Uitden Leidschen Raad. ASPIRIN fjjfl* Jaargan? LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 4 October 1933 Vierde Blad No. 22559 LAND- EN TUINBOUW. EEN TEGENVALLER VAN Fl. 10.000DE VRAGEN VAN DEN HEER WILBRINK EN VAN DEN HEER VAN STRALEN t De Meisjes H.B.S. 170. Voorstel tot verhooging van de voor de verbouwing van het gebouw van de Hoogere Burgerschool voor Meisjes be schikbaar gestelde gelden. (183) De heer BEEKENKAMP erkent, dat r.et voorstel wel zal moeten worden aangeno men, doch hij betreurt, dat deze verhou- wm0* zooveel uit de hand is gevallen. Dat mag z i niet voorkomen. Was daarmede niet direct rekening te houden geweest? Bij hem rijst ernstig de vraag, of deze zaak wel voldoende is voorbereid. De heer SCHüLLER bevreemdt het, dat B en W. zoo weinig stukken ter beschik king van de raadsleden hebben gesteld, waardoor zij feitelijk onkundig bleven. Het geld is uitgegeven, dus zal men het voor stel moeten aanvaarden. Hoe de meerdere kosten o.m. gebaseerd kunnen worden op marmeren trappen, is hem echter een raadsel, want daarin voorzag toch reeds het oorspronkelijk bestek! De directeur van Gemeentewerken heeft volkomen op eigen houtje gehandeld en z.i. is dat on dermijning van het gezag, waarvan de wethouder spr. beschuldigd. Deze zaak wordt door B. en W. weer eens angstvallig behandeld. De heer HUURMAN meent, dat de mo tieven voor deze overschrijding der raming tevoren waren te overzien. Blijkbaar is aan deze verbouwing niet alle zorg be steed, die geëischt mag worden en daarin dient verbetering gebracht. De dienst van (gemeentewerken is toch zwaar genoeg bezet. De heer WILBRINK concludeert, dat ruim f. 12.000 is uitgegeven voor lichtlei- ding en stoffeering, daar de steenen trap pen immers in het bestek stonden. Te voteeren behoeft de raad de uitgaven niet. al komt dan wellicht een ambtenaar in het gedrang. Wethouder SPLINTER zegt. dat na het ilitiebureau dit de eerste overschrijding hoewel vele groote werken zijn uitge voerd. Spr. geeft dan een uiteenzetting hoe deze overschrijding is ontstaan. Speciaal het meubilair is zeer tegengevallen. Van ondermijning van het gezag door den di recteur is geen sprake en alle gegevens hebben in de Leeskamer voor de raads leden ter visie gelegen. De heer SCHüLLER meent, dat zelfs in de C. v. F. deze zaak niet serieus is behan deld kunnen worden; nader gaat hij daarop in. De wethouder heeft zelf in de commissie ernstige critiek geoefend, laat hij deze nu in openbare raadszitting niet geheel verdoezelen, al begrijpt spr. dat de wethouder het voor de ambtenaren op neemt. De heer HUURMAN kan begrijpen, dat B. en W. de ambtenaren verdedigen, doch laten zij daarom een opmerking uit den raad niet zoo afwijzen. Spr blijft er bij, dat hier niet zorgzaam genoeg is gehan deld bij de raming. Wethouder SPLINTER zegt, dat in de C. v. F. deze zaak serieus is behandeld, al was er eenige haast. De overschrijding be treurt ook spr.. maar 't was strikt noodig. Zonder hoofd, stemming wordt het voor stel daarop aanvaard. De ontsierende reclame. 19o. Beantwoording van de interpellatie van den heer Wilbrink in zake de plaatsing van aanplakborden. 