50-35-20 Voorschriften voor werkloozensteun [Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 30 October 1933 Derde Blad No. 22581 BINNENLAND. Het proces-Van der Lubbe. WETENSCHAPPEN. FINANCIEN. FAILLISSEMENTEN. LAND- EN TUINBOUW. Cjnevoar dreigt U Steunt met Uw gaven het Leidsch Crisis-Comité. ■nüirSClttA.VD EN ONS BEDRIJFSLEVEN. commissie gevormd om voor de 'irlaodsche belangen te waken. Lt oog op de onderhandelingen in nieuwe douane- en credietver- t Duitschland heeft in overleg met ■rln" het Centraal Instituut Neder- Eebland. waarvan dr. F. E. Pos- mrzltter is een speciale commis- K^mmissie, die samengesteld is uit tn mi' A N Molenaar (voorzitter), V j Breukers, J. A. Geluk, mr. ■riaastert. Jac. Smits en E Henny KT) heeft zich tot taak gesteld de 1 van het bedrijfsleven, wat onze leweging met Duitschland betreft, t'oentraal Instituut zijn aange- ic Algemeene Nederlandsche Zuivel- FNZ)- Algemeene R-K. Werkge- Éeniring; Bond van Kaasproducen- fcreau tot Economisch Verweer der hfokkerij (warmbloed); Christelijke h- en Tuindersbond in Nederland; Klijke Werkgeversvereeniging; Kamer Kopnandel en Fabrieken voor het Utrecht; Kamer van Koophandel [brieken voor Rijnland; Katholieke pndsche Bieren- en Tuindersbond; (Ned Landbouwcomité; Nederland- Idustrie en Handelsraad voor Land- Inbouw; Nederlandlsche Kamer van landel voor Duitschland; Ned. Maat- voor Nijverheid en Handel; Ned. Federatie; Ned. Tuinbouwraad Verbond van Nederlandsche Werk- len, die niet bij het Centraal Insti- n aangesloten kunnen zich tot ge- e organisatie wenden. Het kantoor sstigd Hugo de Grootstraat 15. Den RIJZ. DEMOCRATISCHE BOND. Bering der Federatie Zuid-Holland. ngenoemde Federatie vergaderde Bag te Rotterdam. De opkomst der Engen was zeer groot. Na afdoening (verschillende huishoudelijke zaken, Ti tot leden van den Partijraad her- mr. G. J. Schilthuys te Rotterdam. Schendstok, Den Haag, mr. C. J. uit te Oegstgeest en J. Haaykes te ïcht. Als bestuursleden werden ge- heeren J. L. Belonje te Rotter- en P. H. Kes te Dordrecht. 1 voorstel van het bestuur om, ten- I een krachtiger en inniger samen- hg der afdeelingen te verkrijgen, voor >ovincie een 5-tal kringen in te werd. na een korte discussie aan- |ien. Algemeen verwacht men door menwerking in streekverband gun- •sulfaten. Ingesteld werden de vol- Igroepen: I Leiden, met de afdeelin- Jein'en, Oegstgeest, Sassenheim, Was- ir, Alphen en Nieuwkoop. Jouda en omgeving. III Dordrecht en hng. IV 'sGravenhage en omgeving, ftterdam en omgeving, waartoe de Handen (voor zoover niet bij Dor- 1 Ingedeeld) vallen. na werd de beschrijvingsbrief voor Groningen te houden Alg. Bonds- Bering gehouden, die aanleiding gaf ple discussies. anst. wintercampagne werd uitvoe- isproken. HET N. V. V.-CONGRES, i Bekorting van den arbeidstijd. het te Utrecht voortgezette congres iet N.V.V. zijn Zaterdag twee resolu- mgenomen. de eerste wordt met verontwaardl- 'tennis genomen van het feit, dat in land nog steeds zeer lange werktij- 'oorkomen, welke vaak zelfs tot on- ihwaardige toestanden leiden. Bij de :ing en het parlement wordt aange- len op onverwijld wettelijke regelin- ffaardoor de arbeidstijd in geen geval M uren overschrijdt, zulks als overgang ir de veertigurige werkweek, ■j öe tweede onderschrijft het congres elsch van het I. V. V. inzake de veer- i ■hrigc- werkweek. Zij dringt er bij de re- 5 op aan op korten termijn het ini- f te nemen tot het houden van sa- irekingen onder leiding van de re- met vertegenwoordigers der werk- - en werknemersorganisaties van de ideriijke bedrijven, met het doel te pen in die bedrijven de veertigurige "'eek tot stand te brengen. de amsterdamscee «cc ad oorsstaking opgeheven. gi een zeer druk bezochte vergadering •.De Harmonie", hebben de stakende ■auoors te Amsterdam met 204 tegen en 3 stemmen blanco tot od- V>ng van de staking besloten. VERSPREIDE BERICHTEN. Ri-ai»rlnses Juliana is Zaterdag tegen- hen té Ulrech? Pblitie-ruiterwedstrij- Der h™ bauwen weg Rotterdam ■scien >v!