|5-jarig Regeeringsjubileum
van Koningin Wilhelmina
De toestand in de Haringvisscherij
Me Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 30 Augustus 1933
Derde Blad
No. 22530
KERK- EN SCH00LNIEUWS
RECHTZAKEN.
X
EEN LEVEN VAN PLICHTSVERVULLING
jo:;en, den 31sten Augustus, zal het
jaren geleden zijn, dat Koningin Wil-
fcxa de regeering aanvaarde. Zij deed
pet de volgende proclamatie aan Haar
dezen voor U en Mij gewichtigen
gevoel Ik Mij gedwongen eenige woor-
:ot U te richten. Allereerst een woord
warme dankbaarheid! Sedert Mijn
Jfste jeugd hebt Gij Mij omgeven met
|Liefde, Uit alle deelen van het Konink-
uit alle kringen der Maatschappij,
Jouden en jongen, ontving Ik steeds de
[lende blijken van gehechtheid. Nadat
beminde Vader Mij was ontvallen,
al Uw aanhankelijkheid aan
Stamhuis op Mij overgebracht,
nu Ik gereed sta de schoone
i zware taak. waartoe Ik geroepen ben
unvaarden, gevoel ik Mij als gedragen
Uw trouw.
Nvang mijnen dank! Hetgeen ik tot
jer mocht ondervinden, liet onuit-
pbare indrukken bij Mij na. Het is Mij
I waarborg voor de toekomst,
f'. n innig geliefde Moeder, aan wie ik
[ioprekelijk veel verschuldigd ben, gaf
'net voorbeeld van een edele en ver
sie opvatting der plichten die nu op
tasten.
'stel Mij tot levensdoel dat voorbeeld
te volgen, te regeeren, zooals van een
ptin uit het Huis van Oranje wordt
pacht. Aan de Grondwet getrouw,
™h ik den eerbied voor den Neder-
bcnen naam en de Nederlandsche vlag
«vestigen. Ik wensch bij het Opperbe-
k over de Bezittingen en Koloniën in
1 en West rechtvaardigheid te betrach-
l en naar Mijn vermogen bij te dragen
I yerhooging van Uw geestelijk en stof
je welzijn,
T hoop en verwacht, dat Uw aller steun
[welken ambtelijken of maatschappe-
n werkkring binnen of buiten het Ko-
hi]k Gij zijt geplaatst. Mij daarbij
ontbreken zal.
I vertrouwende en met de bede,
["ij Mij sterke, aanvaard Ik de regee-
WILHELMINA.
ueaaan te 's-Gravenhage, op heden
hen 31sten Augustus 1898."
ei|enlijke inhuldiging vond eerst
C-v. dagen later, den 6ên September
in de Nieuwe Kerk te Amsterdam
r, Daar legde de jonge Koningin den
van trouw aan het volk van Neder-
"1 af:
i j^^eer aan het Nederlandsche Volk,
de Grondwet steeds zal onderhou-
tcn handhaven.
zweer dat. Ik de onafhankelijkheid
L ?r°ndgebied des Rijks met al Mijn
,fa zal verdedigen en bewaren, dat
meene en bijzondere vrijheid en
rWTn Tan Mijn onderdanen zal
UTn»en en 101 instandhouding en be
lli'. van de algemeene welvaart alle
Fm';? zai aanwenden, welke de wetten
L -Jacr beschikking stellen, zooals een
p Konino
schuldig is te doen Zoo waar-
l cl-
iijFJlF God Almachtig!'
Itïen i?r'!s 'aren nti is het morgen
p'umj de Koningin de regeering
F heeft* ,?at zii dezen eed aflegde en
van w Sedurende dien tiid gekwe-
ien i0f aar F?aIc °P ?on wijze, die boven
verheven. Wie onbevangen de
Ittrv?1??' zal moeten erkennen dat
p 'Uioneel recht door onze Konin-
p: astig onderhouden en gehand-
Jt 'oor 35 iaren door Haar
'landroh* volk werd bezworen
icht°ur2icht' zelfs een zéér beknopt
i Zoo „,°eVen Tan deze 35 regeerings-
aus véél te ver voeren, Slechts
zij hier bij een paar historische momen
ten een oogenblik stil gestaan.
