HET PROCES TE LEIPZIG.
74,te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 7 October 1933
Vijfde Blad
No. 22562
BINNENLAND.
WAT KUNNEN WIJ AAN DEN
HEMEL ZIEN?
RECHTZAKEN.
KONINGIN EN PRINS IN DRENTHE.
Bezoek aan den fokveedag te De Wijk.
Onder buitengewone belangstelling vond
te De Wijk bij Meppel gisteren de jaarlijk-
»che Fokveedag plaats, uitgaande van den
bond van lokveehouders. Deze dag droeg
een bijzonder feestelijk karakter, door het
feit, dat de Fokveedag bezocht werd door
H M. de Koningin en Z.K. H. Prins Hen
drik. Te ongeveer half twaalf arriveerden
de vorstelijke gasten en werden zij ont
vangen door de bestuurderen der organl-
aeerende vereeniging Bij de ontvangst
was mede tegenwoordig de Commissaris
van de Koningin in de provincie Drente
baron de Vos van Steenwijk. Op het ter
rein vertoefden de Koninklijke gasten
ongeveer drie kwartier. Een dochtertje van
een der bestuursleden bood H. M. bloemen
aan Duizenden en duizenden belangstel
lenden waren tezamen gestroomd en juich
ten H. M. geestdriftig toe. De Koninklijke
gasten werden rondgeleid door den Com
missaris der Koningin baron de Vos van
Steenwijk, de heeren J. P. Brouwer en J.
ter Haar Jr.. resp. voorzitter en secretaris
van den bond van fokveehouders. voorts
door den heer J. L. Nijsing, voorzitter van
het Koninklijk Landbouwcomité. H. M. de
Koningin vertrok na het bezoek per auto
naar de residentie, terwijl Z. K. H. Prins
Hendrik de lunch gebruikte ten huize van
den Commissaris der Koningin baron de
Vos van Steenwijk.
JAN VAN ZUTPHEN 70 JAAR.
COMMANDANT DER ZEEMACHT
IN NED.-INDIE.
Vice-admiraal Osten opgevolgd door
schout bij nacht van Duim.
Bij Kon. Besluit is met ingang van den
Bag, waarop hij zijn betrekking aan zijn
opvolger zal hebben overgedragen, vice-
aamiraal J. F. Osten, onder dankbetuiging
eervol ontheven van de betrekking van
commandant van de zeemacht en hoofd
van het departement van marine in Ned.-
Indië en is die betrekking met dien datum
opgedragen aan schout bij nacht M. H.
van Duim.
PROEFVLUCHT VAN den
„FOSTJAGER".
Piloot en constructeur tevreden.
Gistermiddag heeft de 3-motorige
„Postjager", het uiterst snelle Pandertoe
stel, waarmede luitenant Asjes en de heer
Geyssendorffer, piloot bij de K.L.M. bin
nenkort een recordvlucht naar Indlë ho
pen te maken, voor de eerste maal proef-
gevlogen. De machine, die op Schiphol
was opgestegen en door den heer Geyssen
dorffer bestuurd werd, terwijl haar con
structeur, de heer Slot, naast hem had
plaats genomen, heeft gedurende acht
minuten gevlogen. Beide inzittenden be
toonden zich na afloop van de vlucht zeer
voldaan, omdat gebleken was, dat de
Postjager aan de groote verwachtingen,
die van hem gekoesterd worden, voldaan
had.
o
MAATREGELEN
TEGEN BELEEDIGENDE UITINGEN.
Wetsontwerp spoedig te verwachten.
Men herinnert zich, dat minister Van
Schalk bij de behandeling van het uni
formverbod in de Kamer heeft aangekon
digd, maatregelen te overwegen tegen
excessieve uitingen.
Naar wij vernemen, is het ontwerp tegen
zulke uitingen, welke beleedigingen bevat
ten tegen personen of groepen op open
bare vergaderingen gedaan, spoedig te
verwachten „Msb."
Pionier op het gebied der tuberculose
bestrijding.