7885 De heer WILBRINK stelt volgende vragen: Vraag 1: Op grond van welk raadsbe sluit of verordening zijn B. en W. er toe overgegaan een aantal groote reclame borden op verschillende punten in de stad te doen plaatsen, en welke gelden stonden het College hiervoor ter beschik king? Vraag 2: Is het juist, dat B. en W een overeenkomst hebben gesloten met een reclamebureau, om deze borden te exploi teren. en op welke gronden meent het College hiertoe gerechtigd te zijn, zonder den Raad er in te kennen? Vraag 3; Hoe groot zijn de geldelijke baten, die uit deze overeenkomst voor de gemeente zuilen voortvloeien, dat het eenigszins gerechtvaardigd is, het stads beeld op ergerlijke wijze te ontsieren en ij ^¥1 bur?ers te grieven door hun het uitzicht van hun woningen te ontnemen? vraag 4: Hoeveel van deze borden zijn er geplaatst? WETHOUDER SPLINTER ANTWOORDT. Ad. lo. en 2o. De reclameborden (aan plakborden) zijn niet door de gemeente geplaatst- In de vergadering van den Gemeente raad van 11 April 1932 werden Burge meester en Wethouders gemachtigd tot het verhuren van de daarvoor in aanmer king komende gemeente-eigendommen voor reclamedoeleinden. Op grond van dit Raadsbesluit hebben Burgemeester en Wethouders aan de N.V. Remaco, te Amsterdam, verpacht het recht van het aanbrengen, hebben en ex- Ploiteeren van 35 aanplakborden op de openbare straat. Volgens de overeenkomst worden de h™ - Semaakt, geplaatst en onderhou- aen door en voor rekening van de pacht- zoodat de gemeente uit dien hoofde geenerlei kosten heeft te maken, nu Ü£6ezien Burgemeester en Wethouders rte verPachting zijn gebleven binnen v5n bevoegdheid aan hen door stind il060??6 machtiging verleend, be- ao?, oeraard geen aanleiding om nachtn?^ i?raad te voren in de ver- pachting te kennen. De Pachtster betaalt jaarlijks f psnn T7^€^Jeu een Pachtsom van f iSJ'""' i? bedrag wordt jaarlijks v-ï 5 ï7~-aai\ i*' B- Arrae Wees- en lünderhuis uitgekeerd, omdat die instel- tf00 g de overeenkomst met de N.V. Remaco loopt, geen gebruikt maakt van de toestemming tot het ex- ploiteeren van aanplakborden in de ge meente. „„De ,55s,t' dus b 1900.per jaar, komt na aftrek van 25J& Ëioyisie xojjj quisiteur, dus na aftrek van f. 250.— ge heel ten voordeele van de gemeente. De bate, welke voor de gemeente uit de overeenkomst voortvloeit, mag dus, vooral in dezen tijd. belangrijk heeten. Dat het stadsbeeld op ergerlijke wijze door de borden wordt ontsierd kunnen Burgemeester en Wethouders in het alge meen niet toegeven. Weliswaar is mogelijk ten aanzien van enkele borden achteraf te zeggen, dat de plaats minder gunstig is, doch over het algemeen komen ons de te dien opzichte geuite klachten overdreven voor. Burgemeester en Wethouders zijn even wel bereid de plaatsen nog eens aan een onderzoek te onderwerpen en na te gaan of er aanleiding is om. met betrekking tot verplaatsing van enkele border, met de pachtster in overleg te treden- Ad. 4o. Van de 35 aanplakborden zijn er thans 31 geplaatst. De heer WILBRINK oordeelt het ant woord onbevredigend. In de rondvraag van 11 April 1932 is met geen woord gerept over reclameborden; hoe B. en W. zich daarop dus kunnen be roepen, is spr. volkomen duister en het lijkt hem zelfs ongepast. Was een deskundig man noodig van buiten Leiden om te komen tot dit idee van reclame? Spr. ontkent dit ten sterk ste en toch oordeelden B. en W. dit be slist noodzakelijk! Hoe bezien B. en W. het stadsbeeld dan wel, als zij de klachten over de plaatsing der borden in eenige gevallen riiet gunstig noemen en in het algemeen overdreven? Terwijl in vele ge vallen het stadsschoon eenvoudig ge- ,heel wordt vernietigd! En dat voor f. 750. -Zelfs voor f. 7500 zou spr. nog borden ver plaatst willen zien. f. 750 voor 35 borden (f. 21.