Huwelijk oudsten zoon van ex-koning Alfons - T. T.-races In het Paleis van den Koning 74ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. DE DUITSCHE AFGEVAARDIGDE bij de Arbeidscon- ierentie te Genève spreekt op een meeting in den Lustgarten te Berlijn. HONDKNTENTOONSTELLING IN JAPAN. Enkele inzendingen op een tentoon stelling van Roode Kruis-honden in Tokio. DE BEOEFENING VAN DE VERDEDIGING SSPOUT in het nationaal-politieke opvoedingsgesticht t® Potsdam. Een liefdesgeschiedenis uit *t oude Madrid door F. MARION CRAWFORD. Naar het Engelsch door W. H. C. B. Dolores twijfelde aan haar eigen zintui gen. Het geloof in den man, dien zij lief had, was zoo groot, dat zijn woorden den hoozen droom of de hersenschim anders konden het niet zijn geweest, dacht zij op de vlucht hadden gedreven, zoodat haar gezicht weer een kalme en gelukkige uitdrukking loreeg, toen zij langs hem heen naar beneden ging. Zij bevond zich in een vestibule, waarop van rechts en links deuren uitkwamen; hij ging een der deuren aan de linkerzijde in en zoo kwam 2Ü in zijn slaapkamer. Het was een vertrek in Moorschen bouwtrant. Het gewelf begon op mans hoogte en verliep in sierlijke, kromme hjnen tot op groote hoogte. Het was een vierkante, heel groote kamer, welks muren heneden de lijn, waar het gewelf begon, hedekt waren door geweven behangsel, voorstellende den slag bij Pavia, de over gave van Frans I en een soort verheer- JJjking van Keizer Karei, den vader van Eton Jan Er waren twee groote vensters, die geheel bedekt waren door gordijnen van een donker brocaat, waarin op regel matige onderlinge afstanden de wapens van Spanje en het Keizerrijk in kleuren waren geborduurd. Daar tegenover stond, met het hoofdeinde naar den muur, een groot, van een gordijn voorzien, ledikant met gebeeldhouwde beddestijlen. De hemel van het ledikant was in de vier hoeken voorzien van wapenschilden en de gordij nen waren van geribde zijde, met zwaar goudborduursel met mooie krul versierin gen en arabesken uit den renaissancetijd. Een gebeeldhouwde donker gepolitoerde tafel bevond zich halverwege het voet einde van het ledikant en het penant tus- schen de vensters, waar een prachtige knielbank met rood fluweelen kussens onder een groot crucifix stond. Een half dozijn stoelen waren tegen de muren ge schikt en twee gemakkelijke vouwstoelen met en-relief bewerkte, leeren kussens stonden naast de tafel. Tegenover de deur die Dolores was binnengekomen, gaf een andere toegang naar de kamer er naast. Beide deuren waren van snijwerk en krul versierselen van verguld brons voorzien; er hingen geen gordijnen voor. Drie of vier Oostersche kleeden bedekten het grootste gedeelte van de gepolijsten marmeren vloer, die hier en daar het licht der groote waskaarsen, die In zilveren kan delaars op de tafel en op lage staanders ter weerszijden van het bed stonden, weer kaatste. Het gewelf boven de behangen wanden was heel donker blauw en met vergulde sterren en -relief versierd. Dolores yon<I het een sombere, bijna graf-achtige kamer. Het ledikant was net een katafalk, de kaarsen er naast deden ook aan een doode denken en het heele vertrek stemde, trots zijn vorstelijke pracht, Iets onbehaaglijks. Zij vond de kamer nauwelijks geschikt als verblijf voor een mensch. Dolores had echter alles slechts vaag gezien, terwijl Don Jan de eerste deur sloot en haar naar de kamer er naast leidde. Hij wist slechts over weinig tijd te beschikken te hebben, en wilde zorgen dat zij In haar schuilplaats zou zijn, voordat zijn bedienden terugkeerden. In tegen stelling met het slaapvertrek was de kleine studeerkamer sober gemeubileerd. Er ston den niet anders dan een schrijftafel, twee eenvoudige stoelen, een met leer bekleede divan met rechte rugleuning, en een bijna zwart eikenhouten kist, voorzien