Uitden Leidschen Raad.
ASPIRIN
fjjfl* Jaargan?
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 4 October 1933
Vierde Blad
No. 22559
LAND- EN TUINBOUW.
EEN TEGENVALLER VAN Fl. 10.000DE VRAGEN VAN
DEN HEER WILBRINK EN VAN DEN HEER VAN STRALEN
t
De Meisjes H.B.S.
170. Voorstel tot verhooging van de voor
de verbouwing van het gebouw van de
Hoogere Burgerschool voor Meisjes be
schikbaar gestelde gelden. (183)
De heer BEEKENKAMP erkent, dat r.et
voorstel wel zal moeten worden aangeno
men, doch hij betreurt, dat deze verhou-
wm0* zooveel uit de hand is gevallen. Dat
mag z i niet voorkomen. Was daarmede
niet direct rekening te houden geweest?
Bij hem rijst ernstig de vraag, of deze zaak
wel voldoende is voorbereid.
De heer SCHüLLER bevreemdt het, dat
B en W. zoo weinig stukken ter beschik
king van de raadsleden hebben gesteld,
waardoor zij feitelijk onkundig bleven. Het
geld is uitgegeven, dus zal men het voor
stel moeten aanvaarden. Hoe de meerdere
kosten o.m. gebaseerd kunnen worden op
marmeren trappen, is hem echter een
raadsel, want daarin voorzag toch reeds
het oorspronkelijk bestek! De directeur
van Gemeentewerken heeft volkomen op
eigen houtje gehandeld en z.i. is dat on
dermijning van het gezag, waarvan de
wethouder spr. beschuldigd. Deze zaak
wordt door B. en W. weer eens angstvallig
behandeld.
De heer HUURMAN meent, dat de mo
tieven voor deze overschrijding der raming
tevoren waren te overzien. Blijkbaar is
aan deze verbouwing niet alle zorg be
steed, die geëischt mag worden en daarin
dient verbetering gebracht. De dienst van
(gemeentewerken is toch zwaar genoeg
bezet.
De heer WILBRINK concludeert, dat
ruim f. 12.000 is uitgegeven voor lichtlei-
ding en stoffeering, daar de steenen trap
pen immers in het bestek stonden.
Te voteeren behoeft de raad de uitgaven
niet. al komt dan wellicht een ambtenaar
in het gedrang.
Wethouder SPLINTER zegt. dat na het
ilitiebureau dit de eerste overschrijding
hoewel vele groote werken zijn uitge
voerd. Spr. geeft dan een uiteenzetting hoe
deze overschrijding is ontstaan. Speciaal
het meubilair is zeer tegengevallen. Van
ondermijning van het gezag door den di
recteur is geen sprake en alle gegevens
hebben in de Leeskamer voor de raads
leden ter visie gelegen.
De heer SCHüLLER meent, dat zelfs in
de C. v. F. deze zaak niet serieus is behan
deld kunnen worden; nader gaat hij
daarop in. De wethouder heeft zelf in de
commissie ernstige critiek geoefend, laat
hij deze nu in openbare raadszitting niet
geheel verdoezelen, al begrijpt spr. dat de
wethouder het voor de ambtenaren op
neemt.
De heer HUURMAN kan begrijpen, dat
B. en W. de ambtenaren verdedigen, doch
laten zij daarom een opmerking uit den
raad niet zoo afwijzen. Spr blijft er bij,
dat hier niet zorgzaam genoeg is gehan
deld bij de raming.
Wethouder SPLINTER zegt, dat in de
C. v. F. deze zaak serieus is behandeld, al
was er eenige haast. De overschrijding be
treurt ook spr.. maar 't was strikt noodig.
Zonder hoofd, stemming wordt het voor
stel daarop aanvaard.
De ontsierende reclame.
19o. Beantwoording van de interpellatie
van den heer Wilbrink in zake de plaatsing
van aanplakborden. 7885
De heer WILBRINK stelt volgende
vragen:
Vraag 1: Op grond van welk raadsbe
sluit of verordening zijn B. en W. er toe
overgegaan een aantal groote reclame
borden op verschillende punten in de
stad te doen plaatsen, en welke gelden
stonden het College hiervoor ter beschik
king?
