1 ONTSIERENDE RECLAME. Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 1 September 1933 Derde Blad No. 22532 pening Vleeschwaren- en Conservenfabriek „De Rijnstreek" te Hazerswoude. INGEZONDEN. LAND- EN TUIN50UW. SCHADE AAN STADSCHOON! je Hazerswoude vond de opening plaats i de vleeschwaren- en conservenfabriek Rijnstreek" te Hazerswoude, in het |ijn van den burgemeester, den heer v. jHeulen, den secretaris, de wethouders [raadsleden dier gemeente. Aanwezig ben voorts eenige honderden genoodig- i, terwijl talrijke bloemstukken waren inengekomen. pet openingswoord werd gesproken door i lieer G. W. Zandvoort, directeur van [nieuwe fabriek, tevens eigenaar van de lende firma I. Zandvoort. slagerijen te pen, Oegstgeest en Noordwijk. Ook ak de burgemeester van Hazerswoude bens de gemeente en diverse der aan- autoriteiten. Na het ronddienen iden eerewijn werd het fraaie gebouw |de vleeschwaren- en conservenfabriek levens aangesteld als regeeringszouterij |r de Ned. Varkenscentrale bezich- en trok de algemeene bewondering. massale machines in de worstkeuken feden de grootste aandacht. In de koel- llen hmg een 50-tal prima stamboek- Ikens. die uitmuntten door bijzonder Ink vleesch, afkomstig van de selectie- Esterij van den heer Bonda. Hierboven een groepsfoto, genomen tij - Es de opening, waarop o.a. de heeren [Zandvoort Sr., G. W. Zandvoort, mevr. bdvoort en haar dochtertje, de architect [heer J. Stigter uit Leiden en het per- Vel. fabriek ligt zeer gunstig aan den idijk, onder de gemeente Hazerswoude. voorzijde van het nieuwe fraaie ge- iw. dat door zijn stevige kubistische geving een zeer aangenamen indruk kt, is gelegen aan den verkeersweg van naar Utrecht, en van dezen weg ;esloten door een hekwerk, samenge- uit steenen pilasters met ijzeren ihenhekwerken. terwijl drie stel zware n deuren toegang geven tot het cksterrein. Aan de achterzijde wordt fabriek begrensd door de Rijn, hetwelk mogelijk maakt het slachtvee, naar ize, aan te voeren per as of te water. bouw is opgevat als laagbouw. De :entraliseerde indeeling is zeer gunstig ;rojecteerd. De slachthal, het voorkoel- fis en de wDrstmakerij-kokerij liggen in midden van het gebouw en hebben een gte van plan. 5.20 Meter, tusschen vloer plafond gemeten. Om deze localiteiten !n zijn de kantoren, de koelhuizen, wasscherij. varkenshokken, ketelhuis, ichinekamer, magazijnen, garages, expe- 1?. kleerenberg'plaats, toilet voor het rsoneel en het schaftlokaal gerang- ikt. verlichting van alle localiteiten. ge- tiedt door direct met de buitenlucht in binding staande ramen reeksen, welke le beweegbaar zijn, waardoor een goede "lichting, maar tevens een goede venti- [e gewaarborgd is. die localiteiten zijn zoodanig geprojee- id. zooals dit door de logische gang van bedrijf wordt vereischt. Li de varkenshokken is een aparte af- 'fling als waag, voor de weging van het ichtvee, terwijl er zich tevens zeven ge pareerde varkenshokken bevinden, sa- icngesteld uit afscheidingen van gewa- •nd beton, en voorzien van ijzeren, naar Eerszijden te openen deurtjes. Een aparte gang voert vanuit de slacht- "ats naar het ketelhuis, en de achter de ?lhuizen geprojecteerde machinekamer. Het hanghuis staat in rechtstreeksche "binding met de worstmakerij-kokerij, koelhuizen, en de expeditie, terwijl de -peditie aan het kantoor grenst. Het kantoor, dat aan de voorzijde van gebouw is gelegen, is op het zuideh ^projecteerd. Door middel van toezicht- pen, die in de verschillende muren zi};i ngebracht, is het geheele bedrijf vanuit kantoor te overzien, geheele inrichting, welke met recht aanspraak kan maken, een model inrich ting te zijn, voldoet vanzelfsprekend, aan