Zweedsche kroonprins in Amsterdam - - Een nieuwe duikerklok
feuilleton.
AVONTURIER
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
recht opstaand eiken fust, dat er uitzag
alsof het daar eeuwen gestaan had.
Gespannen luisterde hij en keek Marion
aan, den vinger op den mond. Nu hij bij
haar was, werd ze weer wat kalmer. De rat
scheen eindelijk zijn weg gevonden te heb
ben. Saxon beproefde het vat op zij te
duwen, echter zonder resultaat. Verwon
derd keek hij Marion aan en haalde de
schouders op. De rat begon weer te kna
gen. Marion was bij Saxon blijven staan
en probeerde hem te helpen, maar het fust
bewoog zich niet.
„Achter het vat moet een houten stuk
in den muur zitten," fluisterde Saxon op
gewonden. „Misschien de weg naar de
gang."
„Gelooft u aan wonderen?" vroeg Marion
eerugszins minachtend. „De prinses en de
edele ridder belegerd in den kelder. Een
rat knaagt en wijst hun den weg naar bui
ten. De ridder fluit en plotseling verschij
nen twee melkwitte schimmels om de prin
ses en den ridder veilig naar het kamp
van den koning te brengen. Is zoo het
sprookje niet?"
„Juist," prees Saxon, „buitengewoon
Juist," vervolgde hij op haar bittere scherts
Ingaande, „maar helaas een der schim
mels trapt in een molshoop en verstuikt
zijn voorbeen. Is het een onheil of een ge
luk? Hoe het zij. de ridder moet de prinses
voor zich in oen zadel nemen en galop
peert met haar over velden en door bos-
schen, tot zij eindelijk vermoeid van de
lange rit en de vele avonturen haar zwart-
gelokt hoofd op zijn schouder laat rusten
en vermoeid Inslaapt. En de liefde is in
zijn hart ontwaakt. Bij het kamp van den
koning gekomen, wekt hij haar zacht met
een kus
Verontwaardigd wilde Marion hem in de
rede vallen, maar hij legde haar met een
vinger op den mond het zwijgen op en
wees in de richting waar de rat nog steeds
knaagde.
Onverstoorbaar vervolgde hij:
„De ridder brengt de prinses bij den ko
ning, die hem hoffelijk en dankbaar ont
vangt en hem aldus aanspreekt:
„Ridder, gij hebt deze jonkvrouwe het
leven gered. Bemint gij haar?"
Nu kon zij zich niet langer bedwingen.
„Zwijg!" riep ze verontwaardigd.
Saxon lachte heimelijk. Haar zelfver
trouwen was teruggekeerd.
Onderwijl hadden zijn handen niet ge
rust, maar welke moeite hij ook deed, in
het vat was geen beweging te krijgen.
Toch voelde hij als bij ingeving, dat hier
de uitweg was, waarnaar zij zochten.
„Hier moet een geheime uitgang zijn,"
sprak hij nu ernstig, „doch ik kan hem
niet vinden."
Zijn overtuigende toon en doelbewust
optreden, deden hun uitwerking gelden.
„Kijkt u eens achter het fust,"
raadde ze.
Zij lichtte hem bij. Het vat stond een
voet van den muur verwijderd Saxon stak
zijn hand uit in de opening, doch voelde
niets wat op een deur geleek.
XWordt vervolgd), j
Jaargang
VOOR IIET FEEST VAN ST. CA-
THEIUNE TE PARIJS. Een mo
diste, die zich een bijzondere feestmuts
gemaakt heeft.
fOCKET, DIE HET NAKIJKEN HEEFT. „Blue Peter III" zonder
wijder naar de finish rennend in de Southern Handicap Chase
te Lingfield.
DOROTHEA WIECK de Duitsche filmster, die
thans te Hollywood werkt, heeft met groot succes
de hoofdrol vervult in een nieuwe Paramount-film
„Het Wiegenlied". Dorothea Wieck als de
moeder-overste van een klooster.
DE ZWEEDSCHE KROONPRINS
Gustav Adolf vertoefde gisteren op door
reis van Engeland naar Zweden
te Amsterdam.
NIEUWE WELDAD1GHE1DSZÉUEI,
van 6 cent, welke binnenkort" Sn
omloop gebracht zal worden.
L-
Amerikaanseh voetbal.
I^Q-rikaaiische voetbal verschilt veel van het Europeesche. Het gaat or wat ruwer toe. Een interessant
moment uit den wedstrijd tusschen de universiteiten van Ohio en Pennsylvania.