— per st.), waarvan velen het schoon wegnemen en de bewoners last veroorzaken. Als voorbeelden geeft spr- op 'de Hoogl. Kerk. Heerengracht en Mare- kerk; ook in verband met de opgeplakte reclameplaten. En voor zoo n luttele som laten B. en W. het stadsbeeld bederven. Is het zoover ge komen met de gemeentefinanciën? Als een particulier het deed, zou diens han delswijze fel worden afgekeurd, nu ver ontschuldigen B. en W. het feit! Spr. heeft gemeend den raad in dezen een uitspraak te moeten laten doen en hij stelt een motie voor, waarin afkeuring wordt uitge sproken over het plaatsen van verschil lende reclameborden en het verzoek wordt uitgesproken een commissie in te stellen van 5 raadsleden om na te gaan welke borden om redenen van stadsschoon als anderszins behooren te verdwijnen. De heer WILMER kan het in veel met den heer Wilbrink eens zijn, al overdreef deze ook wel eens. Ook z.i. ontsieren vele borden het stadsschoon, terwijl de finan- tieele bate al heel gering is. Een commissie in te stellen, lijkt spr. echter wat grootscheeps, kan de heer W. niet in overweging geven met voorlichting van de C. v. F. de plaatsing nog eens na te gaan? De heer v. ECK geeft toe dat de heer Wilbrink veel waars zeide, doch spr. is het met den heer Wilmer eens, dat een aparte commissie te ver gaat. Dat zou een motie van wantrouwen tegen B. en W. zijn. Z.i. zullen B. en W. verstandig doen om nog eens toe te zeggen een nadere beoordee ling te zullen instellen. De heer MANDERS is tevreden met de toezegging van den wethouder nog eens naar andere plaatsen uit te zullen zien. Wethouder SPLINTER is ook van mee ning. dat de motie Wilbrink een motie van wantrouwen in B. en W. zou zijn. De kwestie is bezien: 6 plaatsen zijn af gekeurd, doch hij geeft toe, dat enkele plaatsen, achteraf bekeken, niet goed ge kozen zijn en spr. zal naar verbetering daarbij streven. Spr. handdhaaft. dat B en W. volledig opdracht hadden van den raad en die niet hebben overschreden, 't Gaat om 14 borden meer dan vroeger en de plakruimte is niet eens vergroot. De kwestie is zeer overdreven. In tal van plaatsen staan de borden zonder eenig protest. Het is onbillijk, B en W. zoo aan te val len als de heer Wilbrink deed. De heer WILBRINK handhaaft, dat met geen woord is gesproken in 1932 over recla meborden. Het reclame-bureau feitelijk weer te laten beslissen voor al of niet ver plaatsen, oordeelt spr. gelet op het belang van het stadsschoon, al een zeer magere toezegging, waarmede spr. geen vrede kan hebben. Is aan het college, dat de plaatsen goed keurde op te dragen om de plaatsing te herzien? Dat zou al zeer onlogisch zijn en daarom handhaaft hij zijn motie, die hij echter niet beschouwt als een motie van afkeuring. De heer WILMER herhaalt zijn raad om B. en W. nog eens te doen oordeelen met de C. v. F. De heer BOSMAN en BERGERS oordee len de motie W. te ver gaand, al erkennen zij. dat eenige borden misplaatst zijn. De heer v ,d. REYDEN zal de motie ook niet steunen. Laat men B. en W. vertrou wen na de gedane toezegging. De heer WILBRINK trekt dan zijn mo tie in. VRAGEN VAN DEN HEER V. STRALEN. De heer VAN STRALEN doet daarop zijn vragen inzake de uitkeeringen waarop B. en W. volgende raadszitting zullen ant woorden. Dan volgt de tweede reeks vragen lui dend: 1. Hebben B en W. door middel van de pers of op andere wijze kennis genomen van het voornemen der regeering om wij ziging te brengen in de tot nu toe gel dende steunregeling voor werkloozen? 