I bet Paleis van den Koning Tweede Blad FEUILLETON. |GE.\EBAAL BALBO ia New York. Balbo dankt op enthousiaste wijze ontvangen te voor de ontvangst van het eskader. RAMON NOYARRO EN GLORIA SWAN^ON de bekende filmartisten, I)E LANDDAG van dc Ned. Chr. Radio Vereeniging op Berg vertrokken samen op het s.s. „Olympic" uit Londen, naar Amerika terug. en Bosch te Apeldoorn. Minister do Wilde houdt een toespraak. JfN mi M I Be SLOTZITTING VAN DE ECONOMISCHE WERELDCONFERENTIE TE LONDEN. Minister Colijn aan het woord. HET MOTORSCHIP „ALMKERK'' dat voor rekening van "de N.V. Vereen. Ned. Scheeuv. Mij. in aan bouw is op de werf van de Ned. Scheepsbouw Mij. te Amsterdam. ion liefdesgeschiedenis uit t oude Madrid door F. MARION CRAWFORD. Raar het Engelsch door W. H. C. B. |r?) Papper'mLeM3kJhebb6n' U h®111 eea it ooit hit. ¥endoza de dapperste, die So°elitkï 6®kend. dj danjj u en als het Keuren." 16 sParen, zal dat ge- 'e^nerMW61 moBeIÜk zijn," antwoordde Als u»^? zaehten maar vasten toon. aal eaat nu vIuS naar de troon- ^ovendien spoedig voorbij zijn. Nenwoordivh?rf laat' en het moet in felheden!" van het Beheele hof Be gins è^nïe^lH, den corridor, waar de ko pij n hoofd wHSlnJV00r Meodoza uit liep. pin mantel ^edekt door de kap van Pennen Lann. niemand hem zou her- Z1in nartiri.n611 Seheime trap kwam hij ff f™ vertrekken door een k-merkt i4,„ r welke hij dikwijls on tleende tot ,S. en '31e toegang genoodzaakt t» 2* studeerkamer, zonder Baan. Topn ^°°r de antichambre bad van i was en zich ont- vaa kap en mantel, ging HU naar een Venetiaanschen spiegel, die op een penanttafel tusschen twee vensters stond, en bekeek daar met aandacht zijn gezicht. Geen spoor van opwinding of emotie was er op te zien; alleen zijn haar bleek wat in de war te zijn, en dat streek hij, ook om de ooren, glad. Uit een zilveren doos op de tafel nam hij een geparfu meerde pastille en stak die in zijn mond. Niemand zou aan hem hebben gemerkt dat hij nog geen twintig minuten geleden zich woedend boos had gemaakt en met zijn wapen een moorddadigen uitval had ge daan. Zijn onbeweeglijke oogen stonden volkomen rustig en de gele glans er in had plaats gemaakt voor hun natuurlijke, on bestemde kleur. Met een glimlach van be wondering voor zijn buitengewone zelf- beheersching, draaide hij zich om en ver liet de kamer. Hij genoot van een van zijn zeldzame oogenblikken van voldoening, want de mededinger, dien hij al zoo lang haatte en dien hij begon te vreezen, zou hem nooit meer in den weg treden, noch hem zelfs van het geringste zijner attri buten van souvereiniteit berooven. HOOFDSTUK III. Dolores had haar vaders woorden niet begrepen. Het eenige, dat zij wist, was. dat Don Jan dood was en dat zijn moordenaar was vertrokken. Indien er nog gevaar voor haar zelf had bestaan, zou zii het niet ge voeld hebben, maar er dreigde nu geen gevaar, terwijl zij de sleutel nanl de aangrenzende kamer te komen. Eerst wilde het slot niet open, daar het als gevolg van het ruwe schudden van Mendoza op de een of andere wijze ontzet was. Maar Dolores' wanhopige vingers wonden zich als witte, zijden koorden, die wel dun, maar heel sterk waren, om den sleutel, dien zij net zoolang om en om draaide, tot het slot open ging. De deur vloog open en zij stond een oogenblik roerloos op den drempel, want al had haar vader gezegd dat Don Jan dood was, had zij het niet geheel ge loofd. Hij lag op zijn rug, met zijn voeten naar haar toe gekeerd, zijn slanke ledema ten ontspannen, één arm naast zich en de andere boven zijn hoofd, de kleurlooze vingers van zijn mooie handen eenigszins gebogen. Het knappe, jonge gezicht was krijtwit, de