>SCH DAGBLAD - Vierde Blad
BOUWKUNSTIG SCHOON.
HISTORISCHE FIGIiREM.
Maandag 16 October 1933
"ÜFTdE BOflTE WAER£LDL_
ST. STEVENSHOF.
Het efgeniljke bouwkundig schoon valt
bil lang niet alle Leldsche hofjes ln hooge
m»te te waardeeren. Zooals we reeds eer
der hebben opgemerkt, bepaalt het zich in
vele gevallen tot enkele bouwkunstige
fragmenten. Het is over 't algemeen meer
de sfeer, die ze aantrekkelijk maakt.
Bepaald schoon in aesthetischen zin
iden we de bouworde van 't Tevellngs-
met ai zijn schuine lijnen en vormen
ook niet noemen, doch het is ln ieder
karakteristiek en het bepaalt dan
de schoone sfeer. Wij begeven ons nu
n maar naar een ander hofje, waar
oot de scheefheid nog al Is doorgevoerd.
w| vestigden er Indertijd reeds de aan-
dacht op. dat ln de onregelmatige vier-
Imèk gevormd door Mare, Oude Vest. Turf.
mïkt en Haarlemmerstraat in de Middel
ei-Twen nog al een opgewekt geestelijk
IZn moet hebben geheerscht. Centrum
hifvan was de Vrouwenkerk en ln de
IgBgrenzende buurten zetelden de Zusters
BE'St. Caecilia, St. Agnes, St. Elizabeth,
c-ll'r ula en wellicht nog meerdere In
ft buurt, aan de Haarlemmerstraat,
^Bitten Willem van Tetrode en zijn vrcuw
^Kiüna ln 1487 een hofje aan den hei-
martelaar St. Stephanus gewijd, voor
ciEien arme mannen.
D:- dertien arme mannen zouden goed
wTden verzorgd en hun dank uiten door
gefouwelijk de gedachtenis der stichters
Beeren en voor hun zielsrust te bidden.
Ir, het Testament vindt men o.m. de
volgende passage:
,jgog geven wij vijf Rhijnsche guldens
jarelijks. staande op drie morgen lants,
voor welke vijf Rhijnsche guldens men op
Kersavont sal koopen dertien hemden voor
die:dertien arme mannen...." en verder:
„Nog sellen die Sanctmeesters stellen
een goedt eerbaer Priester, die alle VrU-
daegs misse sal doen in onse Lieve Vrou-
weakerck op haer outaer, in de Capelle
ten acht ure. Dan zal die Priester, en
dertien arme mannen bidden voor onze
stelen Die Priester sal daer jarelljcks van
den H. Geest te Leyden ontfanghen ses
RliBnsguldens. daervoor sal hij Jarelljcks
onser bey de jaergetijden oock doen, op
eenen dag met negen kaarsen op ons graf
enfsavonts in Vigilie en sal den Pastoor,
is It dat hij te grave comt, geven des
avlnts en 's morgens twee groot, den Ca-
peuaen met noch tien priesters Capellanen
oil haer Vice-Capelaenen, met de Koster
'savonts en 'smorgens eick een grootje,
de» armen ses stuyvers aen scoon broot.
I Aoch geven wij een pont Hollants jare-
lijsks. dat men sal deelen onder die der
tien arme mannen als zij op ons Jaregetijde
ten grave comen."
I Men ziet. het zat dus alles bij de stich
ting goed in kalk en cement,
wijders volgt dunkt mli uit bovenstaan-
■•(bepalingen. dat de stichting geen eigen
kapel zal hebben gehad.
Het. uiterlijk aspect is natuurlijk sinds
1487 aanmerkelijk veranderd. Doch wij
iiebc-::: hier verder alleen rekening te
houden met de verbouwing van 1777. De
toegang wordt thans verleend door een
eenvoudig poortje in den stijl Lodewijk
XVI 't Merkwaardigste is misschien wel
da: postamenten consoles en verdere orna
ment afgeschuind zijn alles in verband
met de omstandigheid, dat het straatje en
de belendende perceelen schuin tegen den
straaiwand staan, 't geen aan dit deel der
Ittarlemmerstraat overal is gehandhaafd.