Vraag 2: Is het juist, dat B. en W een
overeenkomst hebben gesloten met een
reclamebureau, om deze borden te exploi
teren. en op welke gronden meent het
College hiertoe gerechtigd te zijn, zonder
den Raad er in te kennen?
Vraag 3; Hoe groot zijn de geldelijke
baten, die uit deze overeenkomst voor de
gemeente zuilen voortvloeien, dat het
eenigszins gerechtvaardigd is, het stads
beeld op ergerlijke wijze te ontsieren en
ij ^¥1 bur?ers te grieven door hun het
uitzicht van hun woningen te ontnemen?
vraag 4: Hoeveel van deze borden zijn er
geplaatst?
WETHOUDER SPLINTER ANTWOORDT.
Ad. lo. en 2o. De reclameborden (aan
plakborden) zijn niet door de gemeente
geplaatst-
In de vergadering van den Gemeente
raad van 11 April 1932 werden Burge
meester en Wethouders gemachtigd tot
het verhuren van de daarvoor in aanmer
king komende gemeente-eigendommen
voor reclamedoeleinden.
Op grond van dit Raadsbesluit hebben
Burgemeester en Wethouders aan de N.V.
Remaco, te Amsterdam, verpacht het
recht van het aanbrengen, hebben en ex-
Ploiteeren van 35 aanplakborden op de
openbare straat.
Volgens de overeenkomst worden de
h™ - Semaakt, geplaatst en onderhou-
aen door en voor rekening van de pacht-
zoodat de gemeente uit dien hoofde
geenerlei kosten heeft te maken,
nu ܣ6ezien Burgemeester en Wethouders
rte verPachting zijn gebleven binnen
v5n bevoegdheid aan hen door
stind il060??6 machtiging verleend, be-
ao?, oeraard geen aanleiding om
nachtn?^ i?raad te voren in de ver-
pachting te kennen.
De Pachtster betaalt jaarlijks
f psnn T7^€^Jeu een Pachtsom van
f iSJ'""' i? bedrag wordt jaarlijks
v-ï 5 ï7~-aai\ i*' B- Arrae Wees- en
lünderhuis uitgekeerd, omdat die instel-
tf00 g de overeenkomst met
de N.V. Remaco loopt, geen gebruikt
maakt van de toestemming tot het ex-
ploiteeren van aanplakborden in de ge
meente.
„„De ,55s,t' dus b 1900.per jaar, komt
na aftrek van 25J& Ëioyisie xojjj
quisiteur, dus na aftrek van f. 250.— ge
heel ten voordeele van de gemeente.
De bate, welke voor de gemeente uit
de overeenkomst voortvloeit, mag dus,
vooral in dezen tijd. belangrijk heeten.
Dat het stadsbeeld op ergerlijke wijze
door de borden wordt ontsierd kunnen
Burgemeester en Wethouders in het alge
meen niet toegeven. Weliswaar is mogelijk
ten aanzien van enkele borden achteraf te
zeggen, dat de plaats minder gunstig is,
doch over het algemeen komen ons de te
dien opzichte geuite klachten overdreven
voor.
Burgemeester en Wethouders zijn even
wel bereid de plaatsen nog eens aan een
onderzoek te onderwerpen en na te gaan
of er aanleiding is om. met betrekking
tot verplaatsing van enkele border, met
de pachtster in overleg te treden-
Ad. 4o. Van de 35 aanplakborden zijn er
thans 31 geplaatst.
De heer WILBRINK oordeelt het ant
woord onbevredigend.
In de rondvraag van 11 April 1932 is met
geen woord gerept over reclameborden;
hoe B. en W. zich daarop dus kunnen be
roepen, is spr. volkomen duister en het
lijkt hem zelfs ongepast.
Was een deskundig man noodig van
buiten Leiden om te komen tot dit idee
van reclame? Spr. ontkent dit ten sterk
ste en toch oordeelden B. en W. dit be
slist noodzakelijk! Hoe bezien B. en W.
het stadsbeeld dan wel, als zij de klachten
over de plaatsing der borden in eenige
gevallen riiet gunstig noemen en in het
algemeen overdreven? Terwijl in vele ge
vallen het stadsschoon eenvoudig ge-
,heel wordt vernietigd! En dat voor f. 750.
