HET PROCES TE LEIPZIG. 74,te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 7 October 1933 Vijfde Blad No. 22562 BINNENLAND. WAT KUNNEN WIJ AAN DEN HEMEL ZIEN? RECHTZAKEN. KONINGIN EN PRINS IN DRENTHE. Bezoek aan den fokveedag te De Wijk. Onder buitengewone belangstelling vond te De Wijk bij Meppel gisteren de jaarlijk- »che Fokveedag plaats, uitgaande van den bond van lokveehouders. Deze dag droeg een bijzonder feestelijk karakter, door het feit, dat de Fokveedag bezocht werd door H M. de Koningin en Z.K. H. Prins Hen drik. Te ongeveer half twaalf arriveerden de vorstelijke gasten en werden zij ont vangen door de bestuurderen der organl- aeerende vereeniging Bij de ontvangst was mede tegenwoordig de Commissaris van de Koningin in de provincie Drente baron de Vos van Steenwijk. Op het ter rein vertoefden de Koninklijke gasten ongeveer drie kwartier. Een dochtertje van een der bestuursleden bood H. M. bloemen aan Duizenden en duizenden belangstel lenden waren tezamen gestroomd en juich ten H. M. geestdriftig toe. De Koninklijke gasten werden rondgeleid door den Com missaris der Koningin baron de Vos van Steenwijk, de heeren J. P. Brouwer en J. ter Haar Jr.. resp. voorzitter en secretaris van den bond van fokveehouders. voorts door den heer J. L. Nijsing, voorzitter van het Koninklijk Landbouwcomité. H. M. de Koningin vertrok na het bezoek per auto naar de residentie, terwijl Z. K. H. Prins Hendrik de lunch gebruikte ten huize van den Commissaris der Koningin baron de Vos van Steenwijk. JAN VAN ZUTPHEN 70 JAAR. COMMANDANT DER ZEEMACHT IN NED.-INDIE. Vice-admiraal Osten opgevolgd door schout bij nacht van Duim. Bij Kon. Besluit is met ingang van den Bag, waarop hij zijn betrekking aan zijn opvolger zal hebben overgedragen, vice- aamiraal J. F. Osten, onder dankbetuiging eervol ontheven van de betrekking van commandant van de zeemacht en hoofd van het departement van marine in Ned.- Indië en is die betrekking met dien datum opgedragen aan schout bij nacht M. H. van Duim. PROEFVLUCHT VAN den „FOSTJAGER". Piloot en constructeur tevreden. Gistermiddag heeft de 3-motorige „Postjager", het uiterst snelle Pandertoe stel, waarmede luitenant Asjes en de heer Geyssendorffer, piloot bij de K.L.M. bin nenkort een recordvlucht naar Indlë ho pen te maken, voor de eerste maal proef- gevlogen. De machine, die op Schiphol was opgestegen en door den heer Geyssen dorffer bestuurd werd, terwijl haar con structeur, de heer Slot, naast hem had plaats genomen, heeft gedurende acht minuten gevlogen. Beide inzittenden be toonden zich na afloop van de vlucht zeer voldaan, omdat gebleken was, dat de Postjager aan de groote verwachtingen, die van hem gekoesterd worden, voldaan had. o MAATREGELEN TEGEN BELEEDIGENDE UITINGEN. Wetsontwerp spoedig te verwachten. Men herinnert zich, dat minister Van Schalk bij de behandeling van het uni formverbod in de Kamer heeft aangekon digd, maatregelen te overwegen tegen excessieve uitingen. Naar wij vernemen, is het ontwerp tegen zulke uitingen, welke beleedigingen bevat ten tegen personen of groepen op open bare vergaderingen gedaan, spoedig te verwachten „Msb." Pionier op het gebied der tuberculose bestrijding. Jan van Zutphen, de bekende pionier op het gebied der tuberculose-bestrtjdlng, wordt heden 70 jaar. Aan een biographie in de „N. R. Ct." ontleenen wij het vol gende Jan van Zutphen, is in zeer armelijke omstandigheden geboren. Ondanks de vele dagen, die hij wegens ziekte moest ver zuimen, heeft hij loffelijk