„?atertIagmorgen het êedeelte 'oor hit en Sehiewijk te Overschie fT net sneIverkeer opengesteld. RECLAME. (Bijzondere Correspondentie.) BERLIJN, 27 October. Waar blijft Sherlock Holmes, of ten minste zijn geest, om ons door dit met den dag Ingewikkelder proces den weg tc wijzen. Het is in de eerste plaats een „hoog-politlek" proces, het heeft als hoofddoel minder de bestraffing van Ma- rinus van der Lubbe, die nog heden al lesbehalve den indruk maakt van een per soonlijkheid van eenige beteekenis, dan wel het blootstellen van het communis me als landsverraderlijke partij in het bijzonder in Duitschland en zeer in het bijzonder in de maand Februari 1933. Van der Lubbe is een soort communist. Toevallig Hollander. Wij zullen daarop zeker geen bijzonderen prijs stellen. Hij behoorde in Nederland blijkbaar tot de zeer kleine groep, die een meei anarchis tisch karakter droeg. Geen typische Mos kou-bolsjewiek dus. Meer een jongeling van de revolutionnaire daad van de theorie. En de overige vier beklaagden? De Duitscher Torgler is communist, aller-officieelst Moskou-bolsjewiek, was voorzitter van de communistische fractie van niet minder dan 100 (op de bijna 600) afgevaardigden in den Duitschen Rijksdag. De Bulgaren waren eveneens Moskou-bolsjewiki en zijn het natuurlijk nog. Taneff is geen „hooge" onder hen. Popoff echter is een stellig zeer intelli gent en zeker ook invloedrijk internatio naal communistisch leider. En Dimitroff ten slotte, de groote publieke attractie in dit monsterproces, is zonder eenigen twij fel een der internationale hoofdfiguren, toevallig Bulgaar, in Werkelijkheid reeds lang geïnteresseerd in wat Moskou „de wereldrevolutie" pleegt te noemen. Het eigenaardige nu bij dit proces is, dat behalve bij de rechters, bij de aan klagers, de beklaagden, de verdedigers en enkele regeeringsinstantie's, de acte van beschuldiging niet bekend is geworden. Pas het verloop van het proces zelf, vooral het verhoor der honderd en meer getuigen, brengt aan het licht, waarom naast v. d. Lubbe nog vier andere com munisten op de bank der beklaagden zit ten, en hoe men er toe gekomen is om hen te arresteeren en in arrest te houden. Torgler is onmiddellijk den dag na den brand gearresteerd. Dat wisten we toen ook reeds, het stond in alle bladen, en we wisten natuurlijk ook in grove trek ken, waarom. Hij was nu eenmaal een der leidende mannen van de Duitsche Communistische Partij en kon dus als een soort gijzelaar beschouwd worden voor de geheele partij, met welke het Nieuwe Duitschland juist in een strijd „op leven en dood" verwikkeld was en die men natuurlijk gaarne met deze revolutionnaire brandstichting in de allernauwste verbinding wilde brengen. Dimitroff, Popoff en Taneff werden pas veel later in arrest gezet. En wel door een toeval. Ze zaten te zamen in een Berlijnsch koffiehuis en kwamen een kellner aldaar „verdacht" voor. Die belde de politie op en liet de drie vreemdelingen pakken. Pas toen men ze had, bleek, dat men met Bulgaarsche