De Nazi-partijdag te Neurenberg - Jubileum in de tooneelwereld Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. pe Moord op Abbotshall man nam zijn hoed en ging naar de voor deur. De butler verdween. „Ik zou willen, dat u mij vertelde, kolonel," vroeg Boyd, „waarom eigenlijk u u met deze geschie denis inlaat?" Anthony glimlachte. „Het is niet noodig, Boyd. Ik ben niet de moordenaar. Maar luister eens naar mij, dan zal ik je het doel van mijn aanwezigheid verklaren." Toen de verklaring gegeven was, werd Boyd's grove gezicht eén glimlach. Hij ver toonde geen afgunst, welke gewoonlijk toegeschreven wordt aan rechercheurs van politie, wanneer zij te maken hebben met amateur-detectives, die hen ieder oogen- blik het bewijs geven, dat zij gek zijn. „Ik zou niemand liever bij mij hebben, dan u, kolonel," zeide hij. „Het is natuur lijk heelemaal onofficieel „Dat is zoo Boyd. Vóór ik de stad ver liet, belde ik mr. Lucas op. Hij gaf mij zijn zegen en zeide mij er op los te gaan, wan neer de familie mij accepteeren wou". Boyd keek opgelucht. „Dat maakt dan alles heel gemakkelijk. Ik behoef u niet te vertellen, dat dit een echte puzzle is, kolo nel Gethryn. ,Dat heb ik begrepen", zei Anthony. „Tusschen twee haakjes, Boyd, laat dat „kolonel" weg, er is hier een goede inspec teur. Als je van mij houdt, noem mij dan meneer, mijn beste Boydie". Boyd lachte. Hij vond Anthony prettig onofficieel. „Uitstekend, sir. Nu, als u 't goed vindt, laten we aan het werk gaan. Ik denk, dat u in groote trekken gehoord hebt, wat er gebeurd is?" „Ja". «Veel bijzonderheden?" Een hoop. Zonder verband". Boyd was in zijn schik. Hij kende deze laconieke stemming van Anthony; het be- teekende ernst. Hij was in zijn schik, om dat hij op het oogenblik in deze geschie denis geen grond onder de voeten voelde. Hij haalde uit zijn zak een notitieboek. „Hier zijn een paar aanteekeningen, die ik gemaakt heb, sir," zeide hij. „U zult ze niet kunnen lezen, laat ik u een ver klaring geven". „Doe dat. Maar laten we eerst gaan zit ten". Zij deden het, op een lage bank vóór den haard. Boyd begon zijn verhaal „Ik heb ieder een in huls ondervraagd, behalve miss Hoode", zeide hij. „Ik zal haar onder han den nemen wanneer zij beter is, waar schijnlijk vanmiddag. Maar, behalve dan dat zij de eerste was, die het lijk zag, geloof ik niet dat zij van veel nut zal zijn. Nu de feiten. Na het sou na het diner, dat wil zeggen gisteravond, hebben mr Hoode, miss Hoode, mevrouw Mainwaring en sir Arthur DigbyCoates bridge ge speeld in den salon. Zij waren met het eten klaar om half negen, begonnen met het kaarten om negen uur en eindigden om ongeveer tien uur. Miss Hoode zei toen goedennacht en ging naar haar slaap kamer; evenzoo de andere dame. Sir Arthur ging naar zijn zitkamer om te werken en de overledene trok zich, met hetzelfde doel, in zijn studeerkamer terug." 1) Departement van het opsporen van misdadigers. .(Wordt vervolgd), A een vriendelijk gelaat, dat geteekend was door vermoeidheid en geestelijke gedrukt heid. Anthony deinsde terug tengevolge van de botsing. De ander keek hem ver schrikt aan. „Goede God!" riep hij uit. ,,U overdrijft sir Arthur," zei Anthony. Sir Arthur Digby-Coates kwam bij. „De meestwonderlijke samenloop, Gethryn," zeide hij. „Ik dacht juist aan jou." „Heusch?" Anthony was verrast. „Ja, ja. Ik denk. dat je wel gehoord hebt? Dat moet wel. Arme Hoode!" „Natuurlijk. Daarom ben ik hier." „Maar ik dacht, dat je den dienst „O ja," zei Anthony, „den dienst heb ik verlaten. Een tijd geleden al. Ik ben hier, omdat kijk, dat zal idioot klinken, als Ik het probeer uit te leggen, zoo opeens. Kunnen we ergens heengaan, waar we rustig kunnen praten?" „Zeker, mijn jongen, zeker. Ik ben wer kelijk blij je te zien Gethryn. Erg blij. Dit is een vreeselijke en afschuwelijke geschie denis en, ja, ik denk, dat wij jouw hulp kunnen gebruiken. Je begrijpt: ik voel mij verantwoordelijk om te zorgen, dat alles gedaan wordt wat mogelijk