r VRIJDAG 10 NOVEMBER 1933 No. 22591 ËELE KENNISGEVING STADSNIEUWS. Het voornaamste Nieuws van heden. EIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN "PRIJS DER ADVERTENTIEN: regel voor advertentlën uit Lelden en plaatsen ischappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle Ivertentlêr 35 Cts per regel. Kleine Advertentlën i trt] voonrttbetallng woensdags en Zaterdags 50 Cts. ijdmum aantal woorden van 30. nleens postrecht Voor eventueele opzending van Cts porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54. PRIJS ÖÊSBR G0UHANT,:] Voor Lelden per 3 maanden f.2t36; per week Bulten Lelden, waar agenten gevestigd z#n, tl* Franco per post f. 2.35 -t- portokosten. f. Ml «W8 bestaat olt ZES bladen EIRSTB blad. en Wethouders van Leiden algemeene kennis, dat zij, J tgn aanzien van de door den A Heijdenxijk, te Zandvoort, ten fan den deurwaarder bij de Ar- tits-Rechtbank te 's-Graven- Oostenrijk, alhier, op 10 No- 63 in het café-restaurant „Zo- Btationsweg 55, alhier, te hou- |g ontheffing hebben verleend Ebodsbe paling vervat in art. 2, J de Winkelsluitingswet 1930, S. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. 1 STRUEN, Secretaris. I November 1933. 613 PNAÜGURBSLE REDE PROF. DR. H. J. LAM. hndeeling, verwantschap en fcrspreiding der planten. ddag heeft prof. dr. H. J. Lam ot-auditorium van de Rijksuni- illiier, het ambt van bultenge- leeraar in de bijzondere plant- plantengeografie aanvaard met ■eken van een rede, getiteld: eeling, verwantschap en ver- Ier planten", waaraan wij het ntleenen: r. in het kort had nagegaan hoe si der planten van het anthro- le stadium in de oudheid en de ion, uitgroeiden tot systemen, ids duidelijker (morphologische) lapsgroepen, nog zonder ver- aden (Caesalpinus, Ray, De Linnaeus), en vervolgens be- fcad hoe bij het opkomen der lachte in het begin der 19de I Prof. dr. H. J. Lam. I de phylogenetische basis als Jhet systeem bewust werd (De ■A. P. de Candolle, Endlicner, wees hij erop, dat het voor- mrerachil tusschen de oudere en de jongere phylogene- hode hierin gelegen is, dat de f de voorouders der thans Ie pen in het onderzoek betrekt en zekeren zin meer dimensio- Lu eerste- Het hoogtepunt der systematiek ligt bij Lin- fos phenomenaal systematisch zijner grootste gaven was. l reeds bij Linnaeus zeiven in llrh uZ1Jn 'even oen primitief sv opdrong, zijn ook zijn I 'y^men nog zuiver morpho- der phylogenetische phase en bereikte eerst een hoog- tnomfen van het darwi- decennien daarna stond de 21Jn glorie voor ons en optneuw, zoo niet het mid- jiur t k 1 toppunt van de I s» - v et begin dezer eeuw f sit ontwikkelende erfe- icnli eeld t" rook vervhegen. omtrent het ontstaan a'k „i!uso de Vries en van dk Üxtreem de denkbeelden 1 vniv yoorstelling van een i i» ïen vorm ook verwerpt, irin „,and, met pogingen om Dn rig te omschrij- roen»? Heden ten dage onli ^ker solroon, door de than t:onnis weer onzeker "ais is ons plagitensystg^ni het resultaat van een mengeling van morphologische en phylogenetische me thoden, waarbij de genetica als hulp wetenschap voor de toekomst veel be looft. In het hoofddeel zijner rede zette spr. deze beide methoden der planten systematiek tegenover elkaar. De morphologische plantensystematiek berust geheel op kenmerkenovereenkomst. Men is daarbij steeds meer kenmerken in het onderzoek gaan betrekken, niet alleen zuiver uitwendig-morphologische, maar ook anatomische, histiologische en physio- logische. Hoe meer kenmerken