-Zelfs voor f. 7500 zou spr. nog borden ver
plaatst willen zien. f. 750 voor 35 borden
(f. 21.— per st.), waarvan velen het
schoon wegnemen en de bewoners last
veroorzaken. Als voorbeelden geeft spr- op
'de Hoogl. Kerk. Heerengracht en Mare-
kerk; ook in verband met de opgeplakte
reclameplaten.
En voor zoo n luttele som laten B. en W.
het stadsbeeld bederven. Is het zoover ge
komen met de gemeentefinanciën? Als
een particulier het deed, zou diens han
delswijze fel worden afgekeurd, nu ver
ontschuldigen B. en W. het feit! Spr. heeft
gemeend den raad in dezen een uitspraak
te moeten laten doen en hij stelt een
motie voor, waarin afkeuring wordt uitge
sproken over het plaatsen van verschil
lende reclameborden en het verzoek wordt
uitgesproken een commissie in te stellen
van 5 raadsleden om na te gaan welke
borden om redenen van stadsschoon als
anderszins behooren te verdwijnen.
De heer WILMER kan het in veel met
den heer Wilbrink eens zijn, al overdreef
deze ook wel eens. Ook z.i. ontsieren vele
borden het stadsschoon, terwijl de finan-
tieele bate al heel gering is.
Een commissie in te stellen, lijkt spr.
echter wat grootscheeps, kan de heer W.
niet in overweging geven met voorlichting
van de C. v. F. de plaatsing nog eens na te
gaan?
De heer v. ECK geeft toe dat de heer
Wilbrink veel waars zeide, doch spr. is het
met den heer Wilmer eens, dat een aparte
commissie te ver gaat. Dat zou een motie
van wantrouwen tegen B. en W. zijn. Z.i.
zullen B. en W. verstandig doen om nog
eens toe te zeggen een nadere beoordee
ling te zullen instellen.
De heer MANDERS is tevreden met de
toezegging van den wethouder nog eens
naar andere plaatsen uit te zullen zien.
Wethouder SPLINTER is ook van mee
ning. dat de motie Wilbrink een motie van
wantrouwen in B. en W. zou zijn.
De kwestie is bezien: 6 plaatsen zijn af
gekeurd, doch hij geeft toe, dat enkele
plaatsen, achteraf bekeken, niet goed ge
kozen zijn en spr. zal naar verbetering
daarbij streven.
Spr. handdhaaft. dat B en W. volledig
opdracht hadden van den raad en die niet
hebben overschreden, 't Gaat om 14 borden
meer dan vroeger en de plakruimte is niet
eens vergroot.
De kwestie is zeer overdreven. In tal van
plaatsen staan de borden zonder eenig
protest.
Het is onbillijk, B en W. zoo aan te val
len als de heer Wilbrink deed.
De heer WILBRINK handhaaft, dat met
geen woord is gesproken in 1932 over recla
meborden. Het reclame-bureau feitelijk
weer te laten beslissen voor al of niet ver
plaatsen, oordeelt spr. gelet op het belang
van het stadsschoon, al een zeer magere
toezegging, waarmede spr. geen vrede kan
hebben.
Is aan het college, dat de plaatsen goed
keurde op te dragen om de plaatsing te
herzien? Dat zou al zeer onlogisch zijn en
daarom handhaaft hij zijn motie, die hij
echter niet beschouwt als een motie van
afkeuring.
De heer WILMER herhaalt zijn raad om
B. en W. nog eens te doen oordeelen met
de C. v. F.
De heer BOSMAN en BERGERS oordee
len de motie W. te ver gaand, al erkennen
zij. dat eenige borden misplaatst zijn.
De heer v ,d. REYDEN zal de motie ook
niet steunen. Laat men B. en W. vertrou
wen na de gedane toezegging.
De heer WILBRINK trekt dan zijn mo
tie in.
VRAGEN VAN DEN HEER V. STRALEN.
De heer VAN STRALEN doet daarop zijn
vragen inzake de uitkeeringen waarop B.
en W. volgende raadszitting zullen ant
woorden.
Dan volgt de tweede reeks vragen lui
dend:
1. Hebben B en W. door middel van de
pers of op andere wijze kennis genomen
van het voornemen der regeering om wij
ziging te brengen in de tot nu toe gel
dende steunregeling voor werkloozen?