Jan van Zutphen, de bekende pionier
op het gebied der tuberculose-bestrtjdlng,
wordt heden 70 jaar. Aan een biographie
in de „N. R. Ct." ontleenen wij het vol
gende
Jan van Zutphen, is in zeer armelijke
omstandigheden geboren. Ondanks de vele
dagen, die hij wegens ziekte moest ver
zuimen, heeft hij loffelijk ontslag gehaald
aan de armenschool in de Kleine Witten-
burgerstraat te Amsterdam, daarna heeft
hij op een drukkerij gewerkt en 's avonds
de herhalingsschool bezocht. Toen hij in
het diamantvak ging schaarde hij zich
onder hen, die naar verbetering van
levensomstandigheden streefden en zijn
strijdersnatuur bracht hem op de voorzit
tersplaats van het stakingscomité, dat in
1894 werd opgericht en waaruit de A.ND.B
is ontstaan onder voorzitterschap van
Henri Polak. Hij werd belast met het secre
tariaat; hij was voor een duurzame stra
tegische positie te impulsief en gooide
zich met kracht op het sociale werk van
den Bond Op zijn vele huisbezoeken
maakte hij wederom kennis met de tuber
culose hij had zijn vrouw, broers en
zusters hieraan zien sterven en zijn
philantropische natuur richtte zich op het
beschutten van de arme bevolking tegen
deze kwaal. Hij kwam op het denkbeeld
om het afval van diamant te verzamelen
en te verkoopen ten bate van de t.b.c.-be
strijding. Zoowel het afval dat zich hecht
aan de koperen steeltjes van den dop,
waarin de diamant geslepen wordt, ais dat
in de werkpakken van de diamantbewer
kers op de vloeren der slijperijen. Hij heeft
vele jaren vergeefsche proefnemingen ge
daan; hij heeft een wasseherij opgericht,
waar het stof uit de werkpakken moest
v/orden verzameld d.w.z. uit het be
zinksel van het waschwater. Zijn medewer
kers gaven den moed op; zij meenden dat
hij „rijksdaalders ging maken om ze voor
guldens te verkoopen". De procedure met
de koperen stelen lukte tenslotte het eerst;
prof. Henri Ter Meulen uit Delft was de man
die van Zutphen uit de technische moeilijk
heden belangloos hielp en uit het bezinksel
diamantpoeder wist te produceeren. „Het
Koperen Stelenfonds" kreeg meer dan
twee ton per jaar uit de opbrengst van den
afval. Dit fonds bepaalde zich aanvanke
lijk tot het uitzenden van patiënten naar
sanatoria. Het legde zich later toe op het
bouwen van een eigen sanatorium, waar
vooral aan de nazorg aandacht zou worden
besteed. Wij kunnen in dit bestek niet
nader over het werk van Zonnestraal uit
weiden. maar de waardeering, die Zonne
straal ondervindt spiegelt zich af in de
samenstelling van het bestuur van de ver
eeniging. die thans dit sanatorium exploi
teert. „de Nederlandsche Vereeniging tot
het oprichten van arbeidskoionies voor
tuberculoselijders in Nederland" en welke
staat onder protectoraat van het Neder
landsche Roode Kruis.
NATIONAAL JONGEREN VERBOND.
rundvleesch in blik
voor werkloozen.
Ter inkrimping van rundveestapel.
Ofschoon de minister nog geen officieele
beslissing genomen heeft, staat thans toch
wel vast. dat ten aanzien van de verwer
king van het rundvee, noch het plan-
Ruiter, noch de distributie van versch
vleesch in aanmerking komt. dcch dat het
vleesch in blik zal worden verwerkt. Des
betreffende voorstellen zijn door de crisis
rundvee-centrale aan den minister gedaan.
Aangezien de minister zich van den aan
vang af geregeld van deze kwestie op de
hoogte heeft doen houden, ls niet aan te
nemen, dat de minister thans van 't advies
der centrale zal afwijken.
Daarmede is dan beslist, dat het rundvee
als vieesch-in-blik op bonnen aan de
werkloozen zal worden verstrekt
„Tel."
o
mederl. tuindersbond opgericht.
In een te Loosduinen gehouden verga-
is een Nederl. Tuindersbond opge-
met het oog op den nood in den
tuinbouw. Men zal zich onthouden van
politieke beschouwingen.
torboden opslag en vervoer van
iepenhout.
te™ uhef ..Staatsblad ls opgenomen een
?A ,n- besluit, volgens hetwelk het is ver-
V1 15 Maart en 1 October
aten tlggen, opgestapeld te
houden of te vervoeren.
