jtden Leidschen Raad. Hoe kom ik van die hoofdpijn af? AKKER.CACHETS'-akkertjes-) (Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 7 November 1933 Derde Blad No. 22588 sidie aan Stadsverkeer verleend Het Uitbreidingsplan. De brandstoffen voor de werkloozen. Lidie aan stadsverkeer. K. -..„I tot toekenning van een ^Srfie over het tijdvak 1 Novem- 1 Mei 1934 aan de N.V. Leidsche Garage ten behoeve van den Kutobusdienat „Stadsverkeer" en stelling van den desbetreffenden »*r=Lstaat (222) ■jJr COSTER wijst er op, dat reeds E, chauffeurs zijn ontslagen en Tïiirrentle ook de loonen zijn ver- Waarom worden geen maatregelen i tegen al die taxi-ondernemingen n rilden voor provisie en fooien? f het snorren dient tegengegaan. BERGERS beziet alleen de sub- Khet belang voor betere verbinding buitenwijken, los van loonen enz ïoe verlaagd loon dan steun, meent Khil Tegen de taxi's wil spr. niet wat z i. ook moeilijk zou gaan. «V BEEKENKAMP ziet in dit voor- L crisis-maatregel. Ook spr. voelt nerking van het taxi-bedrijf, want u-t initiatief mag niet leiden tot ïm" van het algemeen belang. Z.l. mogelijk alle verhuur-inrichtingen £f's"aan een concessie te binden, kok in Den Haag en Rotterdam het l waardoor z. i. veel te bereiken is. Ibsidle oordeelt spr. gewenscht. Het ■an de N.Z.H.T.M. oordeelt spr. on- Spr ontzenuwt de daarin aange- fargumenten, en z. 1. doet men het (it adres voor kennisgeving aan te leer VERWEY oordeelt de subsidie iwaar bij gemeentelijke exploitatie •o's voor rekening der gemeente laomen en de dienst niet gemist kan i Het adres van de N.Z.H.T.M. zou arne om advies zien gaan naar .ORZITTER wijst er op, hoe het (ër Tram op dit voorstel beperkend tken Waarom dan praeadvies? rer VERWEY kan zich dan met het Met vereenigen. ORZITTER is het niet geheel eens t voorstel. Z.i. is de toestand zoo, 5 de subsidie te verhoogen is het _i een geschenk dat niet verant- i, te meer, waar andere wijken ver lijven van zoo'n verkeersdienst, dien zit z.i. de fout in de opzet zon- «nd kapitaal, anders zou de zaak f tanen, zij het zonder hooge win- ir WILBRINK was van plan voor te trots de bezwaren, doch hij is i teruggekomen. Ook spr. wijst er f vele kwartieren niets hebben en Jhem het adres der Tram Mij. ook pt lijkt hem te mal, dat één conces- Jwel subsidie krijgt (en een groo- andere niet. De verlaging van den vervoer van het autobedrijf doet hens zien, dat er geen behoefte aan Isnbsidie-verhooging gaande te hou- Jt ten doode is opgeschreven oor- ir. verkeerd. Nu vervoert de Eltax al trsonen dan de autobus-dienst, louder GOSLINGA erkent dat het 1 der meerderheid van B. en W. niet rte is genomen, doch dringende re written er voor. Er is verband tus- dit bedijf en het klein taxi-bedrijf, h ontstuimig heeft ontwikkeld en igeregeld is. Maatregelen tot orde H li. daarom noodzakelijk zijn, al is beilijk. Voorstellen zullen er echter men, de commissaris van politie I reeds van advies aan de commissie [de strafverordeningen etc. Trots «i-bedrijf zal de autobusdienst be- lijk kunnen worden gemist. Afwijzen iet voorstel beteekent het verdwijnen len autobusdienst, die in een groote fte nog voorziet, gelet op de cijfers |t. terwijl er niets voor in de plaats Tien. Deze verhooging geldt slechts Hei, in tusschentijd zal verder zijn L Een bedrijf dat 8000 personen per rervoert, is nog niet overbodig, meent genover den heer Wilbrink. I andere wijken niets hebben, be- j spr.. doch is daarmede de overbo- Jd van de bestaande diensten be- In? adres van de N. Z. H. T. M. zegt dat Tlijn over den Rijnsburgschen weg de baten brengt. Vraagt men dus deze P te heffen, dan beteekent dit een Jorden van den auto-dienst en daar- Ispr. tegen. En vergeten wordt geheel gevens de verbinding op Warmond, die it uit de Hogerbeetsstraat. pogingen om autobus en