Werüoer üan de brug oüer het Merwede-kanaal - Roeikampioenschappen In het Paleis van den Koning ïg&tëz-■ ,wtm< 74.1. JaargangLEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. Vervoer brug oüer het Merwede-kanaal. DE KERKELIJKE INZEGEM NL VAN III I HUWELIJK' van Max Schmeling en Anny Ondra. Een kleine jongen met bokshand- schoenen aan, wenscht het paar geluk. ----- MET GOEI) GEVOLG passeert de boog van de nieuwe brug over het Merwedekanaal de brug de sluizen bij Zeeburg. Duidelijk komt op deze foto uit welk een zuivere berekening noodig was het gevaarte de brugklappen te doen passeo ren. DE NATIONALE ROEIKAMPIOENSCHAPPEN TE SLOTEN. Njord, de winnaar van het nummer acht- riemsgieken en kampioen van Nederland, in den strijd tegen Nereus. GROEP WINNAARS bij de zwemwedstrijden RotterdamAntwerpen te Schiedam. V.l.n.r. Kruit hof, Willy den Ouden, Puck Oversloot, Blitz en G. Brouwers. Een liefdesgeschiedenis uit 't oude Madrid door F. MARION CRAWFORD. Naar het Engelsch door W. H. C. B. 43) God!" rieP 1)011 Jan uit- schJrfv,'2!,,E3Snulof voor h«tgeen ik mis- ben JPF maar in elk geval heb- in uvJSi mF2?1!. ^ede en onderwerping Bebracvft F1?Jesteits koninkrijk tot stand eeoracht, en geen rebellie handvol o-heen maar omdat u een een Bewapende Mooren binnen toeen VaF, twee jaren hebt ver volgt 'mr o vc? u ln dichte drommen lof 'z'ine^rnü saat, u toejuicht, uw tot u honderden smeekschriften alLrf u de koning zijt ja, voor wien^iww0^ bent' een soort B°d. Denkt u dat ik^fo Zlch moet buigen? ven dat heteeen FFv^002611)611 te gelo°" W'laan, vobtoSido^f 0p UuW semak hebt doen ontwaken^ om if heel sPanie te ten vTn VCTb^in? het- beele hof in kre- fcn uitbarsten z!odraV,an toejuiching te Bobijnt' Indien'n mii maar even ver- J) mij niet gehoortLmf °Penbaar tart de avertuiim^ ^ffli a?u dan niet •enmging moeten komen dat gij u daartoe in staat acht en u verbeeldt dat uw macht gelijk is aan de mijne? En hoe zou dat alles tot stand kunnen zijn ge bracht dan door een partij, die u aan hangt en die overal door uw geheime agenten, laag- en hoog geplaatsten, be werkt wordt door u steeds te prijzen, door zoowel mannen als vrouwen te vertellen van de door u bewezen gunsten, van uw edelmoedigheid, van uw overwinningen; dan door te zeggen dat het zonde en jam mer is dat zoo'n goed en dapper vorst niet meer mag zijn dan de aanvoerder van 's konings legers, en dan tevens het con trast te laten zien tusschen u en den ko ning den wreeden koning, den alles naar zich toe halenden koning, den ko ning, die alle fouten heeft, die Don Jan van Oostenrijk, de afgod van het volk, met bezit! Moet dat vrede en onderwerping verbeelden? Of is het 't begin van rebellie, van burgeroorlog, die ten doel hebben Don Jan van Oostenrijk op den troon van Spanje te plaatsen en zoodra alles klaar is, koning Philips naar de andere wereld te zenden?" Vol verbazing luisterde Don Jan toe. Het was nooit in zijn hoofd opgekomen dat iemand hem in staat zou achten tot zelfs de geringste daad, waarvan Philips hem beschuldigde, zoodat dan ook, trots zijn goede voornemens, hij boos begon te wor den. Maar plotseling, alsof hein koud wa ter in het gezicht werd gegooid, herinner de hij zich dat er nog geen uur was ver streken, sinds hij Dolores in zijn armen had gesloten, toen hij haar bezwoer te zullen doen, waarvan hij nu beschuldigd werd, en dat het slechts haar woorden waren geweest, die hem daarvan hadden teruggehouden. En nu scheen dat alles hem zoo afschuwelijk toe. Zij had toen ge zegd dat alles slechts een booze droom was geweest en dat hij daaruit was ont waakt, En toch was het denkbeeld van rebellie toen door zijn brein gegaan, want in een oogenblik had het hem overmees terd en zijn loyaliteit doen vergeten. Hij voelde een berisping te hebben ontvangen en antwoordde niet dadelijk. „Daar hebt u niets tegen te