Het begin der regeering van Koningin
Wilhelmina viel samen met den oorlog in
Zuid-Afrika. Engeland bevocht de Boeren
republieken en de oude president van
Transvaal, Paul Kruger was genoodzaakt
te wijken en zich op een stuk Portugeesch
grondgebied aan de kust in veiligheid te
stellen. Toen zond de Koningin een Ne-
derlandsch oorlogsschip, de ..Gelderland"
naar Zuid-Afrika, dat den ouden president
aan boord nam en hem naar Nederland
bracht. Een golf van ontroering ging door
de geheele wereld om dit nobele gebaar en
algemeen werd deze edele geste van de
jonge vorstin van het kleine landje gepre
zen.
Haar verloving. Haar huwelijk, Haar
ernstige ziekte en de buitengewone geest
drift. waarmee het volk Haar alom begroet
te, toen Zij voor het eerst weer uitreed,
Haar moederschap, dat Zij in 1909 deel
achtig werd gaan wij stilzwijgend voorbij,
om nog enkel te herinneren aan de woe
lige Novemberdagen van 1918. In aanslui
ting op de Duitsche omwenteling van 9
November, dreigde ook hier te lande een
revolutionnaire beweging te ontstaan. Den
Hen November hield Mr. Troelstra, de lei
der der soc.-democratische Kamerfractie,
te Rotterdam een geruchtmakende rede,
waarin hij o.m. betoogde, dat nu beslist
moest worden of ook niet in Nederland de
hoogste macht moest gelegd worden in de
handen van arbeiders- en soldatenraden,
waaraan de bourgeoisie zich te onderwer
pen zou hebben. Den volgenden dag sprak
Mr. Troelstra in denzelfden geest in de
Tweede Kamer. Onze noodzakelijkheid en
onze onmisbaarheid geven ons het recht
naar de macht te grijpen", verklaarde hij.
De regeenng vaardigde een door alle mi
nisters onderteekend manifest uit. waarin
zij een beroep deed op het gezond ver
stand der bevolking om het wettig gekozen
gezag te steunen: Overeenkomsten met de
geallieerde mogendheden over groote aan
de Nederlandsche regeering te leveren voor
raden, zouden bij ernstige onlusten hier te
lande, krachteloos worden. Het manifest
miste zijn uitwerking niet. Met uitzonde
ring van Amsterdam, waar bloedige bot
singen plaats vonden, bleef alom de rust
gehandhaafd. Alle z.g. burgerlijke partijen
sloten zich aaneen om de constitutioneele
rechten en vrijheden te beveiligen. Den
18en November had op het Malieveld te
's-Gravenhage een zrootsche betooging
plaats ter eere van de Koningin, welke
door soortgelijke volksuitingen in andere
plaatsen werd gevolgd Den ?0sten Novem
ber vaardigde de Koningin daarop een
proclamatie uit waarvan het slot luidde:
..Het is ons vast voornemen voorgenomen
hervormingen door te zetten en aan te
vullen met de snelheid die past bij den
polsslag van dezen tijd. Reactie zij uitge
sloten Wij moeten vooruit."
Met grooten luister heeft het Neder
landsche volk in 1923. nu tien jaar gele
den Haar 25-jarlg ambtsjubileum gevierd.
Het was in die dagen dat mr H P Mar-
chant. de tegenwoordige Minister van On
derwijs een artikel schreef: „Kroon en
Politiek" waarin hij over de Koningin o.a.
het volgende zeide dat ook heden nog van
volle toenassine is:
„Aan de eischen, die een volk zijnen
souverein mag stellen, voldoet Koningin
Wilhelmina zonder voorbehoud. Wie ter
behandeling van staatszaken met Haar tn
aanraking zijn geweest, moeten welk
staatkundig beginsel zij mogen zijn toege
daan. weten, dat de noodige kennis en in
telligentie Haar eigen is. Zij weten ook,
dat Zij Hare, voor een gewoon sterveling
piet benijdbare taak met ijver en toewij
ding vervult. Dit is geen leven waarin Zij
zoekt wat Haar persoonlijk aangenaam is.
Het leven van een Prinses, die wordt
voorbereid voor haar taak, van een Ko
ningin straks, van een Koninklijke echtge-
noote en moeder is waarachtig voor geen
gewoon sterveling benijdenswaard. De be
wijzen van gehechtheid en dankbaarheid
eener groote massa moeten veel leed en
veel ontzegging vergoeden. Het is een leven
van plichtsvervulling, van den ochtend tot
den nacht. De voorstelling, alsof hier een
bestaan zou worden geleid van nietsdoen,
van genot zoeken in weelde, kan zich
slechts vastzetten bij onwetenden, en het
strekt hun, die beter weten, niet tot eer,
dat zij deze voorstelling laten beklijven
De Koningin heeft, bij al Hare echt
vrouwelijke en moederlijke eigenschappen,
het sterke karakter, noodig voor een re
gent. Wie van de persoonlijkheid der Ko
ningin meer weet dan de buitenstaander,
gevoelt eerbied voor Hare treffende waar
heidsliefde. Een adviseur, die mocht wa
gen, Haar een onzuivere voorstelling van
zaken te geven dit kwam voor of die
niet de geheele waarheid zegt en niets dan
de waarheid dit kwam ook voor heeft
afgedaan voorgoed.