tram tot brenSen Inzake overstappen bij i °n lullen B. en W. gaarne bemid- i-Laat men nog een half jaar aan- tL, achten, wat daarin tot stand n Nu niet inwilligen, is de dood stadsverkeer. Of er een andere Mij. Jfiu+i zou men no& moeten afwach- wuisi door het niet aanwezig zijn van ,'h 1929 tot subsidie besloten. itrJï?van chauffeurs weet spr. uocn na afloop van het reisseizoen X'biet verbazen. Loonen en ar- B (>n m zi^n aan de goedkeuring ijl P" onderworpen. De loonsverla- I Wr de chauffeurs aanvaard. (Reeds geplaatst in een gedeelte van onze vorige oplaag.) istand?MSEtiAN s'u'1' z'ch aan Mj de om reeds genoemde motie- te de m^IJNEN vraaBt, of stopzetten U h'Jze[s van de klok terugzetten, i van n Seen algemeen belang PadsvMfaf w'iken- Laat men liever kg maiteni61 maken t°t een algemeen '°otr2itt®|rUEMAN sluit zich aan bij I heer iLS,®' tegenstemmen. 3Udsverki ERS Pleit voor behoud zeker i.Ü 'ïPeciaal ook, waar aller- J kunnen de taxi-bedrijven zich lepar .'is- 1 nan-dhaven, wanneer eens Sfheer ft ^mcn Ftea. M rfEE??9uT zal nu nog voor as- en dn i, h« voor het laltst. wordt het voorstel 304 stemmen. Tegen de heeren Wilbrink, Huurman, V. d. Reijden en Bosman. 6e. Voorstel in zake het verleenen van een toelage uit de gemeentekas aan de kweekellngen, verbonden aan de o. 1. scho len te Leiden, die de hoofdakte-cursus aan de Gemeentelijke Kweekschool voor On derwijzers en Onderwijzeressen te Leiden bezoeken, of die op 1 September 1933 reeds in het bezit van de hoofdakte waren. (223) Conform besloten. HET UITBREIDINGSPLAN. 7e. Voorstel: a. inzake de vaststelling van het uit breidingsplan met de daarbij behoorende bebouwingsvoorschriften en inzake de be slissing op de tegen het plan ingekomen bezwaarschriften; b. inzake de vaststelling van bijzondere voorschriften ter bepaling van voorgevel- rooilijnen voor woningen en andere ge bouwen met betrekking tot verschillende straten en in zake de beslissing op de tegen eenige dier voorschriften ingeko men bezwaarschriften. (216) De heer SCHÜLLER doet een voorstel van orde. Hij stelt n.l. voor, hoewel de wet heden beslissing vraagt, verdaging, daar mankeert het praeadvies op diverse pun ten, die hierbij aan de orde worden ge steld. Spr. geeft daarvan een opsomming. De raadsleden hebben bovendien gemist een toegezegde kaart over het uitbreidings plan, hoewel B. en W. dat hadden toege zegd. De heer MANDERS steunt het voorstel Schüller. Wethouder SPLINTER ontraadt verda gen ten sterkste, daar overmorgen de wet telijke termijn verloopt. Anders zou men van voren af aan kunnen beginnen. De voorstellen, waarop de heer Schüller doelt, betreffen bovendien de binnenstad, niet de buitenwijken, die thans alleen aan de orde zijn. Een kaart is inderdaad toege zegd, doch de tijd heeft daarvoor ontbro ken, tot zijn spijt. En de kosten zouden f.2500 hebben bedragen bovendien. De heer SCHÜLLER zegt, dat er toch wel tijd is geweest voor de door den raad besloten praeadviezen. Daarin hebben B. en W. gefaald, en daarover spreekt hü zijn misnoegen uit. De heer GROENEVELD critiseert den gang van zaken bij het uitbreidingsplan, dat gebruikt is als een kapstok om er van alles aan op te hangen. Achteraf blijkt, dat echter niets is opgehangen, dat alles in een hoek is geworpen. Kan de Raad het helpen, dat er nog maar 2 dagen tijd over is? Dat is de schuld van B. en W. en hij wil dat ten scherpste laken. De heer ELKERBOUT betreurt ook, dat B. en W. zoo laat zijn, doch wat is er nog aan te doen? En hoe gaat het nu met de gevraagde praeadviezen? Moet dat nu nog eens aan de orde worden gesteld? De VOORZITTER: neen, die praeadvie zen komen nog. Wethouder SPLINTER herhaalt, dat thans alleen de buitenwijken aan de orde zijn. De praeadviezen over de voorstellen inzake de binnenstad komen te zijner tijd, dat gaat