ontslag gehaald aan de armenschool in de Kleine Witten- burgerstraat te Amsterdam, daarna heeft hij op een drukkerij gewerkt en 's avonds de herhalingsschool bezocht. Toen hij in het diamantvak ging schaarde hij zich onder hen, die naar verbetering van levensomstandigheden streefden en zijn strijdersnatuur bracht hem op de voorzit tersplaats van het stakingscomité, dat in 1894 werd opgericht en waaruit de A.ND.B is ontstaan onder voorzitterschap van Henri Polak. Hij werd belast met het secre tariaat; hij was voor een duurzame stra tegische positie te impulsief en gooide zich met kracht op het sociale werk van den Bond Op zijn vele huisbezoeken maakte hij wederom kennis met de tuber culose hij had zijn vrouw, broers en zusters hieraan zien sterven en zijn philantropische natuur richtte zich op het beschutten van de arme bevolking tegen deze kwaal. Hij kwam op het denkbeeld om het afval van diamant te verzamelen en te verkoopen ten bate van de t.b.c.-be strijding. Zoowel het afval dat zich hecht aan de koperen steeltjes van den dop, waarin de diamant geslepen wordt, ais dat in de werkpakken van de diamantbewer kers op de vloeren der slijperijen. Hij heeft vele jaren vergeefsche proefnemingen ge daan; hij heeft een wasseherij opgericht, waar het stof uit de werkpakken moest v/orden verzameld d.w.z. uit het be zinksel van het waschwater. Zijn medewer kers gaven den moed op; zij meenden dat hij „rijksdaalders ging maken om ze voor guldens te verkoopen". De procedure met de koperen stelen lukte tenslotte het eerst; prof. Henri Ter Meulen uit Delft was de man die van Zutphen uit de technische moeilijk heden belangloos hielp en uit het bezinksel diamantpoeder wist te produceeren. „Het Koperen Stelenfonds" kreeg meer dan twee ton per jaar uit de opbrengst van den afval. Dit fonds bepaalde zich aanvanke lijk tot het uitzenden van patiënten naar sanatoria. Het legde zich later toe op het bouwen van een eigen sanatorium, waar vooral aan de nazorg aandacht zou worden besteed. Wij kunnen in dit bestek niet nader over het werk van Zonnestraal uit weiden. maar de waardeering, die Zonne straal ondervindt spiegelt zich af in de samenstelling van het bestuur van de ver eeniging. die thans dit sanatorium exploi teert. „de Nederlandsche Vereeniging tot het oprichten van arbeidskoionies voor tuberculoselijders in Nederland" en welke staat onder protectoraat van het Neder landsche Roode Kruis. NATIONAAL JONGEREN VERBOND. rundvleesch in blik voor werkloozen. Ter inkrimping van rundveestapel. Ofschoon de minister nog geen officieele beslissing genomen heeft, staat thans toch wel vast. dat ten aanzien van de verwer king van het rundvee, noch het plan- Ruiter, noch de distributie van versch vleesch in aanmerking komt. dcch dat het vleesch in blik zal worden verwerkt. Des betreffende voorstellen zijn door de crisis rundvee-centrale aan den minister gedaan. Aangezien de minister zich van den aan vang af geregeld van deze kwestie op de hoogte heeft doen houden, ls niet aan te nemen, dat de minister thans van 't advies der centrale zal afwijken. Daarmede is dan beslist, dat het rundvee als vieesch-in-blik op bonnen aan de werkloozen zal worden verstrekt „Tel." o mederl. tuindersbond opgericht. In een te Loosduinen gehouden verga- is een Nederl. Tuindersbond opge- met het oog op den nood in den tuinbouw. Men zal zich onthouden van politieke beschouwingen. torboden opslag en vervoer van iepenhout. te™ uhef ..Staatsblad ls opgenomen een ?A ,n- besluit, volgens hetwelk