereld vertoond werden, zijn: „Drie met een Benzine pomp", „Het congres danst", „Ein blonder •SBSgi" eg j£h ygg dje gatóeöeH, Zij staat bekend enthousiasme. om haar ijver en John Boles, die haar nieuwe partner is in ,My Lips betray" of „De 200 PK. van Zijne Majesteit" vertelt het volgende: „Hoe ik haar vind? Ik zal het jullie vertellen, maar ik ben eigenlijk niet wel bespraakt genoeg, om mijn oordeel pre cies onder woorden te brengen. Een teer etherisch, uitbundig, spontaan wezentje met een heerlijke jonge naïviteit, vragende blauwe oogen en een ondoorgrondelijk karakter. Zoo zie ik haar! Ze is buiten gewoon intelligent, ongekend charmant, maar boven alles idealisteze ziet haar filmwerk als levensideaal. Op haar be weeglijk, lief gezichtje staan alle emoties te lezen, „her Ups betray" haar gedach ten en droomen. Men heeft steeds het ge voel, of dat teere lichaampje te zwak is, om de ongemeen sterke dynamische per soonlijkheid, die in haar leeft, te dragen. Voor Lilian gaat haar werk boven alles. Haar eerzucht, haar roeping staan op de allereerste lijn. Ze ls onvermoeid, met een taal uithoudingsvermogen. Ik heb haar soms na een werkdag van acht of tien uur zien dansen of moeUljke gymnastische toeren verrichten. Van rusten wil ze niet weten; zelfs haar regisseur kan haar niet tot rusten brengen. Mijn ervaring is ver der zegt John Boles dat Lilian Harvey nooit boos wordt, noch haar stem ver heft! Zij is vriendelijk en goedhartig voor ledereen en helpt, waar ze kan, haar min derbedeelde filmzusjes. Wat haar sportcapaciteiten betreft, ben ik een harer bewonderaars, want op dit gebied laat ze alle Hollywoodmeisjes vèr achter zich. Zij duikt als een visch en zwemt op de lange afstandsbaan. Ze doet dc gevaarlijkste acrobatische toeren aan rek en ringen en verdienstelijk werk als koorddanseres. Over haar werkdag zegt zij: Een ouder- wetsche wekkerklok (film-artisten zijn bijgeloovig en dit is een familiestuk) doet om zes uur haar alarmsignaal hooren Eén minuut over zes springt zij uit de veeren onder de koude douche en half zeven begint haar uitgebreid ontbijt. Kwart over zeven krijgt de bewaker aan de poort van de studio een vrooliik mor gengroetje van de blonde LiUan. In haar bungalow zitten kappers en grimeurs te wachten, die haar tot het fllmwezentje maken, dat over alle filmdoeken der we reld rondfladdertKwart over achten, tetet. Hoe laat hij eindigt,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 17