De Zwarte Zee uitgevaren - Windhondenrennen in Engeland De Moord op Abbotshall FEUILLETON. J 74»te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad Een Detective-verhaal door PHILIP MAC DONALD. Geautoriseerde vertaling door H. A. C. S. 43) „Neen, dat niet! Voor ik iets nadere hoorde, had ik die ruzie met Hoode ik had hem niet verteld van den detective J natuurlijk; ik was te bang en liet de heele gechiedenis loopen en rekende met dien kerel af. Hij was erg lastig, ging door met te probeeren om mij te spreken te krijgen en met schrijven. Natuurlijk nu Ja m den toestand, waarin ik was, weiger de ik hem te spreken en gooide zijn brie ven in de kachel. Maar hij was zoo erg vurig 1 Hij kon soms iets weten, dacht ik!" -Jr1 ny was opgewonden. ,X>at kon hij veker. Masterson, Je bent een juweel! Hoe h. zijn naam?" r-:£ellet' noemt hij zich. Kantoor is 4, s Court, bij Fleet Street, juist poorbh Chancey Lane„ „Uitstekend! Nu ga ik." Anthony stak S'®4 u'h „En ik dank je! 'k Hoop je ,1 E S^faad gedaan te hebben." 1 «neeierLual niet. yoel mi' al heter I.aat me weten, hoe U opschiet. Ik ga nu sla pen," zei de zieke, en deed het, nog voor Anthony bij de deur was. in de gang aarzelde Anthony. Zou hij dadelijk de flat verlaten of zou hij Haar eerst vertellen, dat hij ging? Toen hij bij de deur van den salon was, ging zij open. De gang was tamelijk donker, en eerst zag zij hem niet. Hij ging naar haar toe. Een verbaasd: „O" werd gehoord, maar dan dwong zij zichzelf tot een koelheid, die op welsprekende wijze haar protest deed uitkomen. Anthony zuchtte. Hij had gehoopt, dat het verstoorde humeur al weer in vriendelijkheid zou zijn over gegaan. „Uw broer," zei hij, „is in slaap. Wan neer je hem ziet, zou je zeggen voor goed twaalf uren. Hij is niet slechter, en ik ben voller met inlichtingen dan ik gehoopt had. Zoo is alles weer rozengeur en mane schijn!" Maar Lucia was boos. Lucia kon niet op zij geschoven worden door deze lichtzin nigheid en luchthartigheid. Toen ze sprak, was haar stem koud; koud en wreed. Zij bedoelde te wonden en slaagde er in. „Is er niets," zei ze, „waarmee mijn broer en ik U verder kunnen helpen? Niets waartoe wij gedwongen kunnen worden? Een vrouw en een zieke man! O, zeker is er wel wat?" Voor de tweede maal dezen avond ver loor Anthony zijn zelfbeheerschlng. Men moest, tot op zekere hoogte, hem vergeven. Hii was op en moe en uitgeput, en heel erg verliefd. Hij lachte, en keek op haar neer ln het halve duister. Lucia hield haar adem in. Als veel vrouwen van mindir kwaliteit was zij boos geweest, had veel meer gezegd dan zij bedoelde. En nu had ze er spijt van, en nu, ze was geschrok ken. „Voor ik ga," zei Anthony, „wil ik U een geschiedenis vertellen. Er was eens een vrouw, die een grooten broer en een kleine zuster had. Op een avond hoorde zij, dat haar groote broer, die in de groote stad woonde, ziek was door een kou. Goede vrienden hadden hem mee naar hun huis genomen en zorgden voor hem. Maar de vrouw ging naar de groote stad om zeker te zijn, dat haar broer inderdaad goed verzorgd werd." „Maar," ging hij door, „zij liet buiten haar kleine zuster achter. Nu was dit meisje in groote zorg, want haar minnaar was door al 's konings dienaren gepakt en in een gevangenis gestopt. Hier moest hij blijven totdat 's konings rechter beslist had, of zij hem zouden ophangen ja of neen, voor een misdaad, waar hij geen schuld aan had. Zoo, alleen gelaten, werd de kleine zuster hoe langer hoe eenzamer en angstig, en liep gevaar ziek te worden Zij had niemand om haar te troosten, weet U. Maar dat natuurlijk, deed er niet toe, want de groote broer kreeg tenslotte