oogen waren half gesloten on der de waskleurige oogleden. Er was één kleine roode vlek, links op de borst van zijn wit satijnen buis. Dolores zag alles duidelijk in het heldere kaarslicht, maar zij bewoog noch sloot haar starende ooeen. Zij voelde aan het einde van het leven te staan; zij stond doodstil om te zien en te begrijpen. Maar hoe zij ook trachtte te denken, het was of zij geen hersens meer had. geen vermogen meer om naar een nieuwe gedachte te grijpen, en geen macht meer om het verband te herstellen tus schen die. welke haar hersens had ver stoord en wat zij nu aanschouwde. Indien op dat oogenblik een aardbeving de aarae onder haar voeten had opengescheurd en het geheele Alcazar met de levenden en dooden had verzwolgen, zou Dolores, zooals zij daag stond, mede verwenen zijn, onbe wust van haar lot, met haar oogen steeas gericht naar Don Jan's doode gelaats trekken. Het scheen haar toe dat zii daar zou kunnen blijven, totdat haar ellende haar hart zou doen stilstaan, tenzij er iets gebeurde, dat haar uit haar verdoovlng zou wekken. Maar geleidelijk kwam er een verande ring in haar gezicht, haar oogleden tril den en vielen dicht. Om niet te wankelen en te vallen, greep zij naar den deurpost. Toen. begrijpende, dat zij niet langer kon blijven staan, deed zij instinctmatig eenige vlugge passen naar voren, totdat haar krachten haar verlieten en zij viel, zóó, dat zij ten deele op Don Jan terecht kwam met haar hoofd op zijn borst, haar eene hand zoekende naar de zijne, en de an dere tegen zijn koude voorhoofd gedrukt. Het was niet waarschijnlijk dat voorloo- pig iemand haar hier zou vinden. De be dienden en heeren waren weggezonden, zoodat niemand zou komen, voordat het bekend zou zijn dat Don Jan dood was. Nadat zij eenigen tijd met haar hoofd op zijn borst had gelegen, begon zij wanhopig te huilen. Haar heele lichaam schokte en onverstaanbare klanken en kreten, waar mede zij haar leed in woorden trachtte te brengen, kwamen over haar lippen. Lang zamerhand ging dit over in een eentonig geweeklaag vol wanhoop. Langen tijd lag zij daar zoo. en werd toen door een paar sterke handen vastge grepen, opgelicht en weggebracht, zonder dat een woord werd gesproken Zij had geen begrip van hetgeen er met haar ge beurde, en verbeeldde zich in de armen te zijn van een bovennatuurlijk wezen, dat ongelooflijk sterk was en dat haar weg sleurde van hetgeen haar dierbaar was. Tevergeefs verzette zij zich in haar halve bezwijming, terwijl zij de deur werd uit gedragen en naar adem snakte als iemand, die een booze droom heeft. Het scheen haar toe, dat men haar door het heele schemerdonkere palels sleepte, en toch werd zij slechts uit de kamer naar het terras gebracht. Toen haar oogen weer ontvankelijk voor indrukken waren, merkt zij in de open lucht te zijn, op een stee- nen bank, en dat het koele avondwindje om haar gezicht woel, terwijl een zachte hand dezelfde die een oogenblik te vo ren haar zoo stevig had opgetild haar hoofd ondersteunde. Een gezicht, dat zij kende en waarvoor zij niet bang was, hoe wel het niet op andere gezichten leek, be vond zich tei hoogte ran het hare en toch stond de man, terwijl zij zat. Het maanlicht wierp heel zachte schaduwen op de mismaakte gelaatstrekken van den dwerg, zoodat zijn dunne, vertrokken lip pen een vriendelijke uitdrukking hadden en zijn diep liggende oogen overvloeiden van innige sympathie. Toen zij merkte dat zij hem zag en haar verdooving ten deele was geweken, trok hij zachtjes zijn hand weg en liet haar hoofd tegen de steenen leuning rusten. IWordt vervolgd), A

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5