communisten te doen had en dat er intusschen getuigen opgedoken waren, die den Bulgaar Popoff tijdens de brandstichting uit den Rijks dag vluchtend en den middag voor de brandstichting met Torgler binnen in den Rijksdag in een intiem onderhoud gezien meenden te hebben. Ten slotte waren er ook getuigen, die dien middag niet alleen Torgler en Po poff, maar ook Torgler env. d. Lubbe tezamen gezien hadden, en wel even te voren in de zaal, grenzend aan den cor ridor, waar Torgler en Popoff tezamen gesproken moeten hebben. Al deze getui gen hebben we, op het oogenblik dat ik deze samenvatting schrijf, aan het woord gehoord en allen hebben ze hun verkla ringen door plechtigen eed bevestigd. Twee van de drie getuigen, die Torgler met onmiddellijk achter hem v. d. Lubbe gezien meenen te hebben, zijn als leden van den Rijksdag collega's van Torgler en kennen hem natuurlijk goed, vooral waar Torgler de laatste jaren bij tallooze gele genheden voor zijn fractie in den Rijksdag het woord gevoerd heeft. Een wisseling is hier dus inderdaad vol komen uitgesloten. Slechts staat juristisch nog niet vast, dat de opvallende man met het bleeke gezicht, den dichten haardos, de vooruitspringende lippen en de uitste kende kaakbeenderen, in wien deze drie getuigen reeds den avond van de brand stichting op het hoofdbureau van politie v. d. Lubbe herkend meenen te hebben, ook werkelijk bij Torgler hoorde. Men zag slechts, dat hij vlak achter Torgler door de zaal (dezelfde, waarin nu de gerechts zitting plaats heeft) naar buiten ging, en meende te zien, dat Torgler verward keek en de tweede man zich achter hem tracht te te verschuilen. Deze zelfde drie getuigen- zijn korten tijd daarna door dezelfde corridor geko men, die toegang tot de bewuste zaal geeft en verklaren, toen Torgler op een sofa te hebben zien zitten naast een blee- ken man, in wien zij later den Bulgaar Popoff meenen herkend te hebben. Torgler kon hiertegenover hedenochtend niets anders verklaren, dan dat hij vóór de brandstichting noch v. d. Lubbe noch Popoff ooit te voren gezien, laat staan gesproken heeft, en dat deze verkla ring de „loutere, zuivere waarheid" is. De Bulgaar Popoff heeft voorloopig nog niet veel anders tot zijn verdediging aan te voeren, dan dat hij nimmer in den Rijksdag geweest is en den afgevaardigde Torgler en den brandstichter Van der Lubbe pas na den brand voor het eerst gezien heeft. Dimitroff ontkent natuurlijk eveneens, het minste met de brandstichting te ma ken gehad te hebben en op den avond van den brand op het perron in München te hebben gestaan op het punt. den slaap wagen naar Berlijn te bestijgen een alibi, dat intusschen nog niet vastge steld is. Taneff ten slotte is niet in den Rijks dag gezien en ook niet direct met den brand in verband gebracht, zoodat tot heden niet erg duidelijk is, waarom men hem achter slot en grendel gezet heeft. En Van der Lubbe blijft hardnekkig in zijn houding volharden. Wat hij, op hee- terdaad betrapt, toegegeven heeft, ontkent, hij ook heden niet. Maar voor het overige zwijgt hij in alle talen en laat zich hoogstens een bijna onhoorbaar „neen" ontlokken als hij met getuigen geconfron teerd wordt en moet verklaren of bli deze RECLAME. Nederiandsdi-Fabrikaat Prijs per flacon 1.25 9888 DOOR DE REGEERING VASTGESTELD. gekend heeft en nu herkent. Van der Lubbe kent en herkent niemand meer. Van der Lubbe is de wonderlijkste be klaagde, dien wij ooit voor den rechter gezien hebben. Hij is, gespeeld of echt, een volmaakte imbecile. En