het is ver- V1 15 Maart en 1 October aten tlggen, opgestapeld te houden of te vervoeren. "i van economische zaken ls zf9danlS verbod geheel of gedeeltelijk en al dan niet voorwaardelijk ontheffing te verleenen. _«??t verbod ls niet toepasselijk op: a. I™ ontschorst hout; b. hout met een doorsnede kleiner dan 7 centimeter of af komstig van stammen of takken met een doorsnede, kleiner dan 7 centimeter; c. hout, dat onder water ligt; d. hout, waar van de schors in haar geheel met timmer- mans-carbolineum is bestreken of op an- &ebeha°n0dreideD te bepalen wljz€ getaedebnSlUlt 'S °P 1 0ctober ln werking Algemeene vergadering te Zwolle. Het N.J.V. vergaderde heden te Zwolle, onder leiding van den heer W. Inden. Deze wees er in zijn openingsrede op. dat het Verbond in het afgeloopen jaar steeds in kracht en aanzien is gegroeid, vooral doordat in breede lagen van ons volk een merkwaardige en heuglijke meeningsver- andering optrad inzake de nationale ont wapening en de Rijkseenheidsgedachte. Ondanks dit alles wane men den vijand niet dood en spr. waarschuwde ernstig tegen laksheid. Aan gansch Nederland is op den histo- rischen dag van 9 September in het Sta dion te Amsterdam door H. M. de Konin gin de richtlijn voor ons Volk in de ko mende jaren gegeven. „De nationale ge dachte bindt ons allen tesamen", „Wij willen onszelf zijn en blijven", „Wij willen voortbouwen op de grondslagen door onze Vaderen gelegd, ons bewust van onze roe ping tegenover onszelf en in het groote gezin der Volkeren". Wij zijn innig dankbaar, dat het der Koningin heeft behaagd aan de jongeren van heden een schoone toekomst te voor spellen, indien zij slechts deze nationale waarden in het oog blijven houden. Ons zelf zijn en blijven is altijd moeilijk, maar juist in perioden als de tegenwoordige noodzakelijker dan ooit. Het noopt ons, tot eiken prijs onze zelfstandigheid te verde digen en ieder nationaal voelend Neder lander, ongeacht zijn politieke richting, zijn godsdienstige overtuiging of zijn bloedsmenging, ais een Vaderlander te er kennen. Het legt ons op, de eenmaal aan vaarde taak in de beide Indiën met ver antwoordelijkheidsgevoel en vertrouwen te vervullen; het elscht van ons het Neder landsche Staatsbestel voor eiken niet- Nederlandschen invloed te vrijwaren. Wan neer wij deze taak ten volle doorvoelen, dan moet „alles reg kom". Ons Verbond is opgericht ln het laatst der twintiger jaren, aldus spreker. Veel is er sindsdien veranderd, in, doch vooral buiten het Verbond. Dit in te zien brengt van zelf de vraag mede: Moeten wij op bepaalde punten onze wijze van actie her zien en zoo ja, in hoeverre? Zooals reeds eerder gezegd, wij moeten rekening hou den met het gestadig groeiend fascisme onder de jongeren. Velen hunner kunnen hun nationale gevoelens, die volkomen stroken met de idealen van het N.J.V., niet scheiden van den wensch om bepaalde politieke, cultureele, economische en sociale verhoudingen gewijzigd te zien. Innig ls veelal de herboren nationale ge dachte met dergelijke verlangens verbon den. De roep is om een, velen zeer vaag voor den geest staanden corporatieven Staat, maar bovenal om een krachtig ge zag en uitroeiing van het verderfelijke marxisme. Hiermee zullen wij. Nationaal Jongeren, ln het komende vereenigings- jaar, terdege rekening moeten houden. Wij zullen ons nader moeten orlëntee- ren omtrent de vraagstukken van den dag. Wij zullen moeten waken over onze organisatie en vooral over haar inwendig verband. „Gezag naar buiten, gezag naar