2. Indien inderdaad de regecring het
voornemen mocht hebben om ongunstige
wijzigingen in de steunregeling aan te
brengen, zijn B. en W. dan bereid bij de
regeering stappen te doen. teneinde te
ljfrar van dit yoojagffljB af te
brengen? Zoo ja, willen zij dan met het
resultaat daarvan den raad in kennis stel
len?
3. Willen B. en W. den raad toezeggen
geen verslechteringen in de steunregeling
te zullen invoeren, alvorens den raad
daarover zoo tijdig in te lichten dat deze
zijn oordeel daarover kan uitspreken?
4. Willen B. en W. den raad meedeelen
of van de regeering reeds bericht is in
gekomen of door het college stappen zijn
gedaan inzake de verstrekking van brand
stoffen of brandstoffentoeslag aan 'de
werkloozen in den komenden winter en
kunnen zij de raad omtrent den aanvang
en den aard dezer verstrekking inlichten?
5. Kunnen B en W. den Raad meedeelen
of zij reeds plannen in voorbereiding heb
ben om in de naaste toekomst te voor
zien in de groote behoefte aan werkgele
genheid en zoo ja, welke deze plannen
zijn?
Wethouder ROMIJN zal hierop monde
ling antwoorden.
Ad. 1. Uit publicaties in de pers etc.
hebben B. en W. vernomen van een voor
nemen. als geschetst, doch officieel heb
ben zij niets daaromtrent gehoord.
Ad. 2. Waar officieel niets bekend is.
was er geen aanleiding om zich tot de
regeering te wenden.
Ad. 3. 28 Sept. j.l. verscheen er een
ministerieele bepaling met ingang van 1
Oct.. dat alle verdiensten uit beroep voor
vrouwen met kinderen voor 2/3 in minde
ring moesten worden gebracht bij de
steunregeling en geen beroepsinkomsten
geheel. Bij niet doorvoering zou de subsi
die van het rijk verloren gaan en zoo heeft
het college opdracht gegeven deze rege
ling te volgen.
Ad 4. Van de zijde van het departement
is inzake de brandstofvoorziening nog
niets bekend. Het college is echter reeds
doende; het stelt zich voor een voorzie
ning in natura niet alleen van parelcokes,
doch van parelcokes en eierkolen. Ook de
commissie van advies voor sociale zaken,
was met algemeene stemmen daarvoor.
Welke periode en de juiste hoeveelheid
zijn nog te bepalen
Ad. 5. Het college is voornemens voor te
stellen demping van het Levendaal. af
graving van het kerkhof, straataanleg bij
de Oegstgeesterlaan, een en ander in
werkverschaffing.
Met de voorbereiding is het college druk
bezig en spoed zal betracht worden, voor
zoover maar eenigszins mogelijk is.
De heer v. STRALEN oordeelt dat het
toch wel gewenscht is in overleg te tre
den met de regeering om verslechtering
te voorkomen, of zoo mogelijk ongedaan
te maken voor zoover nu met 1 Oct. weer
is ingevoerd. Voor spr. is het bovendien
nog de vraag of deze laatste bepaling be
zuiniging zal geven, want zullen de vrou
wen nu werk zoeken, waar 2/3 wordt af
getrokken?
Spr wil de raad uitspraak laten doen
of het goed is. zonder meer toe te geven
of dat het beter zou zijn direct te advi-
seeren de maatregel niet door te voeren
en desnoods te bedanken voor de subsidie
van het. rijk. zoo anders eigen regeling
onmogelijk wordt.
Regeling van de kolenvoorziening is
spoedig gewenscht. waar het al October is
en spr. vraagt het college spoedeischend in
Den Haag daarover te informeeren.
Spr.'s fractie staat als regel tegen werk
verschaffing. Daarom had spr. gaarne
daarover nadere gegevens gehoord, doch
hij wil thans daarover geen princi
pieel debat openen. Spr. verwacht echter,
dat B. en W. den raad tijdig voldoende
zullen inlichten.
De heer WILMER spreekt zijn vreugde
uit over de mededeeling van den wethou
der van financiën op den vooravond van
Leiden's feestdag. De politiek van den heer
v. Stralen zou echter noodzakelijk maken
belastingverhooging en salariskorting. Dit
door het laten schieten van de rijkssub
sidie!