toch schijnt hij te volgen wat er in de zaal, die hij met ziet en die hem niet ziet, aan won derlijke dingen geschiedt. Ja, en nu begmnen we ons toch af te vragen, waar dit geweldig proces, dat de heele wereld in beroering gebracht heeft, op uit moet loopen. Steeds meer getuigen worden noodig, en toch komt men, op den keeper beschouwd, niet veel verder. Laten we trachten samen te vatten (of schoon dat steeds moeilijker wordt): De dader Van der Lubbe is op heeterdaad betrapt en heeft bekend Dat wil zeggen, hij heeft onmiddellijk alle schuld op zich genomen. Het z.g. „Bruinboek" houdt vol, dat hij dit doet in de wetenschap, zekere machtige mannen in de nationaal-socia- listische partij in Berlijn achter zich te hebben, die er tc gelegenertijd wel voor zullen zorgen, dat iüj ontvluchten kan en ergens in veiligheid en welstand zijn jonge leven kan voortzetten. Zoo althans hoorde ik zelf onlangs in Nederland nog in volle overtuiging verkondigen. Deze meening zal natuurlijk volkomen ontzenuwd zijn als men straks v. d. Lubbe ter dood ver oordeelt en ophangt. Ware het werkelijk juist, dat onze landgenoot slechts een marionet in zulke handen geweest is en wil men hem niet laten ontkomen, maar ophangendan riskeert men m. i. dat hij onmiddellijk na het vernemen van zijn vonnis het eenige doet, wat logisch is, dat wil zeggen: alles bekent en daardoor tenminste zijn leven redt of ten minste verlengt. Gelooft men in vollen ernst, dat een regeering, voelde zij zich schuldig, het daarop zou laten aankomen? Ware dan niet veel meer voor de hand liggend geweest, dat zij v. d. Lubbe nog voor het openbaar proces de gelegenne.d geboden zou hebben „onvoorzichtighe den" te begaan? En als men beweert, dat zij ^ich daardoor juist belast, zou hebben, ware deze oplossing dan minder gevaar lijk voor het Duitsche prestige, dan wan neer de bom pas na de veroordeeling barst? Nadat de heele wereld van alle bijzonderheden, die het proces aan het licht brengt, kennis genomen heeft? Neen, de neutrale toeschouwer en toe hoorder in de gerechtszaal zelf heeft nog geen enkel bewijs kunnen naspeuren, dat ten nadeele van nationaal-socialisten kan aangevoerd worden Zij, die een blamage voor deze partij wénschen, zullen daar door wellicht teleurgesteld zijn. Het recht moet echter zijn loop hebben, afgezien van elke politieke overweging. En deze rechters uit Leipzig, de president vooral, zijn stellig objectief. Van nationaal-socialistische zijde kan men echter sinds eenige dagen reeds triomfantelijk fanfare's lezen en hooren ever getuigenverklaringen, die de schuld der communisten naar hun meening reeds overtuigend bewezen hebben. En hier moet ik als toehoorder verklaren, dat ik die overtuiging nog in geenen deele gekregen heb. Juist is, dat eenige getuigen onder eede verklaard hebben Torgler met v. d. Lubbe eenige uren voor den brand in den Rijksdag te hebben gezien, Torgler kort daarop op een sofa naast Popoff te hebben waargenomen, Popoff kort na het eerste uitbreken van een brand in de restauratie-zaal, die v. d. Lubbe gesticht had, uit een der hoofdportalen naar bui ten te hebben zien wegrennen. Juist is, dat een getuige dienzelfden middag v. d. Lubbe buiten den Rijksdag gezien heeft. Maar al dadelijk valt op. dat de drie ge tuigen, twee Duitschers en een Oosten rijker, die v d. Lubbe en Popoff met Torgler gezien meenen te hebben, elkaar m met onbelangrijke punten tegenspre ken. Voorts, dat twee van deze drie natio naal-socialistische leden van den Duit- scnen