2. Indien inderdaad de regecring het voornemen mocht hebben om ongunstige wijzigingen in de steunregeling aan te brengen, zijn B. en W. dan bereid bij de regeering stappen te doen. teneinde te ljfrar van dit yoojagffljB af te brengen? Zoo ja, willen zij dan met het resultaat daarvan den raad in kennis stel len? 3. Willen B. en W. den raad toezeggen geen verslechteringen in de steunregeling te zullen invoeren, alvorens den raad daarover zoo tijdig in te lichten dat deze zijn oordeel daarover kan uitspreken? 4. Willen B. en W. den raad meedeelen of van de regeering reeds bericht is in gekomen of door het college stappen zijn gedaan inzake de verstrekking van brand stoffen of brandstoffentoeslag aan 'de werkloozen in den komenden winter en kunnen zij de raad omtrent den aanvang en den aard dezer verstrekking inlichten? 5. Kunnen B en W. den Raad meedeelen of zij reeds plannen in voorbereiding heb ben om in de naaste toekomst te voor zien in de groote behoefte aan werkgele genheid en zoo ja, welke deze plannen zijn? Wethouder ROMIJN zal hierop monde ling antwoorden. Ad. 1. Uit publicaties in de pers etc. hebben B. en W. vernomen van een voor nemen. als geschetst, doch officieel heb ben zij niets daaromtrent gehoord. Ad. 2. Waar officieel niets bekend is. was er geen aanleiding om zich tot de regeering te wenden. Ad. 3. 28 Sept. j.l. verscheen er een ministerieele bepaling met ingang van 1 Oct.. dat alle verdiensten uit beroep voor vrouwen met kinderen voor 2/3 in minde ring moesten worden gebracht bij de steunregeling en geen beroepsinkomsten geheel. Bij niet doorvoering zou de subsi die van het rijk verloren gaan en zoo heeft het college opdracht gegeven deze rege ling te volgen. Ad 4. Van de zijde van het departement is inzake de brandstofvoorziening nog niets bekend. Het college is echter reeds doende; het stelt zich voor een voorzie ning in natura niet alleen van parelcokes, doch van parelcokes en eierkolen. Ook de commissie van advies voor sociale zaken, was met algemeene stemmen daarvoor. Welke periode en de juiste hoeveelheid zijn nog te bepalen Ad. 5. Het college is voornemens voor te stellen demping van het Levendaal. af graving van het kerkhof, straataanleg bij de Oegstgeesterlaan, een en ander in werkverschaffing. Met de voorbereiding is het college druk bezig en spoed zal betracht worden, voor zoover maar eenigszins mogelijk is. De heer v. STRALEN oordeelt dat het toch wel gewenscht is in overleg te tre den met de regeering om verslechtering te voorkomen, of zoo mogelijk ongedaan te maken voor zoover nu met 1 Oct. weer is ingevoerd. Voor spr. is het bovendien nog de vraag of deze laatste bepaling be zuiniging zal geven, want zullen de vrou wen nu werk zoeken, waar 2/3 wordt af getrokken? Spr wil de raad uitspraak laten doen of het goed is. zonder meer toe te geven of dat het beter zou zijn direct te advi- seeren de maatregel niet door te voeren en desnoods te bedanken voor de subsidie van het. rijk. zoo anders eigen regeling onmogelijk wordt. Regeling van de kolenvoorziening is spoedig gewenscht. waar het al October is en spr. vraagt het college spoedeischend in Den Haag daarover te informeeren. Spr.'s fractie staat als regel tegen werk verschaffing. Daarom had spr. gaarne daarover nadere gegevens gehoord, doch hij wil thans daarover geen princi pieel debat openen. Spr. verwacht echter, dat B. en W. den raad tijdig voldoende zullen inlichten. De heer WILMER spreekt zijn vreugde uit over de mededeeling van