Is men het met het rijksbestuur niet
eens. dan zijn er onze democratische in
stellingen om daarin wijziging te bren
gen. Daarvoor dient niet de gemeenteraad.
Over werken in werkverschaffing wil
spr. zich nu niet vastleggen, al meent hij,
dat de weg van particuliere werkverschaf
fing misschien verkieslijker is.
De heer v. WELZEN meent, gelet op de
van hoogerhand ingevoerde verslechterin
gen in de steunregeling, dat als de raden
zich op den duur willen blijven respectee
ren. de gemeentebesturen blijk moeten
■geven niet aan de bepalingen der regee
ring te kunnen en willen voldoen. Bij
voorbaat verklaart hij zich tegen werken
ln werkverschaffing.
De heer BOSMAN acht het al heel ver
keerd. de raad op te zetten tegen de over
heid. Spr oordeelt het juist hard noodig
dat. de regeering ingrijpt om het niet ge
heel in vele plaatsen te laten misloopen.
Op de lijst van werken mist spr. aan
leg van Sportvelden en doortrekken etc.
van den Wassenaarschen weg.
Mevr. BRAGGAAR-DE DOES vraagt, of
B. en W. de jongste verslechtering in de
steunregeling evenzeer betreuren als spr.'s
fractie?
Wethouder ROMUN gelooft niet. dat
het op den weg van de gemeente ligt zelf
standig te requestreeren. Voor de stad is
het een weldaad, de demping van het
Levendaal, doch vermoedelijk is het niet
doenlijk zonder uitvoering in werkver
schaffing. Over bijzonderheden is echter
nog niets te zeggen. Ander werk als de
heer Bosman opnoemde, is zeker nuttig,
doch als hij nog meer werk in voorberei
ding zou nemen, is spr. bang om te zullen
aerailleeren. Wel durft hij zeggen, dat de
werken van den heer Bosman de aandacht
van B. en W. hebben.
Op de vraag van mevr. Braggaar zal spr.
geen antwoord geven, als niet terzake die
nende. Academische vragen met onvrucht
baar debat hebben geen nut.
De heer v. STRALEN constateert, dat
van B. en W. blijkbaar geen medewerking
te verwachten is inzake verzet tegen de
regeering in deze materie: zelfs geen pro
test, al is vermoedelijk verzet practisch
ondoenlijk. Met teleurstelling zag spr.. dat
ook de heer Wilmer zelfs voor een protest
terugdeinst.
Waar B. en W. zich zoo gemakkelijk aan
passen. zal zijn fractie hierop bij tijd en
wijle moeten terugkomen.
De heer WILMER wijst er op, hoe de
verslechtering geldt voor het geheele land.
Onzin noemt hij het als Lelden daartegen
zou protesteeren. dat ligt niet op den weg
van een gemeente.
Trouwens, zoo iets komt alleen maar op
hij de SD.A.E, te Leiden,
DE AANSTAANDE INKRIMPING VAN
VAN DEN RUNDVEESTAPEL.
Bezwaren van het slagersbedrijf
tegen het „plan Ruyter".
De Commissie van Overleg, samengesteld
uit den Nederlandschen Slagershond, den
Nederlandschen R-K Hanzebond van
Slagerspatroons en den Nederl Grossiers-
bond voor den Vleeschhandel heeft ons
een uiteenzetting gegeven van haar be
zwaren tegen de plannen welke de Crisis-
Rundveecentrale heeft voorgelegd aan de
regeering ten aanzien van de wijze van
opruiming van het overtollige melkvee ln
den lande, door middel van welke oprui
ming de regeering het evenwicht in de
zuivel productie wil herstellen.
Gelijk bekend, bedraagt het aantal melk
koelen, dat men uit de markt wil nemen,
ongeveer 210 00 stuks; men verwacht zelfs
dat dit aantal veel grooter zal worden,
wil de maatregel doelmatig worden.
Dit zal het Rijk te staan komen op 20
millioen gulden, als men den prijs ten
minste stelt op honderd gulden per koe,
"gelijk door de regeering in Juli is gedaan.
.De boeren zullen bovendien als gevolg van
den in uitzicht gestelden maatregel een
igrooteren prijs voor de melkkoeien be-
nSngen.