zoo vlug niet; zij komen afzon derlijk. B. en W. konden inzake het uit breidingsplan niet vlugger werken. Men mag nog blij zijn, dat men juist op tijd is. De heer SCHÜLLER' waarom is de raad dan niet bijtijds op de hoogte gesteld van het voornemen van B. en W. de binnen stad uit het plan te laten? Demping van het Levendaal zal wel ko men b.v., doch wie weet dat? Spr. blijft er bij, dat B. en W. nalatig zijn geweest. De heer GROENEVELD zegt dat de wet houder formeel gelijk heeft, de binnen stad hoort niet bij het uitbreidingsplan, noch in 1928 begreep de wethouder het niet. want waarom anders al die voorstel len bij het uitbreidingsplan gebracht? En waarom is de toezegging dan niet gestand gedaan? De raad heeft zich laten bedrie gen. De heer HUURMAN: Er was toch geen opzet van B. en W., dus is er geen sprake van bedriegen. De heer GROENEVELD: Waarom deelen B. en W. aan den raad niets mede? Nu staat alles op losse schroeven inzake de binnenstad, uitgezonderd dan het Leven daal Spr. verwacht beslist nadere toezeg ging van den wethouder over het praead vies over de voorstellen, waarom het gaat. Wethouder SPLINTER zegt praeadvies te zijnertijd toe. Het Levendaal met Plantage en brug zelfs sooedig, hoopt spr. De heer SCHÜLLER zal zijn voorstel te rugnemen waar uitstel niet mogelijk blijkt, al is hij door den wethouder niet tevreden gesteld. D? gemeente mag niet zonder uit breidingsplan zijn, Op voorstel van den heer Groeneveld gaat de raad in geheime zitting. Na een kwartier heropening. De heer. COSTER licht een geval toe, dat iemand z.i. door het plan is gedupeerd, n.l. de heer Van Hartevelt. De heer WILBRINK heeft alle lof voor den ontwerper van het plan, waarbij ook aan goede verkeerswegen en z.g. gordel wegen is gedacht, al is het laatste mis schien zelf overdreven doch dat zal de toekomst moeten leeren. Bij spr. is echter de vraag gerezen of wel voldoende rekening is gehouden voor de bewoners met sma'le beurzen? Oog voor de aesthetische zijde heeft men voldoende gehad, doch hoe met de economie der ar beiders- en kleine middenstandswoningen? In dit opzicht is spr. niet gerust en nader zet hij zijn bezwaren uiteen. Z.i. moet de mogelijkheid worden eeoDend de goothoog- te te brengen van 3.50 op 4 50 of 5 M.. hetgeen ruimte doet winnen Om te duren bouw te voorkomen l<= z.i dan gewenscht d- dak'-*11''-!? t- uT 'e brengen van 50 on 35 gr. ook om de eentonigheid te breken Wat arbeldersbouw betreft, de mogelijk heid van onder- en bovenwoningen moet xX vergroot worden, al zeggen B. en W. dat de gelegenheid reeds verruimd is. Zoo'n bouw is eenvoudiger te exploiteeren. Spr. bespreekt dan eenige ingediende bezwaarschriften met name van de N.V. Gebroeders van Hoeken's Houthandel en van de firma Gebr. Mulder. Hij stelt mede namens den heer Huurman per motie voor aan de bezwaren van het laatste geval te voldoen. De heer KOOISTRA bepleit eveneens de mogelijkheid van een hooger goothoogte, die hij als minimum op 4 M. wil zien ge bracht. Spr. doet een voorstel daartoe. De heer SCHÜLLER wijst er op, hoe niet bestaande verbouwingen in de binnenstad als bestaande zijn aangegeven op kaart V. En d wethouder zeide, dat de binnenstad niet in het geding is. Spr. vraagt of in principe hier nu over beslist wordt of niet? Do heer GROENEVELD klaagt nog eens over den langzamen gang van zaken in zake het uitbreidingsplan en het uitblij ven van een kaart voor alle raadsleden. Het uitbreidingsplan der buitenwijken moet aanpassen bij dat der binnenstad en daarom gelooft hij, dat al neemt de raad heden geen besluit voor de binnenstad, de verbindingswegen er toch zullen komen als geschetst. De VOORZITTER: Zoo ongeveer. Hierna schorsing tot 's avonds. AVONDZITTING. De heer MANDERS is van meening, dat de bedoeling van een uitbreidlingsplan is het