EEN NIEUWE I) I IKI;K IUJ.0K door een ingenieur te Seattle (Amerika) geconstrueerd, waar
mee men 135 meter onder water kan gaan. In den kogel zijn zuurstof-apparaten, die het mogelijk
inaken ongeveer een uur onder water te blijven.
niet haar naam uit te spreken. „Maar ook
een spion kan soms iets goeds doen."
„U hebt mij tenminste het leven gered,"
maar ofschoon zij hem daarvoor dankbaar
was, onderdrukte zij haar minachting niet.
Zij wilde het zich zelf niet bekennen, hoe
gaarne zij in hem inplaats van een ver-
achtelijken spion een edelen redder ge
zien had. Det hij zich voor zijn levenswijze
ln het geheel niet scheen te schamen, was
nog het allerergste. Zijn moraal lag buiten
haar bevattingsvermogen.
De stilte werd drukkend. De kleine vleug
van opgewektheid was totaal verdwenen.
De kritieke toestand versomberde alles.
Saxon gevoelde een groot medelijden met
haar en zocht naar een middel om haar
minder triest te stemmen. Hij wist bij on
dervinding, dat de stemming de omstan
digheden beheerscht.
„Als ik uw losprijs verdienen wil, waar
moet lk u dan brengen?" vroeg hij.
Zij bedacht zich even.
„Bij den koning van Zweden, Gustaaf
Adolf," antwoordde zij. „In zijn kamp."
„Het kamp ligt thans niet ver van Ber
lijn. Het Is een lange weg. Het zal niet ge
makkelijk zijn een groot gedeelte door
vijandelijk gebiedmaar ik neem het
aan, al lijkt het op het oogenblik moeilijk.
Ik zal mijn best doen u er te brengen."
„Als wij maar eerst buiten de stad wa
ren," zeide ze moedeloos. „Het zal ons wel
niet gelukken."
„In elk geval," meende Saxon, „zal het
beste zijn nu te gaan slapen. IX' eerste
voorwaarde Is kracht. Wij maken voor a
hier een leger gereed. Ik ga aan de andere
zijde mijn kwartier inrichten. Achter deze
zware deur, zal ik rustig van verdere avon
turen droomen," vervolgde hij met een
lachje.
Aldus geschiedde. Op wannen toon
wenschte Saxon Marion goeden nacht en
hoorde, hoe zij de deur achter hem gren
delde.
Voor hem was de rust nog niet gekomen.
Zekerheidshalve deed hij nog eerst de
ronde en begaf zich dan weer naar den
kelder. Juist was hij begonnen de zware
ruiterlaarzen uit te trekken, toen hij Ma
rion op de deur hoorde kloppen. Angstig
riep ze hem toe:
„Mag ik de deur openen. Ik hoer ge-
lulden."
„Zeker, schuift den grendel maar terug."
Bevend stond Marlon voor hem met ver
trokken doodsbleek gelaat. De flikkerende,
bijna afgebrande kaarsen wierpen een
fantastisch licht door het gewelf de
sprookjeskelder, zooals zij hem noemde
en speelden een wonderlijk spel van gril
lig bewegende schaduwen op de muren.
Alles wat zij de laatste dagen had doorge
maakt, had haar volkomen uitgeput en
het geluid, waaraan zij zich in gewone
omstandigheden weinig zou hebben ge
stoord, deed haar thans alle zelfbeheer-
sching verliezen.
Zoo zacht mogelijk liep Saxon naar de
plek, welke zij angstig aanwees. In den
hoek hoorde hij een rat knagen op hout.
De hoek was verborgen achter een groot,
de uit den Dertigjarigen Oorlog,
dhptonkeiijke schets van
P. BAKKER.
-'n?„'r?ule' blijft allemaal
i epLSro^tanten vechten thans
t beir C.maai de kem der zaak ls
cn en kerken, hun kerkelijke
!dtaeereün 'anderijen. De Katholie-
lek» «et zijn oorspronkelijke
®en nfren- Z'J mocten aan ons
Merni protestanten: het zijn
geworden1" Ven h6t' 31
"4&e?akkeliik genoeg; hoo-
t voor I-fi ent u niet. Een huur-
FWs h«l. vecht, laat alles koud."
ha£dw^i "hhiachting niet.
""sta ift- het even goed als elk
htlifter o sevaarlijker en daardoor
'-L,voor een avonturier."
- ,u nu?" vroeg ze.
je voor Wallenstein
Hij wacht na zijn
beètj
X?ca*n. I
tv, J W A A "U --J"
ba z')n prachtig paleis te
'teut». dlngen af."
l m spion?"
"hou," en nu aarzelde hij