rbevolkinguniversiteiten en hoogescholen - Lindbergh te Parijs
feuilleton.
Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
Moord op Abbotshall
TRAINING AMSTERDAMSCHE RUGBY-
SPELERS. Hierbij wordt gebruik gemaakt
van een met zaagsel gevulde pop, speciaal om
het tackelen te beoefenen.
IIKECHT werden nationale politie-ruiterwedstrijden ge-
ter gelegenheid van het 15-jarig bestaan der Ütreohtsche
bereden politie. Prinses Juliana woonde de feesten bij.
den kring van het licht en het was bij de
levende, violette verlichting van een flik
kerende bliksemstraal, dat Anthony zag
welk een bleekheid de schok van zijn ont
hulling had veroorzaakt. Op dien bliksem
volgde donderslag na donderslag.
Toen het geluid wegstierf, zag Anthony,
dat de ander aan het spreken was. Hij had
niet bewogen In zijn stoel, maar zijn
sterke, vierkante handen wreven over
elkaar heen en weer en lieten de diepte
van zijn emotie zien.
„Wat vertel je mij?" fluisterde hij. „Ben
je gek? John' niet dood! Maar het is
idioterie volmaakte idioterie om te zeg
gen, wat jij gezegd hebt!"
Anthony schudde zijn hoofd. „Dat is het
niet. Wat het ook is, dat is het niet. Wacht
tot ik u meer verteld heb. t Is een lang
verhaal en vreemd."
Sir Arthur bevochtigde zijn lippen mét
zijn tong, maar sprak niet. Anthony's
woorden waren overtuigend; zijn woorden
en de manier, die hij had om aandacht te
eischen.
De donder scheen, na een uitbarsting
van een oogenblik te voren, heelemaal op
gehouden te zijn. Geen plotselinge woe
dende windvlagen schudden meer het
huis. Het eenlge geluid in de drukkende
kamer was het getik van de grootvader-
klok en het zachter gekletter van den re
gen tegen de dichte ramen.
Anthony haalde diep adem, en begon:
„Mijn eerste indruk van deze zaak was,
zoëals u weet, dat het een echte moord
was, gepleegd door iemand uit het huls.
pater had ik een goede reden om deze
schrijftafel te onderzoeken en nadien be
gon ik mijn theorieen te herzien. In deze
tafel vond ik zooals ik verwacht had
een la, die verborgen was voor het gewone
oog. Uit die la nam lk enkele brieven een
verzameling krantenuitknipsels, een aan-
teekenboek, en andere papieren. U zult ze
allen op hun tijd zien. De brieven gaven
mij het eerste idee, dat er In deze zaak Iets
meer duisters was dan ik had gedacht. Dus
ging ik naar de dame, die deze brieven
geschreven had. Van haar kreeg ik de
eerste stukken van de geschiedenis, niet
zonder moeite. Ik ging ook naar een man,
die eens Hoode's secretaris geweest was.
Hij was vriendelijk en verstandig. Hij had
dingen gezien, dingen gehoord, toen hij bij
Hoode in betrekking was, die hem aan het
denken gebracht hadden. Hij dacht zoo
veel na, dat hij, op eigen initiatief, een
particulier detective aan het werk zette. Ik
heb den detective gesproken. De detective
ging, ook toen hem gezgd was de zaak te
laten loopen, door met speuren. U be
grijpt hij had er belangstelling voor ge
kregen. Hij is geen aardige man. Hij ruikt
naar schandaal en geld. Hij heeft, zonder
dat hij het weet, mij geholpen om de ge-
heele wonderbare geschiedenis bij stukjes
in elkaar te krijgen de geschiedenis, die
laat zien, hoe het was, dat John Hoode
niet gedood werd."
1) Holmes en Watson Sherlock Hol
mes, de detective en Watson, zijn vriend
en helper.
.(Wordt vervolgd)..
MAARSCHALK TSJANC TSJU LIANG - l)E ZUID-HOLL. JAOHTVEREEN.
de vroegere heerscher in Mandsjoerije, woont hield een jachtrit in de omgeving van do
thans in Brighton (Engeland). Maarschalk residentie. Freule Storm van 'a-Graven.
Tsjang Tsju Liang met zijn vrouw. zande neemt een hindernis.
Sir Arthur liep door de kamer op en
neer. „Wat ik zei?" brak hij los. „Ik zei,
dat, als je niet hebt uitgevonden, wie het
deed, ik het nut niet kon inzien om hier te
komen en te wouwelen over 'n mysterie.
Verdomd, man, we zijn niet in een gul
densroman! We hebben Deacon vrij te
krijgen, dat is wat we te doen hebben! En
den moordenaar te vinden! Niet hier te
zitten en Holmes en Watson 1) te spelen,
't Is idioot, wat we doen! En ik verwachtte
groote dingen van je, Gethryn!"
„Dat," zei Anthony kalm, „was zeker
dwaas!"