Vorsten hebben veelal de fout begaan,
dat zij slechts wilden hooren wat aange
naam was om te hooren. Zij hebben daar
door dikwijls om zich zelf een sfeer ge
schapen van onwaarheid en vleierij- Staat
en volk aldus aan de grootste gevaren
blootgesteld, den weg gebaand voor in
trige en kuiperij.
Onze Koningin wil alles hooren. Zij wil
alles weten, ook al is het onaangenaam
om te hooren en te weten. Zij zal laat
men het tegenspreken! een overtuigd
republikein te woord staan, als Haar taak
medebrengt met hem van gedachten te
wisselen, op denzelfden toon als met den
geestdriftigsten oranjeklant. Zij laat
slechts één overweging gelden: hoe dien
ik het best mijn land en mijn volk?
Met deze opvatting van de Koninklijke
taak wordt het volk ten beste geleid. Het
volk gevoelt dit intuïtief. Wie smalend
spreekt van de „oranjelol" vergeet, dat
achter den lust tot feestvieren bij deze
gelegenheid,, bij den een meer <'an bij den
ander beredeneerd en op weten berustende
het gevoel leeft, dat men het jubileum
viert van Eene, die in liefde voor het volk
en in toewijding aan het vaderland staat
op de eerste plaats. Er ligt in deze „oranje-
lol" meer waarheid dan in de, op zoovele
valsche gronden berustende actie daar
tegen.
Koningin Wilhelmina heeft in de jaren
van Hare regeering de overtuiging in het
volk vaster doen wortel schieten, dat voor
Nederland vooralsnog tie constitutioneele
monarchie de beste staatsvorm is, dien het
kan wenschen."
PREDIKBEURTEN
VOOR DONDERDAG 31 AUGUSTUS
Ger. Gem. (Nieuwe Rijn): ds. J. D.
Barth van Borsselc.
NOORDWIJKERHOUT.
Ned. Herv. Kerk: Wijdingsavond. ds. van
Noort, nam, 7,30 uur.
NED, HERV. KERK.
Drietal" te Amsterdam (vac. dr. Klap)
R. Bartlema te Zeist, G. Grootjans te Wa
tergraafsmeer en W. H. A. Nelck te IJssel-
monde.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: te Bergentheim F. C. Zwaai te
Borger; te Hyum en Finkum H. Muys,
cand. te Bilthoven.
CHR. GEREF. KERK.
Tweetal: te 's Gravenzjyjde J. W. v.
Ree te Barendrecht en N. de jong te Rijns
burg
Aangenomen: naar Baarn L. Kraan,
cand. te Apeldoorn.
DE GENERALE SYNODE DER
GEREF. KERKEN.
In de 4e zitting was een schrijven bin
nengekomen van Mr. L. v. Andel te Mid
delburg, houdende bezwaar tegen de be
noeming van Prof. Dr. V. Hepp tot advi
seur van de commissie die de zaak van
Dr. J. G, Ubbink krijgt te behandelen. Dit
bezwaar werd niet ontvankelijk verklaard.
Dr. W. A, v. Es. van Leeuwarden, deelde
mede dat Prof. Hepp instantelijk weigert
in deze zaak van advies te dienen zoodat
de betrokken commissie voor deze aange
legenheid het zonder praeadviseur moet
doen. De Synode besloot daarin te be
rusten.
De Synode verklaarde een bezwaar
schrift van den heer J. Lameris te Amers
foort speciaal in betrekking tot de tweede
vraag die aan de belijdeniscatechisanten
gesteld wordt, niet ontvankelijk en verwees
terzake naar vorige door haar genomen
beslissingen.
De voorstellen van de Part. Synoden
van Gelderland en Overijssel strekkende
tot versobering van het aantal collecten
door de Gen. Synoden, werden aangeno
men in dien zin dat de Gen. Synode ter
zake reeds de soberheid pleegt te be
trachten.
Breede discussie ontstond over vaste
standplaatsen van emeritus-predikanten.
