\eau) model fiets - Huldiging voorzitter „Stad en Land van Gooiland «aar avonturier feuilleton. I Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad Langzaam vormden zich dammen van dooden en gewonden. Reuk van bloed, kruitdamp, gekerm der gewonden maak ten het plein tot een hel. Nog steeds beierden de stormklokken. Boem Bam Boem Bam. Het zwaard werd Saxon uit de hand geslagen. Een smid, even groot als hij, bonkte met zijn voorhamer den vijande lijken ruiter de hersenen in. Saxon greep een tweehander van een doode en maakte ruim baan, geholpen door den Zweed en den smid, die met ont zaggelijke kracht mannen en paarden neerhamerde. De vijand werd weer tot de poort teruggeworpen. De smid sprong vooruit om de zware poortdeuren dicht te werpen. Kapitein Schmidt schreeuwde: „Bravo. Dicht de poort!" Toen sloeg een nieuwe kogelregen in de gelederen der verdedigers. De keizerlijke musketiers hadden de muren aan de bui tenzijde beklommen, namen de Maagden burgers onder vuur. En weer klonk een salvo. Kapitein Schmidt keek even rond. Hoog richtte hij zich op in den zadel, stortte toen voorover tusschen de hoeven der paarden. Weer een salvo. De smid wankelde. Neerzinkende, slin gerde hij met een laatste krachtproef een vijandelijken officier zijn moker tegen de borst. Een doffe bons. De Waalsche overste gloeg neer, De rijen der belegerden dunden snel. Nog hielden de beide vrienden stand tot het allerlaatste. Toen stortte de Zweed ter aarde .getroffen door een kogel midden in het voorhoofd, dwars door de stormkap, daarna zakte ook Saxon neer in een goot vol drabbig bloed aan den kant van het plein. Hij lag stil, voorover, het hoofd rus tend op den gebogen linkerarm. Ongehinderd trokken nu langs den Breeden Weg, onder het doffe geroffel der trommels, het galmen der schalmeien, het schetteren der krijgstrompetten en kla roenen, de schilderachtige, vreemde ruiter- reglmenten der belegeraars: Walen, Zuid- Nederlanders, Kroaten, Spanjaarden en Italianen de veroverde veste binnen. Vooraan in het kopergerucht reden de oversten en hoplieden in blinkende har nassen, helmen met kleurrijke vederbos sen, wuivende in het vroolijke zonnelicht. Een luchthartig officier liet zijn paard dansen op de maat der muziek. Hoog boven de hoofden wapperden wim pels en vliegende vaandels, vlaggen en ba nieren in warme tinten, glanzend tegen den strakblauwen lentehemel. Achter de ruiters, heel in de verte, laai den nog de vlammen op van de huizen aan de Hooge Poort. Het was de tiende Mei van het jaar zes tienhonderdeenendertig. Het liep tegen den middag. De ongelijke gtrijd sas gestreden. HOOFDSTUK II. Een uur was verstreken. De troepen van veldmaarschalk Von Pappenheim en van den opperbevelhebber der keizerlijke le gers, graaf Tilly waren de poorten bin nengetrokken .Het rumoer van den strijd op het opmarcheeren was langzamerhand weggestorven. De alarmklokken zwegen, slechts nu en dan klonk nog uit de verte een musketschot. Voorzichtig hief Saxon het hoofd een weinig op bijna onmerkbaar keek eerst door zijn oogharen en geen onraad bespeurend, wendde hij spiedend den blik naar alle zijden. Hij zag niets verontrustends en over dacht den toestand. Do poort uit? Dan zou hij waarschijnlijk in handen vallen van Tilly's Kroaten. De stad in? Ook zeer ge vaarlijk, maar misschien een betere kans. Hij stond op, drukte zich tegen den gevel van een naburig huis, greep een bebloeden dolk, die aan zijn voeten lag, sloop in een portiek, die hij had ontdekt. Hier rekte hij zich in zijn volle lengte uit, bewoog armen en beenen, die stijf waren geworden van het lange liggen op de straatsteenen, wischte