We zien dan twee eenvoudige vlakke pl-
listers. De consoles die de architraaf, of
wil men de kroonlijst, dragen, zijn nog wel
voluutvormig gebogen, doch het acanthus-
ornament heeft plaats moeten maken voor
drie cannelures Het blok hierboven ver
toont een eenvoudige rosetvorm. De lijst
"Oven de kroonlijst vertoont eenvoudig
vlecatornament. Boven de poort is een
opsehnftbord met eenvoudige guirlandes
«f boven en terzijden
Een en ander mist de volle weelderige
jWnr.sn uit den tijd van Lodewijk XIV en
ejrenzoo de speelsche krullen van den
gw! Lodewijk XV Het is alles veel sober-
jer en tegenover beide genoemde stijlen
"tin armelijk
|[H:t opschrift luidt:
ST. STEVENS HOOFKEN
ENDE HEEFT GESTICHT
WILLEM VAN TETROED3
ENDE CHRISTINA SYN HUYSVROU
ANNO 1487. VERNIEUWD 1777.
Treedt men door het hekje, dan bemerkt
■hen dat ook de huisjes van zeer eenvou-
;St bouworde zijn. Ze bezitten behalve
®et portaaltje twee kamertjes boven el-
l*fr Hst eenlge typeerende is wellicht
«jat ie deuren nog gescheiden zijn in on-
■tr- en bovendeuren. Moderne gemakken
aivoer van vuil water en W. C ont-
ore.een ar aan en zaI by deze bouw_
i00'1 we' knoest moeilijk zijn. voor
Ïal"?°h7emd aoartement plaats te vin
nen Onze voorvaderen konden nu een-
vooruit niet weten welke elschen
»e tnans zelfs aan primitieve woningen
IMllen.
•Jer^r merken we op. dat de stichting
■L meer wordt bewoond door der-
JJ™, artn« mannen, doch dat er 15 wo-
fcb=;n zijn, bewoond door echtparen Is
«n van beide overleden, dan blijft de
I ai evIen^€ het huisje bewonen.
ai missen de huisjes dus uiterlijk schoon
if,. .w?,?,€rs doen hun best. alles een zoo
E ik mogelijk uiterlijk te geven,
f-vensterbanken zijn aan de bui-
houten rekjes aangebracht, waar-
nnen potten met allerlei bloemen, die
ttouwens ook achter het vensterglas
En Tta ,ove7lt>ede steunen er nog hou-
hiim ,e=en d«n muur die ook al
zóó hoog ge-
dé Jfïvnïf uitzicht door middel van
lernmerd er nIet door wordt be"
|aE" is er verder nog de tuin. waar
uit lüJ Z heschc.d-n deel beheert en
kotr.on hof VeeI licht €n veel zon
Bio-- to rul gieren ten goede zoodat de
W met trot'P wordt beloond Men wees
15 iaron aza,ea mollis, die reeds
Socrzoio" 5e'«Plant is en in den
Ep wit" oiojf bloemenweelde schenkt
B'oe'end» ifoti h'ar verder al niet'
Weelder^o üif te°n!"nms in a"er'ei kleuren
|aa-zitH~t-n^t 1?s as nu in het late
fSS i,inata,t« maken t- verwelken
lla', u-V.. epchillende variëteiten, dah-
aardige vetplantjes met rose en groene Droomverschijning en vondst verwekten
bladeren en bloementrossen een forsche veel beweging ln Halsingland. Maar een
lla's Ilrhtiv^ivariereiten oan-
.Weellg '-."eei rmiinrood' donkerflu-
geel en wit; varens en aspedistra's.
rozenboom waarvan de bottels thans don
kergloelen tusschen 't loof en nog veel
meer. Er is elk wat wils bijeen gezocht.
Natuurlijk is de volle zomerbloei voorbij,
doch het zachte najaar geeft toch nog
kleurschakeeringen In overvloed.
De tuin wordt aan de overzijde van de
huisjes begrensd door de doode kale muur
van de bioscoop Doch hier en daar rankt
de klimop omhoog: een enkele boom be
gint al forsch uit de kluiten te schieten,
zoodat de barmhartige natuur op den duur
leelijk menschenwerk aan de oogen ont
trekt. Tegen dezen muur staat ook de
pomp. die in dit geval niets bijzonders is.
doch waarvan de uitlaatpijp niet minder
glanst en glimt dan die van haar meer
monumentale zusters op andere hofjes.
Zoo ziet alles er open en frisch en vrien
delijk uit, al is de architectuur in 't al
gemeen niets bijzonders.
Een lezer van het Leidsch Dagblad stel
de aan de redactie de vraag, hoe Leiden
aan zijn wapen komt en wat dit beteekent,
welke vraag aan mij werd doorgezonden
Al kunnen tal van lezers deze vraag be
antwoorden toch meen ik goed te doen ze
nog even kort hier te beantwoorden.