den wethou der van financiën op den vooravond van Leiden's feestdag. De politiek van den heer v. Stralen zou echter noodzakelijk maken belastingverhooging en salariskorting. Dit door het laten schieten van de rijkssub sidie! Is men het met het rijksbestuur niet eens. dan zijn er onze democratische in stellingen om daarin wijziging te bren gen. Daarvoor dient niet de gemeenteraad. Over werken in werkverschaffing wil spr. zich nu niet vastleggen, al meent hij, dat de weg van particuliere werkverschaf fing misschien verkieslijker is. De heer v. WELZEN meent, gelet op de van hoogerhand ingevoerde verslechterin gen in de steunregeling, dat als de raden zich op den duur willen blijven respectee ren. de gemeentebesturen blijk moeten ■geven niet aan de bepalingen der regee ring te kunnen en willen voldoen. Bij voorbaat verklaart hij zich tegen werken ln werkverschaffing. De heer BOSMAN acht het al heel ver keerd. de raad op te zetten tegen de over heid. Spr oordeelt het juist hard noodig dat. de regeering ingrijpt om het niet ge heel in vele plaatsen te laten misloopen. Op de lijst van werken mist spr. aan leg van Sportvelden en doortrekken etc. van den Wassenaarschen weg. Mevr. BRAGGAAR-DE DOES vraagt, of B. en W. de jongste verslechtering in de steunregeling evenzeer betreuren als spr.'s fractie? Wethouder ROMUN gelooft niet. dat het op den weg van de gemeente ligt zelf standig te requestreeren. Voor de stad is het een weldaad, de demping van het Levendaal, doch vermoedelijk is het niet doenlijk zonder uitvoering in werkver schaffing. Over bijzonderheden is echter nog niets te zeggen. Ander werk als de heer Bosman opnoemde, is zeker nuttig, doch als hij nog meer werk in voorberei ding zou nemen, is spr. bang om te zullen aerailleeren. Wel durft hij zeggen, dat de werken van den heer Bosman de aandacht van B. en W. hebben. Op de vraag van mevr. Braggaar zal spr. geen antwoord geven, als niet terzake die nende. Academische vragen met onvrucht baar debat hebben geen nut. De heer v. STRALEN constateert, dat van B. en W. blijkbaar geen medewerking te verwachten is inzake verzet tegen de regeering in deze materie: zelfs geen pro test, al is vermoedelijk verzet practisch ondoenlijk. Met teleurstelling zag spr.. dat ook de heer Wilmer zelfs voor een protest terugdeinst. Waar B. en W. zich zoo gemakkelijk aan passen. zal zijn fractie hierop bij tijd en wijle moeten terugkomen. De heer WILMER wijst er op, hoe de verslechtering geldt voor het geheele land. Onzin noemt hij het als Lelden daartegen zou protesteeren. dat ligt niet op den weg van een gemeente. Trouwens, zoo iets komt alleen maar op hij de SD.A.E, te Leiden, DE AANSTAANDE INKRIMPING VAN VAN DEN RUNDVEESTAPEL. Bezwaren van het slagersbedrijf tegen het „plan Ruyter". De Commissie van Overleg, samengesteld uit den Nederlandschen Slagershond, den Nederlandschen R-K Hanzebond van Slagerspatroons en den Nederl Grossiers- bond voor den Vleeschhandel heeft ons een uiteenzetting gegeven van haar be zwaren tegen de plannen welke de Crisis- Rundveecentrale heeft voorgelegd aan de regeering ten aanzien van de wijze van opruiming van het overtollige melkvee ln den lande, door middel van welke oprui ming de regeering het evenwicht in de zuivel productie wil herstellen. Gelijk bekend, bedraagt het aantal melk koelen, dat men uit de markt wil nemen, ongeveer 210 00 stuks; men verwacht zelfs dat dit aantal veel grooter zal worden, wil de maatregel doelmatig