alle wettelijke voorschriften. Het koelhuis en de gekoelde spekzoute- rij zijn samengesteld uit dubbele muren, dubbele vloeren en dubbele plafonds, waartusschen overal tweedik, geprepareer de kurkplaten zijn aangebracht, waardoor het geheel volkomen tegen warmte invloe den van buiten af zijn geïsoleerd. De vloeren in de koelhuizen zijn eveneens Kiezerling-cementvloeren, de plafond's samengesteld uit Terra-cotta platen, ter wijl alle wanden zijn afgewerkt met Amerikaansche witte cement, zoodal reiniging niets te wenschen overlaat. In de gekoelde spekzouterij zijn vijf stuks pekel- bakken aangebracht samengesteld uit ge wapend beton, en met een gezamenlijke inhoud van ruim 20 M3. terwijl voldoende ruimte overblijft, voor opslag van spek in drogen toestand. De koeling der koelhuizen geschiedt door een ammoniak-compressor, aange dreven door een electro-motor, welke zijn opgesteld in de achter de koelhuizen ge legen machinekamer. De technische installatie, is voorzien van alle moderne machine's, kookketels, autoclaaf enz., zooals deze in een dusdanig bedrijf worden vereischt. Door het geheele gebouw, zijn transport banen aangebracht, voorzien van een automatische weegbrug met afleesklok in de expeditie. Voor voeding der kookketels, de auto claaf. de broeikuip, enz., alsmede voor de verwarming van het kantoor, het schaft lokaal en de machinekamer, door middel van radiatoren, is er in het ketelhuis, een staande stoomketel opgesteld van een ruim voldoende capaciteit. Alle vleeschbewerkings- en bussensluit- machine's worden door electriciteit aan gedreven, terwijl ook h.et geheele gebouw is voorzien van een electrische lichtinstalla tie. Deze kracht- en lichtinstallatie is van een zeer speciale uitvoering, samengesteld uit anti-cchroom materiaal, hetwciK een groote bedrijfszekerheid, en p.en lan0^ levensduur waarborgt. De geheele samenstelling en afwerking, alsmede de diverse installatiën getuigt er van, dat men er naar gestreefd heeft, een vleeschwaren- en conservenfabriek in wer king te kunnen stellen, welke voldoet aan de meest strenge eischen van hygiëne. Aan de voorzijde van het gebouw, liggen van links naar rechts, geprojecteerd: De twee afzonderlijke autogarage's, de expe ditie, met zijn groote toegangdeuren, aan weerszijden geflankeerd door een lage bloembak, welke hieraan iets fleurigs ge ven. voorts het kantoor met zijn breede vensters, en zijn apart entrée, keurig ge dekt met zijn groote luifel van gewapend beton, en afgewerkt met uitgewasschen granito. Hiervan terugspringend zijn een magazijn, de rookkast en het schaftlokaal gelegen. Door het hoogteverschil der daken van de verschillende lokaliteiten is een mooi lijnenspel verkregen, terwijl de rookkast. welke als toren is opgelost, het gebouw tot een fraai geheel maakt. Het gebouw is uitgevoerd volgens het ontwerp en onder leiding van den heel Jan Stigter. architect te Leiden Het ge tuigt dat de architect zich volkomen heeft ingeleefd iri den aard en de eischen aan een dusdanig bedrijf te stellen waarin hij bijzonder goed geslaagd is en waarvoor hem alle lof toekomt Aannemers van genoemd werk waren de heeren gebr Randsdorp te Lisse. die bijge staan door diverse onder- en neven-aan nemers hier een mooi stuk werk hebben tot stand gebracht. Buiten verantwoordelij Rheld der Red) Copie van al of niet geplaatste stukken wordt niet trrugcrftreven DE NIEUWE LEIDSCHE STADHUIS PLANNEN. Hetzij mij vergund den geachten inzender fn tie twee gestelde vragen, inzake het Pjo Blaauw te doen opmerken, dat juist Let plan Blaauw aan de publiciteit [?