Zooals bekend is werd in 1121 door bis
schop Godebald de voorgangster van de
tegenwoordige Pieterskerk gewijd, aan de
Apostelen Petrus en Paulus De eerste kerk
werd bij het grooter worden van 't kleine
plaatsje en nadat dit stadsrechten had
verkregen de stedelijke hoofdkerk, en daar
mede werd tegelijk in 't bijzonder St Pie-
ter beschouwd als de beschermheilige der
stad. Nu weet men verder dat St. Pieter in
de hagiografie steeds wordt gekenschetst
en afgebeeld met twee sleutels in de hand,
een herinnering aan den tekst. ..Ik geef u
de sleutels van het rijk der hemelen",
waarbij dikwijls, niet altijd, de één van
zilver wordt voorgesteld om te binden",
één van goud om te ..ontbinden". Elke hei
lige had steeds zijn of haar attribuut, b.v.
St. Joseph de lelie. St. Barbara de toren,
St. Elizabeth drie kronen. St Catharina
een rad, enz. Wilde men een heilige aan
duiden zonder beeltenis, dan bezigde men
eenvoudig het attribuut.
Zoo zien we boven de poort van het
Elizabetiishof de drie kronen, in den gevel
van de Waalsche kerk, waar vroeger de
kapel van het Catharinagasthuis was. een
rad. En zoo werden als teeken van St.
Pieter de twee sleutels gebezigd. En om
dat St, Pieter als beschermheilige der stad
werd beschouwd in een tijd dat geestelijk
en burgerlijk bestuur vrijwel geheel in e'-
kaar grepen, nam men als stadswapen de
twee sleutels van St, Pieter.
Het oudst, bekend stadszegel van Leiden,
dateert uit het laatst der 13de eeuw, dus
nog van voor 1300 We zien hierop in
hoofdzaak het volgende.
Het bovenste gedeelte van het zegel is
een Gothische nis. waarin St. Pieter op
een zetel troont, doch hier voorzoover ik
onderscheiden kan, met éen sleutel. Hij
wordt gefiankeerd door twee wapenschil
den. ieder met de twee gekruiste sleutels.
Achter deze schilden rijzen twee torens
omhoog, misschien, doch dat weet ik niet,
innebeeiden van wereldlijke en geestelijke
macht. Beneden dit alles zien we in een
rij Gothische boognisjes de 8 gezworenen
der stad op hun knieën liggend en bid
dend de handen omhoog tot den heilige.
En eindelijk vinden we hieronder in een
grootere nis weer den schout, eveneens op
ziende tot St Petrus. Dit wapen alleen is
reeds een eenvoudige aanduiding, dat de
wereldlijke overheid St. Pieter ais be-
•ehermheilie» erkende en zijn attributen
in het stedelijk wapenschild bracht.
Het geheel is ten siotte omgeven van
een Latijnsche inscriptie.
Ik voeg hier nog aan toe. dat St. Pieter
de patroon der vissehers was. En in het
oude Leiden hebben wij vermoedelijk in de
eerste plaats een v'.sschersplaatsje te zien,
uitermate gunstig gelegen, als het voor de
visscherij was. Vtsschen en peuren zit den
ras Leidenaar trouwens nog ln 't bloed.
Met deze korte aanteekeningen meenen
we te kunnen volstaan.
geestelijke in de gemeente, waar de vrouw
woonde, hield het hoofd koel; hij legde
beslag op het gebedenboek en nam het
mede naar Upsala, waar de wetenschappe
lijke mannen der oude universiteit het
onderzochten en, onmiddellijk en eenparig
vaststelden, dat men hier te doen had met
een grove vervalsching
Zij werden spoedig daarna op de duide
lijkste wijze in het gelijk gesteld. Een ca-
ïicatuurschilder kwam opdagen en deelde
mede, dat hij dertig jaar geleden dat blad
vervaardigd had om zijn oom beet te ne
men, die voor Karei XII een buitengewone
vereering had
Men zou denken, dat het nu uit was met
de emotie in Halsingland. Berichten uit
die dagen meldden echter het tegendeel.
De menschen daar waren niets gesticht
over de prozaïsche oplossing van de „be
kentenis". Buitendien deed die oplossing
geenszins het verhaal van de boerin te niet
En, naar het heette, bleven zij niet alleen
gelooven aan de droomverschijning, maar
col: aan de echtheid van de bekenten-s.
Deze zaak was te griezelig om haar maar
zoo op te geven.
DE DOOD VAN KABEL XII.
Oude legenden hebben een lang leven.
Ik neem nu het woord „legende" in de be-
teekenis van een verhaal, waarvan de his
torische waarheid vervormd is door over
leveringen of zelfs min of meer door die
overleveringen ter zijde is geschoven.