algemeen belang te dienen, zonder de particuliere belangen te benadeelen. In dit verband behandelt spr. het bezwaarschrift van den heer C. C. v. d. Bosch, terwijl hij voorts bepleit handhaving van de breed te van de Oegstgeesterlaan op 25 M. Een goothoogte van 3.505 M. lijkt spr. wen- schelijk. De heer SCHÜLLER bestrijdt het idee Wilbrink, dat boven- en benedenwoningen goedkooper zijn. Bovendien, de goedkoope huren der benedenwoningen is slechts schijn, gelet op de inrichting daarvan. Hoogstens is zoo'n woning goed voor een gezin zonder kinderen. Gezinnen met kin deren moeten dan naar boven met alle ongemakken van dien en de last voor be neden. Spr. beroept zich bij een en ander op deskundigen. Wethouder SPLINTER beantwoordt de verschillende sprekers. Allereerst den heer Coster, wiens bezwaar hij afwijst. Den heer Wilbrink wijst spr. er op. hoe goede, ruime wegen en plantsoen juist no pen tot bouw. Wat de goothoogte betreft en de dakhelling, een goothoogte van 5 M. geeft kleine middenstandswoningen, geen arbeiderswoningen. Met 3.50 kan men volstaan, dus waarom deze uitgeschakeld? Een dakhelling van 35 gr. zou het aspect van de straat bederven bij aansluiting b.v. aan huizen met een dakhelling van 50 gr. Van goedkooper zooals de heer Wilbrink dat voorstelde, is z.i. geen sprake. Goothoogte van 3.504.50 M. en een dakhelling van 50 gr. dlene z.l. gehand haafd te worden. Boven- en benedenwoningen zijn goed kooper in exploitatie en daarom ruimer geprojecteerd. Spr. gaat dan in op hetgeen is gezegd over de diverse bezwaarschriften handhavend het standpunt van B. en W. in dezen. De motie Wilbrink inzake de firma Mulder, willen. B. en W. in praead vies nemen, daar zij erkennen, dat daar voor wel iets te zeggen is. De heer WILBRINK gaat daarmede ac- coord na eenig verzet. Alleen vraagt hij nog spoed. De heer HUURMAN meent dat het voor stel van B. en W. toch niet onveranderd aangenomen behoeft te worden. De VOORZITTER zet uiteen, dat het hierom in dit geval niet gaat. de detail leering is nu echter toch niet vast te stellen. De WETHOUDER komt dan tot de hee ren Schüller en Groeneveld. De binnen stad komt niet in het uitbreidingsplan voor en blijft er buiten. Alleen voor beter overzicht is op kaart V de binnenstad ook opgenomen, doch de raad zal daarover la ter hebben te beslissen. Den heer Manders geeft spr. toe. dat de belangen van derden niet mogen worden verwaarloosd, doch daarvan is z.i. geen sprake, ook niet in het geval v. d. Bosch. De Oegstgeesterlaanbreedte kan later al tijd nog onder de oogen worden gezien. De heer HUURMAN spreekt zijn teleur stelling uit over de behandeling van zoo'n gewichtig punt. De raad beslist toch in laatste instantie, doch de raad krijgt 2 da gen daarvoor, terwijl tal van instanties uitvoerig zijn gekend. Z.i. moet de raad eenvoudig dit plan slikken en rijn alle debatten vruchteloos. De VOORZITTER komt tegen dit laatste op. De Raad heeft vorige week deze kwes tie nog onder de oogen kunnen zien; toen was verandering nog mogelijk geweest, terwijl dit thans werkelijk lastig is, al is het niet uitgesloten. De heer MANDERS constateert, dat de meening der C. v. F. toch bekend was, ook bij B. en W. De heer HUURMAN handhaaft zijn mee ning, dat het jammer is, dat deze kwestie er op één dag moet worden doorgejaagd. Repliceerend stelt de heer WILBRINK voor een goothoogte van 3.505 M. en een dakhelling van 35—60 gr. Dit voorstel is mede onderteekend door de heeren Huur man en Manders. De heer GROENEVELT heeft nog dit bezwaar ontdekt, dat lange bouwblokken zijn geprojecteerd, zelfs van 200 M. zonder onderbreking. Voor den bouwer voordeelig, doch spr. oordeelt zulke lange straten ver keerd. Waarom gaat het college nu dezen weg op? Formeel kan spr. een amendement in dienen, doch practisch is het niet