De Synode renvoyeerde deze zaak naar de
commissie wat de praeses aanleiding gaf
tot de opmerking dat de commissie de
conclusies eerst gemeenschappelijk moe
ten hebben vastgesteld alvorens die ter
Synode komen, want het terugzenden van
rapporten naar de commissie mag niet
voorkomen.
Naar aanleiding van het voorstel van
de Part. Synode van Zuid-Holland-Zuid,
besloot de Synode de kerken nog eens
krachtig op te wekken de doopattestn bij
vertrek steeds na te zenden.
Het rapport over het voorstel van de
Part. Synode van Brabant en Limburg
over een wijziging van de bestaande rege
ling voor onderlinge hulpverleening der
kerken, opgekomen uit den boezem van
de Centr. Diaconale Conferentie, dat
strekte tot verwerping van het voorstel,
ontlokte een levendige discussie, waarna
de Synode met groote meerderheid mee
ging met Brabant-Limburg en de commis
sie opdracht gaf om na te gaan of ln het
voorstel van Brabant-Limburg nog redac
tiewijzigingen moeten worden aange
bracht.
VERGADERING VAN DE REEDERSVEREENIGING
REGEERINGSSTEUN GEVRAAGD VOOR
UITVOER NAAR RUSLAND.
Gisteren heeft de Reedersvereeniging
voor de Ned. Haringvisscherij in den Haag
haar 18e algemeene j aarlij kschc vergade
ring gehouden
In zijn openingsrede deelde de voorzit
ter, de heer W. Richter Uitdenboogaardt
mede, dat in 1932 238 haringschepen aan
het visscherijbedrijf deelgenomen hebben
en tezamen 556.568 kantjes haring bin
nen brachten tegen in 1931 289 schepen
met een vangst van 762.695 kantjes. Per
vaartuig heeft de gemiddelde vangst in
1931 alzoo bedragen 2639, in 1932 2337
kantjes haring Bij een mindeie vangst
van 300 kantjes per schip slechts een
prijsverhooging van f. 0.75 per kantje.
Deze cijfers stellen aldus spreker
duidelijk in het licht, dat de exploitatie
van ons visscherijbedrijf weer een poover
resultaat heeft opgeleverd-
In aanmerking genomen de ontzaglijke
moeilijkheden waarmede het haringbe-
drijf in 1932 te kampen heeft gehad, als
daar zijn de stagnatie in den handel door
de Duitsche dcviezenbeperkingen en de
plotselinge verhooging op 26 September
1932 van het Duitsche invoerrecht van 3
op 9 R.M. per ton, moet het nog tot tevre
denheid stemmen, dat een algemeene
stopzetting van het bedrijf is voorkomen.
In groote mate is zulks te danken aan
de Rijks-steunverleening, waarbij een cre-
diet van 2'/- millioen gulden ter beschik
king van de Reedersvereeniging voor de
Ned. Haringvisscherij werd gesteld met
het doel. de reeders individueel in de ge
legenheid te stellen hun aangevoerde
haring tijdelijk uit de markt te houden
en een geleidelijke likwidatie van de
voorraden te bevorderen.
Het optreden van Duitschland.
Bij de betalingsmoeilijkheden, die
Duitschland onzen handel veroorzaakt, en
de reusachtige verhooging van het invoer
recht op gezouten haring, komt nu nog
het steeds sterker autarkisch optreden
van ons nabuurland. Het vorig jaar heb
ben de Duitsche reederijen daartoe in
staat gesteld door 's Rijks schatkist, hun
vloot met 30 motorschepen kunnen uit
breiden en thans is op de Duitsche rijks-
begrooting opnieuw 6 millioen R.M. uit
getrokken voor verderen aanbouw van 50
haringschepen. Zoo wordt de Duitsche
visscherij gesteund. En bij dit alles komt
nu nog dat Duitsche trawlers hun haring
te IJmuiden komen markten. Deze haring
wordt in verschen toestand aangevoerd en
kan alszoodanig vrij van invoerrecht naar
Duitschland worden uitgevoerd. Onze Re
geering schijnt hier onmachtig tegenover
te staan- Kan het onlangs in het leven
geroepen retorsiewetje, waarbij afweer-
maatregelen kunnen genomen worden,
hier niet worden toegepast?
De toekomst van het bedrijf.
Hoe moeten wij ons de toekomst van ons
bedrijf indenken?