zijn monsterpleister op de juiste plaats." Hij wandelde naar de voordeur; opende haar. „Goeden «vond," zei hij, en sloot haar zachtjes achter cich. Haar bleeke handen tegen haar keel leunde Lucia tegen den gangmuur. Op straat, sprong Anthony in zijn auto; zat dan een oogenbllk voor zich uit te sta ren. Evenals veel mannen van minder kwaliteit, had hij, in zijn boosheid, meer gezegd dan hij bedoelde. En nu was' hij geschrokken. Ze hadden, dat moest toegegeven wor den, zich gedragen als dwaze kinderen. Erg dwaze kinderen. Maar ln zoo'n geval doen de besten dikwijls zoo. HOOFDSTUK XIV. Hooikoorts. Na dat eene oogenbllk, waarin hij een blik-naar-binnen sloeg, reed Anthony zijn wagen naar Fleet Street. Om 5 minuten voor half twaalf Wel hij bij den uitgever van „De Uil" de kamer binnen. De uitgever en zijn secretaresse zaten nogal dicht bij elkaar. Het glanzend-gou den haar van de secretaresse was zicht baar ln de war. „E Hallo!" zei Hastings. Anthony zei: „Zie te pakken te krijgen een particulier detective, van den naam Pellet. No. 4 Grogan's Court. Vind uit, wat hij weet van de eigenaars van „Het Zoek licht," de „St. Stephens Gazette" en „Vox Popull." Hij kreeg voor ditzelfde van J Masterson eenigen tijd geleden opdracht Doet er niet toe, wa* het kost. Ik zal be talen. Als Pellet niets weet, Wnd het dan zelf uit. Geef mij in leder geval zoo spoe dig mogelijk het antwoord Begrepen? Goed. Goeden nacht. Goeden nacht, miss Warren." De deur sloeg achter hem dicht. Margaret Warren pakte gauw een paar papieren van haar tafel en volgde hem. Zij haalde hem in in de vestibule. „Mr .Gethryn," zei ze, buiten adem. „Hier is het rapjwrt gevraagd door U van het verhoor. Was er juist mee klaar getypt. Misschien hebt U het noodig." Anthony nam zijn hoed af. „Miss War ren, U bent een wonder." Hij nam de pa pieren van haar aan. „Veel dank. Hoop, dat ik niet onbeleefd schijn. Erg druk. Goeden nacht en veel geluk." Hij schudde haar de hand en was weg. Langzaam ging Margaret terug naar haar uitgever. Zij vond hem, terwijl hij de kamer oo en neer liep en verstoord op zijn hoofd krabde. „Ja, lieveling, hij was een beetje vreemd, vindt Je niet?" zei Margaret. „Dat was hij." Hastings sprak met over tuiging. „Ik ken dien man vijftien jaren en ik heb hem nooit zoo in vuur en ln de war gezien als thans. Gewoonlijk is hij het kalmst als hij veel te doen heeft." Margaret gaf hem een tikje op zijn wang. „Maar jij dwaze baby, dat was hij niet om het werk, waar hij mee bezig is. 't Was iets veel ,veel belangrijker dan dat als dat niet zoo ls, laat ik me hangen!" tWordt vervolgd). Windhondenrennen. De windhonden-rennen worden in Engeland steeds druk bezocht. De start voor een race te Battevsea. Op den voorgrond het konijn, dat aan een touw voortgetrokken wordt. Daarachter de hokken met de honden. DU UI VETFEEST TE ROME. De koningin van het druivenfeeat. Een drijvend vliegveld. Het Engelsche vliegtuig-moederschip Furious" terug van de manoeuvres. Een typische opname van het schip, dat 60 vliegtuigen kan meevoeren. de ex-kroonprins in gesprek met den vroe- GEREN rijkskanselier generaal von slei- cher bij de military" te Döberitz. clara mayer die bij de passie spelen te Oberammergau in Mei a.s. de Maria-rol zal spelen. De Zwarte Zee. De nieuwe groote sleepboot „Zwarte Zee'' vertrok van Maassluis om gedurende een half jaar gestationneerd te worden nabij Brest na het uittreden van DUIT8CHLAND uit den volkenbond. Een interessante foto uit de zitting van 16 Oct. Paul Boncour in druk gesprek met den Tsjechi8chen minister van buitenl. zaken Benesj.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5