Als de doelmatigste wijze van oprui
ming had de Crisis Rundveeoen.trale zich
■gedacht de verwerking van de te slachten
melkkoeien tot corned beaf. Deee maatre
gel zou een extra heffing op het vleesch
van slach trim deren in uitzicht stellen
van tenminste 300°/» boven den bestaan -
den accijns hetgeen door 't Nederlandsch
slagersbedrijf beschouwd wordt als een
ramp. die vrijwel vooral ten plaittelande
met zijn volkomen ontwrichting gelijk
zou staan. Het verbruik van versch
vleesch zou er zeer sterk door terugloopen.
De opbrengst van de extra heffing zal
noodig zijn om de kosten van het opkoo-
pen van de 210.000 stuks melkvee, dat
niets op zal brengen en van het verwerken
tot corned beaf te dekken. Daarbij komt
„dat volgens de meening der commissie het
iNéderlandsc'ne publiek geen comed beaf
zal gebruiken, zoodat het uitblijven van
slechts de geringste baten gevreesd wordt
ear ook de distributie van dit product het
slagersbedrijf in het minst niet schadeloos
'zal stellen voor het te verliezen debiet aan
versch vleesch.
De Commissie van Overleg uit het
vleesch bedrijf had nu aan de Crisis Rund
veecentrale een voorstel doen toekomen,
hetwelk naar haar meening de bezwaren
zoo goed mogelijk zou ondervangen, zon
der dat afbreuk gedaan zou worden aan
het effect van het uit de markt nemen van
melkvee voor de zuivelindustrie. Zij wilde
het vleeschverbniik door de ondersteun
den (werkloozen enz.) verhoogen door het
vleesch der op te ruimen melkkoeien aan
hen in verschen toestand tegen matLgen,
nader vast te stellen prijs, te verstrekken.
Dit zou de extra heffing op slachtvleesch
belangrijk kunnen terugbrengen, omdat
bij deze wijze van aanwending van het te
slachten melkvee dit toch altijd nog iets
op zou brengen. Het minderwaardig vee
(z.g.n. dunne koeien) zou dan naar den
destructor kunnen worden verwezen. De
samenwerkende slagersbonden zouden het
overtollige melkvee moeten afnemen van
de Crisis Rundveecentrale en voor de distri
butie zorg dragen. Teneinde knoeierij te
voorkomen, zou dit vleesch verkocht moe
ten worden onder controle van de Cen
trale in daarvoor aangewezen winkels,
waarin geen ander vleesch verkocht mag
worden.
De Crisis Rundveecentrale heeft tegen dit
plan aanvankelijk als voornaamste beden
king aangevoerd dot het controlestelsel
niet. afdoende waarborg zou zijn voor het
verstrekken van het vleesch aan werk-
hebbenden. maar de commissie kan zich
niet aan den Indruk onttrekken dat dit
maar een voorwendsel is om de verwer
king van het vee uitsluitend te doen ge
schieden door de grootvleeschwarenfabrie-
ken. De Commissie deelde ons mede dat er
reeds ingrijpende voorbereidende maatre
gelen voor de verwerking van het vleeeoh
door deze fabrieken genomen zijn.
Intusschen is een ander plan voorgesteld
door den heer Ruyter. die dit als particu
lier heeft gedaan, hoewel hij zitting heeft
in de Crisis Rundveecentrale. Dit plan be
helst de aanmaak van eenheidsworst, ge
hakt in blik en z.g.n. kort-vleesch 'haché-
vleesch), eveneens in blik. Bij dit plan zou
de geheele verwerking van het overtollige
melkvee naar de groote fabrieken gaan
en zou er niets voor de slagerijen over
blijven. hetgeen bij het comed beaf-plan
voor een klein gedeelte het geval zal zijn.
De Crisis Rundveecentrale heeft zoo
deelde men ons verder mede het .plan-
Ruyter aangenomen en het voorgesteld
aan den minister. In beginsel komt het
overeen met het plan van de Commissie
van Overleg (ter beschikkingstelling tegen
matigen prijs aan werkloozen), doch het
zou ettelijke millioenen guldens duurder
zijn. De slagers zijn bereid bij een winst
marge van 20" het product te ddst®i-
bueeren. maar zien er heel weinig in om
dat zij niet gelooven dat op dergelijke
geconserveerd vleesch er ook bij het pu
bliek van werkloozen en ondersteunden in
zal gaan. Men kan er ook van op aan
zoo zeiüje men ons dat "er geweldig met
de blikjes gehamsterd zal worden.
