aargang
Donderdag 10 Augustus 1933
No. 32
IANNEKE NAAR HET
I00LFEEST GING.
ANEKDOTEN.
drafje kwam Anneke uit school
hollen en dadelijk zocht ze
i haar het groote nieuws te ver
der was druk bezig in de keuken
|erbaasd op, toen Anneke haastig
nenstormen om haar opgewon-
ellen, dat er op school een feest
gegeven, vlak voor de groote
dat alle kinderen waren uit-
Id van de school was in het laatst
larig en daarom zouden de kin-
dag een paar tooneelstukjes op
een cantate zingen. Maar het ai-
kwam 's avonds pas. Dan zou er
istumeerd kinderbal zijn en er
Iruk over gepraat, wat iedereen
lellen. Anneke babbelde maar aan
Boor. .Morgen beginnen we al
ppetities", zei ze vroolijk, „en ik
nee in het koor. Maar ik weet
hoe ik naar het bal zal gaan; hè
|bedenkt U eens wat!"
even op en zei toen vrien-
i weet wel, dat we niet veel geld
rureke, nu vader zoo lang ziek is
van een nieuwe jurk of een
bstuum kan natuurlijk niets ko
lt ik zal je witte jurk mooi was-
ktrijken, dan kun je die aantrek-
pllen heusch wel meer kinderen
niet gecostumeerd zijn."
tellen was Anneke sprakeloos
hoeder verschrikt aan; toen be-
I lipje te trillen en met een be-
prnetje zei ze: „Niet gecostu-
Viaar dat kan immers niet! O,
dan ga ik liever heelemaal
ieder had echt medelijden met
Itertje, toen ze zag, hoe groot de
Tng was en zachtjes zei ze; „Je
'ers wel, kindje, dat ik Je graag
Ber costuum zou geven, als ik er
Ihod, maar heusch, het kan niet
Iprobeerde Anneke haar tranen
[jouden. „O nee", zei ze, „ik be-
pat het niet kan, maar ik.o!"
)n snik liep ze de keuken uit en
fct grasveldje achter het huls lig-
Itranen stroomden langs haar
terwijl ze bedacht, hoe mooi de
fisjes er uit zouden zien. Ze zag
1 tusschen hen in, met haar oude
taannee hoor! dan ging ze
lemaal niet! Een heele poos lag ze
l huilen en viel toen van ver-
I in slaap
hg hoorde ze een fijn stemmetje,
"'Jk zei: „O, wat moet ik nu be-
t ben met mijn mooie kleedje aan
Blijven haken en nu is het ge-
wat zal de elfenkoningin boes
zóó thuis kom!"
keek Anneke rond en zag een
naast haar staan, dat angstig
geel kleedje vasthield, waar een
eur in zat.
pm jij hier, bij de menschen?"
Wke nieuwsgierig; „ik dacht, dat
"h in het bosch woonden."
2001 knikte het elfje treurig,
tide zoo graag wat van de we
en nu ben ik stilletjes uit het
tloopen om eens rond te kijken,
heb er erge spijt van, want nu
p gescheurd is, durf ik niet meer
„Misschien kan ik je wel helpen", zei An
neke vriendelijk, „als ik het netjes voor je
naai, zie je het vast niet zoo erg." Het elfje
schudde haar hoofdje. „Als een elfenkleed
je eenmaal stuk is. kan het nooit meer ge
maakt worden", zei het bedroefd, „dat is
juist zoo erg."
„Maar ik kan je toch wèl helpen", klonk
het plotseling. Anneke en het elfje keken
rond, waar die stem vandaan kwam en
kijkvlak boven hun hoofd stond een
prachtige regenboog. „Mijn kleuren zouden
je heel goed staan", zei de regenboog op
gewekt- „Ik zal je een leeuwerik sturen; ga
dan op zijn rug zitten en vlieg naar boven.
Rol voorzichtig een stukje van mijne eene
uiteinde af en wikkel je daarin. Maar niet
meer nemen dan je noodig hebt, hoor! Ik
help je omdat je altijd een erg lief elfje
geweest bent. maar dan moet je me be
loven. dat je nooit meer zult wegloopen!"
Het elfje beloofde het en onmiddellijk
streek er een leeuwerik voor haar voetjes
neer. Vlug wipte het kleine ding op zijn
rug en dadelijk vloog de vogel met zijn
lichten last weer omhoog. Toen ze bij den
regenboog kwamen, rolde het elfje voor
zichtig een stuk af, zooals haar gezegd was
en pijlsnel bracht de leeuwerik haar daar
na weer naar beneden. Het elfje sprong
van zijn rug, trok de prachtig stof om zich
heen en had plotseling een kleedje aan
zóó mooi. dat Anneke in de handjes klapte
van verrukking. „Dank je wel. hoor regen
boog," riep het elfje dankbaar, ,jiu kan ik
ten minste rustig naar huis gaan. De el
fenkoningin zal me zoo wel erg mooi vin
den. véél mooier nog dan in mijn eigen
kleedje."