Rijksdag zijn en een van hen in 1925 nog links-radicaal Duitscn... cuiu- munist was. Terwijl de derde getuige lot ue Oostenrijksche nationaal-socialisten behoort. Al neemt men aan. dat zij onder eede verklaard hebben, wat hun als waarheid voorkomt, dan nog moet de objectieve waarnemer aan de mogelijkheid denken, dat hun communistenhaat hun onbewust parten gespeeld heeft. Neen, zeer overtuigend zijn deze en andere verklaringen onder cede nog niet. Dan zijn daar nog de rapporten der deskundigen, belangrijk, omdat alle drie het er over eens zijn, dat de brand in de groote zittingszaal niet door v. d. Lubbe alleen gesticht kan zijn. Maar uit welken hoek kwamen dan zijn helpers? Is Popofl dan de tweede man geweest, die de ge heimzinnige zelfontbrandbare vloeistof over de groote zaal verdeelde, terwijl v. d. Lubbe in de andere zalen, corridors en kelders kleine brandjes stichtte om de brandweer op een valsch spoor te brengen? Waarom moest de brandweer afgeleid worden? Zij. die aan de schuld der nationaal- socialisten gelooven, zeggen, om door een van de straat uit zichtbare brand de brandweer zoo tijdig te alarmeeren, dat de brand in de groote zaal nog tijdig ge- bluscht kon worden en de propagandis tische uitwerking toch groot genoeg bleef. Waartegen te zeggen valt. dat een tijdig telefonisch alarm van een „onbe kende" dat met minder schade evengoed had kunnen bewerkstelligen! Zij, die de communisten voor de brand stichters houden, zeggen, dat v. d. Lubbe zijn werk slecht gedaan heeft, en dat de bedoeling was, dal hij rondom de groote zaal kleinere brandhaarden had moeten aanleggen om de brandweer daarheen te lokken, en dat deze branden bedoeld waren op plaatsen, die van de straat af niet zichtbaar waren Met opzet heb ik eens al deze lezingen en mogelijkheden opgesomd, omdat de lezer de dagelijksche verslagen met andere oogen kan zien en zelf zijn meening kan vormen. Maar ik blijf er bij: Sherlock Holmes ontbreekt ons. Of ten minste iemand, die v. d. Lubbe tot spreken kan I brengen, H, 1 De Ministers van Sociale Zaken, van Blnnenlandsche Zaken en van Financiën hebben algemeene voorschriften vastge steld voor de besteding der op de Rijks- begrooting uitgetrokken gelden voor werk- loosheidszorg, voorloopig slechts geldend voor 1933. Aan deze voorschriften wordt het vol gende ontleend: In de uitgaven wegens kosten van steun- uitkeeringen aan werkloozen en die van arbeidsloonen, betaald bij werkverschaf fingen aan werkloozen, kan aan gemeen ten uit 's Rijks kas een bijdrage worden verleend. Met arbeidsloonen, betaald bij werkverschaffing aan werkloozen. werden voor de toepassing van deze voorschriften gelijkgesteld de door genoemde ministers aangewezen uitgaven. De bijdrage vormt een percentage van het bedrag der uitgaven. Dit- percentage wordt voor elke daarvoor in aanmerking komende gemeente bepaald aan de hand van een schaal, bij welke schaal de uitga ven worden uitgedrukt in procenten van de som van de na te noemen belasting opbrengsten, vermeerderd met de uitkee- ring uit het Gemeenlefonds over 1931 1932 en bovendien vermeerderd met het gemiddelde van de over de dienstjaren 1927 tot en met 1931 ten goede van den gewonen dienst der gemeente komende winsten, wir.stvervangende uitkeeringen en uitkeeringen uit de reserves van elec- triciteit, gas- en waterleidingsbedrijven, welke in eigendom en beheer der gemeente zijn dan wel waarbij de gemeente op een of andere wijze financieel belang heeft, terwijl de som wordt verminderd