zijn gezicht af en keek omlaag naar zijn vuile, bebloede, onherkenbaar geworden kleeren. De schou derplaten deed hij af, nam de morion van zijn hoofd en legde die zorgvuldig in de portiek. Vlug sloop hij langs de gevels naar den hoek van een straatje, gleed er in en ging zorgvuldig speurend verder. (.Wordt vervolgd), KE OltDE DER RIDDERS VAN HEi HEILIGE GRAF hield te Milaan een, bijeenkomst. De Italiaanschc kroonprins, die orde-lid is, woonde deze samenkomst bij. en daar raakten, lag dood en verlaten. De deuren der huizen, van grauwe steenen gemetseld tusschen bruine houten gebin ten, waren gesloten, de vensters, verborgen achter stevige met ijzer beslagen luiken. Ze gingen zitten op een zandsteenen stoep. In den arm van den Zweed bloedde een diepe wonde. Saxon verbond die han dig en vlug met een stuk linnen, dat hij van onder zijn wambuis trok. De ander gaf hem een snede brood en een slok wijn. Kalm liepen ze de uitgestorven straat af, evenwijdig aan de stadsmuren. Bij den hoek vroeg de Zweed: „Wat nu, kameraad?" Het antwoord op zijn vraag werd on- middelijk gegeven. Op een vrij breed plein achter de Kröckenpoort zagen ze een troep voetvolk en burgers, met in het midden een twin tigtal ruiters oprukken tegen de Waalsche krijgsbenden. Een geharnaste ridder, op het hoofd een Slavischen helm met grooten groenen, wapperenden vederbos, voerde hen aan. Zijn panache stak hoog uit boven het ge woel van den strijd. „Dat is onze kapitein Schmidt", schreeuwde de Zweed, wijzende naar de groene panache. „Vooruit Sverige! Sve- nge!" en weer wierpen de vrienden zich in het gevoel en weer wonnen de verdedigers der veste grond, weer vormde zich een leegte om hen heen. Wel vielen velen door de musketkogels, maar de vijande lijke ruiters werden van hun paarden ge trokken, gestooten. Steeds meer burgers kwamen aanholleA, EEN" NIEUWE FIETS zoo geconstrueerd, dat de berijder gemakkelijk zit. Do fiets wordt op. de rijwieltentoonstelling in Horticultural Hall te Londen gedemonstreerd. I"" NICOLAAS-FEEST. De speelgoedfabrieken werken op P kmcht. Een afdeeling yan de speelgoedfabriek te Sonneberg (Thu- ringen), waar houten paarden gemaakt worden. WERKVERSCHAFFING IN DE RESIDENTIE. Het aanleggen van eenige uitzicht-plafceaux door werkloozen. Het aanvoeren van zand voor het plateau Petit St. Hubert achter den W aalsdorperweg. LUIT.-KOLONEL LUDEN de voorzitter van „Stad en Lande van Gooiland" is op zijn zeventigsten verjaardag te Laren op hartelijke wijze gehuldigd. De jubilaris links in het rijtuig. EEN MODERN KERKRAAM. In de St. Augustinus-kerk in Oost-Londen is dit mo derne kerkraam geplaatst. Een fragment van het raam voorstellend kinderen, die cricket spelen. door de Lakenmakers- n Waalsche ruiters aanren- dvaPpenhelm's keurbenden, met «es-h.iH1 °hder paukenslag en are £üi' neerhouwend met u-de T^den, neertrappend onder 6 torJl?ïn of Wr zijde slingerend onder w der breede Arden- Marl? t rul van den strijdkreet: |lS v™' Maria". Maagdenburg scheen beslist. nteèè5Jl,Zweed waren haastig aan In. Hr?Pgen en vluchtten een zij- n wi,,?1 aan de slachting waren ■sól Hiw Ze niet- Het scheen hun en tiPnd bleven zij staan, hand I-, elkaar In de oogen als maarT1 m onverwachte ont- nbaar 1111 gelaatstrekken waren (eren „.onder de stalen morions, gescheurd en bespoten met nauw dat de uitge- b -eicüepipgea elkander bier Pontonbrug over de Oude Maas. Mr het oorps pontonniers bij Puttershoek gelegde pontonbrug geheel gereed. De brug open voor doorvaart. uit den Dertigjarigen Oorlog. Oorspronkelijke schets van G. P. BAKKER.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5