binnen." dit moet de strijdkreet voor het pas aangevangen vereeniglngsjaar zijn. DE POSTVLUCHTEN. „De Kwartel" (uitgaand) is uit Belgrado vertrokken en te Cairo geUad. n. Hebben wij de vorige maal gezien hoe de blauwe kleur van den hemel ontstaat, thans moeten wij ons nog even bezig hou den met enkele bijzonderheden die wij daarbij eiken dag kunnen waarnemen- Iedereen weet, dat de diepte van deze blauwe kleur van dag tot dag sterk wis selt. Voor de bestudeering daarvan ls het natuurlijk noodig de diepte van de ldeur in cijfers uit te drukken. Prof. F Luike, de directeur van het Meteorologisch Obser vatorium te Frankfort a. M. heeft eemge Jaren geleden een ttendeelige kleuren- schaal samengesteld. Het ls een verzame ling blauw gekleurde kartons, tot een klein boekje gebonden. De kleuren zijn ontleend aan de kleurenatlas van Oswald en zijn zoo gekozen, dat het lichtste blauw over eenkomt met de meest witachtig-blauw gekleurde hemeltint, het donkerste met die van den diepblauwen hemel, dien men waarneemt in het hooggebergte en b.v. in Italië- De beteekenis van het observeeren van den hemeltint zit natuurlijk in den water damp. De lezer veroorloove mij een klein uitstapje op een zijweg, die deze betee kenis in een helderder licht kan stellen. Het is bekend, dat James Watt, de uit vinder van de stoommachine als knaap reeds een proef nam met den theeketel door de uit den tuit vloeiende stoom op een theelepeltje te laten neerslaan. Het condensatie-verschijnsel trok zijn aan dacht. In de Natuur is deze theeketel ver vangen door zeeën, meren, rivieren en wa- terloopen, door de planten en door den bodem, die allen waterdamp in den damp kring brengen Meestal geschiedt dit op onzichtbare wijze, soms echter door ware stoiRnwolken al geven wij daaraan den naam damp of grondnevel. In wezen ls het verschijnsel hetzelfde. Water-deeltjes worden in de atmosfeer gebracht. Nu meen ik mij met zekerheid te herin neren, dat ons bij het onderwijs in de na tuurkunde geleerd is, dat het vloeibare water daarbij verdeeld wordt in water moleculen, de kleinst mogelijke water deeltjes. Volgens deze opvatting zou de waterdamp in de atmosfeer dus bestaan uit in de lucht verspreide z.g. opgeloste water-mpleculen- Deze deeltjes zijn zoo klein, dat zij niet zichtbaar kunnen wor den gemaakt. Zij zijn al kleiner dan de golflengte van het licht en al wat van die grootte-orde is, kan niet zichtbaar wor den gemaakt. Er is ook niets tegen deze opvatting aan te voeren en het is dus zonder eenig bezwaar denkbaar dat in on zen dampkring myriaden van zulke water moleculen rondzweven, hoewel men dit eigenlijk niet met stellige zekerheid weet. Laten wij dus spreken van idealen water damp of van moleculairen waterdamp. Kijken wij echter naar een blauwen hemel in de nabijheid van de Zonneschijf en wel zoo, dat deze achter een huis staat en ons oog niet verblindt, dan zien wij bijna altijd een wolkachtige ongelijkheid. Daar is dus nog iets anders aan den gang, dat verklaard moet worden, want het is niet aan te nemen dat deze veroorzaakt zou worden door een ongelijkmatige ver spreiding der water-moleculen in dë lucht. Wij zouden kunnen aannemen dat deze wolkachtige troebeling wordt veroorzaakt door zwevende, zeer ijle stofwolken, maar er zijn redenen om te gelooven dat de wolkachtige troebeling niet alleen, mis schien zelfs in het geheel niet door stof deeltjes wordt veroorzaakt. Er is daarop vroeger in de meteorologie nooit zoo heel veel gelet, tenzij in den tijd van den Leid- schen