^.nebben prijsgegeven, het voorstel een I erostige inbreuk zoude beteekenen l p "et recht van zijn geestelijk eigendom. JACQUES VAN DER HEYDEN. |r Garenmarkt 9. r* Augustus 1933. ■Fa I U5t' Was du ererbt von deinen Vatern hast Erwirb es, um es zu besitzen. ELe Botschaft hör'ich wohl allein mir fehlt der Glaube- |t '-H Leidsche-stadhuis-vraagstuk, dat I ?'•- brand van '29 in een acuut stadium I :u; schijnt de oplossing thans nabij; |E'in-Vler iaren van overleg en proef- cfcen n,0Sen de autoriteiten nu niet fciaïi? n wanhoopsbesluit brengen! De e te belangrijk, immers het sym bool van Leidens glorie staat op het spel, één der schoonste stalen van Nederland- sche kunst is in het geding In den breede behoeft niet nogmaals betoogd te worden hoe historici en aethe- tici over dit gebouw oordeelden en getuig den; hoezeer de kunstwerken tentoon spreiden wat innerlijk een volk. een tijd perk beheerscht, vereischt geen nadere verklaring, maar dat een monument als het oude Leidsche stadhuis getuige van den geest en de wilskracht van Hollands grootschen tijd, daar zij nog even aan herinnerd. Dat juist Leidens voornaamste huis die ideeën vertolkte, was zoowel de trots der Leidenaars als van de andere vaderlan ders. In dit verband zij gereleveerd, dat in 's lands geschiedenis, ja, in 's werelds evolutie de naam der stad Leiden zulk een eervolle plaats inneemt dat het elk be zoeker van de Sleutel-stad bevredigt in het schoone, dat Leiden biedt, iets van het groote. verhevene te herkennen. Is het niet een allereerste plicht, dat zinvolle schoone gebouw te bewaren, in ongerepten staat te bestendigen? Velen getuigden van dien plicht en bij de her stel-plannen. van Leidens Stadhuis stel den de vroede vaderen: "Er wordt nadrukkelijk de aandacht op gevestigd, dat het gewenscht is aan den ouden gevel met zijn bordes en andere toe0angen de functie te hergeven, welke hij in de traditie van Leiden heeft....". „Het zwaartepunt van het stadhuis als representatief centrum van het stadsbe stuur, moet aan de Breestraat liggen, het administratieve centrum kan zijn hoofd accenten vinden aan Vischmarkt en Koornbrugsteeg. De hoop wordt uitge sproken. dat het mogelijk zal blijken de beiden elementen tot eenheid te verbin den, welke noch te kort doet aan het door de historie overgeleverde, noch aan het recht van onzen tijd om zich in eigen vormenspraak te uiten." Bekende architecten beproefden hun talenten op ontwerpen, die Leiden weer in het vooruitzicht van den ouden gevel en een daaraan harmonisch passend, goed geoutilleerd gemeentehuls zouden kunnen stellen. Na bestudeering der ingezonden plan nen en na lezing van het verslag der Raadhuis-Advies-Commissie. blijkt dat met uitzondering van bouwmeester Krop holler, geen der architecten aan het nieuw te bouwen gedeelte die vormen en verhou dingen hebben kunnen verleenen waar door met het antieke gedeelte een harmo nieus totaal verkregen wordt. Hoe verdienstelijk de ontwerpen van de architecten, Blaauw, Buurman, van der Laan en Mertens voor een stadhuis ook mogen zijn, door de groote tegenstellin gen, welke deze met den ouden gevel too- nen, werden ze ten eenen male onaan vaardbaar. Hoe aan de R.A.C. het antago nisme tusschen den ouden gevel en den nieuwbouw in Blaauw's plan ontging is absoluut raadselachtig Nog meer be vreemding wekt het. dat deze commissie de tegenstellingen tusschen beide deelen wil toespitsen door bij den nieuwbouw ander materiaal toe te passen. Het is moeilijk met weinig woorden de contrasten in Blaauw's ontwerp aan te toonen. Stel U voor de niet-hooge typisch Hollandsche renaissance gevel horizontaal gelijnd, met overal nogal weeke sculpturale versierin gen en klassieke détails tegenover een vlak-gemuurde, soms tot een