RONDVRAAG.
De heer SCHüLLER zegt, dat B. en W.
wel eenige bijlagen inzake den Stadhuis
brand publiceerde, doch volledig is de
publicatie nog niet.
Aan bijlage VI ontbreken 7 brieven;
vervolgens 2 brieven d.d. 20 Juli 1933 van
de R.A, C.. gericht aan B en W.: één
brief d.d. 9 Juni 1933 van B en W., ge
richt aan R. A. C.; één brief d.d. 18 Novem
ber 1932 van R.A C.. gericht aan de archi
tecten en één brief van een der architec
ten gericht aan de R.A C. en het antwoord
van' de R.A.C. aan dezen architect ge
geven
Dat zijn te zamen 13 brieven, welke voor
een onpartijdige beoordeeling van den
gang van zaken onmisbaar zijn.
Spr. vraagt ook deze te publiceeren en
de geheimhouding op te heffen.
De VOORZITTER noemt deze brieven
ven geen beteekenis; er is geen sprake van
geheimhoud/tli.
HÏk»&, 5 o uur, sJyJöng,
RECLAME.
raa/icm
onnoodiq pijn lijden l
Dat was net onaange-j
name lot onzer voor
ouders. Aspirin is vol
komen onschadelijk
voor het organisme
en doet de pijnen in
weinige minuten ver
dwijnen.
eenig op de wene.ld
Ullsiuiteno verkrijgbaar in <to oranjo-banoöuljjes van
20 tabl. 70 ets. en oranjezokjet van 2 labl. 10 ets.
8333
MELKPRIJZEN.
De crisis-zuivel-centrale maakt bekend,
dat voor de periode van 8 tot en met 14
Ootiber 1933 de prijs voor het taxe gedeel
te van consumptiemelk, gekocht op regee-
ringsoontract voor de verschillende soor
ten melk Is vastgesteld op 5 3/4, 6 en 6 1/4
cent per liter en dat het bedrag der af
dracht op andere in consumptie gebrachte
melk is vastgesteld op 1 cent per liter.
De vastgestelde prijs geldt af boerderij.
IN-
EN VERKOOPSPRIJZEN VAN
MONOPOLIEPRODUCTEN.
Het verschil vastgesteld bq ministerieel
besluit.
De minister van Economische Zaken
heeft bepaald, dat met ingang van 2 Oct.
het verschil tusschen den prijs, waarvoor
de Tijdelijke Graancentrale haar monopo
lieproducten zal mogen koopen, en dien,
waarvoor zij ze zal mogen verkoopen, be
draagt voor de navolgende producten de
daarachter vermelde som per 100 kilogram:
tarwe (gedenatureerd) f. 1; rogge (niet
gedenatureerdi f. 5; rogge (gedenatureerd)
f. 1.50; gerst f. 1; mals f. 1; rijst f. 1; bak
kerij-afvallen f. 1; molenafvallen f. 1;
haver f. 3; havermout (gedenatureerd) f. 3
havermout (niet gedenatureerd) f. 8;
havergort f. 8; gort f. 3; gortmout f. 3:
gortmout (gedenatureerd) f. 2; dari of
kaifirkoorn f. 1; milletzaad f. 1; mout van
gerst f. 1,50; boekweit f. 1; boekweitgrut-
ten i. 2; macaroni f. 1 50; vermecelli f. 1,50;
biscuit f. 1.50: koekjes f. 1,50; koek en
banket f. 1,50: ontbijtkoek f. 4; gebak
f. 150; beschuit f. 1,50; glucose f. 4,50:
tarwebloem f. 1,25; semolina of griesmeel
f. 1,25; tarwevoermeel (gedenatureerd)
f. l: spelt f. 1: bak- en puddingpoeders
f. 1,25; gerstemeel 'gedenatureerd) f 1;
geistebloem. (gedenatureerd) f. 1' honden
en kattenbrood f.1; maïsmeel f.1; verpakte
producten, vervaardigd uit granen f. 6,25;
rijstemeel f. 1; maLsveekoeken f. 1; aard
appelmeel f. 3,50; arrowroot f. 3,50; tapioca
f. 3.50; sago f. 3 50; taploca-voermeel (ge
denatureerd) f. 1; alle soorten stijfsel f. 4;
dextrine f. 4,50: plantaardige lijm f. 4,50.