zeggen!" riep Philips hem hoonend toe. „Bestaat er dus een reden, waarom ik u niet wegens hoogverraad zou doen terecht staan?" Don Jan schrok van die woorden, maar zijn toorn was verdwenen en hij dacht slechts aan Dolores' veiligheid in de naaste toekomst. „Uwe majesteit is veel te rechtvaardig om een onschuldig man, die u trouw heeft gediend, te beschuldigen." antwoorde hij. Philips bleef stilstaan en keek hem lang en nieuwsgierig aan, om te trachten eenig teeken van ongerustheid, zoo niet van vrees bij hem te ontdekken. Hij was ge wend menschen met woorden te folteren, alvorens andere middelen toe te passen, en hij geloofde zelf niet aan hetgeen hij had gezegd. Hij had slechts een willekeu rige proef genomen en die was mislukt. Op den bodem van zijn toom lag slechts jaloezie en haat jegens den broeder, van wien niet anders dan beminnelijkheid en bekoring uitging, eigenschappen, die hij zelf miste. „Misschien meer welwillend dan recht vaardig." zei hij op een toon, die iets vriendelijker klonk. „Ik wil toegeven dat ik geen bewijzen tegen u heb. maar de ge tuigenis der gebeurtenissen ls niet in uw voordeel. Pas op, want er wordt op u gelet. De wereld heeft een te hoogen dunk van u en zij vindt u een te indrukwekkende persoonlijkheid om aan de aandacht te kunnen ontsnappen." „Mijn handelingen zullen daartegen be stand zijn. Ik verzoek slechts dat uwe majesteit daarmede meer rekening zal houden dan met de wijze, hoe die door andere menschen worden uitgelegd." „Andere menschen doen niets dan u prijzen," zei Philips ronduit. „Hun oordeel over u is echter waardeloos' Ik meende u de zaak voldoende duidelijk te hebben verklaard. U bent de afgod van het volk, en alsof dat niet genoeg is, bent u boven dien de lieveling van het hof en de gun steling der vrouwen. Dat is voor één man te veel. Ik herhaal dus: pas op! Tracht meer naar mijn gunst te dingen en maak u niet zoo druk om uw populariteit." „Wat dit betreft," antwoordde Don Jan met eenige fierheid, „ben ik van oordeel, dat wanneer de menschen mij prijzen, dit geschiedt omdat ik mijn koning naar mijn beste krachten en met succes heb gediend Indien uwe majesteit niet tevreden is over hetgeen ik gedaan heb, leg mij dan een zwaardere taak op. Ik zal trachten zelfs het onmogelijke te doen." „Dat zou de dames bevallen!" gaf Phi lips vinnig en hatelijk ten antwoord. ,,U zou door briefjes overstroomd worden uw handschoenen zouden niet groot ge noeg zijn ze alle te bevatten!" Don Jan gaf hier geen antwoord op, want hij achtte het verstandiger den ko ning op dit terrein te laten komen dan hem naar het vorige te doen terugkeeren. „Hoewel u in tijd van vrede wat aange name bezigheden zult hebben, acht ik het toch beter dat u spoedig trouwt, voordat u zoo verstrikt raakt in de netten der dames uit Madrid, dat dit uw huwelijk onmoge lijk zou maken." „Behalve wat het laatste betreft," zei Don Jan vrijmoedig, „ben ik geheel uwer majesteits oordeel toegedaan. Maar ik ben hier heusch niet bang voor verstrikkin gen." „Neen bang bent u er niet voor. In tegendeel; u beweegt er u met een gemak ln, alsof het uw element is." „Dat zal niemand van mij kunnen zeg gen," luidde Don Jan's antwoord. „Alweer spreekt u mij tegen. Maar zegt u mij dan eens. als u geen last van der gelijke verstrikkingen hebt, hoe komt het dan dat u een brief van een dame in uw handschoen vindt??" „Ik kan u niet zeggen of het een brief van een dame was of van een man." „Hebt u hem dan niet gelezen?" „Jawel." .(Wordt vervolgdjj De sleep verlaat de werf van 'de Ned. Dok Mij. te Amsterdam. MEJ. BRIEJER van ,,Brunhilde" alhier. die het nummer verspringen met aanloop won tijdens de atletiekwedstrijden Holland België te Deventer. m CIIINEESCHE MAARSCHALK TSJANG TSOE LIANG brengt met zijn beide zoons een bezoek aan Londen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5