men in een systeem trachtte te verwerken, hoe meer trad ook de netvormige structuur van dat systeem naar voren en hoe onduidelijker werd dus het systeem: juist het tegenover gestelde van wat men beoogde werd be reikt bij de grootste wetenschappelijke consciëntieusheid! De morphologie alleen, ook in den ruimsten zin genomen, kan ons niet verder brengen. De phylogenetische methode berust in hoofdzaak op de palaeobotanie en enkele andere wetenschappen, maar heeft ge tracht steun te vinden bij de genetica. Deze laatste tracht het systeem van geheel andere zijde te benaderen, n.l. uitgaande van het individu. Zij tracht factoren te analyseeren en erfelijke factoren weer spiegelen zich in bepaalde reacties van de levende stof op het milieu, reacties, die wij kenmerken noemen. Veel kan zij ech ter voorloopig niet bijdragen tot onze ken nis van de phylogenie, omdat zij in het systeem niet verder kan doordringen dan de generaties, die wij experimenteel kun nen bereiken; fossiele planten kan zij in haar onderzoek niet betrekken. Tusschen de morphologisch-phylogenetische syste matiek aan den eenen kant en de genetica aan den anderen, ligt dus een kloof, die slechts overbrugd wordt door de hypo these, dat bepaalde kenmerken ook wel het gevolg zullen zijn van de aanwezig heid van een zeer bepaalde factorencon stellatie. Voor beide denkrichtingen is de soort een vaag begrip. Voor de syste matiek zijn de eenheden van hoogere orde het best omschrijfbaar, voor de genetica is het individu het eenige zekere; de syste matiek dringt ons het beeld op van een naar boven toe vertakkend stelsel, voor de genetica is dit stelsel juist naar onderen toe vertakt. Zoolang wij nog geen betrouwbaar mid del hebben gevonden om deze kloof te overbruggen, moet de systematiek met geperfectioneerde morphologische metho den genoegen nemen. Daarbij kunnen de oecologie en de migratieleer goede dien sten bewijzen (vgl. de geografisch-mor- phologische methode van Von Wettstein). Spr. gaat op de beteekenis der migratie- leer voor de systematiek nader in en wijst erop, dat er naast variabele kenmerken, die het netwerk vormen, ook kenmerken zijn (Vavilov's radicalen), die gedurende een zekeren tijd in de phylogenie aan be paalde andere kenmerkengroepen gebon den blijven. Misschien mogen we dit aan factorenkoppelingen toeschrijven en in deze veronderstelling een eerste verbinding tusschen systematiek en genetica zien. Door kenmerkenkoppelingen nu geogra fisch te vervolgen kunnen we zuiverder conclusies trekken omtrent de verwant schap dan op grond van morphologische overeenkomst alleen mogelijk was, vooral wanneer we daarbij de palaeobotanie en de paiaeogeografie betrekken. De palaeo- geografische methode geeft dan voorna melijk uitkomsten t. a. v. de systematische eenheden van hoogere orde, de neogeogra- fische t. a. v, die kleinere. Dit laatste wordt geïllustreerd door recente publica ties van Diels en van spr. zeiven. Ten slotte vermeldt spr. ook pogingen om aan de oecologie gegevens voor de systematiek en voor het soortsbegrip te ontleenen (Turesson, Danser) en herinnert hij aan het woord van Clemens: that the taxonomist of the future will think in terms of evolutionary processes, and will learn to trust his morphological criteria as dynamic rather than static." Na nog enkele beschouwingen te hebben gegeven over de verhouding van het Rijks herbarium en het onderwijs, besluit spr. zijn rede met de gebruikelijke toespraken. ONTSPANNINGSAVOND VOOR