met de verliezen dezer bedrijven. De som der belastingopbrengsten wordt verkregen door samenstelling van de zui vere opbrengst, welke de gemeente over het boekingstijdvak 19311932 verkregen zou hebben door heffing van; a. 100 opcenten op de hoofdsom der ge meentefondsbelasting, bij rangschikking der gemeente in de eerste-klasse b. 50 opcenten op de hoofdsom der ver mogensbelasting; c. 80 opcenten op de hoofdsom der grond belasting wegens gebouwde eigendommen; d. 20 opcenten op de hoofdsom der grondbelasting wegens ongebouwde eigen dommen; e. de hoofdsom der personeele belasting volgens het tarief der Wet op de perso neele belasting 1896, vermeerderd met 150 opcenten in de klassen, waarin de ge meente gerangschikt is; f. 75 pet. van de hoofdsom der Grond belasting. De Ministers behouden zich voor, op grond van gebleken bijzondere omstandig heden, in een gemeente het bedrag der be rekende bijdrage voor die gemeente, in héb geval, dat deze berekend is naar het maxi mum percentage van de school te ver meerderen met ten hoogste 18 of tc ver minderen met ten hoogste 10 pet.; in alle andere gevallen te vermeerderen of te ver minderen met ten hoogste 10 pet. Voor toekenning van de bijdrage komen slechts die gemeenten in aanmerking, welke: a. ten genoegen van de genoemde Minis ters aantoonen, dat de uitkeeringen aan behoeftigen in den zin der Armenwet, voor zoover deze geschieden met gelden uit do gemeentekas, niet in onjuiste verhouding staan tot de uitkeeringen welke door die Ministers voor werkloozen zijn vastgesteld; b. zich geheel gedragen naar de voor schriften, door den Minister van Sociale Zaken gesteld of alsnog te stellen ten aanzien van steunverleening en werkver schaffing. Bij de berekening van het bedrag der bijdrage worden slechts in aanmerking genomen asteunultkeeringen. voor zoover die zijn verstrekt aan werkloozen, voor wie de des betreffende regeling door de Ministers van klacht is verklaard en welke steunuitkee- ringen zijn vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van die regeling; b. arbeidsloonen, betaald bij werkver schaffing aan werkloozen, voor zoover deze betrekking hebben op door de Minis ters goedgekeurde loonregelingen en werk verschaffingsobjecten. Met afwijking van het bovenbepaalde wordt het genoemde percentage voor de gemeenten, die in 1932 een Rijksbijdrage in de uitgaven hebben genoten, gesteld op ten minste het getal, waarnaar de rijks bijdrage laatstelijk in 1932 werd berekend; voor de overige gemeenten op ten minste 25 pet. De ministers behouden zich voor op grond van gebleken bijzondere omstandig heden in een gemeente, het bedrag der berekende bijdrage volgens den vorigen zin, voor die gemeente te verminderen met ten hoogste 10 pet. Aan gemeenten kunnen op aanvrage in afwachting, dat de bijdrage kan worden vastgesteld, voorschotten op de bijdrage worden verleend. Het voorschot zal ten hoogste 90 pet mogen beloopen van het bedrag, dat op grond van ingezonden op gaven en met inachtneming van de bepa lingen dezer beschikking vermoedelijk wegens bijdrage aan die gemeente zal wor den verleend. PROFESSOR CALMETTE OVERLEDEN. Uitvinder van het B.C.G.