worden. Dit zal het Rijk te staan komen op 20 millioen gulden, als men den prijs ten minste stelt op honderd gulden per koe, "gelijk door de regeering in Juli is gedaan. .De boeren zullen bovendien als gevolg van den in uitzicht gestelden maatregel een igrooteren prijs voor de melkkoeien be- nSngen. Als de doelmatigste wijze van oprui ming had de Crisis Rundveeoen.trale zich ■gedacht de verwerking van de te slachten melkkoeien tot corned beaf. Deee maatre gel zou een extra heffing op het vleesch van slach trim deren in uitzicht stellen van tenminste 300°/» boven den bestaan - den accijns hetgeen door 't Nederlandsch slagersbedrijf beschouwd wordt als een ramp. die vrijwel vooral ten plaittelande met zijn volkomen ontwrichting gelijk zou staan. Het verbruik van versch vleesch zou er zeer sterk door terugloopen. De opbrengst van de extra heffing zal noodig zijn om de kosten van het opkoo- pen van de 210.000 stuks melkvee, dat niets op zal brengen en van het verwerken tot corned beaf te dekken. Daarbij komt „dat volgens de meening der commissie het iNéderlandsc'ne publiek geen comed beaf zal gebruiken, zoodat het uitblijven van slechts de geringste baten gevreesd wordt ear ook de distributie van dit product het slagersbedrijf in het minst niet schadeloos 'zal stellen voor het te verliezen debiet aan versch vleesch. De Commissie van Overleg uit het vleesch bedrijf had nu aan de Crisis Rund veecentrale een voorstel doen toekomen, hetwelk naar haar meening de bezwaren zoo goed mogelijk zou ondervangen, zon der dat afbreuk gedaan zou worden aan het effect van het uit de markt nemen van melkvee voor de zuivelindustrie. Zij wilde het vleeschverbniik door de ondersteun den (werkloozen enz.) verhoogen door het vleesch der op te ruimen melkkoeien aan hen in verschen toestand tegen matLgen, nader vast te stellen prijs, te verstrekken. Dit zou de extra heffing op slachtvleesch belangrijk kunnen terugbrengen, omdat bij deze wijze van aanwending van het te slachten melkvee dit toch altijd nog iets op zou brengen. Het minderwaardig vee (z.g.n. dunne koeien) zou dan naar den destructor kunnen worden verwezen. De samenwerkende slagersbonden zouden het overtollige melkvee moeten afnemen van de Crisis Rundveecentrale en voor de distri butie zorg dragen. Teneinde knoeierij te voorkomen, zou dit vleesch verkocht moe ten worden onder controle van de Cen trale in daarvoor aangewezen winkels, waarin geen ander vleesch verkocht mag worden. De Crisis Rundveecentrale heeft tegen dit plan aanvankelijk als voornaamste beden king aangevoerd dot het controlestelsel niet. afdoende waarborg zou zijn voor het verstrekken van het vleesch aan werk- hebbenden. maar de commissie kan zich niet aan den Indruk onttrekken dat dit maar een voorwendsel is om de verwer king van het vee uitsluitend te doen ge schieden door de grootvleeschwarenfabrie- ken. De Commissie deelde ons mede dat er reeds ingrijpende voorbereidende maatre gelen voor de verwerking van het vleeeoh door deze fabrieken genomen zijn. Intusschen is een ander plan voorgesteld door den heer Ruyter. die dit als particu lier heeft gedaan, hoewel hij zitting heeft in de Crisis Rundveecentrale. Dit plan be helst de aanmaak van eenheidsworst, ge hakt in blik en z.g.n. kort-vleesch 'haché- vleesch), eveneens in blik. Bij dit plan zou de geheele verwerking van het overtollige melkvee naar de groote fabrieken gaan en zou er niets voor de slagerijen over blijven. hetgeen bij het comed