Hecht zich aan die legende een zekere
griezeligheid, dan hebben zij kans eeuwig
in omloop te blijven, want het griezelige
trekt de menschen aan. Zij wenschen het,
doen er met moeite afstand van en heb
ben niet de minste erkentelijkheid jegens
hen, die de onhoudbaarheid der legende en
van het daaraan verbonden griezelige
aantoonen.
Ik neem als voorbeeld het verhaal om
trent den dood van den Zweedschen ko
ning Karei XII, die van 1682 tot 1718 leelde
een geweldig strijder was, dapper maar
hardnekkig, en, zes en dertig jaar oud, bij
de belegering van Frederikshall plotseling
stierf, getroffen door een kogel. Van waar
die kogel kwam, van vijandige zijde of uit
het eigen Zweedsche kamp; of er hier
sprake is van een krijgsaccident, een on
geluk of moord, die vraag heeft langen
tijd een niet opgeloste puzzle gevormd.
Door een wetenschappelijk onderzoek, dat
in 1859 plaats had, scheen de zaak vrijwel
in rustige banen geleid te zijn. De belang
stelling van het groote publiek wendde
zich van haar af. Maar ruim twee jaar ge
leden werd zij weer naar den voorgrond
van de openbaarheid gebracht door een
boerin ln Halsingland, die beweerde ln
haar droom een soldaat gezien te hebben
gekleed in de beroemde blauwe uniformen
der zoogenaamde „trawanten des Konlngs"
(ook wel „Karollners" genoemd.) Deze sol
daat had haar gezegd, dat door haar de
waarheid omtrent den geheimzlnnigen
dood van den grooten koning ten slotte
zou worden opgehelderd.
Eenige dagen na deze droomverschijning
gebeurde het volgende. Dezelfde vrouw,
aan wien de „Karollner" zijn voorspellin
gen gedaan had. kreeg bij vrienden een
oud gebedenboek in handen. Zii opende
het en vond daarin een los blad. Het was
bedekt met een oud handschrift en be
vatte, in eigenaardige zinswendingen, de
bekentenis van den man. die den koning
had vermoord.
Dit is begrijpelijk en menschclijk. De
groote menigte houdt nu eenmaal van het
mysterie, dat om een groote riguur wordt
geweven. Zulk een figuur sterft niet als
ieder ander, zoo hij plotseling sterft. Of
die figuur is niet dood en houdt zich er
gens verborgen om te zijner Ujd weer te
verschijnen. Een gewone dood. zoo hij dood
is, is te gewoon voor hem. Een bijzondere,
geheimzinnige dood moet natuurlijk een
eind aan zijn leven gemaakt hebben.
Het is niet te verwonderen, dat zulk een
legende zich vormde na den dood van ko
ning Karei XII van Zweden, die van zijn
vijftiende jaar af, toen hij meerderjarig
verklaard werd, tot aan zijn dood toe een
strijdbaar man was, gaarne vocht tegen
beren eerst, tegen de vijanden van zijn
rijk daarna. Hij was een merkwaardige
persoon- Toen hij in zijn jeugd zijn groot
moeder had beleedlgd na te veel gedron
ken te hebben, liet hij zich een beker met
wijn brengen, doopte er zijn lippen in, ver
brijzelde het glas en zwoer een duren eed,
nimmer meer een druppel wijn te zullen
drinken. Hij hield den eed; zijn soberheid
was bekend: grof brood, voedsel in matig
heid genoten, geen verweskeUiking, dat
was zijn leefregel. Uiterlijke weelde ver
smaadde hij; een uniform zonder versie
ring, alleen met koperen knoopen, zeer
hooge laarzen, buffelleeren handschoenen
ziedaar zijn dagelijksch costuum. In de
vele oorlogen, die hij voerde, waren een
mantel, waarin hij zich wikkelde, en de
harde grond, dikwijls zijn legerstede. Zoo
men aan deze persoonlijke, door hem zelf
gewilde bijzonderheden van ziin leven toe
voegt het verwonderlijke oorlogsgeluk, ja
ren en jaren lang, dat hem ten deel viel,
de geweldige slagen, die hij zijn vijanden
toebracht, den oorlogsroes, waarin hij de
Denen, de Russen, de Polen, de Saksers,
de Pruisen zijn overmacht deed gevoelen,
heeft men zeker meer dan genoeg stof om
zelf eene legende te fantaseeren. Laten we
het daarom den Zweden en vooral zijn
boerenbevolking niet kwalijk nemen, dat
de groote koning, die eindelijk wel terug
gedrongen werd.' maar den naam van
Zweden gevreesd had gemaakt in Europa,
voor hen een legendarische figuur werd en
dat zijn dood in de loopgraven bij Tistedal
tijdens het beleg van Friedrichsliall voor
hen te eenvoudig was, zoodat zij iets an
ders wenschten en naar iets anders speur
den en aldus het eenvoudige feit brachten
in den nimbus der legende. Hij, Karei XII,
was niet de eerste de beste. Hij was een
bijzonder mensch, van zijn jeugd al. Had
hij zich niet bij een expeditie tegen Dene
marken in zee geworpen om het eerst van
allen zwemmende de vijandige kust van
Seeland te bereiken? En dan zijn sober
heid. zijn kracht, zijn edelmoedigheid, zijn
grootheid van ziel in tal van omstandig
heden! Daaruit ware meer dan één legen
darische held te vormen, al kleeft op zijn
moreele afbeelding ook de viek van don
dood van den Russischen gezant Patkul,
dien hij liet radbraken, omdat hij de ziel
was geweest van het verzet van Polen
tegen den Zweedschen inval. Europa was
ontzet en verontwaardigd bij dit feit,
maar de Zweden zagen daarin de gewel
dige straf, verdiend door een ieder, die hun
overwinnenden glorierijken koning den
voet dwars durfde zetten.