van ver sierd stalen beslag. Voor het raam hing een gordijn van donkere stof, en twee waskaarsen brandden rustig naast het voor gebruik gereed liggende schrijfge reedschap. „Dit ls de kamer," zei Don Jan, voor het eerst sprekende, sinds zij zijn vertrekken hadden betreden. Zonder hem te antwoorden ontdeed Do lores. door hem geholpen, zich van haar langen mantel, dien h{j op den divan leg de. Hij zag haar nu in het volle kaarslicht staan, terwijl zij hem aankeek. „Wat ben je toch mooi!" riep hij met zachte stem uit. „Je bent de mooiste vrouw, die ik ooit heb gezien." Een lichte blos steeg haar naar de wan gen bij die oprechte uiting van zijn be wondering, maai" haar oogen keken ern stig en bezorgd, want de twijfel was terug gekeerd en liet zich niet verjagen, zij wist vast en zeker de dame met mantel en sluier gedurende eenlge seconden te heb ben gezien, en hoewel Dolores haar niet uit de vertrekken van Don Jan had zien komen, maar haar plotseling terwijl zij wegsloop, had waargenomen, scheen het bijna onaannemelijk dat zij ergens anders vandaan kwam. Tusschen de deur en den corridor was er geen nis of uitbouw, waar- In de dame zich had kunnen verschuilen en het was niet aan te nemen dat zij met eenig geheimzinnig doel voor oogen, bul ten zou hebben staan wachten en niet weggeloopen zou zijn toen zij de belde officieren hoorde aankomen, aangezien zij klaarblijkelijk niet gezien wenschte te worden. Maar anderzijds had Don Jan volkomen kalm geloochend, dat er een dame geweest was, wat in elk geval betee- kende dat hij niemand had gezien. Dolores was noch dwaas Jaloersch, noch ln het minst bijgeloovig en Don Jan was voor haar het ideaal van oprechtheid en eer. Zij stond, met één hand op de tafel geleund, hem aan te kijken, terwijl hij langzaam naar haar toekwam, aangetrok ken door haar schoonheid, zooals een bloem zich des morgens naar de zon keert. Toen hij dicht bij was, strekte hij zijn armen naar haar uit, als om haar naar zich toe te halen. Zij glimlachte, want zijn blik deed haar een oogenblik haar zorgen vergeten, en zij had hem willen kussen. Maar plotseling werd zijn gezicht ernstig, terwijl hij zijn tanden op elkaar klemde, en ln plaats van haar ln zijn armen te sluiten, nam hij een harer handen en bracht die eerbiedig naar zijn lippen, alsof zij de vrouw van zijn broeder was, de Jonge Koningin. „Waarom doe Je dat?" vroeg zij ver baasd. „Je bent hier onder mijn hoede," ant woordde hij. „Ik weet heel goed wat ik doe." „Ja, ik begrijp Je. Wat ben je toch goed voor me!" Na een oogenblik, terwijl zij op een der stoelen aan de tafel ging zitten, vervolgde zij„Nu moet Je weggaan, de deur op slot doen en den sleutel bij Je houden. Dan weet lk dat lk hier veilig ben, en onder wijl moet je beslissen hoe lk moet ont snappen gemakkelijk zal het niet zijn." Na even gezwegen te hebben, riep zij uit: „Ik ben benieuwd wie die vrouw was!" „Er is hier geen vrouw geweest," ant woordde Don Jan even rustig en met de zelfde overtuiging als zooeven. Hij stond, met beide handen op de tafel leunende, tegenover haar en keek naar haar prachtige haar, toen zij het hoofd voorover boog. .(Wordt vervolgd), j PRINS NIC0LAA8 VAN ROEMENIE belast met een speciale zending door koning Carol, verlaat per vliegtuig Parijs. De piloot bindt den prins de parachute aan. DE TRAINING VAN DE T.T.-RACES TE ASSEN. Ds Nederlandschc crack Piet van Wijngaarden maakt een trai ningsronde. Achte r hem Draayer. BERTU8 VAN HAMEB8VELD de Nederlandsche motor- renner, die bij de Engelsche T.T.-races zijn voet ernstig bles seerde, probeert het te Assen op een lichter merk. HET HUWELIJK VAN DEN PRINS VAN ASTURIE EN SENORITA ELDE- II III A SAN PEDRO OCEJO -te Lausanne. Het paar bij 't verlaten van de kerk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5