hoogte van vijf verdiepingen opgetrokken gevel, waar in talrijke ramen mathematisch juist als op een dambord boven en naast elkaar zijn geplaatst Zelfs van het intact laten van het oor spronkelijke aspect van het oude gebouw en van het oude stadsdeel is bij Blaauw's plan geen sprake: een geheel nieuw gepro jecteerde buitengevel-rooilijn, waaraan bo vendien een nieuw plein is ontworpen en dan een toren op een zelf-bedachte plaats, een toren, die noch oud noch nieuw is, een toren, wiens vormen een concessie doet aanneo Duitsche renaissance, een toren, waarin absoluut niets van moderne tendenzen, te bespeuren is. dus totaal on waar, een wangedrocht, die als eenige ver dienste kan hebben: een doorloopende her innering aan den troebelen toestand in zekere kringen anno domini 1933! De plattegronden van het plan Blaauw zijn ongetwijfeld knap. zakelijk ontworpen, maar de wijdsche gangen, de nuchtere in deeling van alle ruimten en de hoogbouw strooken niet met het intieme karakter van het oude stadhuis. Men herinnere zich, dat Dudok's plan gekenmerkt werd door een voorbeeldige distributie der ruimten; daar Dudok's ontwerp een gaaf geheel, in zui veren stijl vertoonde zou zijn ontwerp zeer zeker de voorkeur verdienen boven dit van architect Blaauw. Het schijnt hopeloos hu weer opnieuw te moeten ageeren tegen een ontwerp, dat het oude stadhuis-aspect voor immer dreiét te ontluisteren. Is het zóó onmogelijk de con sequenties. voortvloeiende uit het besluit, dat de oude gevel hersteld moet worden, te blijven eischen? Het gepraat over den bouw van het stad huis maakte sommigen zóó beu. dat zij de oplossing der quaestie a tout prix forceeren willen, zij zouden genoegen willen nemen met op papier geteekende. aardig lijkende maar inderdaad schijn-effecten, en zij hebben met woorden formules bedacht, waardoor alles aannemelijk wordt Laat de beoordeelaars tot bezinning ko men. Wiens voorlichting en raad kan beter opgevolgd worden dan van den geboren Leiaenaar. H P. Bremmer. den onbetwist baar in de kunstwereld erkenden aesthe- ticus? D.d. 21 Augustus 1933 publiceerde deze zijn oordeel: ..Wil men een kunstwerk van eenige be- teekenis hebben, dan dient men te onder scheiden of men met een kunstenaar te doen heeft, met iemand die gedreven door een innerlijk idee, die in zijn werk open baring weet te brengen, of met iemand, die een bouwwerk in elkaar zet, dat aan be paalde utiliteitsgronden voldoet en daar omheen dan eenige toevoegsels te pas brengt, die door de conventies der tijden ontstaan zijn en den schijn van een kunst werk er aan geven. Dat op het gebied van bouwkunst, vooral heel moeilijk is uit te maken of men met werkelijk aesthetische neigingen of met conventioneele opvattin gen te doen heeft, daarvan ben ik me zeer sterk bewust. „Van wat mij van de plannen en ont werpen onder oogen kwam, lijdt het voor mij geen twijfel, dat mijn keuze zou vallen op dat van Kropholler. Van dezen bouw kundige heb ik door de jaren heen het werk gevolgd en ik meen, dat na Berlage, onder wiens invloed hij zeer zeker zijn in zichten ontwikkeld heeft hij 't meest kun stenaar onder bouwkundigen van onzen tijd genoemd kan worden. In zijn gebou wen vind ik de eenheid, die uit een inner lijke overtuiging ontstaan is, langzaam ge groeid tot iets van vaste en overtuigende stelligheid, tot iets wat een sterke en ge zonde persoonlijkheid doet kennen, met een zin voor voornamen eenvoud in zijn vormen, zooals ik die zoo veelvuldig in vele zijner bouwwerken bewonderd heb. Daarin is die gedragenheid en gelatenheid, die mij de overtuiging geeft, dat zijn gebouwen in de toekomst, hoe verschillend de opvattin gen door de