WERKLOOZEN. Tot besluit van haar reeks werkloozen- bijeenkomsten, wedstrijden e.d. bood de voetbalclub C. G. W. gisteravond in de geheel gevulde zaal van „Concordia" aan de christelijk georganiseerde werkloozen I en hun vrouwen een ontspanningsavond aan. Na een welkomstwoord van den voorzitter, den heer Zijlstra, waarin hij dank bracht aan allen, die dezen avond mogelijk maakten, hield de secretaris, de heer J. Crama, een korte toespraak, waar in hij herinnerde aan de in den afge- loopen zomer gehouden wedstrijden, fiets en boottochten en zijn leedwezen uitsprak over de afwezigheid van bestuursleden van het Ontspanningscomité. Als bewijs van dank voor den ondervonden steun en medewerking bood spr. den heer Van Biezen een kistje sigaren en den heer G. Zitman, voorzitter der Chr. Reciteerclub U. V. K., een taart aan. Namens een commissie uit de leden en donateurs overhandigde de heer Ossen- voort den heer Crama een armband horloge als dank voor zijn vele bemoeiin gen in het belang der werkloozen. Zijn mede-bestuursleden, de heeren Zijlstra en Barendse hadden een kistje sigaren in ontvangst te nemen. De heer Zitman dankte met eenige wel gekozen woorden voor de attentie en gaf de verzekering, dat U. V. K. aan de christelijke werkloozen steeds steun zal blijven verleenen, als het moet ook finan- cieele. Daarna nam het eigenlijke programma een aanvang. „The Melody Boys" brachten onder lei ding van den heer J. van der Wijngaard een reeks pittige nummers ten gehoore, welke met een hartelijk applaus werden beloond. V. K. voerde een serie korte tooneel- stukjes op, die een uitbundig succes oogstten en luide werden toegejuicht. Een bijzondere attractie vormden nog de uitgedeelde versnaperingen: de werk loozen een sigaar, hun vrouwen een ge bakje en voor allen chocolade-melk. Zoo werd het alles bij alles een gezel lige avond, welke voor de organisatoren een succes was. De heer Hofenk steunde het goede doel door de zaal belangeloos beschikbaar te stellen. 0 „CHRISTUS' EVANGELIE VOOR DEN MODERNEN MENSCH". DE ARBEIDSBEURS. Op den 9en Nov. 1933 waren 3099 (v. j. 3646) werkzoekenden ingeschreven. HANDELSREGISTER KAMER VAN KOOPHANDEL. Nieuwe Inschrijvingen: V. d. Klugt's Warenmagazijn, Zijlsingel 36, Leiden, ijzer waren en huish. artikelen. Eigenaar: P v. d. Klugt, Leiden. Handelsonderneming ..Practica", Emma- laan 48 Oegstgeest. Eigenaar: N J. Meyer Jr., Den Haag. (Huwelijksche Voorwaarden). Wijzigingen: P. M. van der Linden, Deutzstraat 4. Oegstgeest, kappersbedrijf en sigarenwinkel. Vestiging filiaal: Geversstraat 55, Oegst geest, (sigarenwinkel) d.d. 20 Oct. 1933. Johs. van der Loo, Voorstraat 9, Noord- wijk. timmer- en metaalbedrijf Overleden Eigenaar: J. van der Loo, d.d. 1 Aug 1933. Nieuwe Eigenaresse: Wed. D. van der Loovan Zanten, Noordwijk. -wO» Lezing van dr. P. D. Tjalsma. Onder dezen titel opende gisteravond dr. P. D. Tjalsma, Rem. predikant alhier, in de Remonstrantsche Kerk een serie van vier lezingen, gewijd aan het thema: de Remonstrantsche gedachte in dezen tijd. Na een inleiding over den opzet en de be doeling der lezingenserie en na uiteengezet te hebben wat bedoeld is met de uitdruk king: de Remonstrantsche gedachte, ging spr. over tot zijn eigenlijke onderwerp, waarvan hij zich de moeilijkheid niet ont veinsde, juist omdat er met den naam Jezus Christus en met Zijn evangelie vaak 1 zulk een onwaardig spel wordt gespeeld, zoowel op kerkelijk als op politiek terrein. Kunnen wij nog wel den weg