driehonderd jarig bestaan van den Schermerpolder feeste lijk herdacht De Moord op Abbotshall me Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. DE OUD-HOLLANÜSCHE BRUILOFT TE STOMPF.TOREN ter |8elegenheid van het 300-jarig bestaan van den Schermerpolder schonken jongedames koffie uit zestiende eeuwsche kannen. POSTZEGELS uit de serie Oostenrijk- schcn Katholiekendag, ons toegezonden door den Haagschen Postzegelhandel. De oplage is zeer beperkt. BE OLYMPISCHE ZWEMKAMPIOENE ELEANOR HOLM thans filmspeelster in Hollywood, gaat trouwen met den zanger Jarrett. LORD GREY de Engelsche staatsman, die hedenochtend is overleden. Een Detective-verhaal door PHILIP MAC DONALD. [Geautoriseerde vertaling door H. A. C. S. geeft niets om in het huis te en. Neem dat van mij aan. Boyd, tenminste op het «h Slt Ahthony stond op en rekte Eken?" "Kan de studeerkamer be- ■°yd sprong vlug op. „Dat kunt u, sir. ,zw daar heel wat binnen geweest, ttane®end. enz., maar niets is aan- U h.. ,T is alles zooals het was toen iet "ik vonden". HOOFDSTUK IV. De studeerkamer. over den drempel van de studeer- t!hsmVan den dooden man, onderging eetl verandering van gevoelens (bt fj^hdering van gemoedsgesteldheid. SU uK,,"36 had hij de geheele geschrede- WccUm zo°als gewoonte van hem was, «Sjn a--' satirisch; de redenen van r-l*ïfny<sigheid op AbbotshaU waren 'We sympathie voor Spereer Hastings, en een verlangen om te voldoen aan de dringende behoefte een bepaalde en moeilijke taak te volbrengen. Hij had zelfs, gedurende den morgen, bij oogen- blikken lust gehad om te lachen. Maar- nu. binnen in de kamer, liet zijn gereserveerdheid hem in den steek. Niet dat hij plotseling een persoonlijke smart voelde opkomen. Het was eerder dit: dat, in zijn gevoel tenminste, ondanks het zon licht, dat, eigenlijk ongepast in iederen hoek binnen drong, een kille, duistere beestachtigheid broeide, aan alle kanten. De groote kamer was vroolijk met zijn cretonnes en nog onverwelkte bloemen van den vorigen dag; de soliede meube len hadden een zekere schoonheid werkelijk, een kamer met bekoring. Toch rilde Anthony, zelfs vóór hij het ding ge zien had, dat als iets onnatuurlijks tegen den haard aan lag. Toen hij het zag, rukte "t hem met een schok uit de nacht merrie van duistere verbeelding. Hij stapte naar voren om meer nauwkeurig te kijken. Uit de hall kwam een geluid van herrie. Een excuus mompelend ging Boyd snel de kamer uit. Anthony knielde neer om het lijk te onderzoeken. Het lag languit op het haardkleed, de beenen m de richting van het raam er tegenover. De roodsteenen rand van den open haard lichtte den nek op. Het zoo goed als kale hoofd was verschrikkelijk verminkt, vijf of zes gapende wonden, elk meer dan een centimeter breed en onge veer twee centimeter diep. Van den sche del was weinig meer overgebleven dan eilanden en schiereilanden van vel en beea met strsoen donker bruin opge droogd bloed, vermengd met flarden grijs vlies, daar waar de hersenen uit de won den te voorschijn kwamen. Het lichaam was niet aangeraakt, of schoon de kleeren gekreukeld en verfrom meld waren. De rechterarm was uitge strekt, de stijve vingers der hand rustend tusschen de potten met varens, die den haard vulden. De linkerarm lag gekromd onder het lichaam. Anthony ging. nadat hij volop gekeken had, overeind staan. Op dat oogenblik kwam Boyd weer binnen. Hij zag ér op gewonden en niet weinig geërgerd uit. Anthony draaide zich naar hem toe, terwijl hij zijn wenkbrauwen optrok. „Alleen maar een beetje meer moeilijk heden door die krantenlui, sir. Maar ik dank den hemel, dat ik ze kwijt geraakt ben. 