tijden heen weer zullen zijn. dat hechte en sterke bezitten, dat de toets der tijden zal kunnen trotseeren". Het plan Kropholler genoot ook de meest gunstige beoordeeling voor de ontworpen binnen- en buitengevels, vooral ook wat de aansluiting met 't oude gedeelte betreft door de Raadhuis-Advies-Commissie, maar deze opperde bezwaren tegen de platte gronden en sommige gedeelten der binnen architectuur. Is het nu absoluut ondoenlijk met schetsplannen voor het exterieur die aan alle redelijke eischen voldoen, geconci pieerd door een bouwmeester wiens repu tatie borg staat voor een alleszins kunst volle realisatie, de plattegrond to projec teeren. die practisch en doelmatig het stadhuis doen functioneeren? Aan het be- zwaa* der R. C, togen de plaatsing der bureaux van den ontvanger kwam Krop holler tegemoet door zijn „variant" plan. In 's bouwmeester's streven door zijn inwendige ruimteverdeeling (die voor hui dige begrippen daarvan afwijkt) meer overeenstemming met den renaissance- bouw van den bestaanden gevel te brengen is hij volgens sommiger idee te ver ge gaan. doch dat Kropholler daardoor een eenheid bereikte als door geen zijner medestanders, is ongetwijfeld. Een bouw meester van zijn kunde en ervaring is herzien van zijn plattegronden zeer zeker toe te vertrouwen. De geheele opzet van Krophollers ontwerp getuigt van groote piëteit ten aanzien van dien ouden pracht- vollen gevel, waardoor de volle luister van voorheen zal stralen over tijdgenoot en na geslacht! Dat deze bouwmeester er toe kwam den wereldberoemden ouden toren te herplaatsen, lag in de rede. Die stadhuistoren, volgens den Delft- sehen hoogleeraar Eugen Gugel: „fier om- hoogrijzend, een onschatbare type van zijn soort ..strekt aan het monument als karakteristiek bijwerk tot sieraad"; die toren waarvan A. W. Weissman in zijn Geschiedenis der Beeldende Kunst getuigt: „achter hel raadhuis staat een toren met doorluchtige spits, die door zijn sierlijke vormen veel tot het pittoreske aanzien van het gebouw bijdraagt; „de toren, die naar het oordeel van mr. J. C. Overvoorde, Leidsch archivaris, en van prof. dr. P. J. Blok. Leidsch hoogleeraar. bij den ouden gevel behoort, deze zal door geen anderen vervangen kunnen worden. Twijfelde men aanvankelijk naar de bestaande gegevens den ouden toren te kunnen herstellen, thans staat onomstoo- telijk vast, dat de sierlijkste Nedeiiandsche toren volkomen herbouwd kan worden. Bouwmeester Kropholler schrijft in zijn toelichting: „Bij het voorliggend plan is uitgegaan van de gedachte, dat ook de plaats van den toren voor den aanblik in de Breestraat bijzonder© beteekenis had en dat voor en aleer werkelijk gebleken is de groote belemmering welke de hand having van de oude plaatsing met zich zou brengen voor de dispositie van het nieuwe stadhuis, zou de oude plaatsing de voorkeur moeten worden gegeven. Daar door herkrijgt de Breestraat-gevel zijn oe- kroning en hiermede zijn volle belang rijkheid in het stadsbeeld terwijl het representatief zwaartepunt van het stad huis er weer geheel door wordt terugge bracht naar den ouden hoofdingang, waarbij immers de toren verrees". „Verre weg de meeste onzer oude raadhuizen her inneren ons trouwens aan hetgeen voor weinigen onbegrijpelijk kan zijn: dat een raadhuistoren alleen beteekenis heeft, wanneer hij het representatief centrum der gemeente aanduidt en de plaats (of de aslijn) aangeeft waarin de toegang hier van ligt„Bij dit stadhuis wordt het representatief gedeelte vereischt in den omtrek van den ouden hoofdingang Het blijkt mogelijk den toren op zijn oude plaats te handhaven temidden der repre sentatieve ruimten, de raadzaal gelegen