beaf-plan voor een klein gedeelte het geval zal zijn. De Crisis Rundveecentrale heeft zoo deelde men ons verder mede het .plan- Ruyter aangenomen en het voorgesteld aan den minister. In beginsel komt het overeen met het plan van de Commissie van Overleg (ter beschikkingstelling tegen matigen prijs aan werkloozen), doch het zou ettelijke millioenen guldens duurder zijn. De slagers zijn bereid bij een winst marge van 20" het product te ddst®i- bueeren. maar zien er heel weinig in om dat zij niet gelooven dat op dergelijke geconserveerd vleesch er ook bij het pu bliek van werkloozen en ondersteunden in zal gaan. Men kan er ook van op aan zoo zeiüje men ons dat "er geweldig met de blikjes gehamsterd zal worden. RONDVRAAG. De heer SCHüLLER zegt, dat B. en W. wel eenige bijlagen inzake den Stadhuis brand publiceerde, doch volledig is de publicatie nog niet. Aan bijlage VI ontbreken 7 brieven; vervolgens 2 brieven d.d. 20 Juli 1933 van de R.A, C.. gericht aan B en W.: één brief d.d. 9 Juni 1933 van B en W., ge richt aan R. A. C.; één brief d.d. 18 Novem ber 1932 van R.A C.. gericht aan de archi tecten en één brief van een der architec ten gericht aan de R.A C. en het antwoord van' de R.A.C. aan dezen architect ge geven Dat zijn te zamen 13 brieven, welke voor een onpartijdige beoordeeling van den gang van zaken onmisbaar zijn. Spr. vraagt ook deze te publiceeren en de geheimhouding op te heffen. De VOORZITTER noemt deze brieven ven geen beteekenis; er is geen sprake van geheimhoud/tli. HÏk»&, 5 o uur, sJyJöng, RECLAME. raa/icm onnoodiq pijn lijden l Dat was net onaange-j name lot onzer voor ouders. Aspirin is vol komen onschadelijk voor het organisme en doet de pijnen in weinige minuten ver dwijnen. eenig op de wene.ld Ullsiuiteno verkrijgbaar in <to oranjo-banoöuljjes van 20 tabl. 70 ets. en oranjezokjet van 2 labl. 10 ets. 8333 MELKPRIJZEN. De crisis-zuivel-centrale maakt bekend, dat voor de periode van 8 tot en met 14 Ootiber 1933 de prijs voor het taxe gedeel te van consumptiemelk, gekocht op regee- ringsoontract voor de verschillende soor ten melk Is vastgesteld op 5 3/4, 6 en 6 1/4 cent per liter en dat het bedrag der af dracht op andere in consumptie gebrachte melk is vastgesteld op 1 cent per liter. De vastgestelde prijs geldt af boerderij. IN- EN VERKOOPSPRIJZEN VAN MONOPOLIEPRODUCTEN. Het verschil vastgesteld bq ministerieel besluit. De minister van Economische Zaken heeft bepaald, dat met ingang van 2 Oct. het verschil tusschen den prijs, waarvoor de Tijdelijke Graancentrale haar monopo lieproducten zal mogen koopen, en dien, waarvoor zij ze zal mogen verkoopen, be draagt voor de navolgende producten de daarachter vermelde som per 100 kilogram: tarwe (gedenatureerd) f. 1; rogge (niet gedenatureerdi f. 5; rogge (gedenatureerd) f. 1.50; gerst f. 1; mals f. 1; rijst f. 1; bak kerij-afvallen f. 1; molenafvallen f. 1; haver f. 3; havermout (gedenatureerd) f. 3 havermout (niet gedenatureerd) f. 8; havergort f. 8; gort f. 3; gortmout f. 3: gortmout (gedenatureerd) f. 2; dari of kaifirkoorn f. 1; milletzaad f. 1; mout van gerst f. 1,50; boekweit f. 1; boekweitgrut- ten i. 2; macaroni f. 1 50; vermecelli f. 1,50; biscuit f. 1.50: koekjes f. 1,50; koek en banket f. 1,50: ontbijtkoek f. 4; gebak f. 150; beschuit f. 1,50; glucose f. 4,50: tarwebloem f. 1,25; semolina of griesmeel f. 1,25; tarwevoermeel (gedenatureerd) f. l: spelt f. 1: bak- en puddingpoeders f. 1,25; gerstemeel 'gedenatureerd) f 