De minister heeft verder bepaald, dat
het verschil tusschen den prijs, waarvoor
de Groenten- en Fnritcentrale hare mono-
polieprbducten zal mogen koopen en ver
koopen, met ingang van gisteren zal be
dragen voor:
I. fruit en zuidvruchten, bewerkt of on
bewerkt, verwerkt of ófiverwerkt; ie.
sinaasappelen; in kisten of kratten f. 0.02
per kg bruto; op andere wijze ingevoerd
f 0 03 per kg bruto; 2e mandarijnen,
citroenen, onverpakte appellen en over-
j.pakte peren f. 0.02 per kg bruto; 3e ver
pakte appeen en verpakte peren f. 0,04 pet
kg bruto; 4e bananen f. 0,03 per kg nettoj
5e. pruimen, perziken, druiven, abrikozen,
frambozen, aardbeien, kersen, en bessen
f. 0 075 per kg bruto; de gedroogde appelen
gedroogde peren, gedroogde pruimen, ge
droogde abrikozen, gedroogde perziken, al
dan niet gemengd met vruchten of andere
producten f 0.06 per kg bruto: 7e ananas,
versch en in blik f. 0.075 per kg netto; 8e.
vijgen, dadels, grape-fruits, meloenen en
kanteloepen, zoowel versch als gedroogd
f. 0,02 per kg bruto; 9e alle toebereide fruit
en zuidvruchten, anders dan gedroogd: in
verpakking t/m 1 2 kg f. 0,10 per kg netto;
in verpakking boven 1.2 kg t/m 5 kg f. 0,05
per kg netto; in Verpakking boven 5 kg
f. 0,04 per kg netto.
n. Verschegroenten1. witte-, 2. savoye-,
3, roode kool f. 1 per 100 kg netto; 4. bloem
kool f. 2 per 100 kg bruto; 5. sla f. 2 per 100
kg bruto; 6. tomaten f. 4 per 100 kg bruto;
7. uien, sjalotten en knoflook f 1 per 100 kg
bruto: 3. peen f. 1 per 100 kg bruto; 9.
spruitkool f. 2 per 100 kg bruto; 10. dop
erwten, capucijners, snij- en princesseboo-
nen en andere dergelijke peulvruchten in
de peul f. 2 per 100 kg bruto; 11. doperwten
capucijners, snij- en princesseboonen en
andere dergelijke peulvruchten gepeld f. 4
per 100 kg bruto: 12 asperges f. 5 per 100
kg bruto; 13. witlof f. 4 per 100 kg bruto:
14. augurken, komkommers, paddenstoelen,
kappers, prei en alle andere groenten f. 1
per 100 kg bruto,
m. Gedroogde groenten, andere dart
erwten en boonen, f 10 per 100 kg netto.
IV. Ingemaakte gtoenten. al dan niet ge
mengd met andere producten: lc. dop
erwten, capucijners, snij- en princesseboo
nen en andere peulvruchten, al dan niet
in de peul, in verpakking: t/m 1/2 kg f. 0.10
per kg netto; 1.2 tot 5 kg f. 0 05 per kg
netto; boven 5 kg f. 0.03 per kg netto: 2e.
asperges t/m 1.2 kg f. 0,075 per kg nettoj
boven 12 kg f. 0.10 per kg netto: 3e toma
tenpure, alle verpakkingen f. 0,15 per kg
netto: 4e. zuurkool f. 0,02 per kg netto 5e.
augurken, komltommers. paddenstoelen,
ksppers, prei en alle andere groenten f. 0,05
per kg netto.
V Aardappelen f. l 25 per 100 kg aetto.
o
ALG. NED. ZUIVELBOND.
Te Utrecht werd heden de algemeene
vergadering gehouden van den Alg. Ned
Zuivelbond. De voorzitter, dir. Posthuma'
hield de openingsrede, waarin hij nog eens
zijn herhaaldelijk reeds gepubliceerde mee
ning gaf over verschillende toestanden en
maatregelen den Alg. Ned Zuivelbond be
treffende. De heer J. A. Geluk, secretaris
van den bond sprak over de crlsismaat-
.pegelen ten aanzien van melkveehouderij