hoogleeraar Musschenbroek. die wel acht gaf op zulke dingen. De latere me teorologen hadden andere problemen, waarop zij hun aandacht concentreerden. Het was de beroemde Oostenrljksche kli- matoloog Julius Hann die op de troebeling van de atmosfeer opnieuw de aandacht vestigde. Na hem heeft de Noorsche meteoroloog Hllding Kohier een onderzoek ingesteld, dat tot zeer verrassende resultaten aanlei ding gaf Ik hoop daarop later terug te komen. Vóór hem had de Duitsche meteo roloog Richard Assmann (die oorspronke lijk praktizeerend medicus is geweest) in wolken waterdruppeltjes laten neerslaan en daarvan de grootte gemeten, zonder echter te komen tot de beschouwingen van Hilding Kohier. In Assmann's tijd was echter de z.g colloid-chemie nog niet zoo diepgaand bestudeerd en slechts deze we tenschap kon de meteorologen op het rechte spoor brengen van hetgeen eigen lijk met den atmosferischen waterdamp plaats heeft. Wij weten immers, en dat is aan geen twijfel onderhevig, dat onder bepaalde omstandigheden de moleculaire water damp zich verdicht tot water, dat in kleinere en grootere druppels als regen (en sneeuw of hagel) neervalt. Maar tus- schen moleculairen waterdamp en regen gaapt een wijde kloof Hilding Kohier en zijn volgelingen hebben deze klove weten te overbruggen, hij door zijn metingen van de grootte der nevel-deeltjes, zijn volgelin gen, waaronder de bekende meteoroloog Schmauss met behulp van de beginselen der colloid-chemie toegepast op den at mosferischen waterdamp. Zonder deze beginselen hier tc behan delen. want dat zou ons te ver voeren, kan ik hier het volgende zeggen: Het is wel zeer waarschijnlijk, ja wel heel zeker, dat tusschen den idealen of moleculairen waterdamp in de atmosfeer en den nevel of de wolk een tusschenvorm bestaat van den waterdamp, de z.g. colloïdale water damp. Men moet hieronder verstaan een hulstkamps branderij wordt stopgezet. Moeilijkheden met in- en verkoop. Naar gemeld wordt zal de fa. Hulstkamp en Zoon en Molljn te Schiedam met ingang van Zaterdag 14 October haar branderij en stokerij aan de West-Frankenlandsche Straat, stopzetten. Deze maatregel houdt verband met den verminderden afzet van het product, als mede met de moeilijkheden Inzake den Inkoop van granen in verband met de regeeringsmaatregelen te dien opzichte Mocht de toestand zich in gunstigen zin wijzigen, dan zal men de branderij waar schijnlijk weer in bedrijf stellen. Met dit bedrijf verdwijnt nu een van de vier branderijbedrijven, die Schiedam mo mentcel nog telt. In den bloeitijd telde zij er ongeveer honderd. Mijn persoonlijke ondervindingen - Mise-en-scène in de Rechtzaal. door Mr. B. W. STOMPS. Door de bereidwillige en krachtdadige medewerking van den Nederlandschen Consul-generaal te Leipzig, den heer F. M Knobel, verkreeg ik den ochtend na mijn aankomst te Leipzig, toegang tot den Pre sident van den vierden Straf-Senaat van het Rijksgerecht, Dr. Wilhelm Biinger, die mij zeer voorkomend ontving. Het merk waardige is daarbij echter, dat ik de eerste dagen zeer sterk het gevoel kreeg, dat ik op een muur van voorkomendheid stootte. Misschien is het beeld niet goed, mis schien is het beter te spreken van een donzen laag van voorkomendheid, maar dan een laag dons zóó dik, dat Je er niet doorheen kan komen! Dat ik ten slotte op den 22sten Septem ber de gelegenheid heb gekregen om een (zij het ook zeer eenzijdig) onderhoud met Van der Lubbe te hebben, is dan ook voor een gedeelte te danken aan het feit. dat door den President