naar Chris tus en Zijn levend woord vinden? Toch komt mensch en wereld van Hem en Zijn evangelie niet los. Christus is groo- ter dan wat menschen van Hem maken, Zijn waarheid blijft de harten steeds weer opnieuw grijpen. Spr. wijst er dan op hoe de Remonstr. Broederschap in haar beginselverklaring spreekt van het „geworteld zijn in het Evangelie": bij alle vrijheid die zij haar leden laat persoonlijk hun geloof te vormen wijst zij toch naai- en weet zij zich de eeuwen door gebonden aan de openbaring Gods in Christus. Vervolgens stond spr. stil bij de vragen omtrent Christus' Persoon en Wezen. Spr. wijst op twee beschouwingen, die door de tijden heengaan: Christus, die God w a s en Christus die van God sprak. Spr. laat gevoelen waarom het vrljzlnnlg- Protestantisme noch in het eene, noch in het andere zich thuis kan gevoelen. Uit wetenschappelijke en uit religieuze oorza ken niet. Toch spreekt ook de Vrijzinnig- godsdienstige van Christus en kent Hem zoowel als openbaring van het Goddelijke in den tijd als ook als de Mensch naar zijn diepste bestemming, wat nader werd verduidelijkt. Ook handelt spr. over de vele vragen die ten opzichte van het Evangelie rijzen. Wat is „het" evangelie? Ondanks al deze vragen blijft toch het onloochenDare feit, dat menschen de eeuwen-door door Christus gegrepen en verlost zijn en Zijn Evangelie als de blijde boodschap voor hun leven hebben ver staan. Nu nog? Wat heeft Christus den moder nen mensch nog te zeggen? Niets, meenen velen: de klove is te groot geworden. Alles, meenen anderen. Spr. gelooft het laatste, mits dat Evan gelie dan de taal spreekt van den tijd opdat die moderne mensch kan luisteren. Spr. eindigt zijn lezing met een zestal punten te noemen waarin, volgens hem, de blijvende waarden liggen van het Evangelie voor onzen tijd. Gesproken wordt over: lo de roepstem van het Evangelie, 2o de eerbied voor de menschenziel, 3o de broe derschapsgedachte, 4o de Rijk-Godsge dachte, 5o het Kruis, 60 Gods dragende Liefde. Hier liggen de blijvende waarden ook voor ons Dat de Vrijzinnige Kerk haar kans niet late voorbijgaan deze evangeliewaarden te prediken is de taal van dezen tijd! De tweede lezing, over Vrijheid en Ver draagzaamheid, zal Donderdag 30 Nov, ■Ttaat» vladen. Dr. C. J. WIJNAENDTS FEANCHEN. A_s. Dinsdag 70 jaar. Dr. C. J. Wijnaendts Francken. A.s. Dinsdag hoopt een bekend stadge noot en Nederlandsch letterkundige zijn zeventigsten geboortedag te herdenken. Het is dr. Cornells Johannes Wijnaendts Francken, die op 12 November 1863 te Rotterdam het levenslicht aanschouwde. Hij doorliep het gymnasium aldaar en studeerde aan de Universiteiten van Utrecht en Amsterdam in de wis- en na tuurkunde en in de geneeskunde. Op 27- jarigen leeftijd promoveerde hij cum iaude tot doctor in de wis- en natuurkunde op een proefschrift getiteld „De Sclereïden". Gedurende de jaren 18981902 zette hij zijn studiën voort aan de Universiteiten van Jena, Zurich, Parijs en Berlijn, voor namelijk op het gebied der psychologie en philosophic, waarbij hij Ziehen, Janet, Dil- they, Paulsen e.a. tot zijn leermeesters mocht rekenen. Direct na zijn promotie ondernam hij verschillende groote reizen, welke tot 1913 duurden. Behalve Europa, dat hij in alle richtingen doorkruiste, bezocht hij ook Amerika, Azië en Afrika. Dr. Wijnaendts Francken is lid van de redactie van het Tijdschrift voor Wijsbe geerte, bestuurslid van de Kant-Gesell- schaft en van de Ver. „Het Spinozahuis". Zijn voornaamste