Toen mij in het vroege voorjaar, maan
den voor den aanvang van de nieuwe
campagne, als voorzitter werd medege
deeld, dat de Regeering plan had 50.000
kantjesharing (welk kwantum ik advi
seerde tot de helft te reduceeren) in koel
huizen op te slaan, met de bedoeling steun
aan de marktprijzen te geven en tegelij
kertijd de venters tegemoet te komen, die
geklaagd hadden over onvoldoenden voor
raad van haring tegenover dc bestaande
binnenlandsche vraag, toen bestond bij
uw hoofdbestuur goeden moed, dat wij
een daadwerkelijken steun van onze Re
geering mochten verwachten.
Daarna zijn ons meermalen van regee-
ringszijde overwegingen tot stcunverlee-
ning, veelal met bezwarende voorwaarden,
medegedeeld, doch telkens hebben wij,
wanneer het op daden, dus op het defini
tief afsluiten eener overeenkomst aan
kwam, een angstvallige terugtrekkende
beweging moeten constateeren
Eenige reden voor deze afwijzende hou
ding moge gelegen zijn in de omstandig
heid. dat enkele deelnemers aan de Rijks-
credietregeling 1932 aan hun verplichtin
gen nog niet hebben voldaan, immers is
dientengevolge de Reedersvereeniging niet
in de gelegenheid het saldo groot f. 61.900
aan den Staat te voldoen, ten zeerste be
treuren wij zulks te moeten erkennen.
Toch mecnen wij in alle bescheidenheid
de vraag te mogen stellen of dit nu een
reden mag zijn om het ganschc haring-
visscherijbedrijf. dat met zijn uitgebreide
vertakkingen zooveel duizenden menschen
brood verschaft, in deze abnormaal moei
lijke tijden geheel aan zijn lot over te
laten?
Afzetgebied zoeken in Rusland.
Onophoudelijk hebben wij onze Regeering
voorgehouden, dat ophouden, blokkeeren
van haring, verleden jaar een doeltreffend
middel toen halverwege de campagne het
Duitsche invoerrecht verdrievoudigd werd
thans geen doel kan treffen, doch dat
wij nu alleen gebaat kunnen zijn door be
langrijke uitbreiding te geven aan ons af
zetgebied.
Daar Duitschland geen middelen ontziet
om door vloot-uitbrciding in eigen haring
behoefte te voorzien en zelfs in ons land
de geglegenheid wordt gelaten dat Duit
sche vischschepen versche haring aan
brengen. daar blijft voor ons maar een
mogelijkheid, dat is afzetgebied te zoeken
naar Rusland. En om een partij van hon
derd a honderdvijftig duizend vaten ha
ring aan Rusland te verkoopen. hebben
wij Regeeringscrediet noodig.
Beperking van den aanvoer
noodzakelijk.
Na de openingsrede van den voorzitter
heeft een uitvoerige gcdachtenwlsseling
plaats gehad over de rijkscredietregeling
1932 voor de haringvisscherij in verband
met een eventueele steunrgeling voor de
haringvisscherij 1933. Daarbij kwam o. m.
ter sprake de midden-Juni door het depar
tement van economische zaken gestelde
eisch tot de beperking van de haringvis
scherij 1933 in dien zin, dat slechts 3/5
deel van de haringvloot dit jaar aan de
haringvisscherij zou mogen deelnemen,
hetgeen naar de meening van het hoofd
bestuur en van de vergadering alleen dan
effect sorteeren, wanneer in de overige
haringproduceerende landen een gelijke
beperking zou worden tot stand gebracht.
Aangezien genoemd departement de voor
gestelde beperking als hoofdvoorwaarde
had gesteld voor eventueel te verleenen
steun, heeft het hoofdbestuur der reeders
vereeniging zijn bezwaren daartegen
schriftelijk uiteengezet Het niet nakomen
door de regeering van een in het voorjaar
gedane belofte pl.m. 25.000 kantjes maatjes
haring uit de markt te nemen en in koel
huizen te doen opslaan, ontlokte veel dis
cussie, waarbij gesproken werd over mis
leiding.
Op die toezegging toch zijn verscheidene
schepen voor de haringvisscherij in ge
reedheid gebracht. Door het niet uit de
markt nemen door de regeering van de
maatjesharing zijn de prijzen zelf tot f. 5
per kantje tcruggeloopen, hetgeen veel
verlies voor de betrokken reeders heeft ge
bracht.
Over de gemaakte vergissing bij het
handelsverdrag met Duitschland bleek de
vergadering niet goed te spreken te zijn.