aan den binnenhof noordelijk van den toren, de feestzalen aan de Breestraat Z.W. van dezen". Bij het lezen van dit citaat uit Krop hollers werk wordt gevoeld en begrepen, dat deze bouwmeester z'n onderwerp gees telijk geheel verwerkt en zuiver doordacht heeft. Epiloog: Aangezien het uiterlijk van Krophollers ontwerp ook volgens de R.A C. een fraaie oplossing biedt bij de kwestie van de aansluiting van ouden gevel met het nieuw te bouwen gedeelte; aangezien het ontworpen complex ook volgens de R.A.C. goed passend in 't stadsbeeld sluit; aangezien met het herbouwen van den be roemden stadhuistoren door Kropholler het door brand verwoeste stadhuis zoo volkomen mogelijk, dus ook in het stads- silhouet. herstelt, worde gevraagd aan bouwmeester Kropholler op te dragen de plattegronden zoo om te werken, dat aan de ernstige bezwaren tegen zijn plan ge opperd. wordt tegemoet gekomen J. J GERSTEL. Rotterdam. 30 Augustus 1933. Henegouwerlaan 64. HET VOORSTEL COSTER. Eind December 1932 werd ik voor de keus gesteld te bedanken voor de aan mij verleende muziekvergunning of in het vervolg in plaats van f. 10.f. 16. per maand te betalen. Dus een verhooging van f. 6.per maand in tijdsomstandig heden, dat vele café's hun deuren hebben moeten sluiten i.v.m. het niet na kunnen komen der zware belastingen hen opge legd en in hoofdzaak de personeele be lasting. Doordat mijn localiteit. 41/» M2 grooter is dan 100 M2. dus dientengevolge de 41/: M2 voor de volle 50 M2 wordt gerekend, moet ik dan nu f. 72.extra betalen en dat in een tijd van groote malaise in ons bedrijf. Dank zei de welwillende bemoeiingen van den heer Coster wordt getracht een herziening van het bovenstaande te ver krijgen en is het prae-advies van B. en W. zoodanig gesteld, dat het voorstel van den heer Coster wordt omzeild. Er wordt niet gevraagd om verlaging der muziekbelastlng, doch om de plotse linge verhooging niet langer te laten doorgaan en een meer billijker verdecling, het gevolg hebbende dat b.v. 4'/i M2 niet gelijk gesteld zal worden met 50 M2 Indien het prae-advies van B. en W. wordt gevolgd, zullen vele vakgenooten met mij hun localiteiten moeten verklei nen om aan de extra-verhooging te ont komen Verder vraag ik mij af hoe of het komt, dat er geen rekening mede is gehouden met het verschil tusschen een verlof en een vergunningzaak daar een Vergun ningzaak toch in een betere conditie ver keert en de lasten voor beide gelijk zijn (uitgezonderd het vergunningsrecht). Dit bovenstaande diene om een juisten blik te geven aan de betrokken Autoritei ten en vakgenooten en dank ik U zeer, Geachte Redactie, voor de aan mij ver leende plaatsruimte en teeken ik met de meeste hoogachting Uw. dw. dr- J. J. DOEDENS. Lunchroom „De Bijenkorf". Steenstraat 27, Leiden DE AARDAPPELEN-INVOER IN ENGELAND. Men meldt uit Londen: De minister van landbouw heeft onder handeld met vertegenwoordigers der aard- appelenuitvoerende landen in verband met de noodzakelijkheid van het tot stand komen van een regeling van den aard- appeleninvoer. Thans is overeengekomen, dat gedu rende de maanden September, October, November en December de invoer uit Nederland niet meer dan 3000 ton zal be dragen, die uit België niet meer dan 250 ton. Andere landen, die gewoonlijk geen aardappelen naar het Vereenigd Konink rijk uitvoeren, is verzocht, gedurende de rest van het jaar niet in te voeren. Foto Bleuzé. Even voorbij de spoorboomen troont op den Rijnsburgerweg een reclamebord, dat velen al een doorn in het oog is geweest! De entrée van dezen mooien, breeden verkeersweg is er "<aarlljk niet op vooruitgegaan!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 9