"i van economische zaken ls
zf9danlS verbod geheel of
gedeeltelijk en al dan niet voorwaardelijk
ontheffing te verleenen.
_«??t verbod ls niet toepasselijk op: a.
I™ ontschorst hout; b. hout met een
doorsnede kleiner dan 7 centimeter of af
komstig van stammen of takken met een
doorsnede, kleiner dan 7 centimeter; c.
hout, dat onder water ligt; d. hout, waar
van de schors in haar geheel met timmer-
mans-carbolineum is bestreken of op an-
&ebeha°n0dreideD te bepalen wljz€
getaedebnSlUlt 'S °P 1 0ctober ln werking
Algemeene vergadering te Zwolle.
Het N.J.V. vergaderde heden te Zwolle,
onder leiding van den heer W. Inden.
Deze wees er in zijn openingsrede op. dat
het Verbond in het afgeloopen jaar steeds
in kracht en aanzien is gegroeid, vooral
doordat in breede lagen van ons volk een
merkwaardige en heuglijke meeningsver-
andering optrad inzake de nationale ont
wapening en de Rijkseenheidsgedachte.
Ondanks dit alles wane men den vijand
niet dood en spr. waarschuwde ernstig
tegen laksheid.
Aan gansch Nederland is op den histo-
rischen dag van 9 September in het Sta
dion te Amsterdam door H. M. de Konin
gin de richtlijn voor ons Volk in de ko
mende jaren gegeven. „De nationale ge
dachte bindt ons allen tesamen", „Wij
willen onszelf zijn en blijven", „Wij willen
voortbouwen op de grondslagen door onze
Vaderen gelegd, ons bewust van onze roe
ping tegenover onszelf en in het groote
gezin der Volkeren".
Wij zijn innig dankbaar, dat het der
Koningin heeft behaagd aan de jongeren
van heden een schoone toekomst te voor
spellen, indien zij slechts deze nationale
waarden in het oog blijven houden. Ons
zelf zijn en blijven is altijd moeilijk, maar
juist in perioden als de tegenwoordige
noodzakelijker dan ooit. Het noopt ons, tot
eiken prijs onze zelfstandigheid te verde
digen en ieder nationaal voelend Neder
lander, ongeacht zijn politieke richting,
zijn godsdienstige overtuiging of zijn
bloedsmenging, ais een Vaderlander te er
kennen. Het legt ons op, de eenmaal aan
vaarde taak in de beide Indiën met ver
antwoordelijkheidsgevoel en vertrouwen te
vervullen; het elscht van ons het Neder
landsche Staatsbestel voor eiken niet-
Nederlandschen invloed te vrijwaren. Wan
neer wij deze taak ten volle doorvoelen,
dan moet „alles reg kom".
Ons Verbond is opgericht ln het laatst
der twintiger jaren, aldus spreker. Veel
is er sindsdien veranderd, in, doch vooral
buiten het Verbond. Dit in te zien brengt
van zelf de vraag mede: Moeten wij op
bepaalde punten onze wijze van actie her
zien en zoo ja, in hoeverre? Zooals reeds
eerder gezegd, wij moeten rekening hou
den met het gestadig groeiend fascisme
onder de jongeren. Velen hunner kunnen
hun nationale gevoelens, die volkomen
stroken met de idealen van het N.J.V., niet
scheiden van den wensch om bepaalde
politieke, cultureele, economische en
sociale verhoudingen gewijzigd te zien.
Innig ls veelal de herboren nationale ge
dachte met dergelijke verlangens verbon
den. De roep is om een, velen zeer vaag
voor den geest staanden corporatieven
Staat, maar bovenal om een krachtig ge
zag en uitroeiing van het verderfelijke
marxisme. Hiermee zullen wij. Nationaal
Jongeren, ln het komende vereenigings-
jaar, terdege rekening moeten houden.