is. Het lijkt je misschien vreemd, Gethryn, zooals ik mij daarmee belast; maar John en ik waren ja vanaf onze kinderjaren waren we meer broers dan werkelijke broers. Ik geloof niet, dat één week voorbij ging, misschien ééns of tweemaal, dat we elkaar niet za gen Dezen kant: we kunnen beter In mijn kamer praten. Ik heb hier een zit kamer voor mijzelf, weet je. Beste oude föhn 3. Het duurde drie kwartier vóór Anthony naar beneden kwam; maar in dien tijd was veel beslist en geschikt. Zóóveel inder daad, dat Anthony zich verbaasde over zijn geluk een vorm van geestelijke bezigheid, welke ongewoon voor hem was. Hij was altijd geneigd de giften der goden te beschouwen als vanzelfsprekend. Maar dit was anders. Alles werd hem zoo ge makkelijk gemaakt Allereerst: de zaak was in handen van dien goeden, dommen, ouden Boyd. Dan: daar was sir Arthur. Tot nu toe waren zij slechts kennissen van elkaar, maar deze heer was dat wist hij eenigen tijd geleden opmerkzaam ge worden op. en onder den indruk gekomen van de oorlogsrapporten van A. R. Gethryn, en had hem nu welkom geheeten in het door een zwaren slag getroffen ge zin. Door sir Arthur was miss Hoode, die Anthony nog niet had ontmoet over gehaald om Anthony te aanvaarden, hoe wel deze op het oogenblik optrad als jour nalist. O, er was niet aan te twijfelen, alles liep goed! „Nu." dacht Anthony, „op den moordenaar af." Al had het een pijn lijken kant, alles was buitengewoon ani- meerend. Wie doodde Roodborstje Hoode? Anthony voelde zich op het oogenblik tevredener dan het laatste jaar. Het bleek, dat er bij slot van rekening iets kon zijn, dat het leven de moeite waard maakte. In de hall vond hij Boyd; met hem Poole, den butler, een magere, beverige oude man en een stoeren kerel, die Anthony kende als een van Scotland Yard's kopstukken. Boyd kwam hem tegemoet. De stoere DE llEElt VAN OLLEFÏ.N SR. hoopt den 14cn Sept zijn 60-jarig toonecljubileum te herdenken. Bij deze gelegenheid wordt in den Stadsschouw burg te Amsterdam het stuk van Emile Zola ,De erfgenamen van Rabourdin" gegeven OPWINDENDE SPORT die op de reeds opgang maakt. De „waterslee" in volle vaart achter een motorboot. DE NIEUWE WEG ROTTERDAM—DEN RAAG is ook onder Overschie gereed gekomen. Dezer dagen .werden de laatste beletselen bij den hier boven afgebeelden „knik" weggenomen. PN GEDEELTE VAN DE NEDERLANDSCHE UOCKEÏ DAMESPLOEG welke hedenmorgen Rar Kopenhagen is vertrokken. V.l.n.r. de dames Molhuysen, v. Hasselt, Kollin Coutyuerque, Putman Cramer en Belzer. De meest rechtsche dame is een belangstellende. DE ITALIAAN T. NUVOLARI winnaar van de Ier- PAUL IIUF ALS DE „KONING" in het a s. sche T.T voor automobielen, gelukgewenscht door den Woensdag voor het eerst te Rotterdam op te voeren tooneelspel ,,Het Mirakel it\ de Engelschen premier MaeDonald. bewerking van Max Relnhardt. Een Detective-verhaal door PHILIP MAC DONALD. vertaling door H. A. C. S. inspecteur Boyd van het C.I.D. 1) S? den indringer de hand te schud- mj had het hoofd en de schouders ols te behooren aan kolonel In 1917 was hij aan kolonel ..geleend" in verband met een en geheim onderzoek in en bij inspecteur Boyd hield van kolonel cn had diepen eerbied voor hem. ®el, sir," zei hij, met een stralend I?at is prettig om u te zien .Zij ™ij niet verteld, dat u hier logeert. niet zoo," zeide Anthony. Dan nu er bij, den verbaasden blik .Ik weet niet precies waarom Ik Ik J B°yd. Misschien zendt je mij denk dat ik beter doe eerst miss w spreken vóór ik mij nog meer zijn lange beenen de kamer den weifelenden Boyd op de k„ er' slenterde naar de deur, i. "aar en ging de kamer uit. Naar wande, kwam hij in botsing met j "en man. Iemand van tusschen lSLS"tig, smaakvol gekleed in het r5?d geschouderd, manvliih. met DE HITLER-PARADE TE NEURENBERG. Hitler inspecteert op de historische Adolf Hitler- Platz, waarop reeds in 19-23 de eerste opmarscti plaats vond, de parade van de S.A.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5