NIEUWSGIERIG AAFJE.
STOUTE MUISJES
Ik
Id
I 'k
Ie
Heelcmaal niet leuk was het: Aatje te
heeten. ofzóó was het niet precies,
maar als je nieuwsgierig was en dan Aat
heette, dat was het hem! Want het
scheelde maar één letter met Aag, en ja,
iedereen weet natuurlijk, dat „nieuwsgierig
Aagje" de benaming is, als ie aan die
kwaal lijdt.
Aat van Welle was de oudste van een
troepje van vier en ze kon echt Moeders
rechterhand zijn en Vaders trots, als ze
met mooie cijfers thuis kwam. Maar o wee,
die leelijke kwaal! Als er ergens een pakje
lag dan moest en zou ze weten, wat er in
zat en het kon haar niets schelen, of het
mocht of niet, maar ze peuterde net zóó
lang aan touwtjes en papier, tot ze zien
kon wat er in zat! Anders kneep ze er zóó
hard in dat ze het raden kon.
Dientengevolge waren er wel eens onge
lukken gebeurd en dan kwam berouw te
laat. Echt akelig vond ze het ook, als Vader
zoo kortaf streng zei: „Aag" maar dan
was de nieuwsgierigheid haar al weer de
baas geweest. Als Moeder een brief zat
te schrijven, draaide Aaf net zoo lang om
haar heen. tot ze tenminste kon lezen aan
wie het was, en liefst, tot ze er achter was,
waarover het ging. Vaak had Moeder al
gezegd: „heusch. als het voor je bestemd
is Aaf, dan vertelt en bepraat Moeder wel
de dingen met je: doe ik dit niet, dan is
daar een goede reden voor".
Dan beloofde Aaf beterschap en hielp
dat wel voor eventjes, maar het kostte haar
toch erge moeite om niet gauw de dingen,
die ze uit de bus haalde, te lezen, vóór zij
ze aan Vader in handen gaf. Vader werd
daar altijd heel boos om, ook toen hij haar
eens betrapte, dat ze stond te lezen, wat
voor de post klaar lag.
,,Je moet geen geschreven schrift onge
vraagd lezen, dat is leelijk. Hoe kan ik je
nu vertrouwen, dat je niet op mijn schrijf
tafel en in mijn laden snuffelt. En jij. mijn
oudste.
Ja, dan had Aaf verdriet hoor! en deed
ze erg haar best. dat Vader haar maar
weer vertrouwen zou.
Lex. die één jaar jonger was dan Aaf,
had eens met Sinterklaas een rijmpje op
haar gemaakt, dat hij plagend te pas en
te onpas kon zingen
Mijn zuster Aaf is lang niet dom.
Toch vraagt ze steeds: wanneer, waarom?
Hoe. waarmee, waarvoor, wat?
En wat voor pak is dat?
In de laatste maanden had hij te onpas
het rijmpje gezongen, want Aaf had flink
tegen haar gebrek gestreden en het leek
haar, of ze er nu wel zoowat overheen was.
Begin Juli was ze door haar toelatings
examen voor het Gym gekomen en nu zou
als verjaarscadeau het voorkabinet als
studeerkamertje voor haar worden inge
richt. Dat was nog er 's iets anders dan de
speelkamer te moeten deelen met de zusjes
Go en Til! Lex had een timmer-speelhok
op zolder. Aaf had bedacht, dat ze haar
poppengedoe en het kookkacheltje en het
cetserviesje maar in de kinderkamer zou
achterlaten voor de zusjes; zij zou er wel
geen tijd meer voor hebben. Ze had zich
een schrijfbureautje gewenscht maar Moe
der had gezegd: „zet dat nog maar even
uit je gedachten, er is zóóveel wat eerder
noodig is voor de nieuwe kamer"
Een paar weken vóór haar verjaardag
drentelde Aaf op een middag door het stille
huis. Vader was op kantoor. Moeder met
de zusjes naar het park en Lex was uit
logeeren. Ze had met vriendin Greet wat
willen gaan fietsen, maar die moest naar
het station om logeergasten af te halen.
Ze besloot met een boek in het zolder
raam te gaan zitten, haar geliefkoosde
plaats; gevaarlijk was het niet. je had een
lekker steuntje voor je afhangende beenen
in de dakgoot, die 't eigen huis van 't buur
huis scheidde en over het lagere dak van
dat huis had je een prachtig uitzicht
Toen ze langs de kamer kwam, die Moe
der als schildersatelier had ingericht, zag
ze dat de sleutel aan den buitenkant in
het t,lot zat. Ja Moeder had 's morgens
zitten schideren en zeker vergeten af te
Sluiten. Dat deed Moeder anders altijd,
want ze wilde niet, dat er iemand op het
atelier kwam. als zij er zelf niet was. Er
kon zoo licht iets omvallen van hetgeen
Moeder had opgesteld om na te schilderen,
als een van de kinderen er wild langs liep.
Er waren ook heel kostbare dingen in het
atelier, daar mochten ze volstrekt niet aan
komen. Moeder had nu bepaald vergeten
den sleutel uit het slot te nemen, dacht
Aaf, zij zou het wel even doen.