Wij zullen ons nader moeten orlëntee-
ren omtrent de vraagstukken van den
dag. Wij zullen moeten waken over onze
organisatie en vooral over haar inwendig
verband. „Gezag naar buiten, gezag naar
binnen." dit moet de strijdkreet voor het
pas aangevangen vereeniglngsjaar zijn.
DE POSTVLUCHTEN.
„De Kwartel" (uitgaand) is uit Belgrado
vertrokken en te Cairo geUad.
n.
Hebben wij de vorige maal gezien hoe
de blauwe kleur van den hemel ontstaat,
thans moeten wij ons nog even bezig hou
den met enkele bijzonderheden die wij
daarbij eiken dag kunnen waarnemen-
Iedereen weet, dat de diepte van deze
blauwe kleur van dag tot dag sterk wis
selt. Voor de bestudeering daarvan ls het
natuurlijk noodig de diepte van de ldeur
in cijfers uit te drukken. Prof. F Luike, de
directeur van het Meteorologisch Obser
vatorium te Frankfort a. M. heeft eemge
Jaren geleden een ttendeelige kleuren-
schaal samengesteld. Het ls een verzame
ling blauw gekleurde kartons, tot een klein
boekje gebonden. De kleuren zijn ontleend
aan de kleurenatlas van Oswald en zijn
zoo gekozen, dat het lichtste blauw over
eenkomt met de meest witachtig-blauw
gekleurde hemeltint, het donkerste met die
van den diepblauwen hemel, dien men
waarneemt in het hooggebergte en b.v. in
Italië-
De beteekenis van het observeeren van
den hemeltint zit natuurlijk in den water
damp. De lezer veroorloove mij een klein
uitstapje op een zijweg, die deze betee
kenis in een helderder licht kan stellen.
Het is bekend, dat James Watt, de uit
vinder van de stoommachine als knaap
reeds een proef nam met den theeketel
door de uit den tuit vloeiende stoom op
een theelepeltje te laten neerslaan. Het
condensatie-verschijnsel trok zijn aan
dacht. In de Natuur is deze theeketel ver
vangen door zeeën, meren, rivieren en wa-
terloopen, door de planten en door den
bodem, die allen waterdamp in den damp
kring brengen Meestal geschiedt dit op
onzichtbare wijze, soms echter door ware
stoiRnwolken al geven wij daaraan den
naam damp of grondnevel. In wezen ls
het verschijnsel hetzelfde. Water-deeltjes
worden in de atmosfeer gebracht.
Nu meen ik mij met zekerheid te herin
neren, dat ons bij het onderwijs in de na
tuurkunde geleerd is, dat het vloeibare
water daarbij verdeeld wordt in water
moleculen, de kleinst mogelijke water
deeltjes. Volgens deze opvatting zou de
waterdamp in de atmosfeer dus bestaan
uit in de lucht verspreide z.g. opgeloste
water-mpleculen- Deze deeltjes zijn zoo
klein, dat zij niet zichtbaar kunnen wor
den gemaakt. Zij zijn al kleiner dan de
golflengte van het licht en al wat van
die grootte-orde is, kan niet zichtbaar wor
den gemaakt. Er is ook niets tegen deze
opvatting aan te voeren en het is dus
zonder eenig bezwaar denkbaar dat in on
zen dampkring myriaden van zulke water
moleculen rondzweven, hoewel men dit
eigenlijk niet met stellige zekerheid weet.
Laten wij dus spreken van idealen water
damp of van moleculairen waterdamp.
Kijken wij echter naar een blauwen
hemel in de nabijheid van de Zonneschijf
en wel zoo, dat deze achter een huis staat
en ons oog niet verblindt, dan zien wij
bijna altijd een wolkachtige ongelijkheid.
Daar is dus nog iets anders aan den gang,
dat verklaard moet worden, want het is
niet aan te nemen dat deze veroorzaakt
zou worden door een ongelijkmatige ver
spreiding der water-moleculen in dë lucht.
Wij zouden kunnen aannemen dat deze
wolkachtige troebeling wordt veroorzaakt
door zwevende, zeer ijle stofwolken, maar
er zijn redenen om te gelooven dat de
wolkachtige troebeling niet alleen, mis
schien zelfs in het geheel niet door stof
deeltjes wordt veroorzaakt. Er is daarop
vroeger in de meteorologie nooit zoo heel
veel gelet, tenzij in den tijd van den Leid-
schen hoogleeraar Musschenbroek. die wel
acht gaf op zulke dingen. De latere me
teorologen hadden andere problemen,
waarop zij hun aandacht concentreerden.