bij het eerste onder houd een woord is gebezigd, dat voor tweeërlei uitlegging vatbaar was. Toen ik n.l. den President had medegedeeld, dat het de wensch van de gezamenlijke familieleden van Van der Lubbe alsook van zijn oude vrienden, was, dat ik mij met de verdediging van Van der Lubbe zou belasten, en daarom aan den Presi dent verzocht in de cel bij Van der Lubbe te mogen worden toegelaten, en de Presi dent mij hierop geantwoord had, dat Van der Lubbe nadrukkelijk elke verdediging van de hand wees, vroeg ik den President, of Van der Lubbe den brief van de fa milieleden, waarin allen er met 1-Jem op aandrongen, dat hij mij als verdediger zou aanvaarden, wel had ontvangen. De Pre sident zeide mij. dat deze brief hem was „medegedeeld" en dat hij ook toen weer geweigerd had de hem geboden gelegen heid te accepteeren, en dat de President dus onmogelijk thans bij iemand die wei gerde verdedigd te worden, een verdediger in de cel kon toelaten. Toen ik daarop vroeg om niet als ver dediger, maar als vertegenwoordiger van de familie bij Van der Lubbe te worden toegelaten, was het antwoord, dat daar geen bezwaar tegen was, maar dat ik dan slechts de vraag mocht stellen, hoe het met hem ging, waaraan de President bovendien onmiddellijk toevoegde, dat het daarvoor thans echter te laat was en cat misschien pas over eenlgen tijd hiertoe gelegenheid gegeven kon worden. De woor den van den President, dat de brief van de familie aan Van der Lubbe was mede gedeeld werd echter algemeen zoo uit gelegd, dat Van der Lubbe den brief niet in handen had gehad, hetgeen achteraf gebleken is, een onjuiste voorstelling te zijn geweest. En waarom werd er aan dezen brief zoo groote waarde gehecht? De brief, die indertijd in de dagbladen ge publiceerd is. was onderteekend met ,Bi- mon" (dat is Simon Harteveld, de boezem vriend van Van der Lubbe), die den brief geheel eigenhandig geschreven had, cm vooral bij Van der Lubbe, die reeds zeven maanden van alle contact afgesloten was, het vertrouwen te wekken, dat hier een verdediger voor hem kwam, die los van allen politieken partij-invloed stond en die alleen het belang van Van der Lubbe in het oog zou houden, want de Jongen moet natuurlijk in de moeilijke zeven maanden, die achter hem liggen, grenzenloos wan trouwend geworden zijn Zooals gezegd, is het komen vast te staan, dat hij den brief gehad heeft, maar of hij hem werkelijk zélf gelezen heeft, be twijfel ik nog steeds. In het interview, dat de heer Luger van ..De Telegraaf" publi ceerde, staat vermeld, dat de heer Luger een engeopenden brief in de cel van Van der Lubbe vond. Zou hier dan niet de ver klaring moeten zijn, dat het gezichts vermogen van Van der Lubbe, dat toch reeds, zooals algemeen bekend, zeer slecht was, in de zeven maanden, die achter hem liggen, nog verder is achteruit gegaan en dat de woorden van den President volko men correct weergaven, dat aan Van der Lubbe den brief is ter hand gesteld, maar dat deze hem, omdat het hem zelf te veel moeite kostte om hem te lezen, door den tolk of een ander is voorgelezen? Maar dan heeft hij ook 't handschrift van zijn boe zemvriend niet herkend en is daarom be vreesd geweest, ook in mij iemand te zul len hebben, die óf in dienst van de eene, óf in dienst van de andere partij was. Den zelfden dag, dat ik het onderhoud met den President had. trof ik ook 2 van de 3 toegevoegde verdedigers, n.l. Dr. Seuffert en Dr. Sack. Dr. Seuffert deelde mij heel openhartig mede, dat zij mij niet bij Van der Lubbe konden