mogelijk, gelet op den tijd. Wethouder SPLINTER zegt dat B. en W. het recht behouden om straten door an dere te doen kruisen. De heer GROENEVELT zou in ieder ge val toch graag zien toegezegd, dat straten van 200 M. niet zullen worden toegepast. De heer COSTER dient een motie in om alsnog aan den heer v. Hartevelt, hoek HaagwegGenestetstraat bouwvergunning wordt verleend voor een stalling voor rij wielen. De VOORZITTER zegt. dat de raad geen bouwvergunning kan verleenen en deze kwestie is niet aan de orde bovendien. De heer COSTER neemt dan het voorstel terug De heer WILMER kan onderschrijven, dat ieder raadslid kennis had kunnen ne men van het plan, zooals ieder, die bezwa ren indienden, daar het plan ter visie hee't RECLAME. 380 Wanneer Uw hoofdpijn (migraine) U overvall bij hel op slaan, vóór of na den maaltijd, loop dan even bij Uw drogist of apotheker binnen en vraag een doosje "AKKERTJES". Deze nieuwe vinding van Apotheker Dumonl wordl overal en door iederen gebruiker geroemd om haar wonderlijke resultaten bij Hoofdpijn, Migraine, Kiespijn, Zenuwpijn, Influenza, Spierpijn, Neuralgische pijnen, Rheumalische pijnen. Het is niet noodig U Ie laten plagen door Uw pijn. Want bijna on middellijk sullen AKKER-CACHETS U helpen en Uw pijnen snel tot bedaren brengen. Ook Gij tuit opgetogen lijn over de resultaten. J Volgens recept van Apotheker Dumont. Slechts 50 cent per 12 stuks. gelegen. Anderzijds erkent spr. echter dat het voor de raadsleden moeilijk was zonder kaart etc. Tot een behoorlijk resultaat is niet te komen. Het beste zou misschien zijn thans het plan vrijblijvend te aan vaarden en later dan te praten over de verschillende voorstellen, die ingediend zijn of nog ingediend zullen worden en daar voor het plan later te wijzigen. Spr. zou gaarne praeadvies zien over de ingediende voorstellen daar hij ze nog niet volledig kan doorzien. Z. i. lijdt men schade, particulier gespro ken, in den tijd tusschen de bestudeermg van het uitbreidingsplan en de uitvoering. Is dit laatste niet spoedig het geval, dan lijkt hem vergunning voor bouw gewenscht, b.v. in gevallen van den heer v. Hartevelt. Een clausule, dat niets vergoed wordt na 10 jaar gebruik, zou b.v. alle moeilijk heden ondervangen. De heer SCHÜLLER wijst er den heer Wilmer op, dat een woningwet voorziet in hetgeen hij opmerkte over de schadever goeding (herziening over 10 jaar). Z.i is het niet de taak van raadsleden zich op de hoogte te gaan stellen als iets ter visie ligt voor de gemeentenaren, zij moeten anders worden ingelicht. Voorstellen moeten toch bij openbare behandeling steeds kunnen worden ingediend. De heer VOS ziet niet het minste be zwaar thans het plan te aanvaarden, daar er immers steeds herziening mogelijk is. De heer GROENEVELT dient een motie in, de wenschelijkheid uitsprekend dat in den regel geen bouwblokken zullen worden geprojecteerd grooter dan 100 M. De VOORZITTER vraagt of de heer Gr. niet bedoelt B. en W. te wijzen op hun be voegdheid kruisstraten te verlangen. De heer GROENEVELT vraagt op zijn beurt, of B. en W. daartoe de macht heb ben. als het uitbreidingsplan langere bouw blokken toestaat. De VOORZITTER raadt den heer Gr. aan dan te zijnertijd met een voorstel te komen Juist de straten aangevend. De heer GROENEVELT: dat kan ik niet binnen 2 dagen. Neemt u de motie dan in praeadvies. Dit zal geschieden. De heer MANDERS wijst er op, hoe de 10 Jaar 26 jaar kan worden, zooals hier het geval is. Het laatste plan is van 1907. De VOORZITTER: hoeveel wijzigingen hebben er plaats gehad? De heer MANDERS vraagt dan nog weer de finantieele gevolgen van het plan. Wethouder SPLINTER: die zijn er niet, zie de stukken. De heer MANDERS: dan feliciteer ik de gemeente. Spr. dient daarop een voorstel in voor het verlengde van de Oegstgeesterlaan ook een