-serum. Gisterochtend half 7 is professor Cal mette, onderdirecteur van het Instituut Pasteur en uitvinder van het BCG-serum op 70-jarigen leeftijd te Parijs overleden. In 1886 werd Calmette tot arts bevor derd. Tijdens den oorlog werd hij benoemd tot plaatsvervangend directeur van 't In stituut Pasteur te Parijs. Hij was lid van de Académie des Sciences. Zn' naam is nauw verbonden met 't serum tegen tuber culose het BCG-vacum, dat gebezigd werd als voorbehoedmiddel bij kinderen. Van de hand van Calmette verschenen zeer vele werken op geneeskundig gebied. In Duitschland is z'n naam veel genoemd in verband met het tragische proces in Lübeck, toen zijn serum op onoordeelkun dige wijze gebruikt was. waardoor talrijke kinderen (76) om het leven kwamen. Zijn tegenstanders, die dit request tegen hem wilden uitspelen, kregen dan ook nul op 't request. Den laatsten tijd hield hij zich bezig met het kankervraagstuk. Hij deed proe ven met cobra-gift. De dood heeft hem weggerukt voor het resultaat daarvan be kend is. HET FAILLISSEMENT SCHEURLEER. Inzake het faillissement der Haagschë Bankiersfirma Scheurleer en Zoonen mel den curatoren dat de belangrijkste activa (in duizendtallen) zfjn gebleken te zijn: Kas en kassier590 Effecten 549 Kantoor- en safe-inrichting 39 Vaste activa (na aftrek 1ste hyp.) 7 Debiteuren na afschrijving 757 - N.V. Alibi na afschrijving 510 NV. Acidol 78 Bodegravensche Bankvereeniging N.V. na afschrijving 90 Winstaandeeien kantoren Incasso- en waarde huurrechten 120 2740 NOBELPRIJS VOOR PROF. PICCARD? Naar het Zweedsche blad „Allehanda" mededeelt, zou men het plan hebben, den Nobelprijs voor Natuurkunde dit jaar toe te kennen aan den stratosfeeronderzoeker prof. August Piccard. Ook de Nobelprijs voor Natuurkunde van het jaar 1932 staat nog ter beschik king. Ais candidaat voor dezen prijs wordt in de pers genoemd de Amerikaan prof. Bridgeman. Het Nobelcomité is Zaterdag bijeengekomen en zal zijn officieel nog niet gepubliceerd rapport voorleggen aan de Zweedsche Academie voor Wetenschap pen, De publicatie volgt eerst in November. Uitgesproken: P. Harting. Alphen a. d. Rijn, aan het Rietveld. R.-c. mr. H. W. E. Klomp, cur. mr. F. H. Parmentier, Leiden. R. M. A. M. D. Adhiningrat, Lelden, Mare 68. R.-c. mr. H. Haga, cur. mr. P. J. Teebaal. M. S. Moewalladi. Leiden. Mare 68. R.-e. jhr. mr. H. O. Feith, cur. mr. J. O. Baron. In de week van 23 tot 28 October werden in Nederland 90 faillissementen uitgespro ken. KIPPEN- EN EENDENHOUDERIJ. Namens den Minister van Economische Zaken maakt de Regeeringscommissaris voor de uitvoering van de Garantierege ling 1933 ten behoeve van de Kippen- en Eendenhouderij bekend, dat de ultkeering volgens de garantieregeling voor de week van 30 October t./m. 4 November is vast gesteld op 15 cents per 100 stuks uit te voeren versche kippeneieren, tot een ge wicht van maximum 50 kg. per 1000 st. en op 40 cents per 100 stuks uit te voe ren versche eendeneieren. Af wegens compensaties, 1. d. Staat van Baten en Schulden nog niet verwerkt 286 2454 waarvan f. 750.000 moest worden gebruikt voor lossing der zekerheden bij de Incas so-Bank. Het totaal cijfer van crediteuren kan aan de hand van den staat van baten en schulden worden gesteld op f6.183 000. Het zal mogelijk zijn, gezien den loop der likwidatie, in het begin van het vol gend jaar een uitkeering te doen van on geveer 18 pCt„ terwijl later wellicht nog 5 pCt. zal worden uitgekeerd. De verifi catie-geschillen zullen worden vastgesteld op 28 November. RECLAME. wanneer U uil de warme feestzaal in den kouden winternacht komt. Liever voorkomen I Een paar Wybert-tabletten in de zaal als bescherming tegen infectie. Eenige vóór het naar buiten gaan en het gevaar van :en langdurige ver koudheid is be zworen. Verloagde prijzen 9890

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 9