toelaten, eer zij in Nederland informaties omtrent mijn persoon hadden ingewonnen, een stand- Eunt, dat ik gezien de vooringenomen- eid van de geheele wereld tegen de wijze, waarop volgens „men" het proces te Leip zig gevoerd zou worden alleszins kon billijken en hoewel gedurende de dagen van de zitting die indruk niet sterk be vestigd is. bemerkte ik bij het eerste on derhoud toch, dat Dr. Seuffert niet alleen was een nationaal voelend Duitscher. maar tevens een goed verdediger. Hij was het onmiddellijk met mij eens dat, indien bewezen kon worden, of althans aanne melijk gemaakt, dat Van der Lubbe de daad van de brandstichting verricht had, niet als sein om tot oproer tegen het Staatsgezag over te gaan, maar ais waar schuwing aan de proletarische arbeiders, om niet langer achter hun partijbonzen aan te loopen, maar zich daarvan los te maken, er geen sprake meer kon zijn van hoogverraad, en dat dan de handelwijze van Van der Lubbe veel clementer zou kunnen worden beoordeeld. Tijdens het verhoor op de zittingen ging er m.i. (de verdediger in groot formaat in dit proces is Dr. Sack) van Dr. Seuffert niet veel uit. Ik was derhalve, toen Donderdag 21 September het eigenlijke proces begon, mijn doel om in ieder geval met Van der Lubbe in contact te komen, oogenschijn- lijk nog niet veel verder genaderd; slechts doordat ik bekend was met het feit dat de heer Peute. een halfbroer van Van der Lubbe, een kaart had aangevraagd om op de publieke tribune de zittingen bij te wonen en hiervan geen gebruik zou maken, omdat hij niet naar Leipzig kwam, ge lukte het mij mijzelf toegang te verschaf fen tot de terechtzitting; de kaart van den heer Peute werd n.l. op mijn naam overge schreven. Na afloop van den eersten zit tingsdag werd mij echter medegedeeld, dat ik den volgenden dag een behoorlijke plaats aan een van de officieele tafels zou krijgen blijkbaar waren er geen al te ongunstige inlichtingen uit Nederland binnengekomen. In Duitschland heeft ziedende veront waardiging bestaan omdat vóór het proces begon het buitenland sprak van de in Leipzig op te voeren „farce", en het is u uit mijn vorige artikelen genoegzaam be kend, dat ik overtuigd ben, dat het Leip- ziger Gerecht er ten opzichte van 't reent zeker geen comedie van maakt. Voor den nuchteren Nederlander moet het toch een eigenaardlgen indruk geven, een rechts zaal te zien, waarin voor een volmaakte mise-en-scène is zorggedragen. Men verbeelde zich bij ons: een opstelling in de zaal van den Hoogen Raad van een aantal felle lampen om film-opnamen mo gelijk te maken, waar filmtoestellen gerec-d staan, waar een 5-tal gewone persfotogra fen hun plaats hebben gekregen, en waar de plaatsing van alle zoeklichten zóó is verricht, dat het „tooneel" zal baden in een zee van licht, als het sein tot beginnen zal worden gegeven! Men denke zich in ons land eens in, dat op de voorste rij in de rechtzaal een vertegenwoordiger van het propaganda-ministerle zit, en men zal begrijpen, dat een nuchtere Nederlan der dit nimmer als normaal zal kunnen accepteeren. Aan den anderen kant zal men moeten toegeven, dat het buitenland de Dultsehers vrijwel tot deze wijze van doen heeft genoodzaakt. (Nadruk verboden)' waterdamp bestaande uit waterdamp deeltjes, die uit een aantal moleculen zijn samengesteld, molecuul-complexen ge naamd- Hilding Köhler heeft aangetoond, dat in nevel de complexen bij voorkeur bestaan uit aantallen moleculen, die mach ten zijn van 2, dus uit 2, 4. 16. 