Ik wil met enkele lijnen zijn leven schet
sen. Hij had, deze koning, bijna onmiddel
lijk na zijn troonsbestijging met ernstige
vijanden te strijden. Zweden's machtspo
sitie liep gevaar. Denemarken en Polen
rekenden op de hulp van Rusland, waar
Peter de Gioote zich sterk naar het Westen
georiënteerd had Te zamen zouden zij ge
makkelijk Zweden's invloed en Zweden's
grondgebied kunnen verminderen. Het
tijdstip was er gunstig voor. Frankrijk,
Oostenrijk en Engeland hadden al hun
aandacht noodig voor de op handen zijnde
koningskeus in Spanje na den dood van
Karei n. Daarvan maakte koning Frederik
IV van Denemarken gebruik; hij trachtte
Sleeswijk te ontrukken aan hertog Frede
rik van HolsteinGottorp. Daartoe ver
bond hij zich met August den Sterke, ko
ning van Polen. Terwijl Denemarken zich
op Sleeswijk wierp, zou Polen zich Lijf
land toeëlgenen. De hertog van Holstein
Gottorp was een zwager van den koning
van Zweden en werd door dezen gesteund.
Het plan der twee verbondenen gold dus
indirect en direct Zweden's machtspositie.
In September 1699 trad Rusland tot het
Deensch—Poolsch verbond toe. De Zweed
sche koning, ruim zeventien jaar oud, ziet
zich dus ernstig bedreigd. AUeen door
snelle krijgsoperatiën kan hij zijn nog niet
vereenigde vijanden bedwingen. Het is
merkwaardig met welk een voortvarend
heid en kracht hij te werk gaat. Eerst pakt
hij de Denen aan. verslaat hen en dwingt
hen in Augustus 1700 den vrede van Thra-
venthal te aanvaarden. Dan wendt hij zich
tegen de Russen, overwint deze bij Narva
(November 1700', zegeviert over de Sak
sers. die Riga belegerden, en werpt einde
lijk al zijn kracht op zijn grootsten vijand
Polen, dat bij Klissow in Juli 1702 wordt
verslagen De Poolsche koning wordt af
gezet en vervangen door een ander, die
Zweden niet vijandig gezind is.
Dat is het begin van de loopbaan van
Karei XII. Het rechtvaardigt de bewonde
ring zijner landgenooten in een tijd, toen
persoonlijke moed en krijgsroem zoo hoog
werden aangeslagen. Zijn korte leven
wordt verder gevuld met krijgsbedrijven.
Na den vrede met Polen, in September
1706. nieuwe oorlog met Rusland. Bij Pul-
tawa wtrd hij echter verslagen, trok zich
op Tursch grondgebied terug, wist Tur
kije te bewegen Rusland den oorlog te ver
klaren. De Russen lijden de nederlaag,
maar Turkije keert zich tegen den Zweed
schen koning. Deze verdedigt zich wan
hopig, wordt ln Bessarablë gevangen ge
nomen en keert dan terug naar zijn land,
verslagen maar niet ontmoedigd, hoewel
inmiddels veel ten nadeele van Zweden ge
wijzigd was en hij nu, behalve Rusland,
Denemarken, Pruisen en Saksen tegenover
zich vond. Dezen waren hem te sterk Toen
trachtte hij in Noorwegen, dat sedert de
Hervorming Deonsch was, Denemarken te
treffen. Hij viel Noorwegen aan en bele
gerde Frederikshall. En daar stierf hij en
mét hem viel Zweden's groote heerschap
pij. Het moest zijn plaats ln de rij der
groote mogendheden verlaten; een staat
van den tweeden rang liet Karei aan zijn
opvolgster na.
