haar avonturier
op het motorschip Indrapoera- Inspectie vrouwen-reserve
FEUILLETON.
ÖAT1S de populaire doel-
van het Engel sche dames-
voetbalelftal Yeevil.
ROEIEN 31 ET DE HANDEN. Een typische wedstrijd te Los Angeles. INSPECTIE VAN DE VROUWEN-RESERVE TE LONDEN. Mary Allen inspecteert dq
vrouwen-reserve, die in geval van nood civiele en militaire diensten verricht.
episode uit den Dertigjarigen Oorlog.
Oorspronkelijke schets van
G. P. BAKKER.
uw „wapens maar gerust weg, ik
BPPv> "Wdi gwiwi; WCB, irv.
v vlJand, misschien een vriend",
bij en zij- -
Pon gerust.'
en tijn kalme toon stemde zelfs
Tjjt 6
Pman^'de derde keer, dat ik u ontmoet,
'ik-n't!?5 ktor?" vroeg Saxon verbaasd.
keer zag u mij niet. Ik
tolfiri„ deuropening achter dien on-
Vol verLïr Kr°aten. Hij zag mij wel!"
cht daTifp keek Saxon in zijn mager
e kan m t verscholen ging onder de
„NV,] -ï de rechtopstaande punten.
Angst behoeft u niet te
itilnwne dame- U kijkt naar mijn
voecs vten zUn anders zwart en
^soe hij er bij met een vreemd
-o te ook", liet Saxon zich ont-
k^k hem verrast aan.
u hier en wie bent u?" vroeg
kunnen vragen hoe komt u
uw nieuwsgierigheid zal niet
bevredigd worden. Ik vraag ook niet naar
uw geheimen of uw levensloop".
Ofschoon Saxon weinig bijgeloovlg was
maakte een vreemd, onzeker gevoel zich
van hem meester, maar de man vervolgde
bedaard:
„Mijn tijd is kostbaar. Luister naar mijn
raad. Volgt dezen weg", en hij wees naar
de tegenovergestelde richting van waar ze
gekomen waren, „doch weest voorzichtig
Houdt tweemaal rechts en eenmaal links
en let op den vierden steen van links, dus
tweemaal rechts en tweemaal links en
houd den rechtermuur".
Hij stond op en leek veel langer dan
Saxon gedacht had.
„Mijn rust is kort. Er waren twee
koningskinderen. Misschien is dit niet onze
laatste ontmoeting. Vaarwel!" Zijn stem
klonk plechtig.
Voor Saxon kon antwoorden of Marion
lets kon zeggen, was hij in de derde gang
verdwenen. Ze keken elkander aan als
verlegen kinderen.
,De duivel?" fluisterde Marion.
„Neen", antwoordde Saxon zacht. Maar
toch is er iets vreemds, iets heel vreemds
aan die verschijning".
„Zullen we zijn raad opvolgen?" vroeg
ze weer heel zachtjes.
„Zeker. In elk geval schijnt hij den weg
te kennen, 't Is zonderling".
„En wat zou hij bedoelen met zijn: „Er
waren twee koningskinderen?"
„Hij was blijkbaar in de war. Dat klopt
heelemaal niet", sprak hij.
„En de tweede regel al evenmin", ant
woordde ze.
„Misschien was de derde van toepassing:
Zij konden niet bij elkaar komen", opperde
Saxon.
„Ja, dat is mogelijk, en de vierde: Het
water was veel te diep", besloot Marion.
„Nu zijn we bezig, iets, wat zonder twij
fel heel gewoon is, als iets bovennatuur
lijks te beschouwen", zei hij. „De vreemde
ling zal waarschijnlijk iemand zijn, die de
gangen toevallig ontdekt heeft, een afge
zette monnik, een zwerver, die hier zijn
toevlucht zocht, een toovenaar, vervolgd
al door de inquisitie, een astroloog, of een
alchimist!" Maar hij was er zelf niet zoo
zeker van. „Doch wie hij ook zij, de raad
was verstandig".
„Tweemaal naar rechts en dan naar
links geeft ongeveer de richting waarin wij
gingen. Als hij driemaal naar rechts had
gezegd, zouden we hier in den omtrek van
het gewelf weer uitgekomen zijn. Er schij
nen veel meer gangen te bestaan".
„Een labyrinth, maar zonder draad",
zuchtte ze.
„Niet zoo mistroostig", vroolijkte hij
haar op. „Kom, we zullen een versterking
nemen", en hij schonk haar een beker wijn
„U moet drinken", vervolgde hij. „De
wijn geeft nieuwen moed. Een jonge vrouw
een oud glas wijn, dat maakt het leven
goed en dubbel zoet".