werken zijn: „De evolutie van het huwelijk (1894), Het Boed dhisme (1897), Sociale Ethiek (1897), Het hypnotisme (1902), Fransche moralisten (1904) Schopenhauer (1905), David Hume (1907), Sociale vertoogen (1907), Psycho logie van het droomen (1907); Het spiri tisme (1908), Het vraagstuk van den vrijen wil (1912), Het sexueele leven (1921), We reldbeschouwing en godsdienstig bewust zijn (1913), Wijsgeerige geschiedbeschou wing (1924), Woordenboek van wijsgeerige Kunsttermen (1925), Goethe en de vrou wen (1928), Woordenboek van historische en mythologische personen (1929). Verder schreef hij reiswerken over Amerika (1892), Oost- en Zuid--Afrika (1915) en West-Indië (1916), terwijl mede een groot aantal tijdschriftartikelen van zijn hand is verschenen. Het lijdt geen twijfel of velen zullen zich opmaken om a.s. Dinsdag den bekwamen litterator geluk te wenschen. Daartoe bestaat 's middags tusschen 3 en 5 uur in Huize Bruins gelegenheid. WINTERPROGRAMMA. INST. VOOR ARB.-ONTWIKKELING. De plaatselijke af deeling van het I v. A.-O. biedt haar leden, donateurs en be langstellenden in haar werk een winter- programma aan, dat wederom tal van onderwerpen bevat op het terrein van ontwikkeling, zoowel als van ontspanning. Zooals gebruikelijk, wordt het seizoen geopend met een bijeenkomst, die een massaal karakter heeft. Ditmaal is daar voor de keus gevallen op een tooneelavond in de Stadsgehoorzaal, op Zondag 19 November, waar het nieuwe werk van Upton Sinclair „De wereld op z'n kop" ge geven wordt door „De Jonge Spelers". Ook stelt het bestuur zich voor een aan tal film-ochtenden te geven in 't Trianon- theater. De cursus-avonden, de z.g. luister'oij- eenkomsten, vangen aan met een lezing op 20 November van den heer Henk v. Laar, leider van den Nat. Hist. Dienst van het I. v. A. O. te Amsterdam, over „Vul kanen en Gebergtevorming". Onze stadgenoot, de heer G. F. E. Kiers, dir. van het Bouw- en Woningtoezicht, zal voorts op 18 December aan de hand van lichtbeelden spreken over „Oud en nieuw Leiden". De heer Paul Kiës, oud-officier, redac teur van „Oorlog of Vrede" te Amsterdam spreekt vervolgens op 22 Januari over „Hitler-Duitschland en de Ontwapening." Het werkprogramma vermeldt verder nog onderwerpen op het gebied van het coöperatie-wezen, het sexueele vraagstuk en het bankwezen. Het Natuurvrlendenwerk, dat in het Inst. v. A. O. een aparte plaats inneemt vormt ook thans voor de liefhebbers van toerisme een aantrekkelijk onderdeel van het programma. Dit deel van het winter werk wordt a.s. Maandag reeds gemier-< met een lichtbeeldenavond over d- epzm, $aarby ie liêgr BINNENLAND. Inaugureele rede van prof. dr. H. J. Lam als buitengewoon hoogleeraar in de plant kunde aan de Leidsche Universiteit. (Stadsnieuws, 1ste Blad). Onze verhouding tot België; jhr. De Graeff aan het woord (6de Blad). Begrooting van Binnen], Zaken; memorie van antwoord aan de Tweede Kamer (4de Blad). Ons Parlementair Overzicht; jhr. De Geer contra het fascisme (3de Blad). Wie de hoofdprijzen der Radio-prijs vraag van het Nat. Crisis-Comité wonnen. (Binnenland, 5de Blad). Vertegenwoordigers der bloembollen- organisaties op audiëntie bij den Minister van Econ. Zaken (Land- en Tuinbouw 3do Blad). Moord te Heesch (Gemengd, 5de Blad en Laatste Berichten, 1ste Blad). Het drama te Udcn; tragisch gevolg van een stoeipartij (Gemengd, 5de Blad). De nieuwe Gereformeerde Kerk te Oegst geest (3de Blad). BUITENLAND. Een rede van Mc Donald. Opwekking tot