Het was de beroemde Oostenrljksche kli-
matoloog Julius Hann die op de troebeling
van de atmosfeer opnieuw de aandacht
vestigde.
Na hem heeft de Noorsche meteoroloog
Hllding Kohier een onderzoek ingesteld,
dat tot zeer verrassende resultaten aanlei
ding gaf Ik hoop daarop later terug te
komen. Vóór hem had de Duitsche meteo
roloog Richard Assmann (die oorspronke
lijk praktizeerend medicus is geweest) in
wolken waterdruppeltjes laten neerslaan
en daarvan de grootte gemeten, zonder
echter te komen tot de beschouwingen van
Hilding Kohier. In Assmann's tijd was
echter de z.g colloid-chemie nog niet zoo
diepgaand bestudeerd en slechts deze we
tenschap kon de meteorologen op het
rechte spoor brengen van hetgeen eigen
lijk met den atmosferischen waterdamp
plaats heeft.
Wij weten immers, en dat is aan geen
twijfel onderhevig, dat onder bepaalde
omstandigheden de moleculaire water
damp zich verdicht tot water, dat in
kleinere en grootere druppels als regen
(en sneeuw of hagel) neervalt. Maar tus-
schen moleculairen waterdamp en regen
gaapt een wijde kloof Hilding Kohier en
zijn volgelingen hebben deze klove weten
te overbruggen, hij door zijn metingen van
de grootte der nevel-deeltjes, zijn volgelin
gen, waaronder de bekende meteoroloog
Schmauss met behulp van de beginselen
der colloid-chemie toegepast op den at
mosferischen waterdamp.
Zonder deze beginselen hier tc behan
delen. want dat zou ons te ver voeren,
kan ik hier het volgende zeggen: Het is
wel zeer waarschijnlijk, ja wel heel zeker,
dat tusschen den idealen of moleculairen
waterdamp in de atmosfeer en den nevel
of de wolk een tusschenvorm bestaat van
den waterdamp, de z.g. colloïdale water
damp. Men moet hieronder verstaan een
hulstkamps branderij wordt
stopgezet.
Moeilijkheden met in- en verkoop.
Naar gemeld wordt zal de fa. Hulstkamp
en Zoon en Molljn te Schiedam met ingang
van Zaterdag 14 October haar branderij
en stokerij aan de West-Frankenlandsche
Straat, stopzetten.
Deze maatregel houdt verband met den
verminderden afzet van het product, als
mede met de moeilijkheden Inzake den
Inkoop van granen in verband met de
regeeringsmaatregelen te dien opzichte
Mocht de toestand zich in gunstigen zin
wijzigen, dan zal men de branderij waar
schijnlijk weer in bedrijf stellen.
Met dit bedrijf verdwijnt nu een van de
vier branderijbedrijven, die Schiedam mo
mentcel nog telt. In den bloeitijd telde
zij er ongeveer honderd.
Mijn persoonlijke ondervindingen - Mise-en-scène in de Rechtzaal.
door Mr. B. W. STOMPS.
Door de bereidwillige en krachtdadige
medewerking van den Nederlandschen
Consul-generaal te Leipzig, den heer F. M
Knobel, verkreeg ik den ochtend na mijn
aankomst te Leipzig, toegang tot den Pre
sident van den vierden Straf-Senaat van
het Rijksgerecht, Dr. Wilhelm Biinger, die
mij zeer voorkomend ontving. Het merk
waardige is daarbij echter, dat ik de eerste
dagen zeer sterk het gevoel kreeg, dat ik
op een muur van voorkomendheid stootte.
Misschien is het beeld niet goed, mis
schien is het beter te spreken van een
donzen laag van voorkomendheid, maar
dan een laag dons zóó dik, dat Je er niet
doorheen kan komen!