Tenslotte heeft de vergadering het hoofd
bestuur opgedragen zich in dit verband
met de bestaande moeilijkheden opnieuw
tot de Nederlandsche regeerieng te wen
den.
Nadat mr Kiewiet dé Jonge een voor
dracht over de Noordzee-conventie gehou
den had. werd een motie aangenomen,
waarin wijziging en aanvulling der Noord-
zeeconventie als dringend noodzakelijk
wordt voorgesteld.
De contributie aan de algemeene kas
der vereeniging werd bepaald op f. 15 per
schip, dat in 1933 aan eenige visscherij
heeft deelgenomen. De bijdrage voor 1933
aan de reddingmaatschappijen werd be
paald op f.60 voor iedere maatschappij.
OPENLIJKE GEWELDPLEGING TEGEN
DE POLITIE.
In den namiddag van 2 Juli j.I. werd de
agent van politie Verstraten te Leiden ter
assisteutie geroepen naar een der stegen
in de Haarlemmerstraat, alwaar een
zekeren P. met zijn zwager. P. S. in een
vechtpartij gewikkeld waren. Toen de agent
ter plaatse verscheen en trachtte de
vechtende mannen te scheiden, ontmoette
hij daarbij heftigen tegenstand niet alleen
van de zijde van S., doch ook diens beide
zoons, een schoonzoon en een zekeren van
W. namen een dreigende houding aan. De
agent werd deerlijk mishandeld tegen den
grond geworpen van alle zijden gestompt
en getrapt en stond op een gegeven oogen
blik met het hoofd op den grond en de
beenen naar boven gekeerd, vastgehouden
door een der zoons. Het zou den politie
man erger zijn vergaan, indien niet tijdig
hulp was komen opdagen. De chauffeur
Johan Bwist door een paar flinke klappen
uit te deelen den agent te ontzetten. Deze
wien intusschen de sabel was ontnomen
en ook de sabelschede van de uniform
was gescheurd, maakte toen gebruik van
zijn dienstrevolver waarmede hij de vech
tenden op een afstand wist te houden,
doch niet voordat hij een tweetal hunner
had geraakt.
Ter" zake van openlijke geweldpleging,
subs, bedreiging met openlijke geweld
pleging stonden gisteren terecht, de 49-
jarige metselaar P. S., de 24-jarige straat
maker P. S. Jr., de 20-jarige voeger W.
S., de 30-jarige los werkman W. van W.
en de 29-jarige straatmaker J. L.
De uitvoerige verklaring van den agent,
welke geheel klopte met het door dezen
opgemaakt proces-verbaal werd niet be
streden door den hoofdbeklaagde (ge
detineerd), die zeide zich van het geheele
geval niets te kunnen herinneren, omdat
hij onder drankinvloed verkeerd had. De
beide zoons beweerden hun vader slechts
naar huis te hebben willen brengen en
daarin door den agent verhinderd te zijn,
terwijl de beide andere verdachten be
weerden slechts den rol van belangloos
toeschouwer tc hebben vervuld.
Mr. van Asch van Wijck, die het O.M.
waarnam noemde de gepleegde feiten
hoogst ernstig. De aanvankelijk aan S.
Sr. ten laste gelegde poging tot zware
mishandeling liet spr. vallen maar ten
aanzien van alle verdachten handhaafde
hij na de afgelegde getuigenverklarin
gen, waarbij was komen vast te staan
dat de agent met vereende krachten was
aangevallen en zoodanig mishandeld dat
hij gedurende 14 dagen buiten dienst is
geweest de openlijrke geweldpleging in
vereeniging. Spr. bracht een woord van
hulde aan den agent voor diens krachtig
verweer en aan den getuige B. voor diens
hulpvaardig optreden.
Waar dc hoofddader reeds 11 vonnissen
onderging, waarvan 9 wegens ruwheids
delicten, luidde de eisch tegen hem 1
jaar en voor ieder van de andere verdach
ten 8 maanden gevangenisstraf.
De verdediger mr. Kok, meende met
het oog op een reclasseeringsrapport voor
den vader een voorwaardelijke straf en
voor de anderen een veel clementer straf
te moeten verzoeken.
De rechtbank zal op 11 September vonnis
wijzen.
o
KANTONGERECHT TE LEIDEN.
De Kantonrechter heeft gisteren uit
spraak gedaan inzake de overtreding van
de Tarvvewet. Den overtreders werd een
boete opgelegd van f. 10.
De eisen van het O.M. was f.60.
BADERS, WEEST VOORZICHTIG
DE ZEE IS BEDRIEGELIJK!