Terwijl ze haar hand er al voor uitstak,
viel het haar in, dat Moeder heelemaal
niet verteld had, wat ze aan het schilderen
VERHAALTJE OP RIJM
door C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
M/,
■Va
SP
I
Er
Iv:
w
Ik
v
c
Trippel trippel trippel!
Kijk eens: Mevrouw Muis
Gaat heel deftig wand'len
Blijft vandaag niet thuis!
'n Grooten, mooien hoed op.
'n Mantelpak en das!
Of die mevrouw Muis toch
In de mode was!
Vaal, het kleine muisje,
Mag met Moeder mee.
Naar zijn Tante Sprietsnor
Gaan ze op de thee!
Vaaltje draagt een truitje
En een wijde broek.
Ook heeft Vaal een pet op:
Hij gaat op bezoek.
Tante Sprietsnor woont aan
't And're eind der stad.
Daarom zegt zijn moeder:
Vaaltje, weet je wat?
Daar komt j'uist een bus aan.
Stap maar in, heel vlug.
Wij gaan eens uit rijden,
Heen en ook terug!
Kijk, juist houdt de bus stil,
Waar zij moeten zijn.
Tante staat te wuiven,
Naast haar: neefje Klein.
En terwijl de Moeders
Praten honderd-uit.
Fluistert Kleintje Vaal in:
(O, hij is zoo'n guit!)
Zullen w' ons verstoppen
In de donk're kast
Vol met lekker eten?
Foei! Ondeugend was 't!
En het eind van 't liedje?
Na heel veel gesnoep
Klonk plots angstig piepend
Hun bedroefd geroep:
Moeder, 'k ben zoo aak'lig!
Moeder, 'k heb zoo'n pijn!
Zou dat van het snoepen,
Denkt u, kunnen zijn?
Beide muisjes kregen
Hun verdiende straf
En zoo leerde 't tweetal
Vast zijn snoeplust af!
(Nadruk verbode:
was. een stilleven, bloemen? Hé, anders
sprak Moeder altijd over haar werkNu
niet.... Meteen was Aafs nieuwsgierig
heid gewekt. Ze kon wel eens even gaan
kijken, dat hinderde immers niet. Wel
neen! Dat de kleintjes en die wilde Lex
niet alleen op het atelier mochten komen,
nu ja, maar zij, Aaf, Moeders oudste
dat was immers heel iets anders! Zij zou
nergens aan zitten, alleen maar kijken,
waar Moeder aan bezig was en éventjes in
het boek bladeren van dien schilder, die
zulke snoezige witte geitjes geschilderd
had.
„O Aaf", zei een stem in haar, „blijf je
nieuwsgierigheid toch de baas; je weet hee'
goed, dat Moeder uit vergissing of vergeet
achtigheid den sleutel op dc deur liet zitten
en dat jij daar geen misbruik van moet
maken".
Maar Aag was op dit oogenblik weer eens
sterker dan Aaf en zoo werd het slot om
gedraaid en stapte ze over den drempel.
Toen ze binnen was, zag ze met één oog
opslag het stilleven, dat naast den schil
dersezel was opgesteld- En meteen begreep
ze, dat het als verrassing voor haar ver
jaardag bestemd was. Wat had Moeder dat
eenig leuk bedacht en wat zou ze teleur
gesteld zijn, dat het nu geen verrassing
meer was! Stil ging Aaf 't atelier weer uit.
Eén September, Aafs verjaardag. Op be
vel kwam ze het allerlaatste beneden, maar
daar wachtten ze dan ook allemaal met
lachende gezichten het verjaarskind op.
Go en Til hadden haar stoel versa
maar van cadeautjes naast haar plu
viel geen spoor te ontdekken. Vader,
haar blik opving, zei: straks, als we jt
je eigen rijk binnenvoeren, vindt je al
wat we je hebben toebedacht. Maar es
gaan we ontbijten, anders kom ik te
op kantoor."
„Dan mogen we wel voortmala
menschen!" riep Lex, „anders vliegt o?
Aaf nog in brand van nieuwsgierigheid
Nu, Aafs wangen brandden al, al
het dan niet van nieuwsgierigheid. Ms
ze dacht aan wat ze in Moeders atelier
zien had, en Moeder, die van niets w-;
en dacht dat het nog een verrassing
't Hinderde Aaf eigenlijk al die dagen
welke er sedert haar ontdekking versus
ken waren.
„Goed houden maar," dacht ze.
Eindelijk gingen ze in optocht
boven. Moeder deed de deur van de nieu»
kamer wagenwijd open en Aaf Stapte ovl
den drempel. „O," zei ze en toen een hef
len tijd niets: er was te veel te zien. Ha
kamertje zag er heel anders uit dan ze W
ooit gekend had. De bovenste helft van
muren waren gesausd en met een plint Éjj
scheiden van de onderste helft. Op
plint prijkten Aafs koperen speelgoed,
ken en een nieuw wandbordje. Op den
beitsten vloer lag een vroolijk gekleiu";
mat. Dicht bij de balkondeuren was te-
vast, hoekzitje, en in de openstaande de?
ren hing een sierlijke hangplant.
mij," zei Til. Lex vroeg haar aandacht
den boekenstandaard, die op de tegen