Dat ik ten slotte op den 22sten Septem
ber de gelegenheid heb gekregen om een
(zij het ook zeer eenzijdig) onderhoud met
Van der Lubbe te hebben, is dan ook voor
een gedeelte te danken aan het feit. dat
door den President bij het eerste onder
houd een woord is gebezigd, dat voor
tweeërlei uitlegging vatbaar was. Toen ik
n.l. den President had medegedeeld, dat
het de wensch van de gezamenlijke
familieleden van Van der Lubbe alsook
van zijn oude vrienden, was, dat ik mij
met de verdediging van Van der Lubbe
zou belasten, en daarom aan den Presi
dent verzocht in de cel bij Van der Lubbe
te mogen worden toegelaten, en de Presi
dent mij hierop geantwoord had, dat Van
der Lubbe nadrukkelijk elke verdediging
van de hand wees, vroeg ik den President,
of Van der Lubbe den brief van de fa
milieleden, waarin allen er met 1-Jem op
aandrongen, dat hij mij als verdediger zou
aanvaarden, wel had ontvangen. De Pre
sident zeide mij. dat deze brief hem was
„medegedeeld" en dat hij ook toen weer
geweigerd had de hem geboden gelegen
heid te accepteeren, en dat de President
dus onmogelijk thans bij iemand die wei
gerde verdedigd te worden, een verdediger
in de cel kon toelaten.
Toen ik daarop vroeg om niet als ver
dediger, maar als vertegenwoordiger van
de familie bij Van der Lubbe te worden
toegelaten, was het antwoord, dat daar
geen bezwaar tegen was, maar dat ik dan
slechts de vraag mocht stellen, hoe het
met hem ging, waaraan de President
bovendien onmiddellijk toevoegde, dat het
daarvoor thans echter te laat was en cat
misschien pas over eenlgen tijd hiertoe
gelegenheid gegeven kon worden. De woor
den van den President, dat de brief van
de familie aan Van der Lubbe was mede
gedeeld werd echter algemeen zoo uit
gelegd, dat Van der Lubbe den brief niet
in handen had gehad, hetgeen achteraf
gebleken is, een onjuiste voorstelling te
zijn geweest. En waarom werd er aan
dezen brief zoo groote waarde gehecht?
De brief, die indertijd in de dagbladen ge
publiceerd is. was onderteekend met ,Bi-
mon" (dat is Simon Harteveld, de boezem
vriend van Van der Lubbe), die den brief
geheel eigenhandig geschreven had, cm
vooral bij Van der Lubbe, die reeds zeven
maanden van alle contact afgesloten was,
het vertrouwen te wekken, dat hier een
verdediger voor hem kwam, die los van
allen politieken partij-invloed stond en die
alleen het belang van Van der Lubbe in
het oog zou houden, want de Jongen moet
natuurlijk in de moeilijke zeven maanden,
die achter hem liggen, grenzenloos wan
trouwend geworden zijn
Zooals gezegd, is het komen vast te
staan, dat hij den brief gehad heeft, maar
of hij hem werkelijk zélf gelezen heeft, be
twijfel ik nog steeds. In het interview, dat
de heer Luger van ..De Telegraaf" publi
ceerde, staat vermeld, dat de heer Luger
een engeopenden brief in de cel van Van
der Lubbe vond. Zou hier dan niet de ver
klaring moeten zijn, dat het gezichts
vermogen van Van der Lubbe, dat toch
reeds, zooals algemeen bekend, zeer slecht
was, in de zeven maanden, die achter hem
liggen, nog verder is achteruit gegaan en
dat de woorden van den President volko
men correct weergaven, dat aan Van der
Lubbe den brief is ter hand gesteld, maar
dat deze hem, omdat het hem zelf te veel
moeite kostte om hem te lezen, door den
tolk of een ander is voorgelezen? Maar dan
heeft hij ook 't handschrift van zijn boe
zemvriend niet herkend en is daarom be
vreesd geweest, ook in mij iemand te zul
len hebben, die óf in dienst van de eene,
óf in dienst van de andere partij was.
Den zelfden dag, dat ik het onderhoud
met den President had. trof ik ook 2 van
de 3 toegevoegde verdedigers, n.l. Dr.