1; geistebloem. (gedenatureerd) f. 1' honden en kattenbrood f.1; maïsmeel f.1; verpakte producten, vervaardigd uit granen f. 6,25; rijstemeel f. 1; maLsveekoeken f. 1; aard appelmeel f. 3,50; arrowroot f. 3,50; tapioca f. 3.50; sago f. 3 50; taploca-voermeel (ge denatureerd) f. 1; alle soorten stijfsel f. 4; dextrine f. 4,50: plantaardige lijm f. 4,50. De minister heeft verder bepaald, dat het verschil tusschen den prijs, waarvoor de Groenten- en Fnritcentrale hare mono- polieprbducten zal mogen koopen en ver koopen, met ingang van gisteren zal be dragen voor: I. fruit en zuidvruchten, bewerkt of on bewerkt, verwerkt of ófiverwerkt; ie. sinaasappelen; in kisten of kratten f. 0.02 per kg bruto; op andere wijze ingevoerd f 0 03 per kg bruto; 2e mandarijnen, citroenen, onverpakte appellen en over- j.pakte peren f. 0.02 per kg bruto; 3e ver pakte appeen en verpakte peren f. 0,04 pet kg bruto; 4e bananen f. 0,03 per kg nettoj 5e. pruimen, perziken, druiven, abrikozen, frambozen, aardbeien, kersen, en bessen f. 0 075 per kg bruto; de gedroogde appelen gedroogde peren, gedroogde pruimen, ge droogde abrikozen, gedroogde perziken, al dan niet gemengd met vruchten of andere producten f 0.06 per kg bruto: 7e ananas, versch en in blik f. 0.075 per kg netto; 8e. vijgen, dadels, grape-fruits, meloenen en kanteloepen, zoowel versch als gedroogd f. 0,02 per kg bruto; 9e alle toebereide fruit en zuidvruchten, anders dan gedroogd: in verpakking t/m 1 2 kg f. 0,10 per kg netto; in verpakking boven 1.2 kg t/m 5 kg f. 0,05 per kg netto; in Verpakking boven 5 kg f. 0,04 per kg netto. n. Verschegroenten1. witte-, 2. savoye-, 3, roode kool f. 1 per 100 kg netto; 4. bloem kool f. 2 per 100 kg bruto; 5. sla f. 2 per 100 kg bruto; 6. tomaten f. 4 per 100 kg bruto; 7. uien, sjalotten en knoflook f 1 per 100 kg bruto: 3. peen f. 1 per 100 kg bruto; 9. spruitkool f. 2 per 100 kg bruto; 10. dop erwten, capucijners, snij- en princesseboo- nen en andere dergelijke peulvruchten in de peul f. 2 per 100 kg bruto; 11. doperwten capucijners, snij- en princesseboonen en andere dergelijke peulvruchten gepeld f. 4 per 100 kg bruto: 12 asperges f. 5 per 100 kg bruto; 13. witlof f. 4 per 100 kg bruto: 14. augurken, komkommers, paddenstoelen, kappers, prei en alle andere groenten f. 1 per 100 kg bruto, m. Gedroogde groenten, andere dart erwten en boonen, f 10 per 100 kg netto. IV. Ingemaakte gtoenten. al dan niet ge mengd met andere producten: lc. dop erwten, capucijners, snij- en princesseboo nen en andere peulvruchten, al dan niet in de peul, in verpakking: t/m 1/2 kg f. 0.10 per kg netto; 1.2 tot 5 kg f. 0 05 per kg netto; boven 5 kg f. 0.03 per kg netto: 2e. asperges t/m 1.2 kg f. 0,075 per kg nettoj boven 12 kg f. 0.10 per kg netto: 3e toma tenpure, alle verpakkingen f. 0,15 per kg netto: 4e. zuurkool f. 0,02 per kg netto 5e. augurken, komltommers. paddenstoelen, ksppers, prei en alle andere groenten f. 0,05 per kg netto. V Aardappelen f. l 25 per 100 kg aetto. o ALG. NED. ZUIVELBOND. Te Utrecht werd heden de algemeene vergadering gehouden van den Alg. Ned Zuivelbond. De voorzitter, dir. Posthuma' hield de openingsrede, waarin hij nog eens zijn herhaaldelijk reeds gepubliceerde mee ning gaf over verschillende toestanden en maatregelen den Alg. Ned Zuivelbond be treffende. De heer J. A. Geluk, secretaris van den bond sprak over de crlsismaat- .pegelen ten aanzien van melkveehouderij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 13