breedte van 25 M. te handhaven en een ander tot aankoop of onteigening van het perceel v. d. Bosch. Wethouder SPLINTER zegt. dat bij aan neming van het plan de breedte van de Oegstgeesterlaan zal moeten worden be paald. Met v. d. Bosch is men al jaren bezig tot een schikking te komen, doch deze zal re delijker moeten worden. De voorstellen Manders gaan om prae advies naar B. en W. Ook het voorstel- Wilbrink inzake de goothoogte en dakhel ling willen B. en W. in praeadvies nemen, doch de heer Wilbrink verzet zich daar tegen. Z i. kan de zaak best nu worden beslist. De heer WILMER pleit voor uitstel der beslissing over het voorstel-Wilbrink om binnen 3 maanden alles af te doen en Ged. Staten kennis te geven, dat v-.r eenige amendementen nog nader zal wor den besloten. De VOORZITTER zegt dat Ged. Staten z.i. daarmede wel genoegen zullen nemen, daar zij 1 Jaar tijd hebben voor de goed keuring. De heer WILBRINK gaat dan accoord met praeadvies. Ook het voorstel Kooistra gaat om prae advies. Tenslotte worden de drie veranderingen aangenomen, nadat de heer Manders nog eenige opmerkingen heeft gemaakt en een redactie-wijziging heeft, die met 247 st. wordt verworpen, voorgesteld. Daarmede is het Uitbreidingsplan aan vaard. DE BRANDSTOFFEN VOOR DE WERKLOOZEN. Voorstel Inzake het verstrekken van brandstoffen aan daarvoor in aanmerking komende werklooze gehuwde en ongehuw de kostwinners en op zich zelf wonende personen gedurende het winterseizoen 1933 —1934. (225). De heer v. STRALEN oordeelt het moei lijk, dat de werkloozen de brandstoffen mengen, daar de eene hoeveelheid op is, als de andere wordt gegeven. Is het niet mogelijk bij de 2e verstrekking een dubbele portie te geven, daar er immers nog pl.m. 1 gulden te besteden overblijft per betrok kene? Bezwaar heeft spr., dat extra-uitkee- ringen onmogelijk worden genoemd, als bijzondere koude intreedt. Van sparen zal weinig kunnen komen. Was niet mogelijk ook op de parelcokes korting te krijgen, daar de gemeente zelf leverancier is, waar de handelaren wel reductie geven op de eierkolen? Zoo zou er ruimte blijven voor extra-ui tkee ring. De heer ELKERBOUT had die zinsnede over geen extra-uitkeering ook liever weg gelaten gezien, daar de minister daarover niet rept. Wethouder ROMIJN zegt, dat B. en W. een regeling hebben uitgewerkt, die beant woordt aan alle wenschen. Iedere regeling heeft echter bezwaren en zoo heeft deze er toch ook nog, alles ten spijt. De menging is inderdaad lastig. Door de leveranciers is niet doenlijk. Met eenige zelfoverwinning, door in den beginne zui nig aan te doen, bestaat echter voor de betrokkene toch wel de kans meent spr.. Mogelijkheid van tegemoetkoming ziet spr. niet Wat periodes van groote koude betreft, vorig jaar was een extra-uitkeering mo gelijk, daar niet het volle pond was ge geven. Waar de minister elders extra-uit keering vorig Jaar weigerde, meenden B. en W. het beter te doen, daarop de aan dacht te vestigen opdat de menschen zoo mogelijk daarmede rekening houden. Ge let op de bezuinigingsdrang. gelooft spr. niet aan wijziging van de houding van den minister voor dit jaar. De reductie der handelaren is gebaseerd op groote afneming, doch dit geldt niet voor de cokes, integendeel zelfs, daar wordt de hoeveelheid die te leveren is, de helft minder. Daarom is prijsverlaging der cokes niet doenlijk voor de Lichtfabrieken Tengevolge van een en ander ziet spr geen kans iets e>. 'as te verstrekken bij extra- kou. temeer niet daar de gulden per week niet mag worden overschreden Opsparen der 5 ct. is ook niet mogelijk daar de mi nister bepaald, dat bij levering van 1 mud cokes, per week. zoo deze voldoende wordt geoordeeld, daar niet boven gegaan mag werden, al is de gulden niet bereikt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 9