En nu hervat ik het verhaal van de le
gende en haar belichting
Den 30en November 1718 vindt de ko
ning den dood. Den krijgsmansdood? Den
dood ten gevolge van sluipmoord.
Hij was niet tevreden geweest over den
vertraagden arbeid der loopgraven voor
Frederikshall. 's Middags om vier ging hij
zelf inspecteeren, vergezeld van twee
Franschen. den ingenieur Maigret en den
aic e-de-camp Siguier, beiden in zijn dienst
Hij sprak met de soldaten, interesseerde
zich voor alles, gebruikte staande in de
loopgraven het avondeten.
Maar de Deensche kogels bereikten die
loopgraven. Men spoorde hem aan zich te
beschutten, voorzichtig te zijn. Hij sloeg
den raad in den wind. inspecteerde verder,
tuurde lang over de borstwering: zijn
hoofd en een deel van zijn borst waren
blootgesteld aan liet vijandelijke vuur. Op
nieuw maande Maigret hem tot voorzich
tigheid. „Laat dat toch!" zelden de an
deren. „hoe meer men hem waarschuwt,
hoe meer hij zich blootstelt.
Om negen uur. toen de maan was op
gekomen en de loopgraven verlichtte,
zakte het hoofd van den koning eensklaps
op de borst, zijn linkerhand gleed om
laag, maar het lichaam bleef in de staande
houding. Eerst aarzelde men. niet zeker
wat er gebeurd was. Maar het lichaam
bleef onbewegelijk Maigret naderde toen;
hij trok den koning bij zijn mantel. Geen
beweging werd bespeurd. Daarop consta
teerde men zijn dood. Een kogel was door
den linkerslaap naar binnen gedrongen,
had iets lager aan den rechterkant het
hoofd verlaten. Het linkeroog was naar
binnen gedrukt, het rechter puilde uit de
kas. De linkerhand rustte op het gevest
van den degen.
Aldus zijn de feiten, de geschiedenis.
Maar nu de legende.
Een jaar later begonnen er vreemde ge
ruchten te loopen. Er was van den dood
geen tot in alle bijzonderheden gaand pro
ces-verbaal opgemaakt; de omstanders
hadden den dood als een gewoon oorlogs-
felt beschouwd. Maar die dood was zoo
belangrijk! Wie. die daarbij voordeel had,
zou dien hebben veroorzaakt? De geruch
ten breidden zich uit, verdeelden Europa
en de geschiedschrijvers in twee kampen;
het eene geloofde aan den dood door een
vijandelijken kogel, het andere aan moord.
Meer dan tweehonderd boeken en bro
chures werden er over verspreid De twij
fel bestond en bleef tot 1846. Men heeft
dus tijd gehad er over na te denken cn
te fantaseeren.
De voorstanders van de moord-suppo-
sltle vonden steun in het volgende;
Siguier, die getuige was geweest van den
dood en het verminkte lijk had helpen
wegdragen, kreeg, zoo wc-rd er verteld, toen
hij het overlijden aan de troonopvolgster
moest berichten, plotseling een aanval van
heete koorts en schreeuwde, toen hij aan
het ijlen was, dat hij de moordenaar was
van den koning Hij stortte zich naar het
venster, opende dat en krijschte de gru
welijke bekentenis uit Dat maakte indruk.
Het gerucht vloog over Europa cn groeide
Men wist zelfs dat Siguier 1000 ducaten
voor zijn misdaad had ontvangen. Dit be
weerde een Zweedsch dansmeester,
Schoult, die later erkennen moest, dat hij
gelogen had. De ongelukkige Siguier, die
arm was, heeft veel onder die geschiedenis
geleden. De verdediging, die Voltaire van
hem heeft gegeven, heeft hli niet meer
kunnen lezen. Hij was toen al gestorven.
Toen kwam een tweede zich beschuldi
gen. een zekere Labrice die tot de ver
trouwden van den koning behoord had en
ook een koortsaanval had en in ijl-toe-
stand zich van den moord beschuldigde.
Het bleek echter, dat hij niet eens aan den
veldtocht in Noorwegen had deelgenomen.
Ook de ingenieur Maigret werd verdacht.
Een eerste onderzoek had plaats in 1746.
