VADERTJE WIM.
GOEDE OPLOSSINGEN.
OPLOSSINGEN.
ANEKDOTE.
ga ik jullie eens wet vertellen
ïtje Wim.
jen grappige naam is dat denken
Ter: Vadertje Wim!
Is het ook. Maar 't was geen
hoor, waarvan ik jullie ver-
fNee. vadertje Wim was nog maar
klein jongetje. HIJ was pas vier
begrijpen Jullie er zeker heele-
meer van, waarom hij dan zoo
werd, is t wel? Wie noemt nu
jongetje van vier jaar vadertje
jullie het dan niet begrijpen
ik het je maar eens uitleggen,
tje Wim heette eigenlijk Wim Ver
was het jongste kind uit een
Eerst kwam Albert, die al vijf-
Dan de tweelingen. Dat waren
jjes Ze heetten Annie en Dora en
Tertien jaar oud. Met hun beidjes
moeder al wat goed helpen,
volgde Jan die elf. Herman die
Mies die zeven jaar was.
[allerlaatste volgde Wim. Hebben
opgelet? Ja? Dan weet je nu
[[er bij Wim thuis zeven kinderen
Was wat een aardig groepje ais
[bij elkander zag. Ze konden het
met elkander vinden. Gekibbeld
maar zelden, want daar wilden
moeder niets van weten.
[tjes en zusjes behooren elkander
hebben en niet met elkander te
of elkaar te plagen" zei moeder
kinderen Verhulst hielden dan
van elkaar. En van de jongste
liertje Wim". daar hielden ze alle-
(él veel van.
ijn dol op hem", hadden de twee
lens gezegd,
was het ook.
nu weten jullie nog niet, hoe
Wim" toch aan dien grapjpigen
gekomen, hè?
dat ga ik nu vertellen, luister
hield erg veel van zijn vader. En
I hij niets zoo prettig als zijn vader
I na te doen.
groot ben, word ik ook vader",
fcltijd.
denk dat hij daarna nu alvast
jde om op vader te lijken,
(en morgen vast liep hij met groöte
len een boek onder zijn arm, door
Dan moest hij naar kantoor,
i net als vader.
joosje later kon je hem vinden aan
lessenaar. Dan zat hij met een
li papier voor zich en een potlood
hand te werken, alweer net als
rijen getallen schreeft hii op dat
[Maar niemand kon ze lezen weet
|ik geloof hij zelf ook niet.
penken jullie er van?
[ging hij in vaders stoel zitten met
int in zijn handjes. Dan was het
ar; en ging hij het nieuws in de
lezen, alweer net als vader.
Ss deze grappige gewoonte van den
I iongen had hij nu den naam van
(ie Wim" te danken.
had dien naam verzonnen.
(tieren keer, toen ze allen thuis erg
hadden moeten lachen, toen hij
vader na te doen. had Albert
Ibent net vadertje Wim. ondeugd,
in noem ik je zoo hoor!"
Jeen was het met hem eens geweest.
|werd Wim niet alleen door Albert
or al zijn broertjes en zusjes .va-
Vim" genoemd. Ja. 't gebeurde dik-
noeg dat. moeder het zelf ook tegen
(i En nu zal lk nog iets van „vader-
0" vertellen, wat een heel groot on-
"ad kunnen geven, maar wat ge-
eh nog goed afliep,
eurde nog al eens. dat Wim 's mor-
troeg wakker was. Hij mocht dan
ft naar beneden, dat wist hij wel.
weet je wat hii dan deed? Wel,
jchtjes klom hij dan zijn bedje uit,
I op zijn teenen naar de slaapkamer
"er en moeder.
|eur was dan nog wel dicht, maar
hij kon net bij den knop.
tchtig draaide hij dien dan om en
J om een hoekje.
fie". vroeg hij dan, ,.mag ik nog
Fie bij u in bed?"
I' dacht moeder, „hij is de klein-
te zei: „Ja, kom maar Wim."
Dat gebeurde zóó dikwijls, dat het eigen
lijk haast een gewoonte was geworden.
Als Wim bij moes in bed kroop, was
vader altijd al op. Maar hij was nog niet
altijd naar beneden. Soms was hij nog op
de slaapkamer om zich te scheren. En als
dat zoo was. lag Wim altijd met de groot
ste aandacht toe te kijken.
„Vader, doet dat pijn?" had hij wel eens
gevraagd.
„Welnee jongen", lachte vader dan,
„daar voel Je niets van."