Zij keek hem een beetje verwijtend aan,
misschien klonk de soldatenscherts van
den avonturier wat ruw in haar kmsche
ooren, maar ze dronk gretig den wijn. En
nadat hij den beker geledigd had op hun
behouden aankomst, gingen ze den weg,
dien de vreemdeling gewezen had. Na eenl-
gen tijd splitste de gang zich werkelijk
naar rechts en links.
„We gaan dus rechts, u ziet, de man wist
meer dan wij".
Het werd een lange tocht; ze liepen
achter elkander langs den rechtermuur.
Saxon den lantaarn voor zich uit houdend.
Daar zag hij aan de linkerzijde een diepe,
breede geul. De linkerwand scheen inge
stort en er bleef maar een smal pad over.
Hij hield Marion's pols stevig vast en zijde
links gingen ze er voorbij, den rug bijna
tegen den zijkant. Saxon zag in een don
kere leegte.
„Kijk niet", waarschuwde hij haar.
Doch Marion staarde in den afgrond;
eerst zag ze ni{ts, maar toen was het of
ze heel diep tal van kleine sterren zag
glinsteren. „Ratten" dacht ze. Het duizel
de haar, ze wankelde, gleed uit en viel. Een
gil ze verdween in de diepteMaar
Saxon hield haar pols stevig omsloten,
zette den lantaarn neer, reikte haar ook
zijn andere hand. De spieren van zijn
breede, geweldige borst spanden zich. Met
gestrekte armen hief hij haar omhoog en
zette haar naast zich op den vasten bodem
neer. Ondanks den angst, die haar geheele
lichaam deed beven, bewonderde zij zijn
groote lichaamskracht. Maar haar boenen
weigerden verder te gaan. Zonder iets te
vragen of te aarzelen, tilde Saxon haar op
en droeg haar verder. En ondanks het
gToote gevaar ging er een rilling van
zaligheid door hem heen. Hij voelde haar
meisjeslichaam tegen het zijne, haar slan
ken, zachten arm om zijn hals, haar mooi
hoofd raakte zijn wang. Hij hield haar
stevig omklemd en na eenige vlugge pas
sen bereikten ze een veilige plaats.
Zwijgend stonden ze tegenover elkander.
Toen zei ze zacht, hem de hand toeste
kend:
„Ik dank u. Vergeef mij dat ik gisteren
een oogenblik aan u getwijfeld heb. En
nu
„Maar u beloofde mij toch den geheelen
schat," viel hij haar in de rede, „als ik u
levend in het Zweedsche kamp bracht. Ik
had geen enkele reden, u te laten vallen."
Ze rilde.
Hij wist dat ze deze opmerking ruim
schoots verdiend had en toch had hij da
delijk spijt. Mannen zijn vaak dom tegen
over vrouwen en vrouwen begrijpen dik
wijls de edelmoedige drijfveeren van een
man zoo weinig.
„Ik heb uw verwijt verdiend," antwoord
de ze. „Ik zal niet weer aan u twijfelen, ik
had gisteren ongelijk."
Hij wist niet, dat deze bekentenis een
overwinning was op haar grooten trots,
maar er klonk een gevoelige toon in haar
stem. Hij hief den lantaarn op naar haar
gelaat, zag tranen glinsteren in haar
mooie oogen en de donkere blik scheen
heel zacht. Op dat oogenblik werd zijn
hart zoo verteederd, dat al zijn verkropt
misnoegen verdwenen was. Hij vond haar
zoo aanbiddelijk, dat hij moeite had haar
niet in zijn armen te nemen en een zoea
te drukken opu haar volle, roode lippen.
'Wordt vervolgd), j
Jaargang LEIDSCH DAGBLAD 1 Tweede Blad
AFSCHEID VAN DEN' BURGEMEESTER VAN UTRECHT - mr. Focke-
rna Andreae, bij diens benoeming tot commissaris der Koningin in Gro
ningen. De aanbieding van een gedenk-album door de ambtenaren.
HET MOTORSCHIP „INÜI1AP0ERA", WAAROP GISTERMIDDAG TE ROTTERDAM EEN
FELLE BRAND GEWOED HEEFT.
Brand op de „Indrapoera".
Gistermiddag heeft brand gewoed aan boord van de Indrapoera",
liggende aan de Lloyd-kade te Rotterdam. Twee dekken voor den schoor
steen brandden gedeeltelijk uit. De nablussching.
WILLY DEN OUDEN AAN DE HEIMACHINE. Gisteren is de eerste paal ge
slagen voor het Sportfondsenbad te Schiedam. "Willy den Ouden bedient de hei
machine.