Duitschland terug te keeren (Buitenland, lste Blad). Debat in de Fransche Kamer over de buitcnlandsche politiek (Buitenland, lste Blad). De opstand op Cuba nog niet gedempt. (Buitenland, lste Blad). voorzitter der Leidsche groep, een toe lichting zal geven. In verband met de voorgenomen orga nisatie van populaire reizen naar Oosten rijk zal op 8 Januari door den heer F. Kasemier uit Amsterdam 'n lichtbeelden- causerie over „Vorarlberg" worden ge houden. Tenslotte wordt in het program nog aangekondigd de feestelijke herdenking van het 10-jarig bestaan der organisatie, op 20 Februari, waarbij o.a. een film van de Vereenigingsreis naar de Vogezen zal draaien en de heer M. Borsje, oud-voor zitter der Nederlandsche Natuurvrienden beweging de herdenkingsrede zal uit spreken. Op dezen avond zullen tevens de prijzen voor den foto-wedstrijd worden uitge reikt. Bijwijze van proef besloot het bestuur, den leden en donateurs vrijen toegang te geven tot alle cursus-avonden, terwijl dfi Natuurvrienden-avonden voor ieder be langstellende gratis toegankelijk zijn. LEIDSCHE CHR. JEUGDCENTRALE. De Leidsche Chr. Jeugdcentrale heeft het plan opgevat om dezen winter enkele lezmgen voor haar leden en verdere be langstellenden te organiseeren. De eerste bijeenkomst, die op Donder dag 30 November zal worden gehouden, belooft al een zeer bijzondere te worden. Dr. ir. H. G. van Beusekom te 's-Gra- venhage zal dan spreken over „Kagawa". Toyohiko Kagawa, de groote geleerde, hervormer en philantroop, is geboren in 1888 en studeerde aan een Chr. univer siteit te Tokio en later aan de universi teit te Princeton in Amerika. Op 22-jarigen leeftijd begon hij te prediken in Shlnkawa, de beruchte wijk van de Japansche stad Kobe. Hij predikte daar niet alleen, maar ging daar wonen. Hij ging wonen te midden van het afval van de Japansche maatschappij: drin kers, vechters, moordenaars, brandstich ters. Hij ging wonen in de sloppenwijk Shinkau, waar de pestwalmen opstijgen; daar, waar een gezond mensch nauwelijks kan ademen; daar, waar het gevaar van besmetting altijd aanwezig is; daar, waar ieder oogenblik zijn leven ln gevaar was. Hij heeft toegepast de woorden van zijn Koning, zijn Meester: „Predik het evangelie". „Ga haastelijk uit in de stra ten en wijken der stad en breng de armen en verminkten en kreupelen en blinden hier in." Kagawa had millionnair kunnen zijn. Hij heeft boeken geschreven, die meer dan tweehonderd keer zijn herdrukt. Hij is arm omdat hij alles opofferde voor zijn ideaal. Kagawa deelde zijn woning met drin kers, brandstichters, moordenaars, tuber culoselijders, Herhaaldelijk werd zijn leven bedreigd; afpersingen waren aan de orde van den dag. Hij deelde zijn bed 4'ft jaar met een half waanzinnige, lijder aan de vreese- lijkste aller ziekten. ALs de man de hand van Kagawa vasthield, was hij rustig, want daarin gevoelde hij de hand Gods. Hij is daardoor lijdende geworden aan een ongeneeslijke oogziekte. Zoo pre dikt hij. Kagawa is philantroop. Kagawa gaf aan een berucht straattype op diens eisch, zijn laatste costuum. Kagawa droeg een hemd en een ki mono, een Japansch overkleed Het was zijn eenig bezit. Hij trok voor een nog armere zijn hemd en kimono uit. gaf zijn hemd weg en trok alleen zijn kimono weer aan. Het ls de toepassing van Jezus' woord: ,lk was naakt en gij hebt ml] gekleed". Wat eij aan de minste mijner broederen c-'u^an hebt dat Ijebt gy MIJ gedaan."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 1