Men ooende het graf van den koning. Men
uitte de meerüng. dat deze door een dolk
stoot was getroffen ln den rechterslaap,
d wz aan de zijde, die niet naar den
vijand gekeerd was. Dat gaf te denken,
men zocht naar de schuldigen. Men wees
een paar generaals aan, die zeer in de
gunst van Karei XII hadden gestaan Maar
er was geen zweem van bewijs Ook was
het onderzoek niet door deskundigen ge
leid. En het verhaal van den dolkstoot
werd weer te niet gedaan door generaal
graaf Lieven, die als page van den vorst
bij hem was in den avond van zijn dood,
doch die eerder aan een pistoolschot dan
aan een geweerschot gelooft. Achterna
bleek echter weer, dat de jonge Lieven
niet in de loopgraaf geweest was toen de
koning stierf en ruim vijftig jaar later
voor het eerst zijn verhaal deed. Trouwens,
al de mannen, de officieren en de solda
ten die om den koning waren, zouden toch
den moordenaar hebben moeten zien die
met een pistoolschot hem doodde!
De historische waarheid schijnt het
dichtst benaderd te zijn ln 1846 door den
beroemden Deenschen geschiedschrijver
Paludan Muller, dJe de ongegrondheid van
alle ln druk verschenen beschuldigingen
aanwees, èn vooral door het groote onder
zoek van deskundigen, dat op last van
Karei XV en op aansporing van den ge
schiedschrijver Frvxell den 31en Augustus
1859 plaats had. Het werd geleid door drie
bekende geneesheeren. Koning Karei XV
was er bU tegenwoordig evenals zijn
broer, prins Oscar de ministers twee aides
de-camp de algemeene archivaris van het
rijk. de geschiedschriiver Fryxell en twee
hooce ambtenaren. Het graf en de kist
werden ontsloten: de drie medici onder
zochten den schedel, maten de wonde, be
studeerden daarvan den aard en consta
teerden. wetenschappelijk en in bijzon
derheden wat, van den aanvang af door
de niet wetenschappelijke ooggetuigen van
den d-yyi in groote trekken, zonder dé-
tailleering was verklaard. Van den len
tot den 8en November werd daarop het
onderzoek ln de Geneeskundige Academie
besproken en wetenschappelijk werd daar
na vastgesteld:
1. dat de dood veroorzaakt was ten ge
volge van een wond toegebracht door
een vuurwapen;
2 dat de linkerslaap was getroffen ge
worden. d.w.z die naar de vijandelijke
vesting was gekeerd geweest;
3 dat het projectiel waarschijnlijk af
komstig was geweest van een musket;
4 dat het schot waarschijnlijk van zeer
ver gelost was geworden en do kogel
reeds iets van zijn kracht en snelheid
verloren had. toen hij het hoofd van
den koning bereikte en
5. da: de richting, door het projectiel in
het hoofd gevolgd, doet veronderstel
len, dat het schot gelost is geworden
van een hoogere plaats dan die, waar
de koning zich bevond, toen hij ge
troffen werd.
Dit rustig gesteld rapport van een we
tenschappelijk gedaan, en daarna weten
schappelijk getoetst onderzoek, zal mis
schien cok nu nog de landelijke bevolking
van Halsingland niet voldoen en ik weet,
dat men ln sommige er, cyclopaedic en kan
lezen dat ..waarschijnlijk een kogel van
Zweedsche zijde" den koning heeft gedood.
Maar uit het voorafgaande in verband
met wat de oevgeluigen van het tragisch
e'nde van Ka; n 7.TI in de loopgraven heb
ben verklae- vou ik eerder aannemen,
dat een kogel v p de hoover gelegen wal
len der beleger:- 'tad den koning heeft
getroffen, toen hl! door het maanlicht be
schenen. over de borstwering der loopgra
ven tuurde en aldus een duidelijk zlchbaar
doel was voor een musketier In het vijan
delijke kamp Dat is niet zoo griezelig
hoewel griezelig! als het verhaal van
sluipmoord, maar het komt mij voor aan-
nemeltlker te zijn en meer der waarheid
getrouw.
A. J. BOTHENTUS BROUWER
HONGAARSCHE VERZAMELINGEN.
In het land der Magyaren wonen tal
rijke verzamelaars, die soms zeer kostbare
voorwerpen in hun collecties hebben on
dergebracht. De zonderlingste dingen wor
den dikwijls bijeengegaard. Zoo bezit de
hotelier Friederich Glück een hoeveelheid
eetgerei, waaronder hoogst moderne stuk
ken maar ook prachtige exemplaren uit de
Barock-perlode. Als verzamelaars van
trouwpapieren staan drie geleerden be
kend. te weten: professor Ballagl, de histo
ricus Géza Nagv en de bibliograaf Josef
Szinnyei. Zij hébben een voor geschied
kundigen en genealogen belangrijk mate
riaal bijeengebracht, daar de verwant
schappen tusschen families en geslachten
soms uitsluitend met behulp dezer docu
menten kan worden vastgesteld.