Op den dag. waarvan lk jullie nu ver
tel, was het weer zoo gegaan. Wim was al
vroeg gekomen. Vader was nog boven en
moest zich gaan scheren.
't Was heel stil boven. Alle kinderen
sliepen nog en moes was ook weer een
beetje Ingedut.
Vader was druk bezig en lette niet op
Wim. Maar Wim lette zooveel te meer op
vader! Met de grootste aandacht keek hij
toe en plotseling kwam er een plan op
in zijn kleinen bol.
Straks, als vader weg was. en al de an
deren naar school, dan zou hij zich ook
eens gaan scheren. Hij had het nu al zóó
dikwijls van vader gezien, hij kon het
best. En 't deed immers heelemaal geen
pijn, had vader gezegd? Ja, hij zou het
vast doen. maar hij zou er niets van
aan moeder zeggen, want dan mocht het
misschien niet.
Zoo gedacht, zoo gedaan.
Moeder, die er niets van vermoedde,
welke gevaarlijke plannen er in dat kleine
hoofdje huisden, was aan haar werk ge
gaan. Ze had Wim wel naar boven zien
gaan, maar dat vond ze niets vreemd.
Boven was immers de speelkamer, waar
de kinderen Verhulst altijd hun spelletjes
deden? Maar Wim ging niet naar de
speelkamer. Heel zachtjes ging hij de
slaapkamer van vader en moeder binnen.
En dadelijk begon hij zijn plan uit te voe
ren. Eerst legde hij alle dingen klaar, die
vader altijd gebruikte Zoeken behoefde
hij niet. Hij wist precies waar vader alles
wegborg. Toen alles klaar was, wilde hij
voor den spiegel gaan zitten, net zooals
vader altijd deed.
Maar, o, wat was dit jammer! Als hij op
den stoel ging zitten, kwam zijn hoofd net
boven den spiegel uit. dus kon hij er ook
niet inzien. En dat moest toch, dat wist
hij. Even bleef hij nadenkend bij de tafel
staan, maar toen wist hij alweer wat hij
doen moest. Even kijken of moeder niet
boven was.
Nee, gelukkig niet. Moeder was in de
keuken; hij hoorde haar een liedje zingen.
Vlug liep hij nu naar de speelkamer en
even later kwam hij terug met zijn eigen,
hoogen kinderstoel. Hij zag rood van in
spanning, maar toch gelukte het hem,
dien stoel naar de slaapkamer te dragen.
Weldra zat hij nu in zijn hoogen stoel
voor den spiegel.
Ziezoo, nu kon hij beginnen. Eerst
smeerde hij zijn kleine jongenssnuitje vol
zeep. Dat moest, want dat deed vader ook
altijd Toen nam hij vaders scheermes...
Maar! wat was dat nu? Dat mes was dicht,
en hoe hij ook trok en hoe hij ook pro
beerde. het wilde maar niet opengaan. Hoe
hij zich ook inspande, het gelukte hem
niet het mes open te krijgen. Gelukkig
maar hè?
Ondertusschen was moeder met haar
werk in de keuken klaar gekomen. Ze ging
naar de huiskamer, in de gedachte daar
Wim te zullen vinden. Hij was daarstraks
wel naar boven gegaan, maar zoo heel
lang hield hij het daar nooit uit, als hij
alleen was.
Maar Wim was niet in de huiskamer, en
vreemd, in de speelkamer, die toch
vlak boven de huiskamer was, hoorde ze
hem ook niet.
„Waar zou „vadertje Wim" toch zitten",
dacht moeder. „En wat zou hij uitvoeren
zoo in zyn eentje?"
Vlug liep moeder de trap op.
Eerst maar eens in de speelkamer kijken
of hij er was. Neen, zie je wel, juist zooals
moeder gedacht had, hier was hij niet.
Maar waar zou hij dan zijn? Plotseling
viel moeders oog op de slaapkamerdeur,
die open stond.
Heel zachtjes duwde moeder de deur
een eindje verder open en keek toen om
een hoekje. Ze wilde een grapje met Wim
maken en hem een heel klein beetje laten
schrikken. Maar o. wat schrok moeder nu
zelf. toen ze Wim zag. Ze vergat haar
lieele grapje.Daar zag ze Wim, haar kleinen
jongen, met een gezichtje vol zeep voor
den spiegel zitten, en zag ze goed? Ja
werkelijk, met vaders scheermes in de
hand.
Wim was zoo verdiept in het peuteren
aan het mes. dat hij moeder heelemaal
niet gehoord of gezien had.