Seuffert en Dr. Sack. Dr. Seuffert deelde
mij heel openhartig mede, dat zij mij niet
bij Van der Lubbe konden toelaten, eer zij
in Nederland informaties omtrent mijn
persoon hadden ingewonnen, een stand-
Eunt, dat ik gezien de vooringenomen-
eid van de geheele wereld tegen de wijze,
waarop volgens „men" het proces te Leip
zig gevoerd zou worden alleszins kon
billijken en hoewel gedurende de dagen
van de zitting die indruk niet sterk be
vestigd is. bemerkte ik bij het eerste on
derhoud toch, dat Dr. Seuffert niet alleen
was een nationaal voelend Duitscher.
maar tevens een goed verdediger. Hij was
het onmiddellijk met mij eens dat, indien
bewezen kon worden, of althans aanne
melijk gemaakt, dat Van der Lubbe de
daad van de brandstichting verricht had,
niet als sein om tot oproer tegen het
Staatsgezag over te gaan, maar ais waar
schuwing aan de proletarische arbeiders,
om niet langer achter hun partijbonzen
aan te loopen, maar zich daarvan los te
maken, er geen sprake meer kon zijn van
hoogverraad, en dat dan de handelwijze
van Van der Lubbe veel clementer zou
kunnen worden beoordeeld. Tijdens het
verhoor op de zittingen ging er m.i. (de
verdediger in groot formaat in dit proces
is Dr. Sack) van Dr. Seuffert niet veel uit.
Ik was derhalve, toen Donderdag 21
September het eigenlijke proces begon,
mijn doel om in ieder geval met Van der
Lubbe in contact te komen, oogenschijn-
lijk nog niet veel verder genaderd; slechts
doordat ik bekend was met het feit dat de
heer Peute. een halfbroer van Van der
Lubbe, een kaart had aangevraagd om op
de publieke tribune de zittingen bij te
wonen en hiervan geen gebruik zou maken,
omdat hij niet naar Leipzig kwam, ge
lukte het mij mijzelf toegang te verschaf
fen tot de terechtzitting; de kaart van den
heer Peute werd n.l. op mijn naam overge
schreven. Na afloop van den eersten zit
tingsdag werd mij echter medegedeeld,
dat ik den volgenden dag een behoorlijke
plaats aan een van de officieele tafels zou
krijgen blijkbaar waren er geen al te
ongunstige inlichtingen uit Nederland
binnengekomen.
In Duitschland heeft ziedende veront
waardiging bestaan omdat vóór het proces
begon het buitenland sprak van de in
Leipzig op te voeren „farce", en het is u
uit mijn vorige artikelen genoegzaam be
kend, dat ik overtuigd ben, dat het Leip-
ziger Gerecht er ten opzichte van 't reent
zeker geen comedie van maakt. Voor den
nuchteren Nederlander moet het toch een
eigenaardlgen indruk geven, een rechts
zaal te zien, waarin voor een volmaakte
mise-en-scène is zorggedragen. Men
verbeelde zich bij ons: een opstelling
in de zaal van den Hoogen Raad van een
aantal felle lampen om film-opnamen mo
gelijk te maken, waar filmtoestellen gerec-d
staan, waar een 5-tal gewone persfotogra
fen hun plaats hebben gekregen, en waar
de plaatsing van alle zoeklichten zóó is
verricht, dat het „tooneel" zal baden in
een zee van licht, als het sein tot beginnen
zal worden gegeven! Men denke zich in
ons land eens in, dat op de voorste rij in
de rechtzaal een vertegenwoordiger van
het propaganda-ministerle zit, en men
zal begrijpen, dat een nuchtere Nederlan
der dit nimmer als normaal zal kunnen
accepteeren. Aan den anderen kant zal
men moeten toegeven, dat het buitenland
de Dultsehers vrijwel tot deze wijze van
doen heeft genoodzaakt.
(Nadruk verboden)'
waterdamp bestaande uit waterdamp
deeltjes, die uit een aantal moleculen zijn
samengesteld, molecuul-complexen ge
naamd- Hilding Köhler heeft aangetoond,
dat in nevel de complexen bij voorkeur
bestaan uit aantallen moleculen, die mach
ten zijn van 2, dus uit 2, 4. 16. 64..mole
culen, tot ver over de duizend. Dit betee-
kent, dat de moleculen eerst paarsgewijze
zich vereenigen, twee van deze paren tot
een viervoudig molecuul, twee paren daar
van tot een 16-voudig complex.