De voormalige lijfarts van eenige prin
sessen, dr. Stein, is een verwoed collectant
van vingerhoeden waarbij hij steeds
nauwkeurig hun afkomst tracht te bepalen
en een bijzondere hartstocht vertoont
voor artistiek uitgevoerde objecten. Van
cultuur-historische waarde is de schoe-
nenverzameling. die mevrouw Kvnsznay
heeft aangelegd, en waarin voctbekleedin-
een van alle volken ter wereld een plaats
hebben gekregen.
Bijzonder populair ais onderdeel eener
collectie ls de pijp. Zoo Is de minister van
justitie Stefan Barezy eigenaar van 700
stuks. Vele dezer pijpen zijn vervaardigd
door de beroemdste Italiaansche. Oosten-
rijksche en Hongaarsche meesters op het
gebied van houtsnijden en beeldhouwen.
De barones Dora Groedel kan bogen op
het bezit van 300 ponnen. Voorts beschikt
ze over prachtig in elkaar gezette poppen-
kamers- en -serviezen, welke laatste tal
rijke vitrines vullen.
Een verzameling van groote beteekenis
ls de serie zotheden, waarvan barones
Skerlecz de eigenares is. In deze re°ks
uitzonderlijke scheppingen van leem,
brons. glas. ivoor en hout treft men zeer
zeldzame stukken aan, zoodat de verza
meling der barones slechts te vergel'lken
ls met een collectie als biivoorbeeld die
van den Engelschen operettespeler Berry.
HET KINDERPARADIJS VAN CHICAGO.
Op de Wereldtentoonstelling van Chi
cago zullen naar schatting 2 000 000 kin
deren komen. Om deze kijklustige kleinen
iets bijzonders te laten bewonderen heeft
men in het Michiganmeer een volledig
snrookjeseiland geschapen Vlak naast
den ingang staat het speelgoedmuseum,
volgepropt met speelgoed uit alle tijden en
alle landen. Vandaar komt men ln het
knikkerhuls, we'ks wanden zltn gebouwd
uit 5 millloen knikkers ln alle mogelijke
kleuren, waar de kinderen naar hartelust
met de ronde dingetjes kunnen spelen. Nu
gaat het naar den tooverberg. een negen
meter hoogen heuvel op welks top een
miniatuur slot staat, dat de kiod»ren
kunnen bereiken langs schllnbaar zeer
moetlilke maar inderdaad vo'komen on-
ecvaariiike wegen. Nu komen de kinderen
in den dierentuin met een gcheele menlete
meer dan levensgroote mechanische die
ren. die natuurlllke bewegingen uitvoe
ren. De reuzenollfant b.v. neemt met zijn
slurf zelfs het water op. dat de kinderen
hem aanreiken en de beer maakt, terwijl
hl}- met zlln oogen rolt. een dansje. In
den „Iclnderzoö" kunnen de menschen-
klnderen met de dlerenklnderen spelen.
Verder staat er een ontzaglijke Ark van
Noach, welker Inzittenden dreigend uit de
vensters kijken Ook zij zijn slechts
mechanische kunstwerken, die alle plage
rijen der kinderen rustig verdragen.
Voorbij den reuzenclown. die zUn trom
mel roert, bereiken de kleinen op hun
rondgang de miniatuur spoorbaan. Gedu
rende den tocht ln den mlnlatuur-treln
duiken aan beide zijden tooneelen en
figuren uit bekende sprookjes op. Natuur
lijk ontbreken ook het kindertheater en
de kinderbioscoop niet Voor de grooteren
ls er een speciaal paviljoen met alle denk
bare moderne Instrumenten uit de mecha
nica en de electro-, radio- en vliegtech
niek De kinderen mogen deze apparaten
zelf hanteeren en probeeren.
Voor avontuurlijk aangelegde jongens
ls er een jungle ingericht een dichtbe
groeid stuk land. waarin moeilijk de we»
is te vinden. De jongens kunnen zich ook
vermeien in een schitterend roovershol en
wie zin heeft kan in een van de drie
hoornen klimmen, die in hun kruin kleine
luchtige huisjes dragen. Een tropische tuin
met palmen en andere tropische gewas
sen voltooit dit lustoord der jongensfan-
tasie.