64..mole culen, tot ver over de duizend. Dit betee- kent, dat de moleculen eerst paarsgewijze zich vereenigen, twee van deze paren tot een viervoudig molecuul, twee paren daar van tot een 16-voudig complex. Bepaalde complexen kunnen dus afme tingen krijgen, die groot zijn t. o. v. van de golflengte van het licht en gedragen zich als storende deeltjes, die den gang der lichtstralen beinvloeden. Geheele verza melingen daarvan kunnen dus worden ge zien als een nevelachtige troebeling van de atmosfeer en ongelijke dichtheid van deze uiterst fijne nevels, geven de wolk achtige troebeling, die hierboven ls be schreven. Wij komen nu van ons uitstapje terug en gaan weer den hoofdweg volgen. Deze wolkachtige troebelingen zijn nog geen wolken In wolken zijn de complexen weer veel grooter. Deze zullen wij later be spreken. Zoolang er alleen troebeling is, is de hemel niet meer diepblauw want vóór den diepblauwen achtergrond ligt, van beneden af gezien, een uiterst fijne sluier, die bestaat uit weliswaar voor ons gevoel uiterst kleine, ultra-microscopische mole cuul-complexen, die echter t. o. v. van de golflengte van het licht groot zijn. Maar dit is een tusschen-stadium tusschen mo leculairen waterdamp en de eigenlijke condensatie van waterdamp tot wolken en regen. Moderne meteorlogen spreken daarom van colloïdalen waterdamp, waaronder dus verstaan wordt de suspensie van mole cuul-complexen in de lucht zonder dat deze kunnen samenvloeien tot groote druppels. Dit tusschenstadlum, betrekkelijk nog weinig bestudeerd is hoogst merkwaardig, want de kennis daarvan leidt tot allerlei gevolgtrekkingen, die van het grootste be lang zijn voor de vorming van nevels, wolken en neerslag. Het is daarom volstrekt niet vreemd meer, dat er verband zou bestaan tusschen de vertroebeling van het hemelsblauw, de witachtige kleur des hemels en de daarop gevolgden weerstocstand- Het ls evenwel niet eenvoudig de regels op te stellen, die dit verband aangeven. Wanneer wij dus in het vervolg naar den wolkeloozen hemel kijken en een wit- achtigen sluier zien, een troebeling die 't diepblauw verbergt, moeten wij daarbij al tijd denken aan dit tusschen-stadium van den waterdamp, aan luchtlagen waarin ontelbare molecuul-complexen zweven aan fijne nevels, die zich niet verdichten en misschien niet kunnen verdichten tot wol ken. Wij zullen daarbij moeten denken aan werkingen die van den moleculairen waterdamp colloïdalen waterdamp maken en aan omstandigheden, die beletten, dat deze colloïdale waterdamp zich verdicht tot wolken of neerslag. (Nadruk verboden.) C. N. HAAGSCHE POLITIERECHTER. Gisteren stond voor den politierechter, mr. v. d. Boom terecht de 23-jarlge H. L. B„ uit Katwijk aan Zee, wlen ten laste was gelegd opruiing en wedër.spannlgheid. Verdachte zou op 19 Augustus j.l. toen zUn vriend B. werd overgebracht naar het Bureau van Politie zijn vrienden hebben opgeruid om zijn vriend te ontzetten Eveneens had verdachte zich tegen zijn eigen arrestatie verzet. Verd. ontkende en beweerde thans dat hij heel beleefd aan den verbalisant zou hebben gevraagd om zijn vriend naar huis te begeleiden. De verbalisant, de agent van Politie D. v. D. (thans tijdelijk aldaar) verklaarde nog dat verd nimmer eenlgen last veroorzaakt De officier van Justitie mr. jhr. Van Asch v. Wyck wilde nog eerst een reclasseerings- raoport over verd. Inwinnen De politierechter was een andere mee- mnsr toegedaan en veroordeelde den ver dachte tot f. 10 subs. 10 dagen hechtenis.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 17