Bepaalde complexen kunnen dus afme
tingen krijgen, die groot zijn t. o. v. van de
golflengte van het licht en gedragen zich
als storende deeltjes, die den gang der
lichtstralen beinvloeden. Geheele verza
melingen daarvan kunnen dus worden ge
zien als een nevelachtige troebeling van
de atmosfeer en ongelijke dichtheid van
deze uiterst fijne nevels, geven de wolk
achtige troebeling, die hierboven ls be
schreven.
Wij komen nu van ons uitstapje terug
en gaan weer den hoofdweg volgen.
Deze wolkachtige troebelingen zijn nog
geen wolken In wolken zijn de complexen
weer veel grooter. Deze zullen wij later be
spreken.
Zoolang er alleen troebeling is, is de
hemel niet meer diepblauw want vóór den
diepblauwen achtergrond ligt, van beneden
af gezien, een uiterst fijne sluier, die
bestaat uit weliswaar voor ons gevoel
uiterst kleine, ultra-microscopische mole
cuul-complexen, die echter t. o. v. van de
golflengte van het licht groot zijn. Maar
dit is een tusschen-stadium tusschen mo
leculairen waterdamp en de eigenlijke
condensatie van waterdamp tot wolken en
regen.
Moderne meteorlogen spreken daarom van
colloïdalen waterdamp, waaronder dus
verstaan wordt de suspensie van mole
cuul-complexen in de lucht zonder dat deze
kunnen samenvloeien tot groote druppels.
Dit tusschenstadlum, betrekkelijk nog
weinig bestudeerd is hoogst merkwaardig,
want de kennis daarvan leidt tot allerlei
gevolgtrekkingen, die van het grootste be
lang zijn voor de vorming van nevels,
wolken en neerslag.
Het is daarom volstrekt niet vreemd
meer, dat er verband zou bestaan tusschen
de vertroebeling van het hemelsblauw, de
witachtige kleur des hemels en de daarop
gevolgden weerstocstand- Het ls evenwel
niet eenvoudig de regels op te stellen, die
dit verband aangeven.
Wanneer wij dus in het vervolg naar
den wolkeloozen hemel kijken en een wit-
achtigen sluier zien, een troebeling die 't
diepblauw verbergt, moeten wij daarbij al
tijd denken aan dit tusschen-stadium van
den waterdamp, aan luchtlagen waarin
ontelbare molecuul-complexen zweven aan
fijne nevels, die zich niet verdichten en
misschien niet kunnen verdichten tot wol
ken. Wij zullen daarbij moeten denken
aan werkingen die van den moleculairen
waterdamp colloïdalen waterdamp maken
en aan omstandigheden, die beletten, dat
deze colloïdale waterdamp zich verdicht
tot wolken of neerslag.
(Nadruk verboden.) C. N.
HAAGSCHE POLITIERECHTER.
Gisteren stond voor den politierechter,
mr. v. d. Boom terecht de 23-jarlge H. L.
B„ uit Katwijk aan Zee, wlen ten laste
was gelegd opruiing en wedër.spannlgheid.
Verdachte zou op 19 Augustus j.l. toen
zUn vriend B. werd overgebracht naar het
Bureau van Politie zijn vrienden hebben
opgeruid om zijn vriend te ontzetten
Eveneens had verdachte zich tegen zijn
eigen arrestatie verzet. Verd. ontkende en
beweerde thans dat hij heel beleefd aan
den verbalisant zou hebben gevraagd om
zijn vriend naar huis te begeleiden. De
verbalisant, de agent van Politie D. v. D.
(thans tijdelijk aldaar) verklaarde nog dat
verd nimmer eenlgen last veroorzaakt De
officier van Justitie mr. jhr. Van Asch v.
Wyck wilde nog eerst een reclasseerings-
raoport over verd. Inwinnen
De politierechter was een andere mee-
mnsr toegedaan en veroordeelde den ver
dachte tot f. 10 subs. 10 dagen hechtenis.