„Als ze het maar niet zóó mooi vindt,
dat ze óók zoo'n jurkje hebben wil", zei de
regenboog met een knipoogje, „want dan
zou er op 't laatst niets meer van me over
blijven!"
Het elfje lachte hartelijk, toen knikte
het Anneke vriendelijk toe en verdween in
de richting van het bosch tusscheD de
boomen
Anneke was net van plan om haar ach
terna te gaan, toen ze voelde, dat iemand
haar bij den arm pakte. Slaperig deed ze
haar oogen open en keek in moeders ge
zicht.
„Ik geloof, dat jij een dutje hebt ge
daan", lachte moes. „Kom maar gauw bin
nen, het is al etenstijd en jij krijgt nog wel
flensjes, waar je zoo dol op bent."
Anneke krabbelde gauw overeind en
ging met moeder mee naar binnen Maar
op eens wist ze het weer, het akelige, ze
zou geen costuum krijgen voor het kinder
bal. En nu herinnerde ze zich ook weer,
hoe dwaas ze gedroomd had, van het elfje,
dat haar jurk had gescheurdPlot
seling bleef ze staan en greep moeders
hand. ,4k weet het al!" riep ze juichend,
„ik ga tóch naar het bal en ik weet ook
al hoeals regenboog!"
„Hoe kom je daarbij?" vroeg moeder ver
baasd. Anneke begon te lachen en vertelde
toen, wat ze gedroomd had. „U kunt zoo
goed naaien", zei ze vleiend, „als ik nu
zorg, dat U allemaal banen stof hebt in
verschillende kleuren, wilt U dan het pakje
voor me maken?"
.Natuurlijk," zei moeder direct, „dat wil
ik graag!"
Aan tafel kreeg Anneke's vader alles te
hooren en hij was erg blij voor zijn doch
tertje, dat het nu toch nog in orde kwam.
Den volgenden dag ging Anneke na
schooltijd een paar geheimzinnige bezoe
ken afleggen bij twee van haar tantes en
Ingezonden door Wim Krult.
Oude heer (die in den aUst is verdwaald,
hoort voetstappen naderen); Komt daar
iemand? kunt u mij ook zeggen, waar ik
kom als ik zoo door loop?
Stem uit de mist: „Ja dan komt u in de
gracht terecht, lk kom er zoo Juist uit."
Meester: „Wie weet er wat een kanarie
wei kan, en ik niet?"
Wim: „Ik weet het mijnheer, een bad
nemen in een kopje."
Ingezonden door Bep Nieboer.
Deurwaarder „Zeg jongen is je vader
thuis?"
Jan (die opdracht heeft gekregen om te
zeggen, dat zijn vader op reis is. maar hij
heeft zich verstopt achter een gordijn):
„Noen. vader ls op reis."
Deurwaarder (die den man, ziet bewegen
achter het gordijn): „En je moeder zit die
ook achter een gordijn?"
Ingezonden door Bep Nieboer.
In de tram.
Conducteur (tot passagier die rooklji
„Kan je niet lezen, daar staat toch: Ver
boden te rooken".
Man: „Ja zeker kan ik lezen, maar doe
jij alles wat daar gedrukt staat. Lees vooral
de Haagsche Post, doe jij dat? Drink
toch Einserwater, doe jij dat? Havana
sigaren rooken! Gummi kauwen, in Baarn
bij de bosschen wonen. Dat staat daar toch
ook allemaal dat je doen moet, doe jij
dat ook allemaal?"
al heel gauw had ze de mooiste kleuren bij
elkaar. Moeder maakte van al de gekleurde
lappen een alleraardigst pakje; een klein
kapje hoorde er ook nog bij en toen alles
af was, zag Anneke er werkelijk snoezig
uit.
Eindelijk kwam de langverwachte avond
en de zaal was vol gecostumeerde kinderen
Er waren prinsen en prinsessen, elfjes en
kabouters, zon, maan en sterren, je zag er
vliegeniers, pinda-mannetjes en soldaten
en telkens als er een nieuw costuum bin
nenkwam, werd er hoera geroepen.
Anneke was één van de laatsten en toen
ze binnenkwam als regenboog ging er een
gemompel van bewondering op. Het was
dan ook een van de meest aparte costuums
en toen er later op den avond prijzen wer
den uitgereikt, kreeg Anneke zelfs een
mooi sprookjesboek.
Ze had een heerlijken avond en toen ze
eindelijk moe in haar bedje lag, waren
haar slaperige gedachten nog even bij het
elfje en den vriendelijken regenboog uit
haar droom. Want die hadden haar op het
idee gebracht van het costuum, dat haar
zooveel genoegen had bezorgd-
RIE BEYER.
(Nadruk verbodenJ