'k Heb hun gezegd, dat ik vanavond een verklaring zou geven. Wat ze gezegd zouden hebben, als zij wisten, dat u hier waart en waarom God weet het! Er zal een herrie zijn wanneer de zaak afge- loopen is, maar u bent er nu eenmaal. Miss Hoode vindt het goed, dat u er bent en ik geef haar geen ongelijk, maar zij wil er niet van hooren, dat iemand anders wordt toegelaten. Daar geef ik haar ook geen ongelijk in." Hij wees op het lijk. „Wat maakt u er uit op, sir?" .,'n Beestachtig vuile moord" zei An thony. „Daar hebt u gelijk in. sir. Maar wat denkt u er van zoo in 't algemeen, bedoel ik?" Anthony keek de kamer rond. Zij ver toonde de sporen van verwarring. Twee lichte stoelen waren omvergegooid. Boe ken en papieren van de schrijftafel lagen op den grond gestrooid. De grootvader- klok1), die als een schildwacht moest staan links van de deur bij het binnen komen, was gevallen, ofschoon niet heele- maal. Zij lag voorover met een hoek van vijf en veertig graden ten opzichte van den vloer, de bovenste helft van haar mantel steunend op den rug van een breede canapé. „Gevecht?" zei Anthony. „Ja", zei Boyd. „Vreemd gevecht," zei Anthony. Hij drentelde weg, de kamer rond. Boyd keek hem nieuwsgierig aan, toen hij stil stond voor de canapé, op één knie zich voorover boog en opkeek naar den voorkant van de voorover liggende klok. Hij keek Boyd aan. .Stond stil om 10.45 uur. Komt dat overeen met den tijd, dien de menschen in het huis je verteld hebben?" „Ja, sir." „Wanneer ga je de kamer laten oprui men?" „Dat kan nu ieder oogenblik gebeuren. Wij hebben foto's genomen." „Goed". Anthony kwam overeind. .Laten wij samen onze krachten inspannen en grootvader op zijn voeten zetten". Zij namen de klok tusschen elkaar ln zetten haar op. Anthony opende de kast en bracht den slinger in beweging. Dade lijk begon een regelmatig tik-tak. Anthony keek op zijn horloge. „Stopte juist twaalf uur geleden, grootvader", zei- de hij. „Schijnt toch niet geleden te heb ben". „Neen, sir. Het gaat niet gemakkelijk om deze oude klokken ln de war te bren gen". Anthony keerde terug naar den voor kant van de canapé en bleef staan kijken naar het karpet. „Geen vingerafdrukken, zei je?" .Alleen op de houtvijl, absoluut geen enkele, behalve die van den overledene, sir. Ik heb bijna elke centimeter van de kamer bestoven met wit of zwart. Al wat ik voor mijn moeite gekregen heb, zijn vier goede afdrukken van den duim en voorvinger van den vermoorde. Zij zijn makkelijk genoeg te herkennen zeer vreemd gevormde vingers en een lang lit- teeken op de muis van den rechterduim". Anthony ging op een ander punt over. „Hoe laat was je hier, Boyd?" Ongeveer vier uur vanmorgen. Wij kwa men met een auto. Ik deed wat voorloopig onderzoek, ondervroeg enkele menschen en ging naar het dorp om ongeveer acht uur. Wie is die groote roode plompe ser geant?" vroeg Anthony, weer naar een ander punt vliegend. „Je moet op hem letten, Boyd. Toen ik langs kwam, was hij zoo'n beetje bezig met een verhoor af te nemen in den derden graad'). „Ik hoorde het, sir. Daarom kwam ik binnen". Grootvader-klok. Zoo heet in het En- gelsch een groote, staande klok. „Verhoor in den derden graad": wijze van ondervragen door de politie, welke lijkt op afpersen en pijnigen. i Wordt vgrvolgdL j OP DEN DAM TE AMSTERDAM. Politieruiter, die een troep schreeuwers uit elkaar wilde jagen, bij liet vertrek van de Koningin voor een rijtoer, viel van zijn paard. HERDENKING 300-JARIG BESTAAN SCHERMERPOLDER. Over zicht yan een Oud-Holland sche bruiloft te Stompetoren. HET HOTEL „DE HOOGEWEIDE" TE OISTERWIJK tot den grond toe afgebrand. KONINKLIJK BEZOEK AAN DE HOOFDSTAD. De Koningin verlaat het Rijksmuseum.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5