Sir Arthur maakte ongeduldige geluiden
in zijn keel, maar verminderde zijn slui
pende passen. Zijn breed voorhoofd, onder
het grijzende haar, was gekreukt in een
ontzaglijke rimpel.
Anthony stak een sigaret op. „Maar ik
kan toch misschien wel uw belangstelling
bevredigen," ging hij door. „U zei, geloof
ik, dat u wenschte de hand te leggen op
den moordenaar."
„Dat zei ik. En, ik meen het!"
Anthony keek naar hem op. „Wat zoudt
u er van zeggen om te gaan zitten, en dan.
zal ik u alles er van vertellen."
„Gaan zitten!" schreeuwde sir Arthur.
„Gaan zitten! God in den hemel, je zult
het mij nu gaan vertellen en ik moet me
kalm houden!" Hij wierp zich in zijn stoel.
„Hier ben ik dan. Nu, ga verder!" Hy be
groef zijn gezicht in zijn handen, keek
daarna op, om te zeggen: „Je moet mij
vergeven, Gethryn, ik ben mijzelf niet. Ik
ben meer gespannen geweest de laatste
paar dagen een heeleboel meer dan ik
iemand heb laten merken. En vanavond
zijn mijn zenuwen heelemaal op den loop.
En toen jij met nieuws kwam, dacht ik,
dat het beteekende dat je den werkelijken
moordenaar te pakken hadt en dat de
jongen vrij zou komen en en alles!"
„Ik ben gekomen om u te vertellen," zei
Anthony, „dat de moordenaar van John
Hoode nooit gepakt zal worden. Hem te
krijgen is onmogelijk. Begrijp, als het u
blieft, dat, als ik „onmogelijk" zeg, ik het
meen."
„Maar waarom man? Waarom?
schreeuwde sir Arthur.
„Omdat," zei Anthony langzaam, „hij
niet bcstut
„Wat?" Sir Arthur sprong weer overeind
met een sprong, die verbazend was,
zoo vlug.
Anthony lag achterover in zijn stoel. „Ik
kan het niet verdragen! ik kan het niet
verdragen!" zei hij klagend. „U weet, dat
u vanavond erg heftig bent. Ik kan niet
praten, als u zoo rondspringt."
De oudere man bromde excuses en ging
weer in zijn stoel zitten. Zijn oogen, onrus
tig, zochten die van Anthony. Zijn stem
verheffende om boven het toenemende ge
loei van den storm uit te komen, zei An
thony: ,,'t Spijt mij indien ik geheimzin
nig schijn te zijn. Maar u moet mij het
laten uitleggen op mijn eigen manier. Al
dus: ik heb gezegd, dat de moordenaar
van John Hoode niet bestaat. Ik bedoel
niet, dat de moordenaar dood is, of dat
Hoode zelfmoord pleegde. Ik bedoel, dat
John Hoode nooit werd gedood; in werke
lijkheid niet dood is."
Sir Arthur's lippen bewogen, maar er
kwam geep geluid. Zijn stoel was buiten I
DE NIEUWBENOEMDE
HOOGE COMMISSARIS VOOR
DANZIG de Ier LeBter.
LINDBERGH is Zaterdag te Parijs
aangekomen. De beroemde vlieger met
zijn echtgenoote, poseerend voor de
fotografen.
DE MARINE SR0RTVEREEN1GING TE DEN HELDER hield een veldloop. Enkele deelnemers onderweg.
Een Detective-verhaal
door PHILIP MAC DONALD.
Geautoriseerde vertaling door H. A. C. S.
leunde achterover In zijn stoel.
hij, „een zeer ongewone ge-
ik zei dat bij het begin, en, ik
mysterie^ u mo<>St zeggen, dat lk
ikl^ÏÏheb opgelost. Natuurlijk, na-
ïet 700Ï1 heb. En in zekeren zin
'danctóh.zlen zult' nog meer 6611
211:11 naar voren. „Ga
,ga,verder! Bedoel je te zeg-
werkelijk weet, wie John ver-
dennïL ,Anthony legde zijn hoofd te-
are L8? de 54061 e» sloot 21111
£twndende °°gen.
lae ov«.lL,fProriS overeind. Een don-
zig-zav 0111 woorden. Er volgde
meer ee.^1 bliksem, zóó treffend, dat
rvervhïJ^neeleffect leek dan een
«^chijnsel. Buiten viel de regen
nde winrfvin gordlin van water. De
harden j dle onmiddellijk na
wag in een ï?ersla® was gekomen,
bony ODena^^1111 kreunen.
061 vó^^^^een- -Wat zei u?
SWLLim COMMISSIE TER BESTUDEERING TAN HET VRAAGSTUK DER OVERBEVOLKING VAN UNI-
ollLITEN EN HOOGESCHOLEN in het departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. V.r.n.l.
de heeren .dr. Ph. J. Idenburg, D. J. Cramer, mr. J. Limburg (voorz.), mr. A. J. C. van Beek Calkoen, prof.
dr. N. v. Wijk en dr. J. ter Meulen.