Moeders ergste schrik was al gauw voor
bij, omdat ze zag, dat het scheermes van
GOEDE OPLOSSINGEN DER RAADSELS
ONTVANGEN VAN:
Dirkje Hopman (brief der vorige week).
Een brief zonder naam op wit gelinieerd
papier, er wordt in gevraagd of ik het
raadsel zal plaatsen, of ik het fijn vind
om weer in Den Haag te zijn en nog meer
VTagen Van wie is die bnef? Corry van den
Kerkhof, Tine van Star, Jo van der Lin
den, Tieleman van der Linden, Hennie de
l"Ecluse, Rika de Graaf, Truus de Graaf,
Conny van Vljet, Marietje Verboom, Wim
Kruit, Gerda Spiecker, Marie Brokaar,
Stientje Griffioen, Hendrina de Ren, Joop
Schouten, Ali de Blauw, Ans Vollenga,
Rietje Vollenga, Rinl Vlasveld, Jacobus
Nieboer, Jannie Nieboer, Antje de Nie,
Rietje Trap, Aaltje van Vliet, Boukje van
Vliet, Adrlaan van Vliet, Reinler den Her
tog, Annie den Hertog, Johannus Jacobus
Flanje, Willy Simonis, Bep van Duuren,
Corrie Holleman, Annie Boekestein, Paula
ten Hooven, Edward ten Hooven, Nel Wa-
gemans, Lilly van der Leeuw. Eempien
Wassenaar, Jo Wassenaar, Jannie de Wa
ter, Frans de Water, Rie Oudshoorn, Klaas
Oudshoorn, Jo Beumer, Corrie Delfos,
Koos Nieboer, Liesje Thors. Marjanna van
den Anker, Marius van den Anker, Annie
en Jo van Helden (je brief pas ontvangen
toen ik de correspondentie al had ge
ëindigd, wil je dien voortaan wat eerder
verzenden. Gaat nu maar weer geregeld
meedoen. Wonen jullie nu allebei in Sassen-
heim, dan kunnen jullie dus altijd samen
inzenden).
OPLOSSINGEN DER RAADSELS UIT HET
VORIGE NUMMER.
1. Ijs, beer, ijsbeer, de huid van een
beer is warm en zacht.
2. Lekkerkerk.
3. Een luchtschip, of het schip van een
kerk.
4. De letter r.
5. Een ring, een hoepel.
6. Rotterdam, IJssel, Nederland, Rijn.
7. Een likdoorn.
Ingezonden door Marietje Laterveer.
Een jongetje van een jaar of tien komt
bii een drogist en vraagt:
„Mag ik nog zoo'n doosje pillen hebben,
zooals Vader ze laatst gehad heeft."
Drogist: „O, helpen de pillen je vader
goed?"
Jantje: „Dat niet. meneer, maar ziet u.
die pillen passen precies op mijn kleine
geweertje".
vader nog dicht was. Met een paar stap
pen liep ze op hem toe en nam hem het
mes uit zijn handjes.
„Maar Wim," zei ze berispend, „wat doe
je nu toch?"
„Ik wil me scheren, moeder, net als va
der," zei hij, terwijl hij zijn zeepsnoetje
tot moeder ophief.
Moeder kon er niets aan doen. maar ze
moest toch even lachen, toen ze dat witte
gezichtje zag.
„Kom," zei ze, „laat ik je eerst maar
eens afwasschen. en dan kunnen we er
samen wel eens over praten."
Zoo gebeurde het ook.
Toen moeder alle zeep van Wim's ge
zicht had weggewasschen. nam ze hem
mee naar de huiskamer
„Wim," zei ze toen „vertel me nu eens
waarom je dat doen wou' Je weet toch
wel, dat je aan geen messen moogt
komen?"
„Ja maar Moesje," zei Wim, „ik wou me
scheren, net als vader."
„Hoor eens, Wim," zei moeder nu, „je
moogt vader wel eens nadoen, maar niet
altijd. Want jij bent nog geen groote
vader, je bent nog maar 'n klein vadertje,
Wim. Weet je wat we doen zullen? Wij
zullen saampjes een afspraakje maken.
Als je vader weer eens na wilt doer dan
kom je eerst aan moeder vragen of dat,
wat je doen wilt. voor een grooten vader
is of voor een klein vadertje. Afgespro
ken?"
„Ja, Moesje," zei Wim heel ernstig
En hij hield woord ook Als hij voortaan
vader na wilde doen, ging hij er eerst met
moeder over praten.
Heel verstandig, hè?
FRANCINA.